IEF 22210
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (III)

 
IEF 22209
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (II)

 
IEF 22208
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (I)

 
IEF 18334

HR 1998-arrest Kruidvat-Lancôme

Hoge Raad , IEF 18334; ECLI:NL:HR:1998:ZC2553 (Kruidvat tegen Lancôme e.a.), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-1998-arrest-kruidvat-lanc-me

HR 23 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2553 (Kruidvat tegen Lancôme e.a.) Archiefmateriaal. Klassieker. Niet te verwarren met IEF 2664 (Kruidvat tegen Lancôme) Levert het opnieuw ompakken van merkproducten – parfums en schoonheidsproducten – inbreuk op het merkrecht op?

IEF 7784

Stichting BREIN vs.M

Amsterdam District Court, Judgement in the Interlocutory Proceedings of 24 January 2008, Case Number / Cause-List Number: 384773 / KG ZA 07-2249 P/TF, (the Foundation) Stichting Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland (Brein) versus M.

M. is the proprietor and administrator of the website www.ShareConnector.com. Visitors to ShareConnector could download the works referred to under 2.3. onto their computer in digital form through the website, using the eDonkey network.

“4.3 ShareConnector itself does not have any files at its disposal and also, therefore, cannot offer these files. M. – be this by himself or with other people – selects and indexes the files which are made available through the eDonkey network and then makes these selected files accessible through the eDonkey peer-to-peer network. It follows that M. does not publish these files himself. The fact that he facilitates third-party publication through ShareConnector does nothing to alter this. Any infringement of the Copyright Act and/or the Neighbouring Rights Act by M. has consequently not been proven.

 

(…) 4.5. The following circumstances are relevant here. The sole purpose of the website is to select files, from the cluttered range of unauthorised publications on the net, whose content has been confirmed as being correct and virus free. The users are then offered the possibility of downloading the files thus selected – conveniently subdivided into categories – by using the eDonkey network. M. is aware that approx. 95% of the files selected by him and his colleagues were published without the permission of the entitled parties. His website, therefore, systematically and structurally facilitates the downloading of files which have only been made available by infringing the rights of others. M. does not generate any revenue with this. It is only a hobby. It is, for the time being, sufficiently plausible that the interested parties are suffering damage because of the availability of unauthorised files on the Internet. Being of structural and systematic assistance to the practise of infringement – purely as a hobby and without regard for the interests of the entitled parties – is contrary to the due care which M. should exercise in his social and economic life and is consequently wrongful vis-à-vis the entitled parties whose interests are represented by BREIN.”

 

Read the entire judgement here (translation made available by Stichting Brein).

IEF 5423

Warm Eten

zaal kopie.JPGHet kan nog. Warm eten met zo´n honderd IE-advocaten, rechters, merkgemachtigden, bedrijfsjuristen, octrooigemachtigden, ambtenaren en hoogleraren. Die honderd IE-ers hebben zich al aangemeld, maar er zijn nog wat stoelen over in de Industrieele Groote Club op donderdag 31 januari a.s.

Vijf gangen in een IE umfeld om de vingers bij af te likken. Dranken en spijzen voor lichaam en geest onder leiding van avondvoorzitter mr. E.J. Numann, raadsheer in de Hoge Raad. De meeste leden van het Comité van Aanbeveling van IEForum.nl (17 hoogleraren en andere IE eminenties) dineren mee en een aantal van hen zal een korte tafelspeech houden.

Het programma luidt als volgt: 18.00 – 19.00 uur: Aperitief in de Clubzaal, 19.00 – 21.30 uur: Diner in de Groote zaal, 21.30 – 22.30 uur: Koffie in de Clubzaal.

Mee-eten kost € 165,00, waarvan € 45,00 van besteed zal worden aan het digitaliseren van een nog analoge IE bron. Welke bron dit wordt, zal worden bepaald in overleg met de voorzitters van VvA, VIE en de redactie en het Comite van Aanbeveling van IEForum.nl.

N.B: Eén van de huisregels van De Industrieele Groote Club is de kledingcode: colbert & stropdas voor de heren. Voor de dames: gepaste kleding; Jeans worden niet op prijs gesteld.

U kunt uw zich per email opgeven bij Claudia Zuidema, uitgeverij deLex. Het aantal plaatsen is beperkt. Bekijk de locatie (De Dam, Amsterdam) hier.

