IEF 22202
26 augustus 2024
Artikel

Entertainment & Recht op 4 september

 
IEF 22200
26 augustus 2024
Uitspraak

Haviltex-criterium in actie: de licentie van Harbour Antibodies ziet alleen op de toepassing van octrooien in muizen

 
IEF 22204
26 augustus 2024
Uitspraak

Onverwachte wending in eerste Amerikaanse rechtszaak over tekst- en datamining voor generatieve AI

 
IEF 7348

Als ex-echtgenoot van de heer Boris Becker

GvEA, 2 december 2008, zaak T-212/07, Harman International Industries, Inc. tegen OHIM / Barbara Becker.

Gemeenschapsmerkenrecht. Familienamen. Oppositieprocedure o.g.v. ouder gemeenschapswoordmerk BECKER tegen anvraag voor gemeenschapswoordmerk Barbara Becker (klasse 9). Gerecht vernietigt de beslissing van het OHIM en wijst de oppositie toe.

“36. Dat Barbara Becker in Duitsland het statuut van een beroemdheid heeft als ex-echtgenoot van de heer Boris Becker, betekent voorts niet dat de conflicterende merken begripsmatig niet overeenstemmen. Het oudere merk BECKER en het merk Barbara Becker verwijzen immers naar dezelfde familienaam Becker. Zij hebben dus een punt van overeenstemming, temeer daar in een deel van de Gemeenschap aan het element „becker” van het aangevraagde merk als familienaam mogelijkerwijs een groter onderscheidend vermogen wordt toegekend dan aan het element „barbara”, dat gewoon een voornaam is. Dienaangaande zij eraan herinnerd dat het relevante publiek een onvolmaakt beeld van de conflicterende merken bijblijft.

37. (…) In casu dient te worden vastgesteld dat het element „becker” zal worden opgevat als een familienaam, die vaak wordt gebruikt ter aanduiding van een persoon. Er dient te worden geoordeeld dat dit element een zelfstandige onderscheidende plaats behoudt in het merk Barbara Becker.

 (…) 40. Wat het verwarringsgevaar betreft, dient eraan te worden herinnerd dat niet wordt betwist dat de door de conflicterende merken aangeduide waren dezelfde of soortgelijk zijn, en dat het merk Barbara Becker en het merk BECKER op visueel, fonetisch en begripsmatig vlak punten van overeenstemming vertonen. Zelfs al zijn de betrokken waren bestemd voor een betrekkelijk oplettend publiek, toch kan dit publiek menen dat deze waren afkomstig zijn van dezelfde onderneming of van economisch verbonden ondernemingen. Derhalve dient te worden vastgesteld dat er gevaar voor verwarring van de conflicterende merken bestaat.

42. Tevens faalt het argument van interveniënte dat de rechtspraak inzake samengestelde merken in casu niet van toepassing is doordat het aangevraagde merk bestaat uit een voornaam en een familienaam. In het geval van merken bestaande uit een persoonsnaam zijn de criteria ter beoordeling van het bestaan van verwarringsgevaar in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 immers bij ontbreken van een andersluidende bepaling in deze verordening dezelfde als die welke gelden voor de andere categorieën van merken. Aldus kan een teken dat de voornaam en de familienaam van een natuurlijke persoon bevat, niet als gemeenschapsmerk worden ingeschreven indien het in strijd is met een relatieve weigeringsgrond voor inschrijving na oppositie door de houder van een ouder merk."

Lees het arrest hier.

IEF 7347

Stroomlijning betaling van auteursrechten

Kamerstukken II 2008/09, 29515, nr. 272. Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Brief minister met het Werkprogramma regeldruk bedrijven ministerie van Economische Zaken, 2007-2011

Inmiddels is gebleken dat VNO-NCW en MKB-Nederland één factuur niet als het ultieme doel zien, maar vooral voorstander zijn van meer transparantie, toezicht en kostenbeheersing en van meer stroomlijning van de incasso. De CBO’s werken aan versterking van de transparantie en waar mogelijk door bundeling van de incasso. Invoering van één factuur wordt door hen als complex en overbodig gezien.

