Modellenrecht  

IEF 7040

Exquisite Legging

Vzr. Rechtbank ´s-Gravenhage, 4 september 2008, KG ZA 08-633, Bonnie Doon Europe B.V. tegen Angro Hosiery B.V. c.s. (met dank aan Lars Bakers en Gitta van der Meer, Leidsegracht Advocaten).

Eerst even voor jezelf lezen. Ongeregistreerd gemeenschapsmodel legging, ontlening. Indictietarieven IE: eenvoudige zaak: E.15.000,-

“Nu per 1 september 2008 de functie van procureur is vervallen, zijn in de kop van dit vonnis, bij gebreke van het indienen van een B-formulier (wijziging advocaat) op de voet van artikel 7.3. van het landelijk rolreglement, de bij de rechtbank geregistreerde voormalige procureurs aangemerkt als behandeld advocaat. Tot 1 september 2008 is voor Bonnie Doon mw. mr. G.H. van der Meer, advocaat te Amsterdam opgetreden en voor Angro rnr. A.A.H.M. van der Wijst, advocaat te Boxtel.

5.7. Het verweer dat een presentatie in de showroom van Bonnie Doon waarbij de Exquisite Legging aan een selecte groep afnemers wordt getoond niet kan worden aangemerkt als aan het publiek beschikbaar stellen in de zin van artikel 11 GModVo, wordt verworpen. Die presentatie heeft immers, gelet ook op de hiervoor genoemde bestellingen, onmiskenbaar tot doel gehad het ter verkoop aanbieden van de Exquisite Legging, een handeling die kwalificeert als het n de handel brengen van het betrokken model aan ingewijden in de sector als bedoeld in artikel 11 GModVo. Voor zover uit de stellingen van Angro in dit verband voorts nog moet worden begrepen dat zij stelt dat het tonen van ontwerptekeningen / afbeeldingen niet kan worden aangemerkt als het beschikbaar stellen aan het publiek, wordt Angro daarin niet gevolgd omdat dit niet anders is dan het afbeelden van een tweedimensionaal model in een publicatie zoals een catalogus, een handeling waarvan Angro in ieder geval vindt dat dat een beschikbaarstelling is. De toets is uiteindelijk of de ingewijden in de betrokken sector kennis hebben kunnen nemen van het model, hetgeen in deze zaak voorshands bevestigend wordt beantwoord.

(…) 5.9. Nu Bonnie Doon naar voorlopig oordeel haar Exquisite Legging als eerste aan het publiek beschikbaar heeft gesteld, wordt voldaan aan het nieuwheidsvereiste van artikel 5 GModVo. Tussen partijen is verder niet in geschil dat de Exquisite Legging, ervan uitgaande dat deze voor het eerst aan het publiek beschikbaar is gesteld, een eigen karakter heeft in de zin van artikel 4 OModVo (vgl. pleitnota mr. Van der Wijst, positum 30), zodat de Exquisite Legging van Bonnie Doon voldoet aan de in artikel 4 GModVo genoemde beschermingsvoorwaarden. Dat betekent dat Bonnie Doon zich ut hoofde van haar niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht in beginsel kan verzetten tegen het gebruik daarvan door Angro, mits dat gebruik voortvloeit uit het namaken van het beschermde model.

5.10. Gelet op het feit dat de Exquisite Legging eerder dan de Angro Legging aan het publiek beschikbaar is gesteld en deze laatste legging een nagenoeg klakkeloze kopie betreft van de Exquisite Legging, wordt voorshands aangenomen dat van ontlening sprake is. Hetgeen Angro daartegen heeft ingebracht maakt dit niet anders (…)”

Lees het vonnis hier (inmiddels de doorzoekbare versie van de Rechtbank Den Haag).

IEF 6590

Romina, Samira, Christy, Melissa, Isabella, Irena en Naomi

Rechtbank Rotterdam, 21 mei 2008, LJN BD8858, Meubelco BVBA tegen Sefa Meubel

Wel gemeld, nog niet samengevat. Meubellijnen. Modellenrecht, auteursrecht. “De enkele beschikbaarstelling van de meubelen aan derden doet aan de nieuwheid niet af, nu zeker niet ondenkbaar is dat deze aankopen zijn geschied ten gevolge van misbruik jegens ontwerper Meubelco. Advertentie is geen bewijs voor verkoop.

Meubelco vordert onder meer een verbod op de verhandeling van meubels uit de lijnen ‘Romina’, ‘Samira’, ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’. In deze procedure stelt eiser Meubelco dat haar het model- en/of auteursrecht toekomt op de door haar onder de namen ‘Romina’ en ‘Samira’ gevoerde meubellijnen en daarnaast het auteursrecht op de door haar onder de namen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ gevoerde meubellijnen. De door Sefa Meubel aangeboden meubels maken volgens Meubelco inbreuk op die rechten.

De Voorzieningenrechter beoordeelt eerst de modelrechtelijke vorderingen. Om voor modelregistraties in aanmerking te komen is, zo blijkt uit artikel 3.3 Benelux- verdrag intellectuele eigendom (hierna: BVIE), vereist dat het model nieuw is en dat het over een eigen karakter beschikt.

Allereerst komt de nieuwheid aan bod. Tussen partijen is niet in geschil dat de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ door Meubelco reeds sinds 2005 op de markt zijn gebracht en dat Meubelco de modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ heeft doen registreren op respectievelijk 24 april 2007 en 16 mei 2007. Het, op het eerste gezicht wat dubieuze oordeel van de voorzieningenrechter is, dat nu artikel 3.3 BVIE ziet op het vóór de datum van de depotaanvraag op de markt brengen van identieke modellen door een ander dan degene die de aanvraag heeft ingediend, het feit dat Meubelco zelf reeds voor de data van het verkrijgen van de modelrechten de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ op de markt heeft gebracht niet af doet aan de geldigheid van de verkregen modelrechten.

Meubelco heeft ter zitting aangevoerd en onderbouwd, dat door haar (dan wel door haar werknemers) de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ zijn ontworpen. Sefa Meubel stelt zelf ook wel eens meubels uit deze lijnen bij Meubelco te hebben gekocht. Vervolgens heeft Meubelco de betreffende meubelen in China laten produceren. De enkele beschikbaarstelling van de meubelen aan derden waar de door Sefa Meubels overgelegde aankoop- facturen op zien - nog daargelaten dat die stukken nog wel enige vragen oproepen - doet aan de nieuwheid niet af, nu zeker niet ondenkbaar is dat, zoals Meubelco ter zitting heeft gesteld, deze aankopen zijn geschied ten gevolge van misbruik door Kar Trading International, Rosella Meubelen en/of (een van) de Chinese ontwerper(s) jegens de ontwerper Meubelco.

