IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 3393

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 1 februari 2007, 01/664. Välinge Innovation AB & Alloc AS tegen Unilin Beheer B.V.c.s. (Met dank aan Bas Berghuis van Woortman, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Octrooirecht. Geen inbreuk op octrooi betreffende een vloersysteem met een aantal vloerpanelen, die mechanisch met elkaar zijn verbonden.

Lees het arrest hier.

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 februari 2007, KG ZA 07-71. IPCO B.V, tegen EST Group B.V.

Executiegeschil. Naar voorlopig oordeel is het handelen van IPCO op de beschreven wijze
niet aan te merken als een verboden gebruik van het teken POP&PLUG.

Lees het vonnis hier.

IEF 3392

Meldpunt Proceskostenveroordelingen

Met onmiddellijke ingang geopend: Het Meldpunt Proceskostenveroordelingen (in IE-zaken) afgekort: MP. Alle informatie die op het meldpunt binnen komt zal, zonodig geanonimiseerd, worden behandeld tijdens het debat over ‘handhavingsperikelen’ op het Zeist Symposium op woensdagmiddag 14 maart 2007. Dit betekent dat tijdens dit debat niet alleen gesproken zal worden over beschrijvend beslag, exhibitieplicht en ex parte korte geding, maar met name ook over de proceskostenveroordeling.

Het meldpunt is 24 uur per dag bereikbaar via het special hiervoor gecreëerde emailadres mp@IEForum.nl. Voor al uw klachten, opmerkingen suggesties en signaleringen ter zake van proceskostenveroordelingen in IE -zaken. Berichten aan het meldpunt komen alleen terecht bij een speciaal voor dit doel samengestelde vertrouwenscommissie. Zoals de naam doet vermoeden zal deze commissie alle berichten aan het meldpunt (desgewenst) vertrouwelijk behandelen.

De vertrouwenscommissie achter het Meldpunt Proceskostenveroordelingen bestaat uit: Bas Berghuis van Woortman (Freshfields), Annette Hirschfeld (Howrey) en Dirk Visser (Klos Morel Vos & Schaap).

Iedereen die in de praktijk regelmatig te maken heeft met  proceskostenveroordelingen in IE –zaken wordt nadrukkelijk uitgenodigd om zijn opmerkingen in te zenden aan het meldpunt én om actief deel te nemen aan dit voor de praktijk uiterst belangrijke debat in Zeist (lees het volledige programma hier).

De vertrouwenscommissie.

IEF 3391

Zeker niet uit te sluiten (2)

skyair2.gifHof Amsterdam, 1 februari 2007, KG 192/06 P. GTI German Travel Int GmbH / DTI Dutch Travel Int. B.V. tegen Lastminuteturkije.nl B.V.(Met dank aan Till Kolle, Heitmann von Meding

Alsnog inschrijven Beneluxmerk Sky Airlines na de eerste instatie verandert de zaak in hoger beroep. Gering, maar voldoende onderscheidend vermogen.

GTI en DTI zijn reisorganisaties die gespecialiseerd zijn in reizen naar Turkije. De vluchten zelf worden uitgevoerd door de Turkse chartermaatschappij SKY Airlines, een zusteronderneming die echter geen partij is in dit geding. GTI is sinds februari 2005 voor de Benelux en Polen houder van het Internationale woord- en beeldmerk ‘german sky airlines.’ GTI maakt gebruik van diverse domeinnamen met ‘skyairlines. DTI is houdster van het Benelux woordmerk 'sky airlines'dat op 6 april 2006 is ingeschreven.’Lastminuteturkije.nl heeft in de 2003 de domeinnaam www.skyairlines.nl geregistreerd en gebruikt de domeinnaam als rerouter naar haar hoofdwebsite.

