Reclamerecht  

IEF 17386

Beslissing ingezonden door Otto Volgenant, Boekx.

CvB: Te cryptisch verwoord dat Google zoekopdrachten sneller en betere resultaten tonen via internetportal

RCC 21 dec 2017, IEF 17386; Dossiernr: 2017/00341 (Google privacyportaal), https://ie-forum.nl/artikelen/cvb-te-cryptisch-verwoord-dat-google-zoekopdrachten-sneller-en-betere-resultaten-tonen-via-internetp

CvB RCC 21 december 2017, RB 3066; IEF 17386; IT 2448; Dossiernr: 2017/00341 (Google)
Aanbeveling. Vernietiging van afwijzing klacht, aanbeveling strijd met 5 NRC.

5. De werkelijke boodschap van de uitingen zoals die volgens Google is bedoeld, te weten dat de gebruiker via de internet portal kan bepalen dat Google zoekopdrachten niet meer gebruikt om hem sneller betere resultaten te tonen, is zodanig cryptisch in de uitingen verwoord en verwerkt, dat deze de gemiddelde consument waarschijnlijk zal ontgaan. Ook uit de mededeling “Aan of uit? U bepaalt zelf uw privacy-instellingen” en de verwijzing naar het privacy gedeelte van ‘Mijn Account’ op Google.nl volgt dit niet duidelijk. De consument zal daardoor menen dat het uitzetten van de instelling tot gevolg heeft dat in het geheel geen informatie over zijn zoekopdrachten wordt onthouden. Het College oordeelt daarom dat de dagbladadvertentie hierover onvoldoende duidelijk is. Dit geldt voor de online uiting in sterkere mate, nu daarin geen nadere toelichting staat. Over de consequenties van dit oordeel overweegt het College als volgt.

IEF 17373

Niet-zuivelproduct presenteren als variatie op yoghurt of alternatief voor (kook)room wel toegestaan

Hof 's-Hertogenbosch 19 dec 2017, IEF 17373; ECLI:NL:GHSHE:2017:5731 (Nederlandse Zuivelorganisatie/X), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-zuivelproduct-presenteren-als-variatie-op-yoghurt-of-alternatief-voor-kook-room-wel-toegestaan

Hof 's-Hertogenbosch 19 december 2017, IEF 17373; RB 3064; ECLI:NL:GHSHE:2017:5731 (Nederlandse Zuivelorganisatie/X). Reclamerecht. De Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) behartigt de belangen van zuivelproducenten. De vennootschap is een onderneming die plantaardige producten maakt die dienen als vervanging van zuivelproducten zoals melk, yoghurt en (kook)room. NZO is van oordeel dat de vennootschap de indruk wekt dat haar plantaardige producten zuivelproducten zijn en daarmee verwarring creëert bij de consument. NZO is van oordeel dat X handelt in strijd met Europese regelgeving door de indruk te wekken dat haar plantaardige producten zuivelproducten zijn. Het hof oordeelt dat de vennootschap haar producten niet onder de namen “yoghurt”, “melk” of “(kook)room” op de markt mag brengen. De vennootschap mag op de verpakkingen van haar producten of in advertenties wel vermelden dat haar desserts een variatie zijn op yoghurt of als alternatief voor (kook)room kunnen worden gebruikt. In die laatste gevallen gebruikt ze weliswaar de termen, maar die worden niet gebruikt als benaming of aanduiding voor haar producten.

IEF 17321

Gemiddelde consument zal MSC-keurmerk op blik tonijn uitleggen als "inhoud is verantwoord gevangen"

29 nov 2017, IEF 17321; dossiernr. 2017/00564 - CVB (Princes tegen World Wide Foods), https://ie-forum.nl/artikelen/gemiddelde-consument-zal-msc-keurmerk-op-blik-tonijn-uitleggen-als-inhoud-is-verantwoord-gevangen

CvB 29 november 2017, IEF 17321; RB 3046; dossiernr. 2017/00564 - CVB (Princes Tonijn). Zie eerder [RB 2976].  Misleiding. Afwijzing. De klacht betreft de verpakking van vijf soorten visconserven (tonijn in blik) waarop verschillende mededelingen staan met betrekking tot het MSC-keurmerk/certificaat. De klacht luidt in essentie dat de verpakkingen onjuist, misleidend en in strijd met de NRC en MRC zijn, omdat voormelde mededelingen de indruk wekken dat (de betrokken visbedrijven van) Princes of de betrokken vissers MSC-gecertificeerd zijn, terwijl uitsluitend vangsten in aanmerking komen voor MSC-certificering.