De voorzieningenrechter concludeert vervolgens dat is voldaan aan de eis van een eigen karakter. De door Meubelco gevoerde meubellijnen genaamd ‘Romina’ en ‘Samira’ genieten naar voorlopig oordeel dan ook modelrechtelijke bescherming.

Met betrekking tot de vraag of er inbreuk wordt gemaakt op het modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ door de verkoop door Sefa Meubels van ‘Isabella’ en ‘Irena’ stelt de rechter dat een advertentie in een krant waarin die laatstgenoemde meubels zijn afgebeeld niet voldoende bewijst dat die meubels ook daadwerkelijk verkocht worden. Het zou gaan om een vergissing: Dat de gepubliceerde advertenties in ‘Merhaba’ onder de namen ‘Isabella’en ‘Irena’ de meubels van de lijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ weergeven is op zichzelf erkend, maar Sefa Meubels stelt dat het hier een vergissing betreft. Hoewel die stelling op zichzelf niet zeer aannemelijk is kan, gelet op de excuusbrief d.d. 3 maart 2008 (zie onder 2.7) aangaande de in de krant ‘Merhaba’ verschenen advertenties aangaande de meubelen ‘Isabella’en ‘Irena’ binnen dit kort geding, waar voor verdere bewijsvoering geen plaats is, niet het - voorshands - bewijs worden ontleend dat Sefa Meubels de in de advertentie afgebeelde meubelen ook werkelijk heeft verkocht.

Op basis van ander bewijsmateriaal oordeelt de Voorzieningenrechter dat het bed van de door Sefa Meubels gevoerde slaapkamermeubellijn ‘Isabella’ naar voorlopig oordeel inbreuk maakt op het modelrecht van het door Meubelco gevoerde modelrecht op het tweepersoonsbed van de door haar gevoerde meubellijn ‘Romina’.  Daarnaast is er voor zover het het tweepersoonsbed uit de slaapkamerlijn ‘Isabella’ betreft sprake van onrechtmatig handelen door Sefa Meubel, nu uit voornoemd feitenbestand blijkt dat sprake is van een slaafse nabootsing.

Een inbreuk op de modelrechtelijke bescherming, dan wel onrechtmatig handelen door Sefa Meubel, van de overige meubels uit de lijn ‘Romina’ (een kaptafel, een garderobekast en een nachtkastje) en de meubellijn ‘Samira’ is voorshands binnen dit kort geding onvoldoende aannemelijk geworden.

Voorts heeft Meubelco aangevoerd, hetgeen door Sefa Meubels wordt betwist, dat Sefa Meubels inbreuk maakt op haar auteursrechten aangaande de door haar gevoerde meubellijnen onder de namen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’.

Voor het auteursrecht is van belang of de door Meubelco gevoerde modellijnen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ voldoen aan de uit het auteursrecht voorvloeiende vereisten van nieuw en oorspronkelijk werk dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Voorshands is binnen dit kort geding door Meubelco niet aannemelijk gemaakt dat de meubels in deze modellijnen als nieuw en oorspronkelijk werk zijn aan te merken. Meubelco heeft ter zitting ook zelf aangegeven dat een gedeelte van dit assortiment door leveranciers al gedurende lange tijd op de markt wordt gebracht. Nu naar voorlopig oordeel door Meubelco niet aannemelijk is gemaakt dat zij op de meubellijnen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ auteursrecht bezit, zal de vordering voor zover het deze meubellijnen betreft worden afgewezen. Gelet op het voorgaande is er daarnaast geen sprake van onrechtmatig handelen door Sefa Meubels dienaangaande, nu niet is gebleken van slaafse nabootsing(en) welke een vorm van ongeoorloofde mededinging oplevert.

Er wordt onder meer een ruim verbod toegewezen en een kostenveroordeling van € 25.000,--.

Lees het vonnis hier.

IEF 6572

Eerst even voor jezelf lezen

lptst.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 31 juli 2008, KG ZA 08-685, Vlaar Ergonomie c.s. tegen Markant Nederland c.s.

Auteursrecht, modellenrecht. Foto van Laptopstandaard.        

“4.4. Voorshands is niet in te zien dat onder ‘een voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast’ ook moet worden begrepen een foto van dit voortbrengsel. Bovendien wekt een tweedimensionale afbeelding van een voortbrengsel, waarin het Gemeenschapsmodel is verwerkt, per definitie een andere algemene indruk dan het driedimensionale Gemeenschapsmodel. Het vorenstaande brengt met mee dat eisers zich niet op grond van het modelrecht kunnen verzetten tegen het gebruik door een derde van een foto van de laptopstandaard.

(…) 4.10. Bij de beantwoording van de vraag of 3D Tradelink inbreuk maakt op het auteursrecht op de fotografische afbeelding van de laptopstandaard met laptop komt het erop aan of sprake is van ontlening. De voorzieningenrechter stelt vast dat in de advertentie van 3D Tradelink een afbeelding van de laptopstandaard met laptop is opgenomen, die identiek is aan het auteursrechtelijk beschermde werk, hetgeen door gedaagden ook is erkend. Inbreuk op het auteursrecht van eisers is daarmee gegeven. Dat de foto is opgenomen in een meeromvattend werk, de advertentie, doet daar niet aan af. Voor wat betreft de toestemming voor het gebruik van de fotografische afbeelding door eisers aan 3D Tradelink (oud) geldt, zoals hiervoor is overwogen, dat 3D Tradelink zich in beginsel niet op die aan een andere rechtspersoon gegeven toestemming kan beroepen.”

Lees het vonnis hier.

fmx.gifRechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 30 juli 2008, AWB 07/3547 OCT95, E.L. du Pont de Nemours and Company tegen Octrooicentrum Nederland (met dank aan Martijn de Lange,  Octrooicentrum Nederland).

“5. Verweerder heeft het ABC beperkt tot de samenstelling van werkzame stoffen, genoemd in de handelsvergunning. Eiseres meent daarentegen dat aansluiting moet worden gezocht bij het basisoctrooi.

6. Ter beoordeling staat derhalve wat in dit geval als prooduct in de zin van de Verordening moet worden beschouwd. 7. Ingevolge artikel 1, onder 8, en artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening, in onderlinge samenhang bezien, is de omschrijving van de werkzame stof of van de samenstelling van werkzame stoffen van het gewasbeschermingsmiddel in de handelsvergunning bepalend voor het antwoord op deze vraag.

