Deugdelijke rectificatie nodig vanwege te verhullende bewoordingen
Vzr. Rechtbank Rotterdam 10 september 2014, IEF 14234 (eiser tegen Gemeente Schiedam)
Mediarecht. Vordering van de voormalig burgemeester van de gemeente Schiedam tot rectificatie door de gemeente Schiedam toegewezen. Middels een persverklaring heeft de Gemeente helderheid willen verschaffen over het stopzetten van het wachtgeld van oud-burgemeester. Voor zover er al in de persberichten te lezen valt dat er wél erkend wordt dat er een fout is begaan, is dat op een al te verhullende wijze geschied. Er wordt met succes een deugdelijke rectificatie gevorderd.
4.11.
[eiseres 1] heeft mitsdien recht op rectificatie, op kosten van de gemeente Schiedam. De gemeente Schiedam stelt zich op het standpunt dat zij al deugdelijk heeft gerectificeerd. De voorzieningenrechter onderschrijft dit standpunt niet:
- de gemeente Schiedam schrijft dat de informatie waar zij zich baseert niet “meer” actueel was. Deze informatie is echter nooit actueel geweest. Er is nooit sprake geweest van stopzetting van de uitkering. Voorts wordt hier ook de onterechte suggestie gewekt dat wél sprake is geweest van stopzetting van de uitkering maar dat deze inmiddels is teruggedraaid. Zo deze suggestie niet bij iedere lezer wordt gewekt, dan is aannemelijk dat dit toch wel bij een relevant deel van de lezers is.
- de gemeente Schiedam schrijft ook dat het haar bleek, zulks “in afwijking van eerdere rapportage” dat van stopzetting van de uitkering geen sprake was. Er is echter nooit sprake geweest van andersluidende rapportage. Aan de gemeenschap Schiedam is nooit gerapporteerd dat de uitkering was stopgezet. Slechts de mogelijkheid van het stopzetten van de uitkering is onderwerp van het gesprek op 10 februari 2014 geweest tussen de burgemeester van Schiedam en een medewerker van Loyalis. Hier wordt de onterechte suggestie gewekt dat de gemeente Schiedam onjuiste informatie van een derde heeft ontvangen.
4.12.
Voor zover er al in de persberichten valt te lezen dat er wél erkend wordt dat er een fout is begaan, is dat op een al te verhullende wijze geschied. Zo staat er in het tweede persbericht dat daarmee wordt beoogd om meer helderheid te verschaffen. Als er al valt te lezen dat de gemeente Schiedam een fout heeft gemaakt dan is deze weggemoffeld tussen bewoordingen die deze erkenning tegenspreken. Met deze halfslachtigheid hoeft [eiseres 1] geen genoegen te nemen. Voor de gemeente Schiedam was voorzienbaar dat een aantal lezers zich op basis van de onjuiste berichtgeving van de gemeente Schiedam en / of de aandacht die deze onjuiste berichtgeving zou krijgen in de pers, ongezouten en ongefundeerde meningen zouden gaan verkondigen over de persoon van [eiseres 1] op bijvoorbeeld internetfora en/ of rechtstreeks tegen [eiseres 1].
De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt de gemeente Schiedam om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis:
A) een rectificatie te plaatsen op de internetsite www.schiedam.nl, in zwarte leesbare tekst, in lettertypegrootte 12, zonder bijschrift en zonder toevoeging, en die rectificatie daar gedurende tenminste veertien dagen geplaatst te houden,
B) een persbericht te verspreiden aan dezelfde media als aan wie de persberichten van 27 juni 2014 (productie 4 bij deze dagvaarding) en 30 juni 2014 (productie 8 bij deze dagvaarding) zijn verspreid, in zwarte leesbare tekst, in lettertypegrootte 12, zonder bijschrift en zonder toevoeging en in dezelfde opmaak als voornoemde persberichten van 24 juni 2014 en 30 juni 2014,
“RECTIFICATIE ‘kwestie ex-burgemeester [eiseres 1]’
In de maand juni 2014 heeft de burgemeester van de gemeente Schiedam medegedeeld, en de gemeente Schiedam bevestigd, dat de uitkering van het wachtgeld aan oud-burgemeester [eiseres 1] [eiseres 1] is stopgezet. Voor deze stellingen bestaat echter geen steun in de feiten. Het wachtgeld waarop [eiseres 1] [eiseres 1] recht heeft is tot heden nimmer stopgezet en evenmin is gebleken dat [eiseres 1] [eiseres 1] zich niet zou hebben gehouden aan de verplichtingen die verbonden zijn aan haar recht op wachtgeld.