Vanuit dit oogpunt hebben VNO-NCW, MKB-Nederland en vertegenwoordigers van de CBO’s in overleg met de staatssecretaris van Economische Zaken gezamenlijk een actieplan opgesteld. Dit plan is in oktober 2008 afgerond en inmiddels aan de Kamer gestuurd. De hoofdpunten van dit plan zijn: certificering van inningsorganisaties, oprichting van een klachtenloket voor betalende ondernemers, waar mogelijk en gewenst bundeling van rekeningen, verheldering van de tariefgrondslagen (en samenhangend onderzoek naar «betaling per gebruik») en verbeteren van de voorlichting aan betalende ondernemers.

Een werkgroep met daarin ondernemers- en de inningsorganisaties draagt zorg voor de verdere uitwerking van dit plan en het stimuleren van concrete acties. De werkgroep staat onder voorzitterschap van dhr. Marco Pastors en rapporteert in april 2009 aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Justitie.

Lees het hele plan hier.

IEF 7346

IE Surprises

Spoorbundel - Ontspoorbundel

Seizoensgebonden rubriekje: IE-Surprises. De eerste (anonieme) inzending lijkt dé gadget voor IE-juristen die iets te verbergen hebben. Een discreet exemplaar van de Spoorbundel, dat bij nader inzien een heel ander eigen en oorspronkelijk karakter heeft en een ontspoor-stashbox blijkt te herbergen. Ook een IE-surpise ontvangen of gegeven? Mail een foto naar redactie@IEForum.nl.

IEF 7345

Techniek die vrij is of vrij is geworden

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 december 2008, KG ZA 08-1295, Brinkman Tuinbouw Techniek B.V. tegen Besseling & All Techniek B.V.

Slaafse nabootsing. Executiegeschil. Voorgebruik. Vervolg op vzr. Rechtbank Amsterdam, 20 december 2007 (IEF 5437), waarin de voorzieningenrechter oordeelde dat de kasdekreiniger van Brinkman een slaafse nabootsing was van de kasdekreiniger van Besseling.

In het onderhavige kort geding vordert Brinkman de opheffing van  het executoriaal beslag dat Besseling nadien heeft doen leggen en/of de opschorting van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Rechtbank Amsterdam op te schorten.

De vorderingen worden gedeeltelijk toegewezen. De Haagse voorzieningenrechter heeft alleen bevoegdheid voor wat betreft de opheffing (waarbij met het oog op  het belang van eisers alle eisers ontvankelijk zijn) en naar zijn voorlopig oordeel is er een gerede kans dat het Amsterdamse vonnis zal worden vernietigd. “Het is aannemelijk dat de voorzieningenrechter indien zij wetenschap zou hebben gehad van het voorgebruik van de V-vorm in het vonnis van 20 december 2007 tot een ander beslissing zou zijn gekomen.”

“5.11. Hoewel het door Brinkman aangeleverde beeldmateriaal niet uitblinkt door duidelijkheid is in elk geval wel duidelijk dat de in 1989 getoonde kasdekreiniger een frame heeft in de vorm van een omgekeerde V. Dit frame dient de overspanning van het kasdek, verbindt de wielstellen en draagt onder meer de roterende borstels welke de hoofdrol vervullen in het reinigingsproces.

5.12. Besseling heeft niet betwist dat de kasdekreiniger van figuur 4 ouder is dan haar eigen kasdekreiniger. Het is aannemelijk dat de voorzieningenrechter indien zij wetenschap zou hebben gehad van het voorgebruik van de V-vorm in het vonnis van 20 december 2007 tot een ander beslissing zou zijn gekomen.