Ten tijde van de rechtbankprocedure was het Beneluxmerk nog niet geregistreerd, waardoor onder meer de rechtbank tot afwijzing van de vorderingen kwam. In hoger beroep heeft de inschrijving inmiddels plaatsgevonden. Het hof komt tot het verlopige oordeel dat er sprake is van verwarringsgevaar ten aanzien van het Benelux merk. Het hof volgt het oordeel van de rechtbank dat verwarringsgevaar tussen www.skyairlines.nl en beeldmerk‘german sky airlines’’ te gering is, omdat veel ondernemingen in deze branche zich bedienen van de, daardoor weinig onderscheidende, combinatie sky en airlines en ook het bestanddeel german in het merk bepaald geen ondergeschikte rol speelt.

Nu het Hof onvoldoende is gebleken dat de rechten op de domeinnaam rusten bij Lastminute 
turkije.nl wijst zij de vorderingen betreffende de registratie af. Het hof vernietigt deels het vonnis in eerste aanleg en wijst de verbodsvordering alsnog toe.

Lees het vonnis hier. Lees het vonnis van Rechtbank Amsterdam in eerste instantie hier.

IEF 3390

Prebiotisch (6)

pb.bmpRechtbank ’s-Gravenhage, 1 februari 2007, KG ZA 06-1198. Kruidvat Retail B.V. tegen Nutricia Nederland B.V.

Misleidende reclame, maar geen spoedeisend belang. Kort geding in aanvulling op lopende (octrooirechtelijke) bodemprocedure.

In de babyvoedingruzie tussen Nutricia en Kruidvat vordert ditmaal Kruidvat in kort geding een verbod voor Nutricia om aanduidingen te gebruiken die de indruk kunnen wekken dat Nutricia’s producten (Nutrilon) zijn goedgekeurd door de Europese Commissie en als enige een prebiotisch mengsel (mogen) bevatten. Kruidvat eist diverse (vergaande) rectificaties. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af wegens gebrek aan spoedeisend belang, ondanks het gegeven dat naar het voorlopige oordeel er wél sprake is van misleidende reclame in de zin van art. 6:194 sub f BW.

Nutricia en Kruidvat brengen babyvoeding op de markt waaraan zogenoemde prebiotische vezelmixen zijn toegevoegd. Voor de liefhebbers: dat zijn koolhydraatmengsels (sacchariden) in een bepaalde verhouding van kortketenige galacto-oligosacchariden (GOS) en al dan niet langketenige fructo-oligosacchariden (FOS). GOS en FOS zijn meervoudige suikers. De producten van Nutricia en Kruidvat verschillen van elkaar qua mengverhouding GOS/FOS en qua componenten van verschillende ketenlengte.

In de periode september 2005 – mei 2006 heeft Nutricia zich in reclame-uitingen met betrekking tot Nutrilon in diverse folders en andere producten onder meer bediend van de volgende tekst:

Let op:De gepatenteerde prebiotische vezelmix van Nutrilon is als enige goedgekeurd door de Europese Commissie!

Op 12 juli 2006 is Kruidvat een bodemprocedure begonnen tegen Nutricia. Inzet van die procedure is zowel de door Kruidvat bepleite nietigheid van het Europese octrooi EP 1 105 002 voor Kohlenhydratmischungen van Nutricia, alsook de beweerdelijk misleidende reclame. In die bodemprocedure vordert Kruidvat onder meer een verbod van het hanteren van dergelijke aanduidingen die de indruk kunnen wekken dat Nutrilon op enigerlei wijze is goedgekeurd door de Europese Commissie, alsmede een aantal rectificaties.

Nutricia heeft in het kader van minnelijk overleg tussen partijen in de aanloop van het onderhavige kort geding aan Kruidvat aangeboden om zich hangende een uitspraak in de aanhangige bodemprocedure omtrent de (on)rechtmatigheid van de bedoelde claims van deze en dergelijke claims te onthouden en daartoe een onthoudingsverklaring te tekenen, versterkt met een in redelijkheid overeen te komen boetebeding. Dit aanbod doet Nutricia ook thans nog onverkort gestand. Kruidvat is daar niet op ingegaan, omdat zij aanspraak maakt op rectificatie, waartoe Nutricia in de gegeven omstandigheden niet bereid is.

