IEF 22162
29 juli 2024
Uitspraak

Gebruik IGLOO-merken door oud-distributeur is toegestaan voor de verkoop van opgebouwde voorraad

 
IEF 22161
29 juli 2024
Uitspraak

Ziggo is niet langer vergoedingen verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen op televisie

 
IEF 22160
29 juli 2024
Uitspraak

Rhedelijk Cultureel maakt inbreuk op auteursrechten fotografe

 
IEF 20938

Aanhouding procedure in afwachting van beslissing Europese Commissie

Hof Amsterdam 23 aug 2022, IEF 20938; ECLI:NL:GHAMS:2022:2417 (Synthon c.s. tegen Teva c.s), https://ie-forum.nl/artikelen/aanhouding-procedure-in-afwachting-van-beslissing-europese-commissie

Hof Amsterdam 23 augustus 2022, IEF 20938, LS&R 2102; ECLI:NL:GHAMS:2022:2417 (Synthon c.s. tegen Teva c.s) Tussenuitspraak. Synthon c.s. hebben op onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking gestoelde vorderingen ingesteld tegen Teva c.s.. Zij leggen daaraan ten grondslag dat Teva c.s. hebben geprobeerd te bewerkstelligen dat Synthon c.s. en hun klant Alvolgen de generieke versie van een bepaald geneesmiddel niet of zo laat mogelijk op de markt zouden kunnen brengen door (betrokkenheid bij) het ten onrechte handhaven van octrooien met betrekking tot dat geneesmiddel. Dit arrest gaat over de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen tegen Teva Ltd. en over de vraag of de procedure moet worden aangehouden in verband met lopend onderzoek van de Europese Commissie naar mogelijk concurrentieverstorend gedrag van Teva c.s. met betrekking tot Copaxone (de merknaam waaronder Teva c.s. het bedoelde geneesmiddel vermarkt). De zaak wordt aangehouden in afwachting van de beschikking van de Europese Commissie naar aanleiding van onderzoek naar mogelijk concurrentieverstorend gedrag.

IEF 20937

Exequatur aan uitspraak International Court of Arbitration Parijs wordt verleend

Hof Amsterdam 5 jul 2022, IEF 20937; ECLI:NL:GHAMS:2022:1960 (Verzoekster tegen verweerster), https://ie-forum.nl/artikelen/exequatur-aan-uitspraak-international-court-of-arbitration-parijs-wordt-verleend

Hof Amsterdam 5 juli 2022, IEF 20937; ECLI:NL:GHAMS:2022:1960 (Verzoekster tegen verweerster) Beschikking. Geschil tussen een reisbureau en zijn (voormalige) agent. De Court of Arbitration oordeelde - samengevat – dat het reisbureau de overeenkomst rechtsgeldig had beëindigd, en dat de agent op straffe van dwangsommen, het gebruik van onder meer naam en handelsmerken van het reisbureau moest staken, en dat zij USD 10.000,-- aan boetes verschuldigd was aan het reisbureau. De vordering tot vernietiging van de arbitrale uitspraak is vervolgens door het Cour d’Appel te Parijs afgewezen. In de onderhavige procedure verzet de agent zich tegen het verlenen van exequatur aan de arbitrale uitspraak omdat zich weigeringsgronden zouden voordoen zoals bedoeld in de artikelen V lid 1 sub b en d en artikel V lid 2 sub b van het Verdrag van New York: een van de drie arbiters zou partijdig zijn geweest, en het scheidsgerecht zou buiten haar opdracht zijn getreden. Het hof verwerpt beide stellingen, en oordeelt voorts dat er geen aanleiding bestaat om het cassatieberoep af te wachten. Het arbitrale vonnis wordt erkend en het exequatur wordt verleend.

IEF 20936

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam Advocaten.

Zembla moet uitspraken over granuliet rectificeren

Rechtbank Den Haag 31 aug 2022, IEF 20936; ECLI:NL:RBDHA:2022:8625 (GIB tegen Zembla), https://ie-forum.nl/artikelen/zembla-moet-uitspraken-over-granuliet-rectificeren

