Ongefundeerde diffamerende mededelingen (defamation) naar Engels recht
Hof 's-Hertogenbosch 16 december 2014, IEF 14495 (Dahabshiil tegen Stichting Associated Somali Journalists)
Mediarecht. Zie eerder IEF 13874, IEF 12916 en IEF 12109. schending eer en goede naam. Toepassing Engels recht (defamation). Dahabshiil voert als grondslag voor voormelde vorderingen aan dat onrechtmatig is gehandeld/nog steeds onrechtmatig handelt door (a) ongefundeerde diffamerende mededelingen openbaar te maken, en (b) te weigeren voormelde diffamerende mededelingen van door hen beheerde websites te verwijderen en verwijderd te houden. Vordering tot rectificatie per e-mail en website wordt toegewezen, hyperlinks naar artikelen, koppen en afbeeldingen moeten worden verwijderd.
12.13.2.
Voorts wordt volgens Dahabshiil haar reputatie geschonden door de kop, een afbeelding en beweringen de artikelen (1) ‘Video: Somaliland condems Dahabshiil Violations against Civilian’ (prod. 30 Dahabshiil eerste aanleg; nr. 2.36 mvg; vordering iv sub j) en (2) ‘Dahabshiil Violations against Civilians condemned’ (prod. 32 Dahabshiil eerste aanleg; nr. 2.37 mvg; vordering iv sub k). Naar het hof begrijpt doet Dahabshiil met name een beroep op de navolgende beweringen uit voormelde – gelijkluidende – artikelen: ‘(..) [authority] is being hooked up by the nose by Dahabshlil and some other big fat cats in the business community who bankrolled his election campaign and owe him millions of dollars in political funding during election campaigns. These individuals expeXXX fit be paid back in kind by the President off course by ways of special favours, contract deals and sometimes exclusive license to exploit natural resources.
It has never been a secret that [authority] was actually put in the presidential seat by Dahabshiil.(..)’.
De kop in beide artikelen komt neer op de bewering dat Somaliland geweld van Dahabshiil tegen burgers veroordeelt. Boven beide koppen bevindt zich een afbeelding van een machinegeweer waaronder de naam van Dahabshiil wordt vermeld, terwijl uit de letters ‘D’ en ‘l’ van de naam een (bloed)sporen naar beneden lopen. Gelet op de ernstige (impliciete) beschuldiging in de koppen, die kracht wordt bijgezet door voormelde afbeeldingen, wordt hierdoor naar het oordeel van het hof de reputatie van Dahabshiil geschonden. De beweringen in de artikelen houden voorts in dat (onder meer) Dahabshiil de president van Somalië door het verstrekken van (campagne)geld in het zadel heeft geholpen, en nu verwacht door de president te worden begunstigd. Ook deze beweringen schenden naar het oordeel van het hof de reputatie van Dahabshiil. Gezien de ernst van voormelde beschuldigingen is sprake van laster en voorts aannemelijk dat Dahabshiil vanwege de publicaties (iedere publicatie en beschuldiging op zichzelf beschouwd) ernstige financiële schade heeft geleden of zou kunnen leiden.
12.20.
Naar het voorlopig oordeel van het hof dient het verweer dat het openbaar maken van de gewraakte beweringen in de bewuste publicaties wordt gerechtvaardigd door een publiek belang, te worden verworpen (zowel naar het vóór 1 januari 2014 als daarna geldende recht). Voor de juistheid van de beweringen bestonden/bestaan zodanig weinig aanknopingspunten (12.19) dat publicatie ervan geen publiek belang dient. Voor zover het publieke belang al werd/wordt gediend door publicatie van de beweringen, diende/dient het belang van Dahabshiil bij bescherming van haar reputatie zwaarder te wegen.
Als randvermelding. Vordering tegen deskundigen tot schadevergoeding wegens (gesteld) ondeugdelijk deskundigenbericht. Afgewezen op grond van geslaagd beroep op verjaring, 3:310 BW bepaalt dat de rechtsvordering verjaart door verloop van vijf jaren na aanvang van de dat benadeelde met schade en aansprakelijke persoon bekend is geworden.
Mediarecht. Ingezonden brieven. Het Noordhollands Dagblad/Dagblad Zaanstreek heeft in het artikel “Verdubbeling nodig” op journalistiek zorgvuldige wijze bericht over roeivereniging Zaankanaries (klaagster). De door een lid van de vereniging verstrekte informatie is op een juiste wijze verwerkt en Strouwen was niet verplicht het artikel voor inzage aan de geïnterviewde toe te sturen. Verder is met de plaatsing van de ingezonden brief van klaagster de klacht op een correcte manier afgehandeld.
Bijdrage ingezonden door Naomi Ketelaar en Gregor Vos,
Baanbrekende gerechtelijke uitspraken, veranderende spelregels die meebewegen met de markten, nieuwe wet- en regelgeving en harde afrekening met de oude. In deze laatste editie van VOI©Email in 2014 een selectie uit de belangrijkste nieuwsfeiten van een voor het rechtenbeheer onstuimig jaar.
Uit het persbericht: 
Vanaf 1 januari 2015 verwelkomt Hoyng Monegier twee nieuwe partners:
Het betreft de website van adverteerder voor zover hierop mededelingen over Unilux (rol-)horren worden gedaan. Deze kan als volgt worden samengevat. Klaagster stelt, kort samengevat, dat op de website van adverteerder staat dat zij horren van het merk Unilux levert. Aan klaagster is echter verteld dat Unilux niet aan adverteerder levert. Blijkbaar gebruikt adverteerder het merk Unilux op oneigenlijke wijze, hetgeen voor de leek niet duidelijk is. Unilux heeft bij e-mail meegedeeld dat zij in het verleden (rol)horren heeft geleverd aan adverteerder, maar dat zij enkele jaren geleden de leveringen heeft gestaakt “wegens misbruik reclame uitingen”. Klacht wordt toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Dylan Griffiths,
Mediarecht. Ingezonden brieven. Opinie. Zorgvuldig. H. Wansink en de Volkskrant hebben met de publicatie van het opiniestuk “’Politisering van Sint en Piet is het laatste waarop kinderen zitten te wachten’” niet journalistiek onzorgvuldig gehandeld. Wansink mocht daarin zijn mening verkondigen ‘dat de Sinterklaastraditie iets met slavernij te maken zou hebben, weliswaar wordt betoogd door activisten tot en met de Verenigde Naties, maar zonder kennis van zaken.’ Het is voorstelbaar dat Stichting Nederland Wordt Beter (klaagster) zich hierdoor gegriefd voelt, maar van niet-waarheidsgetrouwe of partijdige berichtgeving is geen sprake.