De voorzieningenrechter betrekt in zijn oordeel dat ten tijde van de bedoelde reclamecampagne van Nutricia de richtlijn 91/321/EEG (waaraan babyvoeding moet voldoen) van kracht was en thans nog steeds van kracht is. Wijziging van deze richtlijn werd toen al wel verwacht en was in een ver gevorderd stadium. In het kader van die voorziene wijziging is door Nutricia als enige fabrikant onderzoeksmateriaal aangedragen voor de werking en veiligheid van haar specifieke Nutrilon vezelmix. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een nieuwe categorische vrijstelling van een prebiotische vezelmix met een samenstelling als die verwerkt in Nutrilon in de nieuwe richtlijn (2006/141/EG, die van kracht is geworden op 19 januari 2007 en onder meer bepaalt dat de huidige richtlijn op 1 januari 2008 wordt ingetrokken).

De huidige richtlijn en de daarop gebaseerde Warenwetregeling Zuigelingenvoeding kennen een dergelijke categorische vrijstelling niet, zodat GOS/FOS-mengsels onder de vigeur van laatstbedoelde, thans geldende regelgeving alleen zijn toegestaan, indien daarvan op grond van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens is aangetoond dat zij geschikt zijn als specifieke babyvoeding uit de betreffende categorie. Binnen dit kader moeten de gewraakte claims van Nutricia worden beoordeeld.

De voorzieningenrechter neemt voorshands aan dat de claims van Nutricia zijn aan te merken als misleidende reclame in de zin van art. 6:194 sub f BW, maar dat dit evenwel niet betekent dat de vorderingen thans in kort geding kunnen worden toegewezen.

De rechter oordeelt in R.O. 4.7.:

“(…) Immers, Nutricia heeft toegezegd de gewraakte claims niet meer te voeren en doet dat thans ook niet meer en blijft bereid een met een boetebeding versterkte onthoudingsverklaring ter zake van deze en dergelijke claims te tekenen. Daarmee ontvalt naar voorlopig oordeel in de specifieke omstandigheden van het onderhavige geval (spoedeisend) belang bij de gevorderde onthoudingsverboden versterkt met dwangsom. Daar lijkt ook Kruidvat van uit te gaan (vgl. nr. 42 pleitnota mr. Berghuis: Als Nutricia deze toezegging gestand doet, dan lijkt er geen verder belang te zijn bij het handhaven van de vorderingen sub 1 en 2 van de dagvaarding). Het Kort geding is ondanks deze ondubbelzinnige en tot en met de mondelinge behandeling uitdrukkelijk gehandhaafde toezegging van Nutricia naar zeggen van Kruidvat uitsluitend doorgezet om (vergaande) rectificaties te verkrijgen (…).”

Naast het gegeven dat de gewraakte campagne al lange tijd is afgesloten en de door Kruidvat bepleite reclamerechtelijke “nawerking” daarvan van minder gewicht wordt geacht, onder meer door verloop van tijd, meent de voorzieningenrechter “(…) dat Kruidvat (veel) te lang heeft gewacht met het entameren van het onderhavige kort geding (in oktober 2006), nu al in juli 2006 in feite dezelfde bezwaren met overeenkomstige (zij het minder draconische) rectificatievorderingen in een bodemprocedure aan de orde zijn gebracht. Ook toen al moet de gewraakte campagne als (in feite in mei 2006) afgesloten worden beschouwd. Nu desalniettemin toen nog eens drie maanden is gewacht met het vragen van een datum voor kort geding, kan niet worden volstaan met verwijzing naar rechtspraak waarin spoedeisend belang aanwezig werd geacht ondanks het afgesloten zijn van een betreffende campagne, zoals Kruidvat doet (…)” (r.o. 4.9).

Lees het vonnis hier. Lees het arrest van het Hof Den Haag (KG)  in het octrooigeschil tussen Nutrica en Kruidvat hier.

IEF 3389

Zolder (Be)

spz.gifHof van Beroep Antwerpen, 18 december 2006, Gorremans tegen Van der Horst. (Met dank aan Joris Deene, Universiteit van Gent).