Voorts zijn op 27 juni 2014 en 1 juli 2014 persberichten van de gemeente Schiedam uitgebracht waarin de onjuiste indruk is gewekt dat de gemeente beschikte over informatie dat het wachtgeld was stopgezet en dat stopzetting aan de orde is geweest.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam heeft de gemeente Schiedam veroordeeld tot het rectificeren van deze, deels, niet onderbouwde, onduidelijke en onjuiste berichtgeving.
Hoogachtend,
de Gemeente Schiedam.’ ”
Mediarecht. De Finse Telecomtoezichthouder (verweerster) heeft verzoekster berispt wegens overtreding van de voorschriften inzake maximaal toegestane reclamezendtijd. Het geschil gaat over de zendtijd voor het tonen van sponsorlogo’s. Verzoekster maakt gebruik van de techniek van het opgedeelde beeldscherm waarop tijdens programma-aftiteling ook reclameleaders worden getoond hetgeen volgens verweerster niet de juiste plaats is. Daarnaast moeten volgens verweerster ook de ‘zwarte seconden’ tussen de reclamespots en die tussen voorafgaand programma en reclame worden meegeteld.
Om de markt in Zuid-Nederland nóg beter te kunnen bedienen, beschikt
Bijdrage ingezonden door Wout Olieslagers,
Mediarecht.
Procesrecht. De incidentele vordering voldoet aan artikel 222 Rv, de zaken zijn aanhangig bij dezelfde rechter en zijn verknocht vanwege dezelfde gevorderde schadevergoeding als gevolg van auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing door Markant ter zake van de flatscreenarm E-motion. De zaken worden gevoegd.
A) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van het beeldmerk dat polospeler te paard met houten hamer weergeeft voor waren van de klassen 9, 18, 20, 21, 24 en 25, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 15/2012-2 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 1 maart 2013 houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de oppositieafdeling tot afwijzing van verzoeksters oppositie tegen de inschrijving van het beeldmerk dat jongen op fiets met houten hamer weergeeft voor waren van de klassen 18, 25 en 28. De beslissing wordt nietig verklaard.
B) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van het beeldmerk dat een polospeler weergeeft, voor waren en diensten van de klassen 3, 18, 25, 28, 41 en 43, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 2240/20112 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 28 november 2012 houdende verwerping van verzoeksters beroep tegen de gedeeltelijke weigering van de oppositieafdeling om dit merk in te schrijven in het kader van de oppositie die is ingesteld door de houder van de communautaire en nationale beeldmerken die een polospeler weergeven, voor waren van de klassen 9, 18, 20, 21, 24, 25 en 28. Het beroep is afgewezen.
C) Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van de beeldmerken met de woordelementen „BASS 3 TRES”, „BASS 10 DIEZ” en „BASS 20 VEINTE” voor waren en diensten van de klassen 18, 25 en 35, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 2295/20112 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 21 februari 2013 houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de oppositieafdeling tot afwijzing van verzoeksters oppositie tegen de aanvraag tot inschrijving van het woordmerk "BAUSS" voor waren en diensten van de klassen 18, 25 en 35. Het beroep is afgewezen.
Door Ebo Keuning, post-initiële/post-graduate master IE,
Gecertificeerde vertaling van uitspraak ingezonden door Dr. Carl von Jagow,
Uitspraak ingezonden door Willem Hoorneman,