8. In de handelsvergunning van 26 juli 2002 is in paragraaf IV de samenstelling van het gewasbeschermingsmiddel vermeld. Daarbij zijn als werkzame stoffen aangeduid: cymoxanil en famoxadone. Hieruit blijkt dat de combinatie van deze twee werkzame stoffen als het in de handelsvergunning geïdentificeerde product moet worden beschouwd.

9. Niet in geschil is dat de handelsvergunning is verleend voor de combinatie van vorengenoemde twee werkzame stoffen. Voor dit product heeft verweerder aan eiseres een ABC verleend. Voor een andere productomschrijving, zoals bijvoorbeeld famoxadone is geen handelsvergunning gevraagd of verkregen.

10. Het betoog van eiseres dat het product niet op basis van de handelsvergunning maar aan de hand van de -ruimere- omschrijving in het octrooi moet worden gedefinieerd. gaat voorbij aan artikel 3 van de Verordening.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6503

Na summier onderzoek aannemelijk te maken

capelli.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage 14 juli 2008, KG ZA 08-593, Capelli Europe GmbH tegen Crocs Europe B.V. c.s.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Modellenrecht. Geen opheffing conservatoir douanebeslag. De rechtbank gaat in deze zaak uit van een geldig modelrecht, ondanks de vernietiging van het modelrecht door het Bureau in eerste instantie en een negatieve Duitse uitspraak. Afbeeldingen in vonnis.

Capelli en Crocs verhandelen kunststof schoeisel. Crocs is houdster van een Gemeenschapsmodel voor schoeisel en brengt onder de namen Beach en Cayman twee typen schoen op de markt. (de populaire felgekleurde plastic gatenklompen).

Het Gemeenschapsmodellenbureau heeft het Gemeenschapsmodel van Crocs nietig verklaard omdat dit model ten opzichte van eerder door Crocs zelf geopenbaarde modellen geen eigen karakter heeft. Crocs heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

Het Landgericht Düsseldorf heeft in een procedure tussen Crocs en een andere partij geoordeeld dat het gemeenschapsmodel niet als nieuw in de zin van de Gemeenschapsmodellenverordening kan worden aangemerkt.

In een eerder kort geding vonnis gewezen tussen Crocs en twee andere schoenhandelaren heeft de voorzieningenrechter van de Haagse rechtbank een verbod op grond van het in eerste instantie vernietigde modelrecht van Crocs afgewezen. De vorderingen van Crocs op grond van het auteursrecht zijn wel toegewezen

In de onderhavige zaak eist Capelli opheffing van gelegde conservatoire beslagen. De douane heeft met toepassing van de Anti-piraterij verordening een zending schoenen bestemd voor Capelli tegengehouden. Crocs heeft beslag laten leggen en ook een tweede tegengehouden zending voor Capelli is door Crocs in beslag genomen.

Volgens de Voorzieningenrechter ligt het nu op de weg van degene die opheffing van het conservatoire beslag vordert (in dit geval Capelli) om, met inachtneming van de beperkingen van dit kort geding, aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger (in dit geval Crocs) gepretendeerde vordering ondeugdelijk is of dat het voortduren van het beslag om andere redenen niet kan worden gerechtvaardigd.

Vervolgens oordeelt de Voorzieningenrechter dat de nietigverklaringdoor het OHIM, waarvan het beroep (met schorsende werking) nog loopt,  onvoldoende reden is om de beslagen op te heffen. In deze procedure moet volgens de Voorzieningenrechter de geldigheid van het Gemeenschapsmodel inhoudelijk worden beoordeeld aan de hand van de stellingen van Capelli. Volgens de Voorzieningenrechter slaagt Capelli er niet in om de geldigheid van het Gemeenschapsmodel onderuit te halen.

Ook het beroep van Capelli op het arrest Montex/Diesel wordt afgewezen. De inbeslaggenomen schoenen zouden worden doorgevoerd naar Duitsland waar deze volgens Capelli kunnen worden verkocht zonder inbreuk te maken op het modelrecht van Crocs (zie uitspraak Landgericht Düsseldorf). Nu in de procedure moet worden uitgegaan van de geldigheid van het Gemeenschapsmodel, moet volgens de Voorzieningenrechter eveneens worden aangenomen dat Crocs dat recht ook in Duitsland kan inroepen omdat het geldt voor de gehele Gemeenschap. Dat de Duitse rechter in een procedure tussen andere partijen en op grond van anders tellingen de geldigheid van het modelrecht anders heeft beoordeeld, heeft voor deze procedure geen consequenties.

Concluderend overweegt de Voorzieningenrechter als volgt: “4.18. Uit het voorgaande volgt dat vooralsnog niet summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de door Crocs gestelde inbreuk op haar modelrecht en het recht op afgifte van de inbreukmakende goederen. Crocs heeft daarmee gerechtvaardigd belang bij het door haar gelegde conservatoir beslag. Een nadere (af)weging kan achterwege blijven, nu Capelli geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die, gegeven dit gerechtvaardigde belang van Crocs, de stelling kunnen dragen dat het gelegde conservatoire beslag om andere redenen zou moeten worden opgeheven. Of sprake is van inbreuk op een aan Crocs toekomend auteursrecht kan in het midden blijven.”

Lees het vonnis hier.  

IEF 6496

Een duidelijk verschil

rho.gifRechtbank Breda, 16 juli 2008, HA ZA 07-384, Riho International B.V. tegen Van Loon-Sealskin B.V. (met dank aan Klos Morel Vos & Schaap).

Bodem in badenzaak. Contractueel IE-recht. Auteursrecht, modellenrecht en/of slaafse nabootsing komen niet (meer) ter sprake. Geschil draait om de woorden ‘duidelijk verschil’in de onthoudingsverklaring.

Vertonen, wat Sealskin bestrijdt,  de nieuwe baden van Riho een duidelijk verschil met de baden van Sealskin? De Rechtbank Breda voegt nog de criteria  ‘in het oog springend verschil’ en (duidelijk of goed) ‘waarneembaar’ en/of ‘voelbaar’ verschil aan toe en concludeert  dat er inderdaad sprake van een duidelijk verschil is.

