Merkenrecht  

IEF 2415

Psst... Merkje kopen?

Interbrand Annual Ranking of the 2006 Best Global Brands (Met dank aan iedereen).

Het einde van het jaar is nog niet eens in zicht, en toch al een lijstje: Best Global Brands 2006. Nummer 1 op de lijst is dit jaar Coca-Cola. De waarde van het merk wordt geschat op zo'n 67 miljard dollar. Neerlands trots Philips vinden we terug op de 48e plaats met een waarde van 6,7 miljard dollar.

Heineken valt dit jaar net buiten de lijst van meest waardevolle merken. Maar de eisen om in de lijst terecht te komen, zijn dan ook streng: "To be considered the brands must have a minimum brand value of US$2.7 billion, achieve about one third of their earnings outside of their home country, have publicly available marketing and financial data, and have a wider public profile beyond their direct customer base."

Lees hier de volledige lijst.

IEF 2414

Verlies van kracht

Gerechtshof Leeuwarden, 26 juli 2006, Storteboom Kornhorn tegen G.H. Fraas (Met dank aan Patrick Koerts, Trip advocaten en notarissen).

Over het verlies van kracht van een voorlopige voorziening ex artikel 260Rv.

In eerste aanleg heeft Fraas van Storteboom gevorderd - in essentie - dat laatstgenoemde zal worden bevolen elk gebruik in de Benelux van de merken "Olympia" en "Olympia Luxus Hänchen" of een daarmee overeenstemmend teken te staken en gestaakt te houden. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen. De ingestelde nevenvorderingen zijn allen afgewezen.

Tegen de toewijzing van de hoofdvordering heeft Storteboom in het principaal appel twee grieven voorgedragen. Tegen de afwijzing van de nevenvordering heeft Fraas in incidenteel appel vier grieven naar voren gebracht. De vijfde grief richt zich op de kostencompensatie.

De voorzieningenrechter heeft, uitvoering gevend aan het bepaalde in art. 260 Rv overwogen dat hij geen termijn zal opnemen voor het instellen van een eis in de bodemprocedure, nu hij lid 2 van toepassing acht. Fraas heeft binnen deze termijn geen bodemprocedure aanhangig gemaakt, maar heeft Storteboom opnieuw in kort geding gedagvaard tot hetzelfde als waarop het eerste kort geding betrekking had, daarbij tevens opnieuw een termijn vorderende ex art. 260 Rv. De voorzieningenrechter heeft Fraas niet-ontvankelijk verklaard. Storteboom heeft een verklaring gedeponeerd als bedoeld in artikel 260 Rv.

Het hof is van mening dat "het in art. 260 Rv voorziene verlies van kracht van een voorlopige voorziening, niet kan worden teniet gedaan of uitgesteld door het telkenmale opnieuw in kort geding instellen van (nagenoeg) dezelfde vordering onder het (steeds) vorderen van een nieuwe termijn voor het aanhangig maken van de bodemprocedure, nu dit een en ander strijdig moet worden geacht met de inhoud en strekking van genoemd artikel en voorts met hetgeen een goede procesorde meebrengt."

Aangezien Storteboom op juiste wijze een verklaring ex art. 260 Rv heeft gedeponeerd mist zij belang ten aanzien van het in het principaal appel gevorderde. Ditzelfde geldt voor de incidenteel appel ingestelde vordering tot het alsnog toewijzen van de nevenvorderingen, "nu het niet denkbaar is dat nevenvorderingen toegewezen worden terwijl de onderliggende hoofdvordering is vervallen en niet (opnieuw) voor toewijzing in aanmerking kan komen."

Beide partijen worden niet-ontvankelijk in hun vorderingen verklaard. Het overwogene geeft het hof aanleiding om de kosten van de procedure te compenseren.
Lees hier het arrest.

IEF 2411

Doe-het-zelf arrest

Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4979. Fan Media B.V. tegen SBS Broadcasting B.V.

Hoger beroep van dit vonnis waar de rechtbank bepaalde dat RTL de programmanaam Klussen & Wonen terug moest geven aan SBS6.

Tenfold produceerde het programma Klussen & Wonen voor SBS. Voor het programma werd per seizoen een productieovereenkomst werd gesloten. Rond maart / april 2003 heeft FAN, handelende onder de naam Tenfold, bij een door beide partijen ondertekende ongedateerde akte al haar ie-rechten m.b.t. onder meer het programma Klussen & Wonen overgedragen aan SBS. Op 20 juli 2004 werd het faillissement van Tenfold uigesproken.

