zo nauwkeurig beschreven
GvEA, 14 juli 2005, zaak T-126/03, Reckitt Benckiser (Spaje) tegen OHIM/Aladin Gesellschaft für innovative mikrobiologische Systeme. GM aanvrage voor woordmerk ALADIN, oppositie o.g.v. ouder spaan nationaal woordmerk ALADDIN.
Interessante uitspraak over deelgebruik en de vraag of je nu een ruime of een enge classificatie onder je merk moet hangen:
“Uit de hierboven aangehaalde bepalingen volgt, dat wanneer een merk werd ingeschreven voor een waren- of dienstencategorie die voldoende ruim is om daarin verschillende subcategorieën te kunnen onderscheiden die zelfstandig kunnen worden bekeken, het bewijs van normaal gebruik van het merk voor een deel van deze waren of diensten in het kader van een oppositieprocedure alleen leidt tot bescherming voor de subcategorie of subcategorieën waartoe de waren of diensten behoren waarvoor het merk daadwerkelijk werd gebruikt. Wanneer daarentegen een merk werd ingeschreven voor waren of diensten die zo nauwkeurig werden beschreven en afgebakend dat het niet mogelijk is binnen de betrokken categorie belangrijke onderverdelingen te maken, dekt het bewijs van normaal gebruik van het merk voor deze waren of diensten voor het onderzoek van de oppositie noodzakelijkerwijs deze volledige categorie.
Het begrip gedeeltelijk gebruik heeft immers als functie ervoor te zorgen dat merken die voor een bepaalde warencategorie niet worden gebruikt, niet onbeschikbaar worden, maar het mag niet als gevolg hebben dat de houder van een ouder merk elke bescherming wordt ontzegd voor waren die weliswaar niet strikt gelijk zijn aan die waarvoor normaal gebruik is bewezen, maar daarvan niet wezenlijk verschillen en behoren tot eenzelfde groep die alleen op willekeurige wijze kan worden onderverdeeld. In dit verband zij opgemerkt dat het voor de houder van een merk in de praktijk onmogelijk is het bewijs van gebruik ervan te leveren voor alle denkbare varianten van de waren waarop de inschrijving betrekking heeft. Bijgevolg kan het begrip „deel van de waren of diensten” niet worden opgevat als alle mogelijke commerciële vormen van gelijksoortige waren of diensten, maar alleen als waren of diensten die voldoende van elkaar verschillen om logische categorieën of subcategorieën te kunnen vormen.” Lees arrest.
HvJ EG, 14 juli 2005, zaak C-192/04, Lagardère Active Broadcast tegen SPRE en GVL, in de hoedanigheid van CERT. Prejudiciële beslissing betreffende een verzoek ingediend door het Franse Cour het cassation. Een HvJ IE uitspraak die geen OHIM-zaak is als een Rapunzelklokje in Amsterdam; zeldzaam maar af er toe wordt er eentje gesignaleerd. Deze gaat over auteursrecht en naburige rechten. En landsgrenzen.
Opinie AG Dámaso Ruiz Jarabo Colomer, 14. Juli 2005, zaak C 173/04 Deutsche SiSi-Werke tegen OHIM. (Nog geen Nederlandse versie beschikbaar).
De Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport bericht: "Het tweede en laatste onderzoek van Stichting OER, een onderzoek naar plagiaat onder studenten aan de Universiteit Utrecht, is af. Woensdag 29 juni was de presentatie en het was een zeer geslaagde avond! We willen dan ook iedereen van harte bedanken voor zijn/haar aanwezigheid. Het onderzoeksrapport is
Een recente
Een recent