“4.5. (…) In de eerste plaats oordeelt de rechtbank van belang bij de uitleg dat het gaat om een schriftelijke onthoudingsverklaring van een professionele partij, gericht tot een andere professionele partij, beide producenten van baden en uit dien hoofde bij uitstek deskundig ten aanzien van de (verschillen) in vormgeving van ligbaden en "de rest van de markt". In de tweede plaats is van belang dat de verklaring werd voorbereid enerzijds en beoordeeld anderzijds door advocaten, die over de tekst en de achtergronden daarvan hebben gecorrespondeerd. Dit geeft reden om aan de taalkundige betekenis van de schriftelijke overeenkomst in beginsel veel betekenis toe te kennen. In de derde plaats is van belang dat Sealskin een op IE-recht gebaseerd kort geding aanhangig had geinaakt, zodat de advocaten over een weer moesten/mochten verwachten dat het begrippen apparaat uit het IE-recht bekend was, waaronder de betekenis van "de rest van de markt".

Als eerste constatering geldt dan dat de woorden "duidelijk verschil" niet een begrip vormen dat in het ( IE-)recht gangbaar en begripsmatig is omlijnd Daar is geen hulp voor de taalkundige uitleg te vinden. In beginsel is het dus, naar algemeen spraakgebruik, een goed waarneembaar verschil. Ter beoordeling staat vervolgens of er feiten zijn die reden geven om deze taalkundige inhoud van een nadere omlijning te voorzien. In het voetspoor van genoemd arrest is zeer zwaarwegend wat de correspondentie tussen de advocaten van de partijen inhield. In dit geval heeft Sealskin geen voorafgaande correspondentie overgelegd en betreft het uitsluitend de brieven van de advocaat van Riho van 6 en 12 mei 2005. Temeer zijn deze belangrijk omdat het een eenzijdige onthoudingsverklaring van Riho betreft en Riho in deze brieven haar bedoelingen omtrent de inhoud en de betekenis daarvan heeft uiteengezet. “

(…) 4.13. Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat de baden met de namen Lima, Panama en Bogota die door Riho zijn vervaardigd en op de markt zijn gebracht elk voor zich een duidelijk verschil, als bedoeld in de door Riho ondertekende onthoudingsverklaring van 23 mei 2005, vertonen met respectievelijk de Senso 180, de Senso 145 en de Senso 6-hoek van Sealskin. De reeconventionele vorderingen worden daarom integraal afgewezen.”

Schadevergoeding: €158,000,-  Proceskosten  €20.000,- (incl. 2 x salaris procureur  €8000,- (4 punten x tarief €2000,- ).

Lees het vonnis hier.

IEF 6431

Nu met BOIE

Voor wat het waard is: Verdrag tot herziening van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (met Protocol en Verklaring); 's-Gravenhage, 17 juni 2008.

DEEL 6 BENELUX-ORGANISATIE VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM
Artikel 31: De Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) is geregeld in het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) ondertekend te ’s-Gravenhage op 25 februari 2005.

IEF 6430

Verse rechtspraak.

ima.gifGerechtshof ’s-Gravenhage,, 10 juli 2008, HA ZA 05-1547, Stichting de Thuiskopie tegen Imation Europe B.V.(met dank aan Arnout Groen, De Brauw, Blackstone Westbroek)

Auteursrecht. De Thuiskopie heeft onvolledig voorgelicht over haar tarieven en heeft met name een belangrijke 20% kortingsregeling geheim gehouden. Thuiskopie moet zo’n € 815.000,-  aan Imation betalen.

“Thuiskopie is op grond van de wet en als enige instantie belast met en gerechtigd tot de inning van de thuiskopievergoeding. In dat verband sluit zij incasso-overeenkomsten. Met de inning is het verstrekken van informatie over de geldende tarieven - kortingsregelingen als de onderhavige daaronder begrepen - onlosmakelijk verbonden. Fabrikanten en importeurs zijn wettelijk verplicht de vergoeding aan Thuiskopie te voldoen. Het hof is met de rechtbank ban oordeel dat Thuiskopie, mede gelet op haar voormelde bijzondere positie. ervoor heeft zorg te dragen dat de door haar verstrekte informatie met betrekking tot de geldende tarieven juist en volledig is en dat partijen als Imation in beginsel van de juistheid en volledigheid van die informatie mogen uitgaan.”

Lees het arrest hier.

crcs.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 14 juli 2008, KG ZA 08-593, Capelli Europe GmbH tegen Crocs Europe B.V. c.s.

Modellenrecht. Geen opheffing conservatoir douanebeslag. Geldig modelrecht, althans in deze zaak. Proceskosten:  € 21.000, -

 “4.7. (…) In de onderhavige procedure is het juist aan Capelli om na summier onderzoek aannemelijk te maken dat het ingeroepen recht niet geldig is. Bij de beoordeling van de mate van aannemelijkheid moet daarbij voor ogen worden gehouden dat het conservatoir beslag tot afgifte tot doel heeft te verzekeren dat de mogelijkheid tot afgifte van de schoenen wordt gehandhaafd tot het tijdstip dat definitief over de geldigheid van het recht is geoordeeld. Deze laatste afweging brengt met zich dat in deze procedure, anders dan in de door Capelli aangehaalde zaak, niet reeds de vaststelling dat het model door het Bureau nietig is verklaard voldoende reden is om aan Crocs de door haar gewenste voorlopige maatregelen te onthouden. In deze procedure dient de geldigheid van het recht inhoudelijk te worden beoordeeld aan de hand van hetgeen daartegen door Capelli wordt aangevoerd.

(…) 4.14. Gezien het voorgaande moet er in deze procedure vanuit gegaan worden dat het Beachmodel geldig is. Capelli heeft niet bestreden dat de inbeslaggenomen schoenen inbreuk maken op het model.

4.15. Capelli doet beroep op het arrest Montex – Diesel (HvJEG 9 november 2006, C-281/05). Zij stelt het volgende. Het inbeslaggenomen schoeisel wordt doorgevoerd naar Duitsland. Zoals blijkt uit de onder 2.6 vermelde beslissing van de Duitse rechter kunnen de goederen in Duitsland worden verkocht zonder inbreuk te maken op het modelrecht van Crocs. Uit het arrest Montex – Diesel volgt dat onder die omstandigheden de doorvoer niet kan worden verboden.

4.16. Ook dit verweer moet voorshands onjuist worden geoordeeld. Nu in deze procedure moet worden uitgegaan van de geldigheid van het modelrecht van Crocs, moet eveneens worden aangenomen dat Crocs dat recht ook in Duitsland kan inroepen omdat het geldt voor de gehele Gemeenschap. Dat de Duitse rechter in een procedure tussen andere partijen en op grond van andere stellingen de geldigheid van het modelrecht anders heeft beoordeeld, heeft voor deze procedure voor dit geval geen consequenties.