IEF 17247

Staking Tel Sells aanbeveling van producten die lijken op die van Tommy Teleshopping

Rechtbank Den Haag 8 nov 2017, IEF 17247; ECLI:NL:RBDHA:2017:12687 (Tommy c.s. tegen Tell Sell c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/staking-tel-sells-aanbeveling-van-producten-die-lijken-op-die-van-tommy-teleshopping

Rechtbank Den Haag 8 november 2017, IEF 17247; RB 3026; ECLI:NL:RBDHA:2017:12687 (Tommy c.s. tegen Tell Sell c.s.). Intellectuele Eigendom. Uniemerk. Oneerlijke Handelspraktijken. Verbod jegens gelieerde vennootschappen wegens reële dreiging voortzetting onrechtmatig handelen. Bestuursaansprakelijkheid van enige bestuurder van Tel Sell IE en indirect enig aandeelhouder. De rechtbank beveelt gedaagden ieder voor zich om te staken en gestaakt te (doen) houden iedere oneerlijke handelspraktijk bestaande uit het op een zodanige wijze aanbevelen van een product dat lijkt op een product dat Tommy in haar assortiment heeft dat bij de consument doelbewust de verkeerde indruk wordt gewekt dat het product is vervaardigd door de fabrikant van het product in het assortiment van Tommy, terwijl dit niet het geval is, waaronder in ieder geval is begrepen aanprijzing van de producten Dual Bike, Swing Maxx, Alcacil Slimming Shots en Figur Body met de namen Vita Dual Bike, Wonder Body Core Trainer, Alcachofa Slimming Shots/Alcachofa de Laon en Miss Hourglass Belt.

IEF 17230

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey en Iris Jansen, Van Benthem & Keulen.

Onvoldoende aannemelijk dat 'certificaat' synoniem is voor 'keurmerk'

Hof Amsterdam 31 okt 2017, IEF 17230; ECLI:NL:GHAMS:2017:4436 (Dyson Technology tegen Miele Nederland), https://ie-forum.nl/artikelen/onvoldoende-aannemelijk-dat-certificaat-synoniem-is-voor-keurmerk

Hof Amsterdam 31 oktober 2017, IEF 17230; RB 3023 ; ECLI:NL:GHAMS:2017:4436(Dyson Technology tegen Miele Nederland) Reclamerecht. Dyson is uitvinder van de 'zakloze stofzuiger', James Dyson. Dyson vordert staking van uitingen dat Mieles zakloze stofzuiger, de Blizzard CX1, een (IBR)keurmerk voor hygiënisch legen bezit, grof vuil en fijnstof volledig te scheiden, geen stof opdwarrelt tijdens het legen. De vorderingen worden afgewezen, zie [IEF 16682]. Dyson gaat in hoger beroep. Het hof oordeelt dat onvoldoende is gebleken dat het hanteren van het begrip 'gecertificeerd' onder de gegeven omstandigheden misleidend zou zijn of een oneerlijke handelspraktijk zou opleveren. Het systeem van Miele van gescheiden opvangbakken is een relatief nieuw systeem, er is nog geen objectieve norm vastgesteld voor het hygiënisch legen van afvalbakken van zakloze stofzuigers. Onvoldoende aannemelijk is dat het woord 'gecertificeerd' of 'certificaat' synoniem is aan het begrip 'keurmerk'. Miele maakt zich niet schuldig aan onrechtmatige vergelijkende reclame: de mededeling op haar website "in vergelijking tot andere stofzakloze systemen wordt het grove vuil consequent gescheiden van het fijne stof" ziet slechts op het systeem van gescheiden legen waarmee Miele zich onderscheidt van andere bestaande stofzakloze systemen. Het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd. 

IEF 17183

Vragen aan HvJEU: zijn sigaretten met gementholiseerde bestanddelen verboden onder de Tabaksrichtlijn?

