Merkenrecht  

IEF 20950

Slaafse nabootsing van slogan

Rechtbank Midden-Nederland 10 jun 2022, IEF 20950; ECLI:NL:RBMNE:2022:2265 (Spoedtest tegen Spoedtestcorona), https://ie-forum.nl/artikelen/slaafse-nabootsing-van-slogan

Vzr. Rb. Midden-Nederland 10 juni 2022, IEF 20950, LS&R 2104; ECLI:NL:RBMNE:2022:2265 (Spoedtest tegen Spoedtestcorona) Beide partijen nemen coronasneltesten af. Spoedtest en Spoedtestcorona hebben allebei een Benelux woordbeeldmerk gedeponeerd. Spoedtest maakte in haar campagnes gebruik van de slogan ‘Alleen nog even testen’. Spoedtestcorona maakte gebruik van de slogan ‘Alleen nog even spugen’. Spoedtest meent dat Spoedtestcorona haar handelsnaam gebruikt in strijd met de oudere handelsnaam van Spoedtest. Door de voorzieningenrechter wordt geoordeeld dat er hier geen sprake is van verwarringsgevaar. De voorzieningenrechter voert aan dat het bij testen op corona gebruikelijk is dat er gebruik wordt gemaakt van beschrijvende handelsnamen. Hierdoor zullen klanten alert zijn en minder snel in verwarring raken. De voorzieningenrechter meent dat door de toevoeging ‘corona’ het verwarringsgevaar voldoende wordt weggenomen. Het voeren van de handelsnaam Spoedtestcorona is dus toegestaan.

IEF 20947

Aanknopingspunten voor toerekening niet gesteld of gebleken

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 sep 2022, IEF 20947; ECLI:NL:RBZWB:2022:5195 (Odara tegen Derm-Appeal ), https://ie-forum.nl/artikelen/aanknopingspunten-voor-toerekening-niet-gesteld-of-gebleken

Rb. Zeeland-West-Brabant 7 september 2022, IEF 20947; ECLI:NL:RBZWB:2022:5195 (Odara tegen Derm-Appeal) Odara en Derm-Appeal houden zich allebei bezig met het distribueren en verkopen van cosmetische producten voor professionals. Biosoft is houder van het merk ‘Dermapen’. Biosoft heeft 4EverYoung een merklicentie verstrekt voor het gebruik van dit merk. Derm-Appeal werd op basis van een overeenkomst met 4EverYoung distributeur van Darmapen in de Benelux. In oktober 2016 is Odara in een document getiteld ‘Sales Distribution Agreement’ aangemerkt als ‘Distributor’. Odara heeft Derm-Appeal op 22 november 2019 gesommeerd de verkoop van Darmapen producten te staken. Hier is in geschil of Derm-Appeal onrechtmatig heeft gehandeld jegens Odara door inbreuk te maken op Odara’s exclusieve distributierecht. De rechtbank komt tot het oordeel dat ook al zou Derm-Appeal onrechtmatig hebben gehandeld, dit niet aan Derm-Appeal kan worden toegerekend. Aanknopingspunten om tot toerekening te komen zijn immers niet gesteld of gebleken. De rechtbank wijst daarom de vorderingen van Odara af.

IEF 20944

Voorraad horloges moet worden terugverkocht

Rechtbank Amsterdam 8 sep 2022, IEF 20944; ECLI:NL:RBAMS:2022:5254 (Breitling tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/voorraad-horloges-moet-worden-terugverkocht

Vzr. Rb. Amsterdam 8 september 2022, IEF 20944; ECLI:NL:RBAMS:2022:5254 (Breitling tegen gedaagde) Breitling is exclusief distributeur van Breitling horloges in Nederland. Tussen Breitling en gedaagde bestond een distributieovereenkomst. Breitling heeft per aangetekende brief van 28 augustus 2020 het dealerschap van gedaagde beëindigd. Op deze opzegging heeft gedaagde afwijzend gereageerd. Daarnaast heeft zij gewezen op de verplichting die op grond van de distributieovereenkomst volgt op de beëindiging van de overeenkomst. Breitling vordert in deze zaak onder meer dat gedaagde wordt veroordeeld om de voorraad aan Breitling (terug) te verkopen. Ook vordert Breitling dat het gedaagde wordt verboden om zich nog als dealer van Breitling te presenteren en dat zij wordt geboden het gebruik van de handelsmerken van Breitling te staken.

IEF 20942

Uitspraak ingezonden door Leonie Kroon, Dillinger Law en Thijs van Aerde, Houthoff.