4.17. De GModVo geeft, zoals Capelli terecht heeft aangevoerd, de houder van het modelrecht geen aanspraak op afgifte van inbreukmakende voortbrengselen. Artikel 89 lid 1 sub d GModVo bepaalt echter dat in geval van inbreuk of dreigende inbreuk de sancties kunnen worden opgelegd waarin het recht van de lidstaat waar de inbreuk plaatsvindt voorziet. Voor Nederland leidt dat tot toepasselijkheid van artikel 3.17 lid 3 van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), waarin het recht op afgifte is geregeld.

4.18. Uit het voorgaande volgt dat vooralsnog niet summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de door Crocs gestelde inbreuk op haar modelrecht en het recht op afgifte van de inbreukmakende goederen. Crocs heeft daarmee gerechtvaardigd belang bij het door haar gelegde conservatoir beslag

Lees het vonnis hier.

Hoge Raad, LJN: BD2416, 11 juli 2008, Eiser tegen Stichting ISDS. 

Octrooirecht. 81 RO: klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Wel inhoudelijke conclusie van de enigszins geërgerde A-G Spier (“Fundamenteler is dat de verhouding tussen eiseres 2 en eiser 1 volkomen duister is (gebleven).(…) Dit alles moge formeel klinken (in zekere zin is het dat ook) maar van partijen mag worden gevergd dat ze duidelijk maken wat ze willen en waarom. De uiteenzettingen van eiser c.s. schieten op dit punt in alle gedingstukken in feitelijke aanleg wezenlijk tekort.”).  

ISDS heeft op eigen naam op 22 april 1993 een Nederlandse octrooiaanvrage gedaan ter zake van een "Tunnelbouwmachine". Eiser 1 is hierbij als uitvinder genoemd. Op een later moment heeft ISDS de rechten uit deze octrooiaanvraag, vermeend onbevoegd, overgedragen aan ITM. Op 15 augustus 2000 heeft ITM deze aanvraag ingetrokken. Het Hof heeft het bestreden vonnis bekrachtigd, waartoe wordt overwogen:

 “4. De Nederlandse octrooiaanvrage (..) kan slechts dan rechtsgeldig door ISDS aan ITM zijn overgedragen (en nadien door ITM zijn ingetrokken), indien de aanvrage alleen op naam van ISDS stond. Immers, ISDS kon niet méér overdragen dan hetgeen op haar naam stond ingeschreven (in het desbetreffende register) en ITM kon nadien de aanvrage alleen dan intrekken, indien zij alstoen als alleengerechtigde stond ingeschreven. Hieruit leidt het hof af, dat ISDS als enige houdster was van de aanvrage en mitsdien bevoegd was de aanvrage over te dragen. Het staat de houder van een octrooiaanvrage vrij om de aanvrage aan een derde (i.c. ITM) over te dragen. Dit zou slechts anders zijn, indien de houder zich heeft verbonden de aanvrage niet over te dragen of over te dragen aan een ander dan die derde. Dit laatste is precies was eiser c.s. in de onderhavige procedure stellen. ISDS zou met eiser 1 zijn overeengekomen, dat de aanvrage tijdelijk op naam van ISDS zou worden gesteld en aan eiseres 2 zou worden overgedragen, zodra eiseres 2 zou zijn opgericht. Doordat ISDS de aanvrage heeft overgedragen aan ITM kon zij deze niet meer overdragen aan eiseres 2. (…)

5. Bij het overdragen van de octrooiaanvragen door ISDS aan ITM is van een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW naar het oordeel van het hof geen sprake, nu daarbij - los van mogelijke wanprestatie - door ISDS geen inbreuk is gemaakt op een (subjectief) recht van eiser 1, noch is gehandeld in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt."

Lees het arrest hier.

rvdi.gifHoge Raad, LJN: BD3122, 11 juli 2008, Eiser tegen Verweerster

Verbintenissenrecht. Geschil over provisie uit een sponsorovereenkomst. 81 RO: klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Eiser bemiddelt voor producenten van theaterproducties of showvoorstellingen bij de totstandkoming van overeenkomsten met sponsors die dergelijke producties of voorstellingen willen sponsoren. Verweerster heeft een mobiele discoshow, de Veronica Drive-In Show georganiseerd.

"De mededelingen die verweerster aan eiser heeft gedaan bij (...) brief van 18 november 1993 kunnen redelijkerwijs niet anders worden verstaan dan dat verweerster de bestaande relatie met eiser met betrekking tot de sponsorbemiddeling heeft willen beëindigen. Indien die relatie in een agentuurovereenkomst was neergelegd, zoals eiser heeft gesteld, dan heeft verweerster met de genoemde brief die overeenkomst dus opgezegd. Feiten of omstandigheden waaruit volgt dat die opzegging niet rechtsgeldig is geweest, zijn niet of niet voldoende gesteld of gebleken. Uit de stellingen van partijen volgt ook niet dat na 18 november 1993 nog nieuwe sponsorovereenkomsten ten behoeve van verweerster zijn gesloten door bemiddeling van eiser. De provisie die eiser nog van verweerster heeft ontvangen, heeft slechts betrekking op de verlenging van eerder gesloten sponsorovereenkomsten en de aanspraak daarop vond daarmee haar oorsprong in de daarvoor verleende bemiddeling. Het hof houdt het er daarom voor dat de beweerde agentuurovereenkomst, voor zover die heeft bestaan, per 18 november 1993 is beëindigd."

Lees het arrest hier

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, LJN: BD7011, Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant B.V. tegen Geïntimeerde.

Fotoafdrukken die t.b.v. een krant zijn gemaakt; art. 3:109 en 119 BW. 

In deze zaak gaat het om de vraag wie eigenaar is van de afdrukken van foto's die geïntimeerde in de periode 1987-1997 in opdracht van PZC heeft gemaakt en aan deze heeft doen toekomen. Na beëindiging van de samenwerking, in 2002, heeft geïntimeerde PZC om teruggave van alle, ooit door hem aan PZC overhandigde afdrukken verzocht. Wat betreft de periode na 1997 heeft PZC grotendeels aan dit verzoek kunnen voldoen; wat betreft de periode tussen 1987 en 1997 is dat niet het geval. geïntimeerde vordert vergoeding van de schade die het gevolg is van het verlies van bedoelde afdrukken.

