DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 4547

In de hortus der beeldende kunsten

bbe.gifVanavond wordt in Amsterdam het eerste exemplaar gepresenteerd van het boek “Buiten Beeld. Het auteursrecht van fotografen.” Dit boek is in opdracht van Stichting Burafo en de FotografenFederatie geschreven door advocaat Philippe van Wijnen. Dinsdag 21 aug, 18.00 -19.30 u. Hortus Botanicus, Plantage Middenlaan 2a, Amsterdam.

Lees hier iets meer. 

IEF 4516

De Benelux is meer dan Nederland alleen

Joris Deene: Intellectuele rechten kroniek 2006. “De auteur geeft een overzicht, een juridische kroniek, van de voornaamste gebeurtenissen van 2006 in het domein van de intellectuele rechten. Hij behandelt zowel het auteursrecht en de naburige rechten, het tekeningen- en modellenrecht, het octrooirecht, het merkenrecht als de bescherming van de handelsnaam en domeinnaam. Hij situeert de materie binnen de wetgeving en de rechtspraak.”

Lees de kroniek (30 pagina's) hier.

IEF 4490

Meer zekerheid voor zoekmachines

dirkvisser.JPGKort commentaar Prof. mr. Dirk J.G. Visser , hoogleraar intellectuele eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden en advocaat te Amsterdam  (Klos Morel Vos & Schaap). Dirk Visser is o.a. advocaat van www.zoekallehuizen.nl.

In zijn vonnis van 7 augustus jl. heeft de Voorzieningenrecht van de Rechtbank Alkmaar bepaald dat huizenzoekmachine Jaap.nl op grond van het auteursrecht níet complete woningomschrijvingen van makelaars met alle foto’s erbij mag kopiëren en in eigen opmaak op zijn eigen website presenteren.

De Rechtbank heeft ook bepaald dat een dergelijke zoekmachine op grond van het citaatrecht wél per zoekresultaat één verkleinde foto (“thumbnail”) met een formaat van ten hoogste 194x145 pixels en een tekst met maximaal 155 tekens en enkel ander relevante gegevens (adresgegevens en vraagprijs) mag overnemen.

Met deze uitspraak sluit de Rechtbank Alkmaar aan bij de beslissing van het Gerechtshof Arnhem van vorig jaar over huizenzoekmachine Zoekallehuizen.nl. Dat Gerechtshof bepaalde toen als eerste dat het vermelden van korte relevante informatie bij een zoekresultaat van een zoekmachine op grond van het citaatrecht toegestaan was.

Het is goed voor de rechtszekerheid op internet dat een beetje duidelijker wordt wat zoekmachines wel en niet mogen. Jaap.nl ging duidelijk te ver: als je hele sites van een ander zou mogen kopiëren en in eigen opmaak aanbieden, omdat je jezelf presenteert als zoekmachine, zou dat de mogelijkheid om geld te verdienen met websites met eigen content nogal belemmeren. Zoekmachines zijn van grote waarde voor internet, maar het is duidelijk dat ze geen vrijbrief zijn om alle content van anderen volledig te kopiëren en op een eigen site te presenteren.

De grens die de Rechtbank Alkmaar nu heeft geformuleerd is natuurlijk niet absoluut, maar geeft wel wat houvast. Aanbieders van zoekmachines hebben nu meer duidelijkheid over wat wel en niet mag.

Wel blijft nog een vraag in hoeverre een zoekmachine zich speciaal mag richten op één of enkele internetdatabanken. Daarbij speelt niet alleen het auteursrecht een rol, maar ook het databankenrecht. Waarschijnlijk mag een zoekmachine zich niet beperken tot het doorzoeken van één of enkele internetdatabanken van anderen waarin substantieel is geïnvesteerd. In de Zoekallehuizen-zaak heeft het Gerechtshof Arnhem bepaald dat de websites van de individuele makelaars geen blijk gaven van een substantiële investering, omdat het slechts een spin-off betrof van hun verkoopactiviteit. In de Jaap.nl-zaak deden de makelaars geen beroep op het databankenrecht, vermoedelijk omdat dit door het Gerechtshof al zo duidelijk was afgewezen.

Zoekmachines die zoeken in één of enkele internetdatabanken waarin wél substantieel is geïnvesteerd kunnen dus onrechtmatig zijn, ook als ze zich wat de presentatie van de zoekresultaten betreft beperken tot hetgeen de Rechtbank Alkmaar nu heeft geformuleerd.

Amsterdam, 8 augustus 2007

IEF 4464

IE-beslag, de bodemprocedure en de creativiteit van de advocaat

Reactie van Michiel Ellens (Teurlings & Ellens) op Theo Bosboom/Christel Jeunink en Evert van Gelderen: “IE-beslag, de bodemprocedure en de creativiteit van de advocaat."