5.13. Daar komt bij dat bij slaafse nabootsing om te beginnen moet zijn voldaan aan het vereiste van onderscheidend vermogen. Bij een hoofdzakelijk industrieel product als een kasdekreiniger is het onderscheidend vermogen – als het dat al heeft – niet gelegen in de gekozen en gevonden technische oplossingen van technische problemen. Dat betekent dat van de constructeur ook niet behoeft te worden verwacht dat hij afziet van bepaalde technische oplossingen om te voorkomen dat hij in de val van de slaafse nabootsing loopt. Hij behoeft geen andere weg in te gaan omdat de bescherming van vormgeving door inroepen van het leerstuk van de slaafse nabootsing er niet toe kan leiden dat alsnog techniek, die vrij is of vrij is geworden, wordt gemonopoliseerd.

5.14. De keuze voor een frame in omgekeerde V-vorm is een technische oplossing voor het probleem om op stevige maar ook gewichtbesparende wijze de afzonderlijke onderdelen van een kasdekreiniger met elkaar te verbinden en deze te dragen. Voor dat probleem bestaan meerdere oplossingen, ter zitting zijn voorgesteld een rechthoekig frame of een gebogen frame, maar de constructeur is vrij in zijn keuze.

5.15. Bij deze stand van zaken maakt Besseling misbruik van haar bevoegdheid door de tenuitvoerlegging van het vonnis van 20 december 2007 voort te zetten. Het sub 1 gevorderde zal worden toegewezen op de wijze als hieronder verwoord.

(…) 5.17. Gelet op de gedeeltelijke onbevoegdheid ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7344

Een paar kiekjes ging die zij kon publiceren

Obsession Magazine oktober 2008Rechtbank Amsterdam. 26 november 2008, HA ZA 08-215, Neijhorst tegen Damsko Sociaal Cultureel Centrum (met dank aan Emilie Flohil, Intellectueel Eigendom Advocaten)

Auteursrecht. Uitgever van het tijdschrift  Obsession Magazine plaatst zonder toestemming van eiser een door eiser gemaakte foto op de omslag van het oktobernummer en op meerdere andere plaatsen in het blad. Eiser heeft weliswaar een overeenkomst met het afgebeelde model (Tiney) voor promotiedoeleinden, maar de publicatie van de foto op de cover betreft naar het oordeel van de rechter niet de promotie van het model. Eiser is verder niet gekend in de publicatie en aangezien gedaagde ook geen enkel onderzoek heeft verricht naar de auteursrechthebbende van de foto kan de inbreuk aan gedaagde worden toegerekend.1019h proceskosten worden gematigd, nu zaken als dagvaarding en pleitnota naar het oordeel van de rechter teveel tijd in beslag hebben genomen:  €4336,44.

“4.5. De rechtbank overweegt het volgende. Damsko zelf heeft ter comparitie verklaard dat Tiney haar heeft gezegd dat de foto was gemaakt door Neijhorst. Of de naam van Neijhorst (ook) op de aangeleverde foto was vermeld, kan dan ook in het midden blijven. Het had dan ook op de weg van Damsko gelegen nader onderzoek te doen naar liet bestaan van een auteursrecht aan de zijde van Neijhorst. Dat Damsko, zoals zij eveneens ter comparitie heeft verklaard, er vanuit ging dat het om een paar kiekjes ging die zij kon publiceren, komt voor haar risico. Dat Tiney (althans volgens Dainsko) heeft gezegd dat Neijhorst de vriend was van haar zus, maakt het voorgaande niet anders. Damsko heeft geen enkel onderzoek verricht naar de auteursrechthebbende van de foto. De inbreuk op het auteursrecht is aan Dainkso toe te rekenen en zij is aansprakelijk voor de door Neijhorst als gevolg van die inbreuk geleden schade. De overig aangevoerde stellingen van partijen ter zake van de inbreuk op het auteursrecht behoeven geen behandeling meer.”

lees het vonnis hier.

IEF 7343

Publieksprijs IDFA voor IE-documentaire

Filmposter RIP A Remix MAnifestoWinnaar Publieksprijs (Dioraphte Audience Award) Amsterdams documentairefestival IDFA: RiP - A Remix Manifesto (Canada) van Brett Gaylor.