HvJ EU 13 jun 2017, IEF 17183; C-439/17 (British American Tobacco), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-zijn-sigaretten-met-gementholiseerde-bestanddelen-verboden-onder-de-tabaksrichtlijn

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 13 juni 2017, IEF 17183; RB 3003; LS&R 1515; IEFbe 2379; C-439/17 (British American Tobacco). Tabak. Consumentenbescherming. Via MinBuZa: Verzoekster (British American Tobacco GmbH) komt op tegen een beslissing van verweerster (Freie und Hansestadt Hamburg) waarbij haar het in de handel brengen van het product Lucky Strike Click Flow Switch-sigaretten is verboden. Deze sigaretten bevatten een capsule met menthol houdende vloeistof in de filter die door knijpen wordt afgegeven. Met het oog op de inwerkingtreding van bepaalde voorschriften van de wet betreffende tabaksproducten en verwante producten heeft verzoekster zich tot verweerster als de voor haar bevoegde toezichthoudende autoriteit gericht. Verzoekster heeft in haar brief uiteengezet dat met de overgangsbepaling van §47(4) TabakerzG, op grond waarvan het verbod in §5(1) punt 1a TabakerzG, om sigaretten en shagtabak met een kenmerkend aroma in de handel te brengen, pas met ingang van 20.05.2020 van toepassing is, het verdergaande voorschrift als vervat in de overgangs-bepaling van de richtlijn niet correct in Duits recht is omgezet. Daardoor mogen op grond van het verbod in §5(1) punt 1b TabakerzG sigaretten en shagtabak waarbij de menthol zich bevindt in de bestanddelen niet zijnde het eigenlijke tabaksrolletje, niet meer in de handel worden gebracht, zelfs indien op die manier een kenmerkend aroma in de zin van §5(1) punt 1a TabakerzG wordt gecreëerd. Dit is in strijd met het Unierecht. De verschillende behandeling van de beide productvarianten – mentholsigaretten die door de toevoeging van menthol aan bestanddelen is gementholiseerd, en sigaretten waarbij het tabaksrolletje is gementholiseerd – heeft geen basis in de richtlijn en is ook niet objectief gerechtvaardigd.

IEF 17182

Vragen aan HvJEU: Wanneer mag eierlikeur de verkoopbenaming 'eierlikeur' dragen?

HvJ EU 27 jun 2017, IEF 17182; C-462/17 (Eierlikeur), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-wanneer-mag-eierlikeur-de-verkoopbenaming-eierlikeur-dragen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 27 juni 2017, IEF 17182; IEFbe 3002; RB 3002; C-462/17 (Eierlikeur). Geografische aanduiding. Etikettering. Via MinBuZa: Verzoekster richt zich tegen het gebruik van de benaming eierlikeur voor een product dat melk bevat. Verzoekster en verweerster (Altenweddinger Geflügelhof Kommanditgesellschaft) zijn producenten van likeuren die onder meer eieren als ingrediënt hebben en die in de detailhandel maar ook online worden verkocht onder de verkoopbenaming eierlikeur. Verweerster produceert onder meer een reeks producten die zij blijkens de etiketten als eierlikeur aanduidt. Op het etiket aan de achterkant van die producten staat ‘bevat melk’. Tussen partijen staat vast dat de likeuren van verweerster inderdaad melk bevatten. Verzoekster meent dat zij tegen het gebruik van de verkoopbenaming eierlikeur voor de producten van verweerster een vordering tot staking kan instellen krachtens de Duitse wet inzake de oneerlijke mededinging in samenhang met de Duitse wet inzake levensmiddelen, consumptiegoederen en voedermiddelen in samenhang met verordening 1169/2011 bijlage II bij verordening 110/2008. Het gebruik van de benaming eierlikeur voor de producten van verweerster is volgens haar misleidend, aangezien melk als ingrediënt van eierlikeur of advocaat in punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 niet is opgenomen en een product dat naast de in punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 melk bevat, derhalve ook niet als eierlikeur mag worden aangeduid. Verzoekster vordert veroordeling van verweerster tot staking op straffe van een dwangsom (maximaal €250.000,-) voor elke toekomstige inbreuk. Verweerster vordert verwerping van het beroep. Volgens verweerster gaat het bij punt 41 van bijlage II van verordening 110/2008 louter om minimumvoorwaarden waaraan een product moet voldoen om eierlikeur genoemd te mogen worden. De aanname dat de lijst uitputtend is, zou in tegenspraak zijn met artikel 17(1) verordening 11/69/2011.