IEF 5422

Een vermoeden

Kamervragen met antwoord, nr. 965, Tweede Kamer. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de staatssecretaris van Financiën en minister van Justitie over de doorgifte van NAW-gegevens door de douane aan private organisaties. (Ingezonden 13 november 2007). O.a:

"Vraag: Deelt u de mening dat bij het doorgeven van NAW-gegevens door de douane een afweging van proportionaliteit en subsidiariteit dient plaats te vinden? Zo neen, waarom niet? Toetst de douane voldoende of aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan bij het doorgeven van NAW-gegevens van particulieren, niet zijnde handelaren? Zo ja, waarop baseert u dit? Zo neen, welke maatregelen gaat u treffen dat dit in de toekomst wel in voldoende mate zal gebeuren?

Antwoord: Zoals blijkt uit het antwoord op vragen 3 en 4, dient de Douane volgens de Verordening alleen na te gaan of er een vermoeden van inbreuk is en vervolgens (artikel 4, eerste lid, van de Verordening) of er voldoende aanwijzingen zijn van de inbreuk. Vervolgens moet de Douane de houder van het intellectuele-eigendomsrecht informeren. De Douane heeft krachtens de Verordening geen verder gaande bevoegdheden om proportionaliteit en subsidiariteit af te wegen. Dat is ook geen taak voor een uitvoeringsinstantie als de Douane, maar een taak voor de civiele rechter."

 

Lees alle vragen en antwoorden hier

IEF 5421

Regeldruk

Kamerstukken II, 29515, nr. 226, Tweede Kamer. Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Brief staatssecretarissen met reacties op acht moties uit VAO over aanpak regeldruk-bedrijven

Auteursrechten; de motie Smeets, Van der Burg (Handelingen TK 2007–2008, 29 515, nr. 219).

Op 20 december 2007 hebben de ministers van Justitie, Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een brief aan uw kamer gezonden, waarin de ontwikkelingen en het beleid van dit kabinet op het brede terrein van auteurs- en naburige rechten uiteen wordt gezet. Daarin is ook ingegaan op de verzoeken uit de motie, ten aanzien van de voortgang in de stroomlijning van de inning van vergoedingen. Op het (eerste) verzoek uit de motie om te komen tot één inningsorganisatie voor auteursrechten is al schriftelijk gereageerd door het kabinet, namelijk bij het antwoord van de minister van Economische Zaken op 26 oktober jl. n.a.v. motie 28 van kamerlid Aptroot.

De wijziging van de Wet toezicht collectief beheer, waarin de verbreding van het toezicht zal worden geregeld, zal naar verwachting komend voorjaar worden ingediend en is op dit moment onderwerp van consultatie. In dit voorstel zal het toezicht op de collectieve beheersorganisaties sterk
worden verbeterd. Ook wordt de grondslag geboden om bij AMvB tot een stroomlijning van de organisaties en hun activiteiten te komen (als zelfregulering faalt). Overigens is al bekend dat Buma Stemra en Sena binnenkort beginnen met de introductie van één factuur, zoals ook gemeld in de brief van 12 november jl. van de minister van Justitie aan uw Kamer (nr. Just 070776).

Lees de brief hier

IEF 5420

Helbach Stichting

helbach.JPGEind 2006 is de Prof. Mr. E.A. van Nieuwenhoven Helbach Stichting opgericht op initiatief van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom en de Stichting Bijzondere Leerstoel IE Utrecht en sinds medio 2007 beschikt deze stichting over middelen om haar doelstelling te kunnen gaan invullen.

Deze stichting heeft ten doel het bevorderen van innoverend wetenschappelijk onderzoek en onderwijs van, respectievelijk over vraagstukken met betrekking tot het intellectuele eigendomsrecht in de ruimste zin van het woord. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door het ontwikkelen en stimuleren van initiatieven, projecten en publicaties die verband houden met de studie van, het wetenschappelijk onderzoek naar en het onderwijs in alle aspecten van het intellectuele eigendomsrecht, alsmede het verlenen van financiële steun aan een en ander.

Het bestuur van de Prof. Mr. E.A. van Nieuwenhoven Helbach Stichting bestaat uit prof. mr J.J. Brinkhof,  prof. mr Ch.E.F.M. Gielen (voorzitter), prof. mr F.W. Grosheide, prof. mr W.A. Hoyng, prof. mr C.J.J.C. van Nispen, drs. P.C. Schalkwijk (penningmeester) en prof. mr. D.J.G. Visser (secretaris).