HR: geëxecuteerde had ook moeten worden gedagvaard

Hoge Raad 9 sep 2022, IEF 20942; ECLI:NL:HR:2022:1173 (Philip Morris tegen RPM), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-geexecuteerde-had-ook-moeten-worden-gedagvaard

HR 9 september 2022, IEF 20942; ECLI:NL:HR:2022:1173 (Philip Morris tegen RPM) Vervolg op [IEF 19507] en [IEF 19671]. Rotterdamsche Producten Mij (RPM) is een groothandelaar in consumptiegoederen. Philip Morris is een tabaksproducent en produceert onder andere tabakssticks van het merk HEETS. Philip Morris heeft onder de logistieke dienstverlener Loendersloot beslag tot afgifte ter vernietiging laten leggen op een partij tabaksproducten van het merk HEETS van Philip Morris. RPM, die stelt eigenaar te zijn van deze partij, vordert opheffing van dit beslag. RPM heeft echter uitsluitend Philip Morris gedagvaard en niet ook Loendersloot, zoals artikel 438 lid 5 (oud), thans artikel 438 lid 6 Rv eist.

IEF 20935

Gemaakte kosten moeten worden vergoed

Rechtbank Overijssel 17 aug 2022, IEF 20935; ECLI:NL:RBOVE:2022:2385 (X tegen Z), https://ie-forum.nl/artikelen/gemaakte-kosten-moeten-worden-vergoed

Rb. Overijssel 17 augustus 2022, IEF 20935; ECLI:NL:RBOVE:2022:2385 (X tegen Z) X heeft een bedrijf dat gespecialiseerd is in esthetische behandelingen. Y heeft een kapsalon waar zij schoonheidsbehandelingen uitvoert. X en Y hebben 21 november 2020 een overeenkomst gesloten. Partijen zijn in de overeenkomst onder meer overeengekomen dat partijen na zes maanden uit elkaar kunnen gaan en dat exploitant dan de gemaakte kosten van de merkhouder zou vergoeden. X vindt dat Y tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst doordat zij de door X gemaakte kosten niet vergoedt na beëindiging van de overeenkomst. Z meent dat zij de overeenkomst mocht beëindigen vanwege tekortkomingen aan de kant van X. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een franchiseovereenkomst, maar dat (het door Z aangevoerde) artikel 7:914 BW niet tot een tekortkoming leidt. De verplichting uit dit artikel was op het moment van het sluiten van de overeenkomst namelijk nog niet dwingendrechtelijk vereist. Hierdoor is er geen sprake van het sluiten van een overeenkomst in strijd met een dwingende wetsbepaling en kan er dus niet worden vernietigd op grond van artikel 3:40 lid 2 BW.

IEF 20924

Uitspraak ingezonden door Maarten Schut en Merel Rondhuis, Kennedy Van der Laan.

Geen merkinbreuk door gebruik beschrijvende term ‘Priority’

Rechtbank Den Haag 1 sep 2022, IEF 20924; (O2 Worldwide tegen Vodafone/Ziggo), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-merkinbreuk-door-gebruik-beschrijvende-term-priority

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 september 2022, IEF 20924; C/09/63 1022 KG / ZA 22-542 HH/MB (O2 Worldwide tegen Vodafone/Ziggo) Kort geding. O2 Worldwide, holdingsmaatschappij van de Telefonica-groep, is houder van het Uniemerk Priority. O2 Worldwide stelt dat Vodafone/Ziggo door het gebruik van het teken 'Priority' voor het aanbieden van klantenbindingsprogramma’s inbreuk maakt op haar merkrechten. Gedaagde is houder van de handelsnaam priority en registrar van de domeinnaam priority.nl. Dat het woord ‘priority’ in beide aanduidingen begripsmatig en auditief overeenstemt is inherent aan het beschrijvende karakter en speelt daarom geen bepalende rol. Het is onvoldoende aanemelijk dat in een eventuele bodemprocedure de vordering van O2 Worldwide zal worden toegewezen. De gevraagde voorzieningen worden geweigerd.

IEF 20916

Geen inbreuk op merk en handelsnaam Dutch Grand Prix

Rechtbank Noord-Holland 30 aug 2022, IEF 20916; ECLI:NL:RBNHO:2022:7745 (DGP Race tegen PST c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-merk-en-handelsnaam-dutch-grand-prix

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 29 augustus 2022, IEF 20916; ECLI:NL:RBNHO:2022:7745 (DGP Race tegen PST c.s.) Kort geding. DGP is een onderneming die verschillende (motor)sportevenementen organiseert op het racecircuit in Zandvoort, waaronder het Formule 1 evenement ‘The Dutch Grand Prix’. DGP is houder van een exclusieve licentie voor het gebruik van de Benelux woordmerken. PST c.s. is een reisorganisatie die zich bezighoudt met het organiseren van evenementen en (sport)reizen. DGP stelt dat PST c.s. (ongeautoriseerd) toegangskaarten voor het F1-evenement verkoopt en verspreidt en daarmee in strijd handelt met de algemene voorwaarden en onrechtmatig handelt tegenover DGP. PST c.s. heeft in reactie daarop medegedeeld dat zij de verkoop heeft gestaakt nadat zij door haar kaartenvoorraad heen was. Geoordeeld wordt onder meer dat DGP geen gegronde reden heeft zich te verzetten tegen het gebruik van het merk en dat een merkinbreuk niet kan worden aangenomen. Ook wordt geen inbreuk gemaakt op de handelsnaam  ‘Dutch Grand Prix’. Het enkele feit dat PST c.s. gebruik maakt van de aanduiding ‘Dutch Grand Prix’ in de context van het in de markt zetten van haar hospitality-arrangement is daarvoor onvoldoende.

