Geen schending van gelijkheid, vertrouwen of rechtszekerheid bij belastingheffing EOB-werknemer

Hof Den Haag 29 oktober 2024, IEF 22615; ECLI:NL:GHDHA:2024:2637 (belanghebbende tegen de Inspecteur van de Belastingdienst). Belanghebbende werkt in de jaren 2006 tot en met 2018 bij het Europees Octrooibureau (EOB) in Nederland, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in deze jaren in Nederland. Bij aanvang van zijn werkzaamheden heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken aan hem de status BO/NL toegekend. In geschil is of belanghebbendes inkomen uit sparen en beleggen bij hem in de heffing van inkomstenbelasting mag worden betrokken. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend met een beroep op het gelijkheidsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel. De Inspecteur beantwoordt deze vraag bevestigend. De rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende geen recht heeft op een vrijstelling van belastingheffing over het inkomen uit sparen en beleggen, omdat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Belanghebbende stelt echter dat hij vanwege zijn Nederlandse nationaliteit ongelijk wordt behandeld ten opzichte van EOB-werknemers die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, in het buitenland zijn aangeworven en al tien jaar of langer in Nederland verblijven. Belanghebbende stelt dat sprake is van begunstigend beleid op grond waarvan werknemers van het EOB die meer dan tien jaar in Nederland werkzaam zijn, anders dan belanghebbende, geen inkomstenbelasting hoeven te betalen over hun inkomen uit sparen en beleggen. Hij maakt deze stelling echter niet aannemelijk.