Het Hof oordeelt dat de titel niet auteursrechtelijk is beschermd en niet als merk is gedeponeerd. Volgens de productieovereenkomst komen de rechten op de titel aan partijen gezamenlijk toe. Enkel met betrekking tot de formatrechten (en niet de titel!) bevatte de productieovereenkomst de volgende bepaling: "Indien partijen geen overeenstemming kunnen bereiken omtrent een vervolgserie van het Programma, is de Producent, in overleg met SBS, gerechtigd om het Programma aan te bieden aan andere Nederlandse televisiezenders."

Fan Media betoogde dat het haar aldus vrijstond om met een ander - lees: RTL - in zee te gaan. Het Hof oordeelt dat "onder de gegeven omstandigheden het bedoelde gebruik van de titel door FAN in strijd komt met de zorgvuldigheid die haar in het maatschappelijk verkeer jegens SBS betaamt, zodat dit gebruik voorshands als onrechtmatig moet worden aangemerkt".

"Die omstandigheden bestaan met name hierin, dat het programma al vijf jaar onder de titel "Klussen & Wonen" door SBS is uitgezonden, dat SBS tot en met het seizoen 2002/2003 met (de rechtsvoorganger van) FAN was overeengekomen dat zij voor 50 procent gerechtigd was op de titel en dat SBS, op wier zender het programma sinds het seizoen 2000/2001 te zien is geweest, daarmee een bepaalde goodwill bij het kijkerspubliek heeft opgebouwd. Onder deze omstandigheden staat het FAN niet vrij om, zonder daarover met SBS overeenstemming te bereiken, diezelfde titel te gebruiken voor een voortaan door RTL uit te zenden identiek of vergelijkbaar programma over doe-het-zelven, waaraan niet afdoet dat FAN als zelfstandige producent het voorheen door SBS uitgezonden programma zelf heeft ontwikkeld en de titel heeft bedacht" (rov 4.11)

De vraag aan wie de intellectuele eigendomsrechten toekomen en of Tenfold paulianeus heeft gehandeld vereist volgens de rechter nader feitelijk onderzoek en leent zich aldus niet voor dit kort geding.

Lees het arrest hier.

IEF 2409

Al die inbreuken

Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4981. Aldi Einkauf GMBH & Co c.s. tegen Benaldim Supermarkt, voorheen Aldim Supermarkt.


Eisers Aldi c.s. exploiteren een supermarkt onder de naam ALDI. Hiertoe heeft zij een aantal merken geregistreerd in het Benelux merkenregister, waaronder het woordmerk ALDI.

Gedaagden, Benaldim c.s., hebben in februari 2005 in Amersfoort een supermarkt geopend, aanvankelijk onder de naam ALDIM SUPERMARKT. Deze naam is medio augustus 2005 gewijzigd. Ter zitting heeft gedaagde verklaard dat sindsdien (ook) de naam BEN ALDIM SUPERMARKT wordt gevoerd, waarbij Ben in kleine blauwe letters en Aldim in grote rode letters is vermeld.

Aldi stelt dat Benaldim c.s. door het gebruik van het teken (BEN) ALDIM inbreuk maken op de merkrechten van Aldi en bovendien in strijd handelen met de artikelen 5 en 5a Hnw. Uit het ten processe gebleken gebruik van het teken Ben ALDIM leidt het hof af dat dit teken wordt gebruikt ter onderscheiding van de onderneming van Benaldim c.s. Onvoldoende is gebleken dat het teken ook wordt gebruikt om de betreffende diensten te onderscheiden van die van anderen of dat het gebruik van het teken als zodanig kan worden opgevat. Onweersproken is dat de merken van Aldi Einkauf zeer bekend zijn en mede daardoor een groot onderscheidend vermogen bezitten een relatief grote beschermingsomvang hebben.

Van de door gedaagden gebruikte tekens is het dominante bestanddeel ALDIM verreweg het meest kenmerkend en onderscheidend. Aan het element SUPERMARKT komt nauwelijks betekenis toe, aangezien het zuiver beschrijvend is en bovendien in een kleiner lettertype wordt afgebeeld. Dit geldt ook voor het bestanddeel BEN, nu dit deel in het gehele teken bijna wegvalt omdat het in een nog kleiner lettertype dan het bestanddeel SUPERMARKT en in een andere schrijfwijze is vermeld en bovendien in een andere minder in het oog springende kleur is aangebracht. Bij een vergelijking tussen enerzijds de merken van Aldi Einkauf en anderzijds de door Benaldim c.s. gebruikte tekens is het hof dan ook van oordeel dat deze laatste (de tekens ALDIM SUPERMARKT en BEN ALDIM SUPERMARKT) in zodanige mate in hun totaalindruk visueel en auditief overeenstemmen met zowel het woordmerk ALDI als het beeldmerk van Aldi Einkauf dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd.