8. Het hof is van oordeel dat hetgeen geïntimeerde aanvoert onvoldoende is om het wettelijk vermoeden, dat PZC rechthebbende is op de fotoafdrukken, te weerleggen. Het door geïntimeerde gestelde branchegebruik zou op zichzelf kunnen leiden tot de conclusie dat partijen er over en weer vanuit mochten, respectievelijk moesten gaan dat de eigendom van de fotoafdrukken bij geïntimeerde bleef. Daarbij zou het dan echter wel moeten gaan om branchegebruik ten tijde van het aangaan van de samenwerking tussen partijen. (…)

Dat geïntimeerde bij een aantal uitgevers, voor wie hij eerder opdrachten uitvoerde, de door hem ingeleverde fotoafdrukken op eerste verzoek terugkreeg, ondersteunt evenmin zijn stelling dat deze afdrukken zijn eigendom zijn gebleven. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat PZC op enig moment aan een verzoek daartoe heeft voldaan. Honorering van het verzoek impliceert niet dat geïntimeerde eigenaar is gebleven; het verzoek kan ook om andere redenen zijn gehonoreerd.

(…) Ook in onderlinge samenhang bezien leiden de door geïntimeerde gestelde omstandigheden niet tot de conclusie dat partijen er over en weer vanuit mochten, respectievelijk moesten gaan dat de eigendom van de fotoafdrukken bij geïntimeerde bleef. Daarentegen is een aanwijzing voor het tegendeel gelegen in de door PZC gestelde omstandigheid dat zij de afdrukken zonder protest van geïntimeerde verknipte en versneed. Daarbij acht het hof de stelling van geïntimeerde, dat hij daar niet van geweten zou hebben, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet aannemelijk. geïntimeerde heeft derhalve onvoldoende gesteld om het wettelijk vermoeden, dat PZC rechthebbende is op de fotoafdrukken, te weerleggen.

Lees het arrest hier.

IEF 6407

Zhi Shi Chan Quan

Danny Friedmann.jpgDanny Friedmann: How to prevent and act upon intellectual property rights infringements in China.

Kort artikel van Nederlandse jurist, IE consultant en redacteur weblog, over de praktische kanten van handhaving van IE-rechten in China. Het artikel is geschreven voor een Australisch IE-kantoor. 

“In China the administrative enforcement route is the most commonly used. The Administration for Industry and Commerce (AIC) enforces trade marks, the State Intellectual property Organisation (SIPO) enforces patents, utility models and design rights and the National Copyright Administration of China (NCAC) enforces copyrights. Apart from the enforcement of patents, SIPO is responsible for the patent work throughout the country. At the national level SIPO is also responsible for the examination of foreign and domestic patents (Patent Re-examination Board). The Trademark Office (TMO) is responsible for the registration of trade marks and the Trademark Review and Adjudication Board (TRAB), which deals with trade mark disputes, are both under the control of AIC.

The advantage of the administrative enforcement route is that it is an easy and a cost efficient way. The disadvantage is that no damages are awarded and that the punishment is often limited to the confiscation of the infringing goods and/or a fine for the infringers. And often the infringers use another company as vehicle to continue their infringements.

Customs is one of the underestimated routes of enforcement. The Chinese customs authorities are willing and able to cooperate with intellectual property right holders. So instruct them on how to recognise genuine from infringing goods and how to track down infringing cargo.

A lesser known way for trade mark and design rights holders is to base their case on infringements of the Product Quality Law at the Administration of Quality Supervision Inspection and Quarantine.”

Lees het artikel hier. Weblog IP Dragon hier.   

zhi (1) shi (2) chan (3) quan (2)=intellectuele eigendomsrechten (1de toon: zelfde toon, 2de toon: stijgend, 3de toon: vallend en stijgend, 4de toon: vallend)

IEF 6398

Eerst even voor jezelf lezen

hmr.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 juli 2008, KG ZA 08-531, Hansa Metallwerke AG tegen Aqua Farm

Merkenrecht (vormmerk). Modellenrecht. Watervalkranen.

4.3. (…) Hoewel Hansa de lezing van een (betreurenswaardige) vergissing zijdens Aqua Farm in twijfel trekt, acht de voorzieningenrechter dat op zichzelf wel aannemelijk, maar tevens onvoldoende om aan een inbreukverbod in kort geding in de weg te staan. Het komt voor risico van een partij die deelneemt aan het economisch verkeer, indien bij het aanbieden van badkamermeubelen als de onderhavige inbreuk wordt gemaakt op de absolute rechten van derden. Dat geldt te meer nu Aqua Farm in 2007 al eerder (meteen erkende) inbreuk op deze rechten van Hansa heeft gemaakt met watervalkranen en de erkenning van de inbreuk onvoldoende is gebleken om herhaling te voorkomen. Het belang van Hansa bij een met dwangsom versterkt inbreukverbod dient in deze omstandigheden dan ook te prevaleren, ondanks de omstandigheid dat mogelijk sprake is van een vergissing.

4.5. In de eerste plaats is niet voldoende inzichtelijk gesteld welk belang Hansa naast een uit te spreken Beneluxmodelrechtinbreukverbod (cumulatief) zou hebben bij een Gemeenschapsmerkinbreukverbod. In kort geding worden de rechten van Hansa in de onderhavige zaak al voldoende gewaarborgd met een modelinbreukverbod, nu niets is gesteld of anderszins is gebleken omtrent handel buiten Nederland."

Lees het vonnis hier.

sor.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 17 juni 2008, KG RK 08/1053 & KG RK 08/1037, Sørensen tegen Human Office B.V resp. Bukan Office B.V

Modellenrecht. Ex parte beschikking. “2.2. Uitgaande van het vermoeden van geldigheid van het ingeschreven Gemeenschapsmodel en gelet op de grote mate van overeenstemming tussen de ophanghouder van Human Office en het gedeponeerde model met registratienummer 45885-0001, ziet de voorzieningenrechter met betrekking tot dit Gemeenschapsmodel voldoende aanleiding voor toewijzing van het verbod. Onder de gestelde omstandigheden is de zaak ook zodanig spoedeisend dat het verbod als voorlopige maatregel passend is. Een verbod op ieder aanbieden, ook via het internet, is als voorlopige maatregel voldoende De vorderingen met betrekking tot het vorenstaande Gemeenschapsmodel zullen worden toegewezen op de wijze zoals hierna is verwoord.”

Lees de beschikkingen hier en hier.