Rechtbank Den Haag 31 augustus 2022, IEF 20936, IT 4057; ECLI:NL:RBDHA:2022:8625 (GIB tegen Zembla) Zie ook [IEF 20387]. Op 6 februari 2020 heeft het programma Zembla in een tv-uitzending aandacht besteed aan het verondiepingsproject Over de Maas, waarvoor granuliet van het bedrijf Graniet Import Benelux B.V. is gebruikt. De uitzending heeft aandacht gekregen in landelijke en regionale media en tot onrust geleid. Door Zembla is na de uitzending in 2020 op verschillende manieren nadien veelvuldig gepubliceerd over de toepassing van granuliet. Op 7 december 2020 heeft de RvdJ een conclusie genomen in een klachtprocedure aangespannen door GIB en diens klacht gegrond verklaard. BNNVARA heeft daarop aangegeven zich niet te kunnen vinden in de conclusie en heeft besloten de RvdJ niet langer te erkennen. Tevens heeft Zembla aangegeven dat zij geen gehoor zal geven aan het verzoek van GIB over te gaan tot rectificatie. In deze civiele procedure vordert GIB een verklaring voor recht en rectificatie. Zij stelt zich in de eerste plaats op het standpunt dat Zembla door in de televisie-uitzendingen en in andere publicaties meerdere beschuldigingen te uiten die geen steun vinden in het feitenmateriaal onrechtmatig handelt. In de tweede plaats stelt GIB dat Zembla onrechtmatig heeft gehandeld door los van specifieke ongefundeerde beschuldigingen, sinds de uitzending, onvolledig, eenzijdig en tendentieus te berichten over granuliet.

IEF 20935

Gemaakte kosten moeten worden vergoed

Rechtbank Overijssel 17 aug 2022, IEF 20935; ECLI:NL:RBOVE:2022:2385 (X tegen Z), https://ie-forum.nl/artikelen/gemaakte-kosten-moeten-worden-vergoed

Rb. Overijssel 17 augustus 2022, IEF 20935; ECLI:NL:RBOVE:2022:2385 (X tegen Z) X heeft een bedrijf dat gespecialiseerd is in esthetische behandelingen. Y heeft een kapsalon waar zij schoonheidsbehandelingen uitvoert. X en Y hebben 21 november 2020 een overeenkomst gesloten. Partijen zijn in de overeenkomst onder meer overeengekomen dat partijen na zes maanden uit elkaar kunnen gaan en dat exploitant dan de gemaakte kosten van de merkhouder zou vergoeden. X vindt dat Y tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst doordat zij de door X gemaakte kosten niet vergoedt na beëindiging van de overeenkomst. Z meent dat zij de overeenkomst mocht beëindigen vanwege tekortkomingen aan de kant van X. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een franchiseovereenkomst, maar dat (het door Z aangevoerde) artikel 7:914 BW niet tot een tekortkoming leidt. De verplichting uit dit artikel was op het moment van het sluiten van de overeenkomst namelijk nog niet dwingendrechtelijk vereist. Hierdoor is er geen sprake van het sluiten van een overeenkomst in strijd met een dwingende wetsbepaling en kan er dus niet worden vernietigd op grond van artikel 3:40 lid 2 BW.

IEF 20934

Jong IE-borrel op 22 september

Ha mede-Jong IE'er,

Na een zeer geslaagde borrel bij Wildschut in april is het hoog tijd voor weer een Jong IE-borrel! Als jij net als wij in de ban van Jong IE bent, sluiten we de zomer graag met jullie af bij Gollem’s Proeflokaal in Amsterdam-West.

Wie? Alle zich jong voelende IE’ers
Wat? Een borrel, zónder juridische opschepperij c.q. fijnslijperij
Waar?  Overtoom 160-162, Amsterdam
Wanneer? Donderdag 22 september vanaf 18:00 uur

Om te voorkomen dat Charlotte door de Orde geschorst wordt omdat ze te veel contant geld aanneemt, hebben we besloten vanaf nu aan de deur via een QR-code Tikkies van EUR 25 (inflatie…) te innen. Zorg dus dat je mobiel bankieren werkt!

IEF 20932

Verzochte inzage dient geen redelijk doel

Rechtbank Den Haag 12 jul 2022, IEF 20932; ECLI:NL:RBDHA:2022:6786 (SEaB en TWT), https://ie-forum.nl/artikelen/verzochte-inzage-dient-geen-redelijk-doel