Daarbij is voorts van belang dat partijen in dezelfde branche van supermarkten voor het algemene publiek werkzaam zijn alsmede dat gesteld noch gebleken is dat voor Benaldim c.s. een geldige reden bestaat voor het gebruik van deze tekens.

Lees het arrest hier.

IEF 2408

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006,  LJN: AY4979. Fan Media B.V. tegen SBS Broadcasting B.V.

"Klussen & Wonen".  Of televisieproducent en omroep deelgenoten zijn met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en daarover slechts gezamenlijk kunnen beschikken, vereist nader feitelijk onderzoek waarvoor het kort geding zich niet leent. Gebruik van dezelfde titel voor een door een andere omroep uit te zenden vergelijkbaar programma is onrechtmatig.

Lees het arrest hier.

- Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4981. Aldi Einkauf GMBH & Co c.s. tegen Benaldim Supermarkt, voorheen Aldim Supermarkt

Nu uit hun stellingen niet duidelijk is geworden of Benaldim c.s. de wijziging van de handelsnaam consequent hebben doorgevoerd, zullen beide door hen gebruikte tekens bij de beoordeling worden betrokken. Van die beide tekens, ieder in zijn geheel bezien, is het dominante bestanddeel ALDIM verreweg het meest kenmerkend en onderscheidend. 

Bij een vergelijking tussen enerzijds de merken van Aldi Einkauf en anderzijds de door Benaldim c.s. gebruikte tekens is het hof dan ook van oordeel dat deze laatste (de tekens ALDIM SUPERMARKT en BEN ALDIM SUPERMARKT) in zodanige mate in hun totaalindruk visueel en auditief overeenstemmen met zowel het woordmerk ALDI als het beeldmerk van Aldi Einkauf dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd.

Lees het arrest hier.

IEF 2405

Vraag uit Brussel

HvJ EG, 7 juli 2006, notification of the request for preliminary ruling.Case C-254/06.  Zürich Versicherungs-Gesellschaft tegen BMB. (Referring court: Cour d’appel de Bruxelles).

On 24 July 2001, Zürich filed an application for international registration of the word mark GLOBAL FINANCIAL INTELLIGENCE.  On 1 March 2002, BBM notified Zürich of its decision of provisional refusal, which was reasoned as follows: The sign Global Financ ja! Intelligence is made up exclusively of generic indications and does not have any distinctive character for goods and services in Classes 16, 35, 36, 38 and 42 inasmuch as they relate to global financial information.

Op 1 juni 2006 stelt het Cour d’appel de Bruxelles een prejudiciële vraag.

”Are Articles 3 and 13 of First Council Directive 89/104/EEC of 21 December 1988 to approximate the laws of the Member States relating to trade marks to be interpreted as not precluding national legislation from providing that a court hearing an appeal against a decision on an application for a trade mark registration may not check, in respect of each of the goods or services for which registration has been applied for, that none of the grounds for refusal of registration listed in Article 3(1) of the directive applies to the mark and thus reach different conclusions depending on the goods or services concerned, if the authority responsible for registering trade marks has merely issued a blanket refusal covering all the goods and services and, during the procedure before that authority, the applicant has not sought, in the alternative, partial registration for certain goods and services.”

Lees de gehele notification hier.

IEF 2404

U, als gemachtigde

Twee nieuwe brochures van bijna-voorheen-het-BMB:

1- Een brochure voor gemachtigden. Het BVIE en zijn gevolgen.  De inwerkingtreding van het nieuwe beneluxverdrag  inzake de Intellectuele Eigendom is op  handen. het BVIE, zoals we het nieuwe verdrag  noemen, brengt vele veranderingen met zich mee,  die u, als gemachtigde, moet kennen.

In deze brochure stellen wij de nieuwe Beneluxorganisatie voor de Intellectuele Eigendom aan u  voor. wij vertellen wat de gevolgen zijn van het  nieuwe verdrag.  Wat zijn de belangrijkste nieuwe wetteksten?  Hoe moeten we die interpreteren?  Hoe zit het nieuwe verdrag in elkaar?  Wat zijn de veranderingen in de uitvoeringsbepalingen?   

