Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Paul Kreijger, Visser, Schaap & Kreijger.
Geen hogere royaltyvergoeding voor [eiser]
Rb. Amsterdam 22 oktober 2025, IEF 23027; ECLI:NL:RBAMS:2025:7772 ([eiser] tegen Universal). [eiser] is een artiest, Universal een platenmaatschappij. De vorderingen waarop in deze zaak wordt beslist zijn grotendeels gelijk aan die in twee andere zaken waarin op dezelfde dag vonnis wordt gewezen (ECLI:NL:RBAMS:2025:7762 & ECLI:NL:RBAMS:2025:7763). De drie zaken hebben gemeen dat de artiesten stellen dat Universal te lage tarieven hanteert als vergoeding voor digitale exploitatie van muziekopnamen; streams en downloads. Universal baseert die tarieven op oude contracten toen streaming nog niet bestond of nog in de kinderschoenen stond. De artiesten vorderen onder andere dat Universal de royalty’s anders berekent en ten minste 50% van de inkomsten uit digitale exploitatie aan de artiesten betaalt. De in het verleden gemaakte afspraken moeten volgens hen buiten werking worden gesteld of gewijzigd. Ook vorderen de artiesten vergoeding van de schade die zij hebben geleden doordat Universal in het verleden te lage royalty’s heeft berekend. Universal is het met de vorderingen van de artiesten niet eens en stelt zich onder andere op het standpunt dat zij de overeengekomen tarieven juist heeft toegepast en dat de tarieven die zij hanteert voor digitale exploitatie gangbaar en marktconform zijn. Zie ook [IEF 23026].