Belgische domeinnaamzaak met Nederlands tintje. Domeinnaam als onderscheidend teken m.b.t. Nederlandstalig publiek. Onderscheid registeren te kwader trouw en later gebruik te kwader trouw.

Terzake werd een stakingsvordering met vraag tot overdracht ingesteld door de houdster van de domeinnaam speelzolder.com (de Nederlandse Van Der Horst) tegen de houdster van de domeinnaam speelzolder.be (de Belgische Gorremans). In eerste aanleg kende de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen de vraag tot overdracht toe. Gorremans stelde tegen deze beschikking hoger beroep in doch het hof van beroep bevestigde de beslissing van de eerste rechter.

Op grond van artikel 4 van de wet van 26 juni 2003 betreffende het wederrechtelijk registeren van domeinnamen, kan de wederrechtelijke registratie van een .be-domeinnaam door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg/koophandel vastgesteld worden en de staking ervan bevolen worden. Op grond van artikel 6 kan vervolgens de overdracht van deze domeinnaam bevolen worden.

Hiervoor dienen drie voorwaarden cumulatief te zijn voldaan. Enkel het moment van de registratie van de domeinnaam is van belang bij de beoordeling van het al dan niet vervuld zijn van de voorwaarden. Dit belet volgens het hof van beroep te Antwerpen niet dat er geen rekening mag worden gehouden met het latere gebruik van de domeinnaam ter beoordeling van de toestand op het ogenblik van de registratie. Omzichtigheid dient nochtans geboden aangezien de wet van 26 juni 2003 enkel toestaat om op te treden tegen het registreren ter kwader trouw van een domeinnaam maar niet tegen het latere gebruik ter kwader trouw van een domeinnaam.

1- De registratie van een domeinnaam die gelijk is aan het onderscheidingsteken van een derde of er zodanig mee overeenstemt dat er verwarring kan ontstaan.

Artikel 4, tweede lid bevat een opsomming van beschermde onderscheidende betekenis doch deze opsomming is niet limitatief. Alhoewel als dusdanig niet vermeld in deze opsomming kan ook een bestaande domeinnaam te bestempelen zijn als een onderscheidend teken waarvan de titularis de bescherming van de wet geniet, wanneer de domeinnaam een teken is waarmee de titularis daarvan zich tegenover de doelgroep van zijn activiteiten (terzake Nederlandstalige kinderen) en potentiële zakenpartners (terzake kopers van reclameruimte) onderscheidt van de andere actoren in dezelfde sector. De omstandigheid dat een winstoogmerk ontbeert, doet hieraan geen afbreuk. Speelzolder.be is minstens verwarringstichtend want identiek aan speelzolder.com op de nationaliteitsletters na.

2- Zonder recht of legitiem belang op die domeinnaam

Het behoort aan de benadeelde titularis van een domeinnaam om aannemelijk te maken dat degene die overgegaan is tot de registratie van een identieke of verwarringscheppende domeinnaam, geen rechten of legitieme belangen heeft jegens deze domeinnaam. Een sluitend bewijs mag van de benadeelde niet worden verwacht, aangezien het hier gaat om het bewijs van een negatief feit. Het feit dat de registrant geen enkel plan had voor het effectief gebruiken van de betrokken domeinnaam tot jaren na de registratie daarvan en dat ook nadien de website enkel van een standaardinhoud is voorzien en niet actief beheerd en gebruikt wordt, is een voldoende aanwijzing.

3- Met het doel een derde te schade of een ongerechtvaardigd voordeel uit de domeinnaam te halen.

Er is sprake van kwade trouw indien duidelijk slechts tot registratie is overgegaan om een eventuele betalende overdracht van de geregistreerde domeinnaam na te streven of indien de registrant wil meegenieten van de succesvolle site van de benadeelde. Zo werd de domeinnaam via een veilingsite te koop aangeboden en hebben de twee websites niet alleen een quasi identieke naam, doch een tevens op het eerste gezicht gelijkaardige inhoud en daarenboven gericht zijn op eenzelfde doelpubliek (jongere Nederlandstalige kinderen).

Lees de uitspraak hier.