“Graag wil ik bij deze even een reactie geven op de stukken van de zijde van Theo Bosboom / Christel Jeunink en de reactie(s) daarop van Evert van Gelderen, nu hun beschouwingen theoretisch mooi zijn, maar de praktijk eenvoudiger is, althans eenvoudiger gemaakt kan worden.”

Lees de gehele reactie hier. Eerdere berichten vanaf hier.


 

IEF 4459

Niet na elk IE-beslag een bodemprocedure (2)

evert2.jpgEvert van Gelderen, (De Gier & Stam): reactie op reactie op korte reactie: niet na elk IE-beslag een bodemprocedure.

“De reactie van Bosboom en Jeunink verdient nog een dupliek. Zij draaien de wereld voor wat betreft het conservatoire beslag tot afgifte van inbreukmakende zaken namelijk op zijn kop”.

Lees de gehele reactie hier. Eerdere berichten vanaf hier.

IEF 4458

Bodemprocedure wel degelijk nodig

bj.JPGTheo Bosboom en Christel Jeunink (Dirkzwager): Reactie op korte reactie: bodemprocedure wel degelijk nodig

“Mr. Van Gelderen geeft in zijn korte reactie op ons recente artikel over beslag in IE-zaken aan dat hij het niet eens is met een van onze conclusies, te weten dat het na het leggen van een conservatoir beslag tot afgifte van inbreukmakende goederen ingevolge artikel 50 lid 6 TRIPs en 1019i Rv noodzakelijk is om een bodemprocedure aanhangig te maken. Hij stelt dat in dat geval wel degelijk kan worden volstaan met een kort geding, omdat een beslag tot afgifte van inbreukmakende goederen niet onder de werking van artikel 50 lid 1 TRIPs valt. Volgens Van Gelderen is het doel van een dergelijk beslag het bewaren van het recht tot afgifte; het beletten dat zich een inbreuk uit hoofde van intellectuele eigendom voordoet zou hoogstens een prettige bijkomstigheid zijn.

Hoewel de redenering van Van Gelderen creatief is, zijn we het niet met hem eens.”

Lees de gehele reactie hier. Eerder berichten vanaf hier.

IEF 4453

Niet na elk IE-beslag een bodemprocedure

eg.JPGKorte reactie van Evert van Gelderen (De Gier & Stam ): op Theo Bosboom en Christel Jeunink: “Na IE-beslag altijd bodemprocedure!

“Bosboom en Jeunink concluderen in hun verdienstelijk artikel, dat in de zaken Lucy Locket/Van der Meulen en Abbott/Teva, door de rechter een correcte toepassing wordt gegeven aan artikel 50 TRIPS en de artikelen 260 (oud) en 1019i Rv. Die toepassing komt er – kort gezegd – op neer, dat na (1) een conservatoir beslag tot afgifte en/of (2) na bewijs- of beschrijvend beslag (in IE-zaken), altijd een bodemprocedure dient te worden gestart in de zin van artikel 1019i Rv/50 lid 6 TRIPS.

Met deze conclusie kan ik me, voor wat betreft het conservatoir beslag tot afgifte, niet verenigingen. Naar mijn mening wordt – anders dan Bosboom en Jeunink opmerken – het TRIPS-verdrag al 11 jaar correct toegepast, door géén bodemprocedure verplicht te stellen na een conservatoir beslag tot afgifte in IE-zaken (bijv. op grond van art. 28 lid 1 Auteurswet, 2.22 lid 2, of  3.18 lid 1 BVIE jo 730 Rv).”

Lees de gehele reactie hier. (Artikel Bosboom en Jeunink, met links naar besproken rechtspraak: IEF 4431, 27 juli 2007).

IEF 4431

Na IE-beslag altijd bodemprocedure

Bosboom-Jeunink.gifTheo Bosboom en Christel Jeunink (Dirkzwager): Na IE-beslag altijd bodemprocedure! Een analyse van de recente uitspraken in de Lucy Locket zaak (Rb Leeuwarden 27 juni 2007) en de zaak Abbott-Teva (Voorzieningenrechter Rechtbank Den Haag 25 juli 2007), waarin gelegde IE-beslagen vervallen werden verklaard omdat er niet tijdig een eis in hoofdzaak aanhangig was gemaakt.

“Sinds het arrest Ajax/Reule van de Hoge Raad uit 1999 (HR 26 februari 1999, NJ 1999/717) gaat juridisch Nederland ervan uit dat het na een conservatoir beslag tot afgifte van inbreukmakende goederen mogelijk is om de eis in hoofdzaak aanhangig te maken door middel van een kort geding. (…) Uit twee recente uitspraken van de rechtbank Leeuwarden en de Voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage blijkt echter dat het instellen van een kort geding in IE-zaken niet voldoende is om een gelegd beslag in stand te houden, indien dit beslag onder de werking van artikel 50 lid 6 Trips en artikel 1019i Rv valt.”