Reglement terzake van (verzoeken om) financiële ondersteuning bij de Helbach stichting:

- Voor alle projecten die binnen de doelstelling van de Stichting vallen kan een verzoek om financiële ondersteuning worden ingediend.
- Verzoeken zullen alleen in behandeling worden genomen indien ze worden ondersteund door een IE-hoogleraar aan één van de universiteiten.
- Verzoeken komen slechts in aanmerking voor financiële ondersteuning indien niet elders (vrijwel) gehele financiering mogelijk is.
- Financiële ondersteuning bedraagt in beginsel maximaal éénmalig € 10.000,- per project.

Een ieder die een verzoek heeft om financiële ondersteuning binnen deze voorwaarden wordt opgeroepen een aanvraag in te dienen. Aanvragen voor subsidie kunnen per email worden ingediend bij de secretaris, dirk.visser@kmvs.nl

IEF 5419

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 10 januari 2008, KG ZA 07-2166 OdC/MV, ACS Filtertechniek tegen Group Air Cooling Services B.V.(met dank aan Annelies van Zoest, GoversVanZoest). 

“4.7 Group Air Cooling Services zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Hierbij worden de volledige kosten als bedoeld in artikel 1019h Rv toegewezen, aangezien hier sprake is van inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van ACS, Aan het verweer dat het hier een andersoortig geschil betreft, te weten een geschil over een vaststellingsovereenkomst, zal worden voorbijgegaan aangezien de kern van die overeenkomst bestaat uit bescherming van de intellectuele eigendomsrechten van ACS.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 22 januari 2008, KG ZA 07-2504 OdC/BB, Amstel Brouwerij B.V., Heineken Nederland B.V. tegen One and Only Productions B.V. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

“4.2. Amstel c.s. wordt gevolgd in haar standpunt dat uit dit artikel volgt dat in het geval Amstel c.s. haar right of first refusal niet wenst uit te oefenen, en zij dus niet wenst deel te nemen aan een ander door One and Only te organiseren evenement, One and Only voor het evenement geen gebruik mag maken van de merken van Amstel. De door One and Only aan dit artikel gegeven interpretatie dat de passage (NB: onder een gewijzigde naam in verband met de rechten van Amstel op het merk Amstel en de rechten van Amstel op het woordmerk “De Vrienden Van Amstel LIVE!”) uitsluitend betrekking heeft op 'een soortgelijk  evenement' en niet op 'hetzelfde evenement' komt de voorzieningenrechter niet aannemelijk voor.”

Lees het vonnis hier

IEF 5418

Fusie

aomb.gifPer 1 februari 2008 zal Merkenbureau Markube in Arnhem haar naam wijzigen in Algemeen Otrooi- en Merkenbureau, kortweg AOMB. Dit al met gevolg van de fusie die eerder op 1 januari 2007 plaatsvond tussen Markube en AOMB.

Mr. Anne G.T.M. Laarman en drs. Marijke Van kan zijn toegetreden tot de directie van AOMB en daar verantwoordelijk voor de merkenafdeling binnen AOMB.

IEF 5417

Noot van Koelman

Kamiel Koelman (Bousie): Noot bij Vzr. Rb. Amsterdam 1 november 2007 (Willem Alexander / Vereniging Martijn). Eerder gepubliceerd in Mediaforum 2008, p. 36-37.

Tot slot: als een forumhouder zich inderdaad direct kan beroepen op artikel 6:196c BW en de daaraan ten grondslag liggende Richtlijn elektronische handel, had de rechter dan op grond van het verbod om een monitorplicht op te leggen van artikel 15 lid 1 van die richtlijn, niet mogen aannemen dat de forumbeheerder onrechtmatig handelde door na te laten zijn forum te scannen op foto’s van kinderen? Het antwoord luidt ontkennend. In de overwegingen bij de richtlijn wordt het verbod om een onderzoeksplicht op te leggen, gerelativeerd. De Hoge Raad maakt daaruit op dat met de richtlijn: ‘geen afbreuk [wordt gedaan] aan de mogelijkheid dat de nationale rechter die maatregelen treft die van [partijen die zich op de aansprakelijkheidsuitsluitingsgronden kunnen beroepen] redelijkerwijs kunnen worden verlangd in verband met op hen rustende zorgvuldigheidsverplichtingen om onwettige activiteiten op te sporen en te voorkomen.’

Lees de gehele noot hier.