“Filmisch betoog over waarom het onzinnig is iedereen strafbaar te stellen die bestaande muziek of andere producten gebruikt om er iets nieuws mee te creëren. Regisseur Gaylors zoektocht naar de mazen in de wet, de inkomsten van machthebbers en consequenties voor musici en wetenschappers, leveren zowel schokkende als hilarische antwoorden op.” 
 
De Dioraphte Audience Award bedraagt € 5.000. Het IDFA is inmiddels afgelopen, meer info en trailer hier

IEF 7342

Een volgende (ingrijpender) wijziging van het BVIE

Verslag van de eerste bijeenkomst van de Beneluxraad voor de Intellectuele Eigendom (Beneluxraad), 7 november 2008.

“Dat in de PIC (een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers van de lidstaten, het Secretariaat-Generaal van de Benelux en het Bureau, die wetgeving voorbereidt) momenteel de laatste hand wordt gelegd aan een protocol dat enkele (kleine) wijzigingen van het BVIE bevat, maar dat er ook al besprekingen gaande zijn over een volgende (ingrijpender) wijziging van het BVIE. Het Bureau is bezig een integraal document op te stellen, waarin alle mogelijke wijzigingen worden opgesomd en onderzocht. Enkele voorbeelden:

- De mogelijke aanstelling van het Benelux-Gerechtshof als bevoegde rechter voor beroepen tegen beslissingen van het Bureau. Hierover bestaan twee aanbevelingen van het Beneluxparlement en wordt binnenkort antwoord van het Comité van Ministers verwacht. De urgentie van dit onderwerp wordt verhoogd door de grote verschillen tussen Belgische en Nederlandse rechtspraak die de afgelopen jaren alleen maar groter zijn geworden. Voor dit onderwerp zou eventueel een deskundige in de zin van artikel 3 sub d van het reglement Beneluxraad kunnen worden uitgenodigd, die (een deel van de) vergadering bijwoont om het standpunt van het Benelux-Gerechtshof toe te lichten.

- De mogelijke instelling van een nietigheidsprocedure bij het Bureau.

Uiteraard zijn dit onderwerpen waarover de Beneluxraad om advies zal worden gevraagd. Het Bureau zal voor de volgende vergadering de nodige documentatie voorbereiden.

Lees hier meer. 

IEF 7341

Met de armen uitgespreid

Johian Cruijff, WK 1974. Foto Guus de JongRechtbank Haarlem, sector kanton, 19 november 2008, LJN: BG5139,  Eiser 1 (Sportsphotography) eiser 2 & Stichting Swordstone  tegen gedaagde.

Auteursrecht. Cruijff-zaak (wellicht is het ondertussen eens tijd voor een artikel/boekje over Johan Cruijff en het Intellectueel Eigendomsecht?). Eiser 1 (Guus de Jong) is beroepsfotograaf en exploiteert een beeldarchief (Swordstone) van door hem gemaakte foto’s. Gedaagde heeft op zijn website een door eiser gemaakte foto van Johan Cruijff (in een voor de voetballer typerende houding, met de armen uitgespreid, tijdens een wedstrijd van het Nederlands elftal, de finale van het WK van 1974) geplaatst, zonder toestemming van eiser en zonder vermelding van de naam van eiser. Gedaagde heeft de foto ook bewerkt. Gedaagde heeft daarmee inbreuk gemaakt op het auteursrecht van eiser en wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding en tot plaatsing van een tekst op zijn website.

Zaak wordt gesplitst in kantongedeelte en niet-kantongedeelte. Alleen in kantongedeelte wordt uitspraak gedaan, voor het overige wordt de zaak doorverwezen naar de sector civiel. 

Kantonrechter / sector civiel:  “2.  Eiser 2 en Swordstone vorderen onder meer dat gedaagde gelast wordt een door de kantonrechter te bepalen tekst te publiceren en dat gedaagde verboden wordt zich publiekelijk op smadelijke en /of beledigende wijze over hen uit te laten, zo mogelijk gekoppeld aan een dwangsom. Dit zijn naar het oordeel van de kantonrechter vorderingen van onbepaalde waarde, waarbij geen duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dan € 5.000,00, zodat de sector civiel van deze rechtbank bevoegd is. Dat eiser 2 en Swordstone hun vordering in de dagvaarding hadden beperkt tot de somma van € 5.000,00 doet aan dit oordeel niet af.

