Ingezonden door: Erwin Angad-Gaur
Voorstellen Europese Commissie fikse tegenvaller
![Klik voor grotere versie](/img/custom/upload/Schermafbeelding-2016-09-20-om-10-14-11-57e0eff1-a134-4fc7-81fc-369ac35ff8c2.png)
Gisterenmiddag presenteerde de Europese Commissie zijn langverwachte plannen voor aanpassing van de Europese Richtlijnen rond het auteurs- en het naburig recht.
Ingezonden door: Erwin Angad-Gaur
Gisterenmiddag presenteerde de Europese Commissie zijn langverwachte plannen voor aanpassing van de Europese Richtlijnen rond het auteurs- en het naburig recht.
Uitspraak ingezonden door Birre Büller, Buma/Stemra
Hof Amsterdam 13 september 2016, IEF 16245 (X - Buma en Sena) Auteursrecht. Naburige rechten. De radiozender Fresh FM wordt sinds 1996 uitgezonden via de ether en fresh.fm door SCOEZH. Zij heeft vergunningen van CvdM en Agentschap Telecom. BUMA en SENA hebben meerdere keren via de rechter betaling van licentievergoeding afgedwongen. Het gevorderde verbod wordt uitgebreid van 'openbaarmaking via de ether' naar iedere vorm van openbaarmaking. Er volgt een door de voorzieningenrechter uitgesproken inbreukverbod voor het zonder betaling van billijke vergoeding (ex 7 WNR) op straffe van een dwangsom en tegen R, in persoon, op straffe van lijfsdwang per muziekwerk van hooguit 10 dagen per kalendermaand. Alle dwangsomveroordelingen uit het verleden hebben - omdat nimmer vermogensbestanddelen werden aangetroffen - niet tot executie geleid; vanwege de ernst de duur van de inbreuk en de onwaarschijnlijkheid dat een dwangsomveroordeling dit keer wel effect zal hebben, is lijfsdwang op zijn plaats.
De voorzieningenrechter terecht geoordeeld dat X van de door SCOEZH gepleegde inbreuken op auteursrechten en naburige rechten een ernstig persoonlijk verwijt valt te maken. Met betrekking tot de uitgesproken uitvoerbaarheid bij lijfsdwang neemt het hof als uitgangspunt dat lijfsdwang slechts als uiterst middel toegepast mag worden, wat mee brengt dat er geen redelijke twijfel bestaat dat andere middelen niet genoegzaam zullen zijn om de voldoening aan de hoofdveroordeling te verzekeren. Het hof zal op dit punt het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigen.
Rechtbank Den Haag 7 september 2016, IEF 16241; ECLI:NL:RBDHA:2016:10697 (Tee Set) Naburige rechten. Auteursrecht. Tussen partijen is in de eerste plaats in geschil wie de oorspronkelijk rechthebbende was of rechthebbenden waren op de (naburige) rechten van de fonogrammenproducent van opnamen van de band vanaf begin 1969 totdat verschillende bandleden de band in 1970 verlieten. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst niet ontbonden is op grond van wanprestatie. Het enkele gegeven dat bandlid 1 tekort zou zijn geschoten in de nakoming van verplichtingen uit die overeenkomst, zoals gedaagde stelt, leidt nog niet tot het rechtsgevolg dat de overeenkomst is ontbonden. Ook het betoog dat levering van de rechten niet heeft plaatsgevonden omdat bandlid 1 de geluidsbanden niet in zijn bezit had, faalt. Met betrekking tot het auteursrecht twisten partijen over de vraag of bandlid 1 alle composities en teksten van de ‘Tee Set’ nummers heeft geschreven of niet. Omdat nadere onderbouwing op dit punt is uitgebleven kan niet vastgesteld worden dat bandlid 1 maker is van de composities en teksten.
Beschikking ingezonden door Thomas Kriense, stichting BREIN.
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 24 augustus 2016, IEF 16211, IT 2120 (Stichting BREIN tegen Usenet grootschalige uploader) Auteursrecht. Stichting BREIN heeft een ex parte-beschikking ex art. 1019e Rv behaald tegen een grootschalige uploader van filmwerken en vervolgens "spotten" op het Usenet. De Usenet uploader was verantwoordelijk voor het uploaden van ruim 5.000 filmwerken. Bij elke spot plaatst hij ook een link waarmee de 3D-filmlijst gedownload kan worden. De voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van 2.000,- euro per dag (een gedeelte van een dag daaronder begrepen) dat in strijd met het inbreukverbod wordt gehandeld, met een maximum van € 50.000,-.
Conclusie AG HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16084; IEFbe 1854; IT 2100; C-301/15; ECLI:EU:C:2016:536 (Soulier en Doke)
Prejudiciële gestelde vragen [IEF 15148; IEFbe 1449]. Auteursrecht en naburige rechten. Exclusief reproductierecht. Over wettelijke collectieve vertegenwoordiging voor out-of-print books. Nationale regeling waarbij de uitoefening van de exploitatierechten van niet meer in de handel verkrijgbare boeken wordt toegekend aan een incasso-organisatie. Recht van verzet van de auteurs of de rechthebbenden.