IEF 6314

Faits Divers

IP wereldleiders op topbijeenkomst in Amsterdam. “Kopstukken uit de hele wereld van het zakelijk intellectueel eigendomsrecht komen deze maand in Amsterdam bijeen voor het eerste IP Business Congress. Het congres op 25 en 26 juni belooft een van de belangrijkste gebeurtenissen van 2008 te worden op het gebied van het intellectuele eigendom. Het congres start met een topontmoeting van anderhalve dag van 'Chief Intellectual Property Officers' (cipo's) georganiseerd door het gezaghebbende vakblad Intellectual Asset Management (IAM). Daarop volgt ween veiling van IP rechten onder leiding van Ocean Tomo LLC.

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal welke als enige juridische geldigheid beoogt.”

Lees hier meer (Businesswire). 

Groepsportret. “Directeur Dré Peters van Weekblad De Trompetter zegt geen inbreuk te maken op het portretrecht van de KNVB. (…) Het weekblad heeft zeventien organisaties en ondernemers gestrikt voor een advertentie in een speciale EK-uitgave. Hun namen stonden onder een getekende versie van de groepsfoto van het elftal en op de shirts van de spelers die herkenbaar zijn afgebeeld. De voetbalbond gaat stappen ondernemen tegen De Trompetter, omdat het blad het merkenrecht schendt.”

Lees hier meer (Omroep Brabant).

Telegraaf dreigt eigenaar Sexspeurders. “De Telegraaf wil dat het domein Sexspeurders.nl niet langer wordt gebruikt. De naam zou inbreuk maken op het merkrecht van De Telegraaf. (…)  B. de Haan, bedrijfsjurist van De Telegraaf: "Het maakt ons niet uit waar de heer Van Diejen zijn domein gebruikt. We willen gewoon dat hij ermee stopt. De term leidt hoe dan ook tot verwarring."  Van Diejen is niet van plan om mee te werken met De Telegraaf. "Ik vind de eis bezopen. Ik denk dat ze me niets kunnen maken." De Haan bestrijdt dat. "Hier zijn in het verleden al zaken over geweest."

Lees hier meer (Webwereld).

Bellen met befjes. “Maar sluwe horecamannetjes uit de regio Rotterdam surfen plotseling mee op onze titel [Quote]. Volgens eigenaren Willem en Teun van Rij is de naam een raak gekozen eerbetoon aan ons blad vanwege de ‘vele vrienden’ die erin figureren. (…) Maar eens gebeld met de befjes die onze titel beschermen. ‘Hoewel horecadiensten in het verleden zijn opgenomen in de omschrijving, zijn de betreffende merkrechten ouder dan vijf jaar en derhalve gebruiksplichtig’, kwam er na enkele dagen spitten over de mail terug. Fijn. Toch kijken we nog even verder.”

Lees hier meer (Quotenet).

Brood in Beyoncé. ”Als superbelegger kijkt APG, de vermogensbeheerder voor pensioenfonds ABP, altijd naar lucratieve beleggingen naast de traditionele bulk (aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen). Begin dit jaar stapte APG voor ongeveer 300 miljoen euro in muziekrechten. En de vermogensbeheerder ziet nog meer kansen op het gebied van intellectuele eigendommen.”

Lees hier meer (Z24).

Lingerie-wars: ”Heilbron-advocaten vs. Dekkers-advocaat (...) Wij van 925 zouden 925 niet zijn als wij in een kekke voorbeschouwing geen duidende analyse van de strijdende advocatenteams zouden geven. Want zo zijn wij.

(...) Aan de linker zijde vinden wij de pratende toga van Marlies Dekkers. Zij naam is Charles Gielen, een topadvocaatje van het advocatenwarenhuis Nauta Dutilh. Baasje Gielen heeft zich gespecialiseerd op het gebied van patenten en trademarks en klust part time bij als hoogleraar intellectueel eigendom. Advocaatje Gielen is een waar goudhaantje, adviseert regelmatig de Nederlandse regering, wordt door iedereen die er verstand van heeft bejubeld als dé man op dé plek als het om merkenrechtenzaken gaat, staat binnen nu en tien jaar als co-presentator in RTL Boulevard en draagt het liefst niet al te ruim zittende slipjes van de Enige Echte Marlies Dekkers.

Aan de rechter zijde vinden wij het twee man sterke team Sapph-advocaten, te weten het immer komische maar oersterke duo Koets en Kaaks. (...) Hans Koets heeft zich gespecialiseerd in de gezaghebbende professionele entrepreneursdisciplines Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht, Bank- en Effectenrecht, Vastgoedrecht en uiteraard Intellectueel Eigendomsrecht. (...) Matthijs Kaaks was ooit hoofdredacteur van het gezaghebbende advocatenfoldertje Amice en richtte in 2005 samen met avocaatje Marc de Boer het kantoor Boekx Advocaten op. Kaaks is een veteraan op het gebied van merkengeschillen, modellenrechten en smaad danwel laster in gedrukte media. Zo is hij een graag geziene consigliere bij diverse uitgeverijen en behartigde hij regelmatig de belangen voor het voor ons verder volstrekt onbekende tijdschriftje Quote. Matthijs Kaaks klust bij als columnist en maakt het liefst lange eenzame wandelingen door een geurig herfstbos om aansluitend rijkelijk te dineren met een flesje goede rode Chablis ’89. Kaaks draagt nooit ondergoed behalve borstrokken en slaapt naakt.

Rob Heilbron zelf: “Ik laat de modellen in een toga naar de rechtszaal komen. Als ze binnen zijn gaan de toga's uit en zie je onze lingerie. Nou ja, laat ik sportief zijn, ik doe er ook één een setje van Marlies aan.”

Lees hier meer (925people).

Modden. “Modden is het schenden van het copyright van uitgevers. Het modden van je Xbox 360 bijvoorbeeld. Dat is toch iets waar Microsoft niet blij van wordt. Tevens vervalt de garantie als je ‘m uit elkaar haalt. Een Britse rechter heeft echter bepaald dat het gebruiken van een chip niet strafbaar is. De chip importeur werd namelijk aangeklaagd, schuldig bevonden, maar in hoger beroep weer vrijgescholden.”

Lees hier iets meer (Powerweb.nl).