3.  De vorderingen van eiser 1 enerzijds en eiser 2 en Swordstone anderzijds staan niet in direct verband met elkaar. De vordering van eiser 1 is deels van een bepaalde waarde en deels van onbepaalde waarde. Er zijn aanwijzingen dat de vordering van eiser 1 tot publicatie van het oordeel van de kantonrechter in dezen over de gestelde inbreuk de waarde van € 5.000,00 niet overstijgt, mede gelet op de bedragen die eiser 1 vordert vanwege de gestelde inbreuk. Ter zake van die vorderingen is de kantonrechter van oordeel dat zij bevoegd is daarvan kennis te nemen.”

Auteursrecht & inbreuk: “4.  gedaagde heeft aanvankelijk betwist maar ter zitting erkend dat hij inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van eiser 1. Hij heeft onvoldoende gemotiveerd de stelling van eiser 1 betwist dat via het ANP of De Telegraaf eenvoudig de rechthebbende op de foto had kunnen achterhalen. Zo hij dat al mocht hebben gedaan, hij heeft daar niet naar gehandeld maar zonder meer die foto gebruikt. Hij heeft erkend dat die foto deel heeft uitgemaakt van een publicatie van hem op zijn website van 25 april 2007. Dat die foto ook na de dagvaarding op die site door gedaagde is gepubliceerd heeft gedaagde niet betwist. Daarmee staat vast dat hij tweemaal de foto heeft gepubliceerd en dat hij daarvoor geen toestemming had gevraagd. Ook is de naam van de fotograaf daarbij niet vermeld en de foto is bewerkt; de zijkanten en bovenkant zijn ingekort. Ook deze inbreuken staan daarmee vast.

5.  eiser 1 heeft er een gerechtvaardigd belang bij dat dit oordeel via hetzelfde kanaal wordt gepubliceerd als waarvoor/waarmee de inbreuk heeft plaatsgevonden. In zoverre is de vordering sub ii ten aanzien van eiser 1 toewijsbaar.

Schadevergoeding: “7.  Naar het oordeel van de kantonrechter is gedaagde eiser 1 in ieder geval het bedrag van het honorarium verschuldigd dat eiser 1 als beroepsfotograaf had kunnen ontvangen als gedaagde zich wel aan de regels had gehouden en toestemming had gevraagd. gedaagde heeft niet gemotiveerd betwist dat het gebruikelijke, niet onredelijke honorarium van eiser 1 € 240,00 per licentie/publicatie bedraagt. Niet alleen heeft gedaagde de foto zonder toestemming van eiser 1 gebruikt, eiser 1 moest ook nog eens zelf achterhalen dat zijn foto was gebruikt, naar later is gebleken door een publicist die naar eigen zeggen bekend is op het gebied van auteursrecht. Deze inbreuk op het auteursrecht rechtvaardigt een hogere schadeloosstelling dan enkel dat honorarium dat eiser 1 bij regulier gebruik van zijn foto zou hebben ontvangen. De kantonrechter is van oordeel dat daarom een vergoeding van € 480,00 per publicatie billijk is, zodat een bedrag van € 960,00 daarvoor toewijsbaar is.

Naamsvermelding: 8.  Verder is het feit dat gedaagde de naam van eiser 1 niet heeft vermeld bij de foto een schadevergrotende omstandigheid. Zoals gedaagde zelf tijdens deze procedure heeft betoogd, meende hij aanvankelijk dat hij uit feit, dat die foto wel vaker zonder de naam van de maker wordt gepubliceerd, mocht concluderen dat het gebruik op die wijze legitiem was. Met zijn handelen heeft hij mogelijkerwijs bij anderen ook die –onjuiste- indruk gewekt en eiser 1 daarmee mogelijk verdere schade berokkend. Ook daarvoor wordt € 480,00 toegewezen.