Artikel 2, onder a), en artikel 3, lid 1, [InfoSoc], verzetten zich ertegen dat een regeling, als die welke bij de artikelen L. 134‑1 tot en met L. 134‑9 van de code de la propriété intellectuelle is ingesteld, erkende auteursrechtenorganisaties belast met de uitoefening van het recht om de reproductie en de weergave in digitale vorm van „niet meer verkrijgbare boeken” toe te staan, ook al biedt zij de auteurs of de rechthebbenden van deze boeken de mogelijkheid die uitoefening te beletten of te beëindigen, onder bepaalde door haar vastgestelde voorwaarden.
Hyperlinken, tussenpersonen & the value gap: praat mee op donderdag 7 juli a.s. tijdens het IE Zomer Forum Congres.
U kunt zich hier opgeven.
Download hier de presentatie (incl. stellingen) alvast.
Onderwerpen:
• Hyperlinken
• Tussenpersonen
• The value gap
Uitspraak mede ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Conclusie AG 16 juni 2016, IEF ; IEFbe; C-174/15; ECLI:EU:C:2016:459 (VOB tegen Stichting Leenrecht)
Zie eerder IEF 14164 en IEF 14829. Auteursrecht en naburige rechten. Verhuur- en uitleenrecht voor beschermde werken. E-Books. Openbare bibliotheken. Conclusie AG:
1) Artikel 1, lid 1, van [richtlijn 2006/115/EG], gelezen in samenhang met artikel 2, lid 1, onder b), van die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat onder het uitleenrecht in de zin van dit artikel mede wordt verstaan het voor beperkte tijd aan het publiek ter beschikking stellen van e‑books door bibliotheken. Lidstaten die de uitleenexceptie van artikel 6 van deze richtlijn willen invoeren voor de uitlening van e‑books dienen zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van die uitlening geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk en niet op ongerechtvaardigde wijze schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de auteurs.
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger.
Vzr. Rechtbank Amsterdam 24 mei 2016, IEF 15970 (BUMA-SENA tegen SCOEZH en R)
Auteursrecht. Naburige rechten. De radiozender Fresh FM wordt sinds 1996 uitgezonden via de ether en fresh.fm door SCOEZH. Zij heeft vergunningen van CvdM en Agentschap Telecom. BUMA en SENA hebben meerdere keren via de rechter betaling van licentievergoeding afgedwongen (zie IEF 15031, IEF 12912, IEF 9156, IEF 8058). Het gevorderde verbod wordt uitgebreid van 'openbaarmaking via de ether' naar iedere vorm van openbaarmaking. Er volgt een inbreukverbod voor het zonder betaling van billijke vergoeding (ex 7 WNR) op straffe van een dwangsom en tegen R, in persoon, op straffe van lijfsdwang per muziekwerk van hooguit 10 dagen per kalendermaand. Alle dwangsomveroordelingen uit het verleden hebben - omdat nimmer vermogensbestanddelen werden aangetroffen - niet tot executie geleid; vanwege de ernst de duur van de inbreuk en de onwaarschijnlijkheid dat een dwangsomveroordeling dit keer wel effect zal hebben, is lijfsdwang op zijn plaats.
Rechtbank Gelderland 27 januari 2016, IEF 15969; ECLI:NL:RBGEL:2016:2739 (SENA-BUMA tegen Fun Village)
Auteursrecht. Naburige rechten. In het door Fun Village geëxploiteerde partycenter 'Harders Plaza' wordt muziek ten gehore gebracht zonder licentievergoeding daarvoor te betalen. De rechtbank verbiedt om in haar lokalitieten en/of bedrijfs/praktijkruimten geen fonogram of muziekwerk te gebruiken voordat de billijke vergoeding is voldaan, op straffe van een dwangsom. De verschuldigde billijke vergoeding is €71.785,99 aan SENA en € 27.699,77 aan BUMA. Fun Village moet behaalde recettes/gages van de evenementen opgeven en de daarover verschuldigde vergoeding conform het Algemeen Tarief (5% of 7%) betalen aan BUMA.
Prejudiciële vragen HvJ EU 29 april 2016; IEF 15934 ; IEFbe 1792; zaak C-177/16 (Latvijas Autoru)
Mededingingsrecht (102 VWEU). Collectief beheer. Vragen over misbruik machtspositie Letse Buma/Stemra en uitleg begrip billijke vergoeding voor auteursrechten. Geen rekening houden met tarieven buurlanden. Berekening omzet voor boete. Verzoekster is de Letse BUMA/STEMRA. Zij krijgt een boete opgelegd wegens het volgens de Letse mededingingsautoriteit toepassen van onbillijk hoge vergoedingen (auteursrechten). De boete is berekend op basis van verzoeksters omzet, inclusief de als auteursvergoeding geïnde bedragen. Verzoekster kan als enige organisatie licenties verlenen voor openbare uitvoering van muziekwerken. Zij heeft al eerder (in 2008) een boete opgelegd gekregen wegens misbruik van haar machtspositie wegens de door haar gehanteerde buitensporig hoge tarieven. Ook toen werd de boete berekend op basis van haar omzet, maar exclusief de als auteursvergoeding geïnde bedragen. In 2011 heeft zij nieuwe tarieven vastgesteld, naar aanleiding waarvan verweerster in 2012 een procedure heeft ingeleid. Verweerster stelde onder meer vast dat in vergelijking met buurlanden verzoeksters tarieven aanzienlijk hoger waren en dit door verzoekster niet kon worden gerechtvaardigd. Verzoekster blijft het oneens met de door de rechter toegestane vergelijking met de buurstaten en wijst onder meer op arrest C-245/00 [IE-klassieker naburige rechten] (geen verplichting rekening te houden met tarieven van buurlanden).