Lees de brochure hier.

2- BOIP-online filing. (voorheen bmbconnect).  Als gevolg van de in werking treding van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele  Eigendom wordt ook het programma BMBConnect, onze webapplicatie voor o.a. het  online deponeren van merken, aangepast. 

In deze folder vindt u informatie over de aangepaste versie van BMBConnect en  de consequenties van deze verandering voor uw organisatie. Vanaf 1 september  gaat BMBConnect verder onder de naam BOIP Online Filing. 

Lees de brochure hier.

IEF 2394

Walhalla

Onder de titel ‘Walhalla voor merkbeschermers’  berichtte het FD van zaterdag:

“In de huidige kopieercultuur is het voor rechthebbenden zaak alert te reageren op iedere mogelijke inbreuk op hun merken- of auteursrecht. In vergelijking met het buitenland vinden zij in Nederland doorgaans een gewillig oor bij de rechterlijke macht. 'Nederland is ruimhartig op alle vlakken van merkbescherming.'

Aandacht voor Hema-Blokker, Red Bull (‘staat elk kwartaal ten minste wel één keer voor de Nederlandse rechter’), Dirk Visser (‘'Zeker bij een kwestie van slaafse nabootsing is Nederland notoir ruimhartig in zijn opvattingen.’) Bas Kist  ('Voorheen werden zulke conflicten achter de schermen uitgevochten.’)  Menno Heerma van Voss ('De wetgever heeft gelukkig meer oog gekregen voor deze rechten.’) Slaafse nabootsing 'Zeker bij een kwestie van slaafse nabootsing is Nederland notoir ruimhartig in zijn opvattingen. Pepsi-Ipsei (‘De ruimhartige merkbescherming in Nederland leidt er regelmatig toe dat buitenlandse partijen hun conflict eerst aan een Nederlandse rechter voorleggen.’) en Adidas ('Wij dachten: dit is het dan', zegt bedrijfsjurist Aline Olie van Adidas. In een soortgelijke zaak tegen Nike bepaalde een andere Nederlandse rechter echter precies het tegenovergestelde.’)

Lees hier meer (alleen voor abonnees).

IEF 2389

Algehele vreugde

Omdat het toch een soort merkenrecht is: “Supermarktconcern Ahold mag zich koninklijk blijven noemen. Dat heeft de koningin besloten na een advies van het ministerie van Economische Zaken. Het supermarktbedrijf dreigde het predikaat 'koninklijk' kwijt te raken na het boekhoudschandaal bij de onderneming, dat begin 2003 naar buiten kwam. Ahold heeft naar het oordeel van de koningin genoeg maatregelen getroffen om herhaling van een dergelijk schandaal te voorkomen.
 
Bij Ahold werd het besluit enthousiast onthaald. „Er heerst hier algehele vreugde”, aldus een woordvoerder van de onderneming. (…) De onderscheiding werd in 1806 en 1807 ingesteld door koning Lodewijk Napoleon. Het bestaat binnenkort dus 200 jaar, aldus de Stichting Koninklijk Verbonden.”

Lees hier meer (Telegraaf)

IEF 2384

Onder cliënten

Onder de titel 'Gouden Wipgids' bericht de Quote van augustus over een nieuwe online databank van clubs en escortagencies. De databankfirma opereert onder de naam Goldmansex. "Zullen ze bij Goldman Sachs niet blij mee zijn." "Ze hebben een briefje gestuurd met de claim dat ik inbreuk maak op hun merknaam, maar je maakt mij niet wijs dat er onder cliënten van de bank verwarring zal ontstaan. De enige overeenkomst is onze doelgroep: zakenmannen." 

Op Sprout.nl: "Kersverse starter Paul A.M. Veen is verstrikt in een juridisch gevecht met Goldman Sachs. De zakenbank heeft Veen gesommeerd om diens bedrijfsnaam Goldmansex te laten vallen. Veen weigert (...) Binnenkort dient er bij ICANN de zaak Goldman Sachs vs. Goldmansex.(...) Veen is niet bij de uitspraak aanwezig. "Mijn advocaat gaat een bezwaarschrift indienen. Ik denk niet dat ze een zaak hebben. Naar mijn mening is er geen verwarring mogelijk over de twee namen. Bovendien is Goldmansex wettelijk geregistreerd en zit ik in een heel andere branche dan Goldman Sachs. Maar we zien wel wat er gebeurt."

Lees hier meer.