IEF 5416

In de publieke uitrustzone

pc.JPGHvJ EG, 17 januari 2008, conclusie A-G Sharpston in zaak C 456/06, Peek & Cloppenburg KG tegen Cassina SpA

Voostel voor antwoorden op Duitse prejudiciële vragen over de auteursrechtrichtlijn. De zaak heeft betrekking op meubels die op het relevante tijdstip geen auteursrechtelijke bescherming genoten in Italië, waar zij waren geproduceerd en waar zij door Peek & Cloppenburg KG waren verkregen. Een dergelijke bescherming bestond echter wel in Duitsland, waar Peek het meubilair “voor tijdelijk gebruik beschikbaar stelde in de publieke uitrustzone van een van haar winkels en tentoonstelde in de etalage van een andere winkel”.

Het HvJ EG wordt verzocht te beoordelen of een dergelijk gebruik van de betrokken meubels moet worden beschouwd als „distributie onder het publiek door verkoop of anderszins” in de zin van artikel 4, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn. Zo ja, wordt het Hof gevraagd of de uitoefening van dat recht in de omstandigheden van de onderhavige zaak in overeenstemming is met artikel 28 EG. A-G Sharpston maakt een onderscheid tussen stoffelijke en onstoffelijke werken en concludeert dat het louter etaleren of aanbieden van een auteursrechtelijk beschermde tijdelijke rustplek geen distributie onder het publiek is.

“35. Indien artikel 4, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn zo wordt uitgelegd dat „distributie onder het publiek” ook het beschikbaar stellen van beschermde goederen voor tijdelijk gebruik omvat, hetgeen zou betekenen dat de rechthebbende een dergelijk gebruik kan verbieden, zou het vrije verkeer van goederen kunnen worden beperkt. Overeenkomstig artikel 30 EG kan een dergelijke beperking gerechtvaardigd zijn op grond van onder meer de bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Het is echter vaste rechtspraak dat een afwijking om deze reden slechts is toegestaan voor zover zij gerechtvaardigd is ter bescherming van de rechten die het specifieke voorwerp van die eigendom vormen.

36. De door verzoekster en de Poolse regering bepleite ruime uitlegging van artikel 4, lid 1, zou derhalve slechts met artikel 30 EG stroken indien de uitoefening van het distributierecht van het aldus uitgelegde artikel 4, lid 1, het specifieke voorwerp van het auteursrecht beschermt. Zoals de Commissie aanvoert, heeft het Hof zich bij de beoordeling van de rechtmatigheid van afwijkingen van het vrije verkeer van goederen om redenen van auteursbescherming geconcentreerd op de vraag of een vermeend inbreukmakend gedrag een commercieel karakter had en inkomsten genereerde die aan de rechthebbende werden onthouden. Het vermeende inbreukmakende gedrag in gevallen als het onderhavige is daarentegen duidelijk van heel andere aard. Het is voor mij verre van evident dat de rechten die het specifieke voorwerp van het auteursrecht vormen, worden beschermd wanneer een rechthebbende in dergelijke omstandigheden een persoon die de beschermde goederen rechtmatig in een andere lidstaat heeft gekocht, zou mogen beletten die goederen voor tijdelijk gebruik ter beschikking van het publiek te stellen.

38. Verzoekster stelt dat indien het Hof het uit artikel 4, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn voortvloeiende distributierecht enger zou uitleggen dan het distributierecht in de voornoemde gevallen, die betrekking hadden op de intellectuele eigendom van onstoffelijke objecten zoals muziek, dergelijke werken veel beter zouden worden beschermd dan stoffelijke werken, hetgeen ongerechtvaardigd zou zijn. Maar zelfs al was dat het geval, acht ik dit geen geschikt argument voor een ruime lezing van artikel 4, lid 1. Onstoffelijke werken worden per definitie op andere wijze verspreid dan stoffelijke. Juist daarom hebben eerst het Hof in zijn vaste rechtspraak en vervolgens de communautaire wetgever in de richtlijn inzake het verhuur- en het uitleenrecht de auteursrechtelijke bescherming van onstoffelijke werken uitgebreid.

45. Aangezien ik van mening ben dat beide delen van de eerste vraag ontkennend moeten worden beantwoord, zal ik geen antwoord op de tweede vraag voorstellen.

“56. In het licht van het voorgaande geef ik het Hof in overweging de vragen van het Bundesgerichtshof als volgt te beantwoorden:

„Er is geen sprake van distributie onder het publiek, door verkoop of anderszins, in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, wanneer auteursrechtelijk beschermde meubels ofwel beschikbaar worden gesteld voor tijdelijk gebruik door derden zonder dat deze derden het recht hebben over deze meubels te beschikken, dan wel in de etalage van een winkel tentoon worden gesteld zonder dat het publiek de mogelijkheid heeft ze te gebruiken of te verkrijgen.”

Lees de conclusie hier.