Bakker. “Dat collega Sonja Bakker hem beschuldigd heeft van plagiaat, steekt eetgoeroe Mathijs Vrieze. ‘Jatwerk? Hoe komt ze erbij? Dit boek is helemaal Mathijs.’  Vrieze, ooit werkzaam voor Bakker, bracht onlangs zijn boek ‘Lekker eten en gezonder afvallen’ uit. Sonja Bakker beschuldigde hem vervolgens van plagiaat in het Noordhollands Dagblad. (…) Sonja Bakker laat in een reactie weer een heel ander geluid horen. ‘Ik juich elke poging van schrijvers om mensen te laten afvallen toe, dus ook die van Mathijs. Van plagiaat is geen sprake.’ Bakker ontwijkt in de krant de vraag of ze de afgelopen weken verkeerd is geciteerd of dat ze haar beschuldigingen heeft ingetrokken.”

Lees hier meer (Distrifood.nl).

Open standaard. “Eurocommissaris Neelie Kroes heeft tijdens een toespraak bij het Openforum Europe bedrijven en overheden opgeroepen open standaarden te gebruiken. Het was feitelijk een aanval op Microsoft zonder dat dit bedrijf bij de naam werd genoemd.”
Lees hier meer (Tweakers.net).

Vlaggenzee. “Het is een kunstwerk waarmee het Graphic Design Museum Beyerd Breda stilstaat bij de eigen opening. Het werk was even omstreden. Het Rotterdamse ontwerpbureau Vollaerszwart betichtte Castelein namelijk van plagiaat. Het leek volgens het bureau te veel op vergelijkbare vlaggenstellages waarmee Vollaerszwart al jaren panden aankleedt. Uiteindelijk besliste Pictoright, een organisatie die het auteursrecht van kunstenaars beschermt, dat van plagiaat geen sprake was.”

Lees hier meer (BN De Stem).

Verboden boek. “De cover was al klaar. Maar het boek over De Gouden Kooi van ex-bewoonster Ilona mag niet van John de Mol. „Uitbrengen van het boek betekent een boete van 50.000 euro”, zegt de schrijfster. „Ik vind het heel jammer, want in mijn beleving zeg ik geen onvertogen woord.” (…) Thomas Notermans van Talpa is duidelijk. „Alle bewoners van De Gouden Kooi hebben van tevoren een contract ondertekend waarin zij verklaren dat zij niks over het programma naar buiten mogen brengen. De columns van Ilona zijn veelal onschuldig, maar er staan ook dingen in die het format kunnen schaden.”

Lees hier meer (De Telegraaf).

Omslag. Het omslag van Het recht op terugkeer (De Bezige Bij) van Leon de Winter vertoont gelijkenis met dat van Joost Zwagermans roman Vals licht (De Arbeiderspers) uit 1991. Het gaat vooral om de illustratie Night Windows van de Amerikaanse kunstenaar Edward Hopper, die beide boeken lijkt te sieren. Zwagerman laat in HP/De Tijd weten dat hij dacht aan ‘een studentengrap' toen hij de uitnodiging ontving voor de presentatie van De Winters nieuwste boek: ‘Als je heel goed kijkt, zie je dat er bij Leon een gordijntje is bijgeschilderd. Maar niet alleen de Hopper is hetzelfde, ook de kleurstelling en de belettering, tot de titel aan toe.'

(…) Bezige Bij-directeur Robbert Ammerlaan blijft kalm: ‘De illustratie is een keuze van Leon de Winter zelf. Voor God's gym koos hij ook al een Hopper-pastiche op de cover, dat wilde hij nu weer. Aan Vals licht hebben we geen van beiden gedacht, dat is ook al zo lang geleden. We hebben het in de catalogus gezet en hoorden er niets over, tot Zwagerman er ineens mee op de proppen kwam. Toen ik het zag herinnerde ik het me ook weer. Als zijn boek vorig jaar was verschenen en nog volop werd verkocht was het misschien een andere zaak geweest, maar deze editie is allang niet meer verkrijgbaar, dus we gaan geen aanpassingen plegen.”

Lees hier meer (Boekblad).

Nieuwe topleveldomeinen. “Deze week besluit de Icann of de strikte regels rond het verstrekken van toplevel domeinnamen worden versoepeld. Dat kan alsnog de weg vrijmaken voor het xxx-domein. Als de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (Icann) donderdag instemt met het wijzigingsvoorstel, kan dat een van de grootste veranderingen van het webadressensysteem betekenen, zo meldt de BBC. (…) Volgens Icann-baas Paul Twomey zouden de voorstellen een enorme omwenteling kunnen betekenen. "Groepen, gemeenschappen en bedrijven kunnen hun identiteiten online uitdragen." Dat zou een grote toename van het aantal domeinnamen betekenen: tegen het eind van het jaar zullen dat er honderden zijn, meent de Icann. Een bedrijf als eBay staat bijvoorbeeld al klaar om de .ebay-extensie te registreren.

Lees hier meer ( Webwereld).

Mupi-project. “De wijze waarop mupi-exploitant JCDecaux tot twee maal toe uit eigen beweging een poster liet verwijderen uit een billboard dat de gemeente huurde, stuit het Bredase college tegen de borst. Het gemeentebestuur wil dan ook een gesprek aangaan met de verhuurder. Dit, om duidelijke afspraken te maken. De gewraakte affiches maakten deel uit van het Graphic Design Festival. Het waren kunstobjecten. De ene verbeeldde Geert Wilders die zogenaamd reclame maakte voor H&M, de ander Rita Verdonk die een mantelpakje voor Zeeman aanprees. JCDecaux vond dit in strijd met het merkrecht en haalde ze weg. De posters keren niet terug. Het mupi-project van het festival is namelijk afgelopen.”

Lees hier meer (BN De Stem).

VOI©E. Met als prioriteit een verbetering van het bestaande imago hebben de Nederlandse rechtenorganisaties zich verenigd in een branche-organisatie. Deze Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren, kortweg VOI©E, zal een antwoord moeten vinden op de kritiek van het bedrijfsleven en politiek.

Lees hier meer.

Google Adwords. “Vraag aan Europees Hof: wanneer zijn Adwords legaal? “Verkopen van “genuine replica” merkproducten is een populaire bezigheid. Je moet natuurlijk wel kunnen adverteren, en onlangs maakte Google het met haar nieuwe Adwords-policy bedrijven een stuk gemakkelijker. In de EU is het nu toegestaan om advertenties te kopen op andermans merknaam. Daar maken verkopers van “echte replicaproducten” handig gebruik van. In Frankrijk werd Louis Vuitton daar erg boos om. Zij stapte naar de rechter, en deze heeft nu vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over hoe het Europese merkenrecht moet worden geinterpreteerd als het gaat om gesponsorde koppelingen. Het Hof stelt drie vragen, die ik niet letterlijk ga overnemen.”

Lees hier meer (Engelfriets Internetrecht).