Rb. Den Haag 12 juli 2022, IEF 20932; ECLI:NL:RBDHA:2022:6786 (SEaB tegen TWT) SEaB ontwikkelt duurzame verbeteringsoplossingen voor organisch afval. TWT is een onderneming gespecialiseerd in het op duurzame wijze verwerken van afval. SEaB is houdster van verschillende octrooien. SEaB vordert dat de voorzieningenrechter TWT gebiedt inzage te verschaffen in verschillende bescheiden. Zij voert aan dat ze deze bescheiden nodig heeft om aan te kunnen tonen dat in de verplaatsbare installaties (Waste Transformers) verdere pasteurisatie c.q. thermofiele anaerobe vertering plaatsvindt in kleinere tanks. Voor toewijzing van een vordering tot inzage dient aan verschillende vereisten te worden voldaan. Een van die vereisten is dat eiser partij is bij de rechtsbetrekking waarop het bewijsmateriaal ziet. Een verbintenis uit onrechtmatige daad wegens inbreuk op een recht van intellectuele eigendom geldt als een dergelijke rechtsbetrekking.

IEF 20933

Reclame tribute-show Tina Turner mag geen valse indruk wekken

Duitse Gerechten 24 feb 2022, IEF 20933; (Tina Turner tegen producent Tribute Show), https://ie-forum.nl/artikelen/reclame-tribute-show-tina-turner-mag-geen-valse-indruk-wekken

Bundesgerichtshof 24 februari 2022, IEF 20933, IEFbe 3537; I ZR 2/21 (Tina Turner tegen producent tribute-show) Uit het persbericht: Eiseres, die de artiestennaam Tina Turner draagt, is een wereldberoemde zangeres. Verweerder is producent van een show waarin zanger F. optreedt en de grootste hits van eiseres ten gehore brengt. Verweerder adverteerde met posters waarop F. was afgebeeld en waarop de show werd aangekondigd met de woorden "SIMPLY THE BEST - THE tina turner STORY". Eiseres is van mening dat door de overeenkomst tussen F. en haar en genoemde tekst de kijker ervan uitgaat dat zij zelf op de affiches is afgebeeld en betrokken is bij de voorstelling. Eiseres had niet ingestemd met het gebruik van haar beeltenis of haar naam en eist dat de gedaagde met het gebruik stopt.

IEF 20931

Gedaagden hebben geen dwangsommen verbeurd

Rechtbank Rotterdam 17 aug 2022, IEF 20931; ECLI:NL:RBROT:2022:7392 (Eiser tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/gedaagden-hebben-geen-dwangsommen-verbeurd

Rb. Rotterdam 17 augustus 2022, IEF 20931; ECLI:NL:RBROT:2022:7392 (eiser tegen gedaagden) Deze uitspraak gaat over een geschil met betrekking tot een vergoeding voor gebruik van een uitvinding. Eiser heeft in 2010 een nieuwe productie- en bewerkingsmethode uitgevonden voor een substraat op basis van de bast van kokosnoten. Dit substraat wordt Shakti Amla genoemd. Bij vonnis van 17 juni 2020 werden gedaagden onder meer veroordeeld om eiser verscheidene schriftelijke opgaves te verstrekken betreffende het gebruik van de uitvinding, zulks op straffe van een dwangsom. Gedaagden hebben dit gedaan, maar eiser was niet tevreden met de gedane opgave. Eiser vordert in deze zaak onder meer dat gedaagden worden veroordeeld tot betaling van de verbeurde dwangsommen en schriftelijke opgave van verschillende bescheiden. De rechtbank oordeelt dat gedaagden wel degelijk hebben voldaan aan de, op grond van het vonnis van 17 juni 2020, verplichte opgave.

IEF 20930

Verstappen/Picnic. Portretrecht, lookalike en commerciële parodie

Voorpublicatie uit een annotatie van prof. mr. D.J.G. Visser die in het september-nummer in Ars Aequi verschijnt.

Hoge Raad 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:621 (Verstappen/Picnic), [IEF 20670]
“De vraag of een commerciële parodie als de onderhavige nu wel of niet mag, is nog niet beantwoord. Het is duidelijk dat de Advocaat-Generaal neigt naar een positief antwoord: “als uitgangspunt [dient] het persiflerende karakter van het portret zwaarder [te} wegen” (3.29) en (ten aanzien van de OD-grondslag) “(i) profiteren van wat anderen doen, mag in beginsel en (ii) humor heeft een bijzonder, beschermd plekje in ons recht (de exceptio humoris)”.
Of het Haagse Hof evenveel gevoel voor humor heeft als het Amsterdamse Hof en de A-G, en ook van oordeel is dat er geen sprake is van relevante schade, zal moeten blijken. Alle argumenten pro en contra zijn in de conclusie A-G met verwijzing naar rechtspraak en literatuur te vinden".