Lees het artikel hier. (besproken zaken  Lucky Locket: IEF 4303, Abbott-Teva IEF 4432).

IEF 4400

Online spoorboekje

Voor de online verzamelaars van de Spoorbundel, twee nieuwe parallelle publicaties:

K.J. Koelman: Een exceptio standardis: is een uitzondering op de IE-rechten voor standaarden wenselijk?  In druk verschenen in:  D.J.G. Visser & D.W.F. Verkade (red.), Een eigen persoonlijk karakter, (Spoorbundel), Amsterdam: Uitgeverij DeLex 2007, p. 199-214.

"Zoals het een VU-hoogleraar betaamt, begon Jaap Spoor een artikel over het probleem van de IE-bescherming van standaarden met een Bijbelse noot: sinds het debacle van de toren van Babel weten we dat het ontbreken van standaarden lastig kan zijn.[1] Maar IE-rechtelijke bescherming van standaarden, d.w.z. bescherming onder auteurs- of octrooirecht, kan eveneens problemen opleveren. Spoor legde zo’n vijftien jaar geleden zijn vinger op deze kwestie die ondertussen alleen maar actueler is geworden. Hij kwam toen tot de slotsom dat er geen reden was om standaarden in het IE-recht speciaal te behandelen. In deze bijdrage betoog ik dat voortschrijdende inzichten en opgedane ervaringen inmiddels tot een andere conclusie kunnen leiden."

Lees het artikel hier (Bousie Advocaten

J.J.C. Kabel: De onnavolgbare nagevolgd: Over Charles Dickens en het auteursrecht. In druk verschenen in:  D.J.G. Visser & D.W.F. Verkade (red.), Een eigen persoonlijk karakter, (Spoorbundel), Amsterdam: Uitgeverij DeLex 2007, p. 171-186.

“In deze bijdrage wil ik aan de hand van Dickens’ bemoeienis met het auteursrecht de mechanismen van piraterij, of, misschien anders gezegd, het (toentertijd) mede van overheidswege ondersteunde business model van de verkoop en marketing van buitenlandse literatuur op een binnenlandse markt – in dit geval vooral Amerika, maar wijzelf konden er ook wat van – schetsen, bezien wat Dickens daaraan deed en een enkele verbindingslijn met het heden trekken. Wanneer ik de kans krijg zal ik uit Dickens’ eigen werk citeren, omdat men geen gelegenheid voorbij moet laten gaan om te laten zien wat een groot schrijver hij is. Bovendien – er wordt altijd gezegd dat Dickens zoveel geld kwijt is geraakt door Amerikaanse piraterij – wordt het tijd om even uit te rekenen wat Dickens in Amerika en aan Amerika heeft verdiend en hoe hij dat heeft gedaan. Dat laatste neemt niet weg dat Dickens een memorabele rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het internationale auteursrecht. Daarom verdient hij een plaats in dit boek dat gewijd is aan de man wiens intellectuele omzwervingen hem al op zijn eerste schreden in aanraking brachten met de geschiedenis van het auteursrecht.”

Lees het artikel hier (Ivir.nl).

IEF 4398

Achterbankgesprekken

ath.JPGChristiaan Alberdingk Thijm (Solv): Noot bij Hof Amsterdam 8 februari 2007 (Zonen Endstra / Uitgeverij Nieuw Amsterdam e.a.) Endstra-tapes. Geen sprake van een auteursrechtelijk beschermd werk, onder meer omdat Endstra niet bewust een geestelijke creatie wilde scheppen. (art. 1 jo. 10 lid 1 Aw). Eerder  gepubliceerd in AMI.

“Het hof betrekt artikel 10 EVRM bij de beantwoording van de vraag of de publicatie een onrechtmatige schending van de persoonlijke levenssfeer van de zonen Endstra met zich meebrengt. In dat verband oordeelt het hof dat van een “misplaatst beroep op art. 10 EVRM” geen sprake is. Eenzelfde beroep op artikel 10 EVRM komt de Parool-journalisten en de uitgeverij toe bij de uitoefening of handhaving van het auteursrecht door de zonen Endstra. De beperking van de uitingsvrijheid van de journalisten lijkt mij in deze zaak niet noodzakelijk in een democratische samenleving, hetgeen het tweede lid van artikel 10 EVRM vereist. Het lijkt er meer op dat de zonen het auteursrecht aanwenden om hun persoonlijke levenssfeer te beschermen. Dat is echter niet een belang dat het auteursrecht beoogt te beschermen.”

Lees de volledige noot hier (solv.nl).