IEF 20911

Uitspraak ingezonden door Gerard van der Wal, Shaharzaad Said en Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten

Verzoeken tot verbetering en aanvulling eindvonnis afgewezen

Rechtbank Den Haag 17 aug 2022, IEF 20911; ECLI:NL:RBDHA:2022:8273 (Bacardi tegen Loendersloot en Flint Warehousing), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoeken-tot-verbetering-en-aanvulling-eindvonnis-afgewezen

Rb. Den Haag 17 augustus 2022, IEF 20911; ECLI:NL:RBDHA:2022:8273 (Bacardi tegen Loendersloot en Flint Warehousing) LI heeft de rechtbank verzocht om verbetering van het dictum in het gewezen eindvonnis [IEF 20900]. LI meent dat er in het dictum niet is opgenomen dat het gaat om merkinbreukmakend handelen door LI. Bacardi heeft gereageerd op dit verzoek van LI. Bacardi meent dat het verzoek van LI moet worden afgewezen. Ook heeft Bacardi aan haar reactie een verzoek tot aanvulling van dictumonderdeel 3.7 toegevoegd. De rechtbank overweegt dat er hier geen sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent en wijst de verzoeken van zowel LI als Bacardi af. 

IEF 20900

Uitspraak ingezonden door Gerard van der Wal, Shaharzaad Said en Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten

Voorshands vermoeden niet ontkracht

Rechtbank Den Haag 27 jul 2022, IEF 20900; ECLI:NL:RBDHA:2022:7684 (Bacardi tegen Loendersloot en Flint Warehousing), https://ie-forum.nl/artikelen/voorshands-vermoeden-niet-ontkracht

Rb. Den Haag 27 juli 2022, IEF 20900; ECLI:NL:RBDHA:2022:7684 (Bacardi tegen Loendersloot en Flint Warehousing) In het tussenvonnis van 17 maart 2021 [IEF 19863] is door de rechtbank geoordeeld dat voorshands moet worden vermoed dat de in augustus 2016 in beslag genomen gedecodeerde Bacardi-producten voorzien van het merk Grey Goose, in gedecodeerde staat zijn gebracht in de in de faciliteit van Pure Handling, terwijl zij douanestatus T2/AGD hadden. Ook is geoordeeld dat er voorshands moet worden vermoed dat die producten in die staat en met die douanestatus bij LI opgeslagen hebben gelegen. De voorzieningenrechter heeft vervolgens voorzieningen getroffen door aan LI en Pure Handling stakingsbevelen op te leggen. Daarnaast is de exhibitievordering van Bacardi gedeeltelijk toegewezen. Vervolgens werd de rechtbank door Loendersloot c.s. verzocht om het dictum van het tussenvonnis van 17 maart 2021 te verbeteren. De rechtbank wijst bij vonnis van 31 maart 2021 [IEF 20887] dit verzoek af omdat het dictum van 17 maart 2021 geen kennelijke fout bevat die zich voor eenvoudig herstel leent.

IEF 20889

Merk is beschrijvend en mist elk onderscheidend vermogen

BenGH 13 mei 2022, IEF 20889; (Good-Bye tegen Henkel), https://ie-forum.nl/artikelen/merk-is-beschrijvend-en-mist-elk-onderscheidend-vermogen

BenGH 13 mei 2022, IEF 20889, IEFbe 3532; C 2020/16 (Good-Bye tegen Henkel) Op 31 oktober 2019 stelt Henkel een vordering tot nietigverklaring in tegen het merk ‘GOODBYE YELLOW’ van Good-Bye. Henkel meent dat het merk elk onderscheidend vermogen mist en beschrijvend is. Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) oordeelt dat het merk inderdaad beschrijvend is en elk onderscheidend vermogen mist en wijst de vordering tot nietigverklaring toe. Good-Bye heeft beroep ingesteld bij het Benelux-Gerechtshof tegen de beslissing van het BOIP. Zij vordert dat haar merk geldig wordt verklaard. Het Hof is van oordeel dat het relevante publiek het merk opvat als een beschrijving van de aard van de aard en het beoogde doel van de waren. De waren werken namelijk een ongewenste vergeling van haar, tanden, huid en nagels weg. Het relevante publiek zal het beoogde doel van de waren onmiddellijk en expliciet begrijpen zonder dat hiervoor een extra verklarende zin nodig is. Het Hof oordeelt dus dat het merk beschrijvend is. Daarnaast mist het merk volgens het Hof elk onderscheidend vermogen. Het Hof wijst het verzoek van Good-Bye af en bevestigt de bestreden beslissing van het BOIP.