Verminking: 9.  Tot slot heeft gedaagde het werk van eiser 1 ook nog eens verminkt/aangetast weergegeven. eiser 1 heeft het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van zijn foto die nadeel zou kunnen toebrengen aan zijn eer of naam. eiser 1 heeft onbetwist gesteld dat de compositie van de foto voor een zeer belangrijk deel de kwaliteit daarvan bepaalt en dat deze verminking hem nadeel toebrengt. De kantonrechter is van oordeel dat voor deze inbreuk eiser 1 een vergoeding van € 480,00 toekomt.

Proceskosten: 12 (…) Gelet op het bepaalde in artikel 1019 h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt gedaagde veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten. Voor salaris heeft de gemachtigde van eiser 1 € 1.441,39 begroot, maar dat salaris is volgens de processtukken deels voor de vorderingen eiser 2 en Swordstone, waarin vandaag geen eindoordeel wordt gegeven. Aan salaris voor de gemachtigde van eiser 1 acht de kantonrechter 10 uur à € 113,05 is € 1.130,50 toewijsbaar.
 
 Lees het vonnis hier.

IEF 7340

In memoriam Sir Hugh Laddie

Sir Hugh LaddieJeremy Phillips bericht: " The IPKat is deeply saddened to record the death of his friend Sir Hugh Laddie, who was laid to rest at mid-day today in Cheshunt Cemetery, to the north of London. Hugh had been ill for some time, though he continued to participate in IP affairs the month of his death, chairing the stellar Patent Enforcement Seminar that owed so much to his inspiration and efforts.

(...) Hugh's contributions to the intellectual property community, both in the UK and beyond, were immeasurable. As a co-author (with Peter Prescott and Mary Vitoria) of the much-loved, indeed much-cited, Modern Law of Copyright and Designs, he raised the bar for subsequent IP practitioners' texts with his perceptive and often pungent comments and his preparedness to come off the fence and give a gloriously honest opinion. His references of preliminary questions to the European Court of Justice demonstrated, among other things, how effectively he could construct a set of questions in order to sharpen the minds of jurists in Luxembourg (as in Zino Davidoff v A&G) and how boldly (in Arsenal v Reed) he could resist their responses when it seemed to them that the senior European court had usurped his own judicial functions as a trial judge. His contributions to patent law jurisprudence would fill a book by themselves.

Lees hier verder.

IEF 7339

Ook voor IE-procedures van groot belang

"Op Vrijdag 12 December organiseert de Universiteit Leiden een studiedag over de ‘Inbedding van Europese procesrechtelijke instrumenten in het Nederlandse procesrecht’. 

Voor de IE-procespraktijk bevat met name de middagsessie interessante onderwerpen (vanaf 13:45). Zo spreekt Mr. Alexander Tsoutsanis (advocaat te Amsterdam en universitair docent aan de Universiteit Leiden) over de IE-handhavingsrichtlijn in Nederland. Ook gaat Prof. Mr. Martijn Polak (advocaat te Amsterdam en hoogleraar IPR aan de Universiteit Leiden) in op de praktische gevolgen van de (recent herziene) Betekeningsverordening, welke verordening natuurlijk ook voor IE-procedures van groot belang is."

De studiedag is interessant voor iedereen die zich bezighoudt met aspecten van inbedding van supranationaal (proces-)recht in de nationale rechtsorde, zoals wetgevingsdeskundigen, rechters, officieren van justitie, advocaten, gerechtsdeurwaarders en academici. De voordrachten zullen te zijner tijd worden gebundeld in een uitgave in de Meijersreeks.

Datum: 12 december 2008
Locatie: Kamerlingh Onnes Gebouw, zaal C020
Tijd: 09.00-16.30 uur.
Kosten: 75 Euro inclusief lunch. Deelname is gratis voor studenten en medewerkers van de faculteit.

Klik hier voor het programma. Mocht u interesse hebben dan kunt u zich uiterlijk 5 december 2008 hier aanmelden.

Voor de dag zullen 5 PO-punten worden toegekend.