IEF 17031

Vragen aan HvJ EU: Verbod op het gebruik van elementen of kenmerken – inclusief merken – die verwijzen naar een smaak, geur- of smaakstoffen bij tabaksproducten

HvJ EU 21 apr 2017, IEF 17031; (Planta Tabak), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-verbod-op-het-gebruik-van-elementen-of-kenmerken-inclusief-merken-die-verwijzen-na

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 april 2017, IEF 17031; RB 2941; LS&R 1488; IEFbe 2307; C-220/17-verwijzingsbeschikking (Planta Tabak) Merkenrecht. Tabak. Reclame. Het verbod op het gebruik van elementen of kenmerken – inclusief merken – die verwijzen naar een smaak, naar geur- of smaakstoffen of naar andere additieven, dan wel naar het ontbreken daarvan in artikel 13, lid 1, onder c), van de richtlijn. Na Philip Morris Brands [IEF 15923; IEFbe 1787, LS&R 1312; RB 2710] moet nog verduidelijkt worden of de etiketteringsverboden moeten worden opgevat als een „verbod om de smaakstof als reclame te gebruiken” dan wel als een „verbod om de smaakstof te vermelden. Via Minbuza: De prejudiciële vragen hebben betrekking op drie vraagcomplexen:

IEF 16843

Vordering tot rectificatie wegens onrechtmatige vergelijkende reclame toegewezen

Rechtbank Oost-Brabant 29 dec 2016, IEF 16843; ECLI:NL:RBOBR:2016:7386 (Discover Your Own Health), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-rectificatie-wegens-onrechtmatige-vergelijkende-reclame-toegewezen

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 29 december 2016, IEF 16843; ECLI:NL:RBOBR:2016:7386 (DYOH) Zie ook IEF 16365. Kort geding. Onrechtmatige vergelijkende reclame-uitingen en misleidende reclame-uitingen. Partijen verkopen voedingssupplementen en vitamineproducten. Eiseres vordert gedaagden te veroordelen zich in de toekomst te onthouden van het doen van zulke reclame-uitingen en gedaagden te veroordelen tot het verzenden van een rectificatiebrief en tot het plaatsen van een brief op de website van gedaagden. De voorzieningenrechter oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat gedaagde zich aan het doen van de door eiseres gestelde onrechtmatige reclame-uitingen schuldig heeft gemaakt en heeft de vorderingen voor zover die zijn ingesteld tegen deze gedaagde toegewezen. De vorderingen tegen de overige gedaagden zijn afgewezen.

IEF 16808

Reclame met lookalike levert geen schadevergoeding op

Hof Amsterdam 2 mei 2017, IEF 16808; ECLI:NL:GHAMS:2017:1722 (Mavic tegen Picnic), https://ie-forum.nl/artikelen/reclame-met-lookalike-levert-geen-schadevergoeding-op

Hof Amsterdam 2 mei 2017, IEF 16808; RB 2868; ECLI:NL:GHAMS:2017:1722 (Mavic tegen Picnic) Zie eerder IEF 16619. Lookalike en portretrecht. Hof bekrachtigt afwijzende beschikking. Kan er bij het gebruik van een 'lookalike' in een commercial een beroep worden gedaan op artikel 21 Auteurswet en de onrechtmatige daad? Het hof oordeelt dat de commercial van Picnic duidelijk is bedoeld als parodie op de eerdere reclame van Jumbo waarin de echte appellant een rol speelt. Het is duidelijk dat de makers van de commercial niet hebben beoogd dat het publiek de 'lookalike' als de echte appellant identificeert. Bovendien staat het appellant niet vrij om met een concurrent van Jumbo in zee te gaan. Er kan daarom niet van worden uitgegaan dat er sprake is van omzetderving. Het beroep op artikel 21 Auteurswet faalt, evenals het beroep op artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Appellanten hebben niet concreet toegelicht dat en in welke omvang zij schade hebben geleden, gezien er geen sprake is van omzetderving en er ook niet is aangevoerd dat er sprake is van reputatieschade.