Verbod op uitingen dat de Dopper schuldig is aan plagiaat, auteursrechtinbreuk of illegale kopie
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 11 maart 2016, IEF 15756; ECLI:NL:RBNHO:2016:1879 (Dopper)
Rechtspraak.nl De voorzieningenrechter is van oordeel dat de uitlatingen van gedaagde aan het adres van Dopper moeten worden gekenschetst als een ongenuanceerd mengsel van suggestieve, grove beweringen en (veelal) zeer stellige en als feit geponeerde beschuldigingen. Daar komt bij dat de uitlatingen van gedaagde niet alleen gericht zijn tot Dopper en/of diens eigenaar, maar in hoofdzaak tot derden die in het geheel niets met de vermeende auteursrechtinbreuk door Dopper te maken hebben. Enige overdrijving is, afhankelijke van context, vooral in columns weliswaar een toelaatbaar geacht stijlmiddel om nadruk op de inhoud te geven, maar een stellig statement dat iets plagiaat is of “stolen” is, terwijl daarvan in werkelijkheid geen sprake is, kan niet als overdrijving worden beschouwd.