IEF 3388

Hybride postsysteem

gmail.jpgZibb.nl bericht dat Daniel Giersch, een 32-jarige Duitse ondernemer, een oppositie tegen Google, Inc. bij het OHIM heeft gewonnen (nog niet gepubliceerd op de OHIM -site). Google heeft het merk GMAIL, voor haar e-maildiensten, als Gemeenschapsmerk gedeponeerd. Giersch stelde oppositie in op basis van zijn Duitse registratie G-MAIL. En niet zonder succes, zo blijkt.

Giersch biedt onder de naam G-MAIL emailadressen aan, maar ook een hybride postsysteem om documenten elektronisch te versturen, te laten printen en de papieren versie te laten bezorgen. Giersch meent dat hij schade lijdt: “Ik moet steeds aan mijn investeerders uitleggen dat ik niets met die verhalen in de pers over Gmail van Google te maken heb. Het gedrag van Google is erg bedreigend, zeer agressief en trouweloos, en naar mij toe, in- en inslecht”. Verder claimt hij een aanbod van Google van 250.000 dollar voor de naam te hebben afgeslagen.

IEF 3384

About Book9.nl

Book9.nl is part of  the Dutch IP-website IEForum.nl and contains mainly informal and often uncorrected English translations of (summaries of) recent Dutch case law on intellectual property. Book9.nl does not pretend to be complete or to offer a selection of all relevant cases, but merely provides the possibility to share translations of  Dutch case law, e.g. translations made for foreign clients, with (foreign) colleagues and researchers. Everyone  is invited to send in translations of  Dutch IP case law, preferably accompanied by a very short summary by way of introduction, to: editor@book9.nl.

IEF 3383

Che

cg.gifCulturele IE tip: vanaf 2 februari staat in de nieuwe tentoonstelling van het Tropenmuseum één afbeelding centraal: het wereldberoemde portret van Che Guevara. Deze foto, genomen in 1960 door Alberto Korda, is in de afgelopen 47 jaar wereldwijd op ontelbare manieren gereproduceerd: op t-shirts, tassen en buttons, door kunstenaars, politici en popsterren. De expositie ‘ Che! - een commerciële revolutie’ geeft een beeld van het gebruik én ‘misbruik’ van een politiek bedoelde foto in de populaire cultuur. Lees hier en hier iets meer. Kort bericht over Che-marks hier.

IEF 3382

Anderhalf patent

Philips doet het goed in de strijd om het aantal octrooien per werknemer. Waar vroeger een half patent per medewerker per jaar werd aangevraagd is dat nu anderhalf patent. Het OCN citeert een artikel uit BN/De Stem, dat bericht dat Dr. Peter Wierenga, de directeur van Philips Research, de onderzoekslaboratoria van Philips "de nieuwe tijd moet inloodsen, waarin innovaties elkaar almaar sneller opvolgen". Uitvindingen zijn de basis van nieuwe omzet. Het elektronicaconcern staat in de Top-5 van de Science Citation Index in Europa.

Lees hier iets meer.

IEF 3380

Geweerd

De Amerikaanse en Engelse vestigingen van eBay weren voortaan virtuele objecten uit spellen zoals World of Warcraft om problemen met intellectuele eigendomsrechten te voorkomen.

"eBay verwijdert de veilingen omdat het bedrijf niet weet hoe het correct om moet gaan met het intellectueel eigendom van de virtuele goederen. Speluitgevers als Sony publiceren spellen waarin gamers met virtuele arbeid in het spelgeld kunnen verdienen. Daarnaast kunnen ze in de spelwereld huizen of bijvoorbeeld wapens bouwen. Goede bouwers verkopen hun objecten op internetveilingen als eBay. Daardoor zetten ze digitaal werk om in klinkende munt, echte dollars. De webveiling vraagt zich echter af of het daadwerkelijke eigendom van geveilgde objecten in handen van de speler is of in die van de speluitgever. Een sluitend antwoord is vooralsnog niet gevonden."

Lees hier meer en lees hier het rapport "Recht in een virtuele wereld: Juridische aspecten van Massive. Multiplayer Online Role Playing Games"