IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 12021

Afgifte vaststellingsovereenkomst om aanspraken te beoordelen

Rechtbank Zwolle-Lelystad 26 september 2012, LJN BY3266 (A tegen B)

Eerder gepubliceerd als LS&R 357. Toewijzing van incidentele vordering ex artikel 843a Rv (afgifte vaststellingsovereenkomst).

Octrooirecht. Partijen hebben samengewerkt aan de ontwikkeling van een medisch instrument, genaamd 'Prikkelgeleidingsblokkeringsinstrument' (NL1003024). Bij overeenkomst van 13 maart 1997 hebben partijen afgesproken dat de kosten van de octrooibescherming en de opbrengsten uit de exploitatie van het instrument tussen partijen en twee andere participanten zullen worden verdeeld in de verhouding 40% ([B]), 35% ([A]) en twee maal 12,5% (voor de twee overige participanten).

Op enig moment is tussen partijen en Medtronic een geschil ontstaan over de reikwijdte van het ten aanzien van het instrument verleende octrooi. [B] en [A] hebben beiden afzonderlijk met Medtronic onderhandeld over een afkoop(som). Het belang van [B] is erin gelegen dat hij op basis van de gegevens uit de overeenkomst tussen Medtronic en [A] kan beoordelen of [B] en de andere participanten nog aanspraken hebben op [A]. De vordering wordt toegewezen met een dwangsom van €1.000 voor iedere dag met een maximum van €50.000 voor dat [A] in gebreke blijft.

2.9.  De rechtbank is van oordeel dat de aangevoerde en niet weersproken gronden de incidentele vordering kunnen dragen. Het gevorderde moet daarom worden toegewezen met dien verstande dat eerst dwangsommen zullen worden verbeurd wanneer [A] niet binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de daarin vervatte veroordeling voldoet. De gevorderde dwangsom zal worden verminderd en gemaximeerd als na te melden.

2.10.  De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.

3.  De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1.  veroordeelt [A] om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan [B] te verstrekken een afschrift van de tussen [A] en Medtronic op onbekende datum gesloten (vaststellings)overeenkomst,

3.2.  bepaalt dat [A] een dwangsom verbeurt van EUR 1.000,00 voor iedere dag dat hij in gebreke blijft aan het onder 3.1 bepaalde te voldoen, met een maximum van EUR 50.000,00,

IEF 12020

Moedwil en misverstand - de onderhandelingspositie van 'een goede componist'

E. Angad-Gaur, “Moedwil en misverstand - de onderhandelingspositie van 'een goede componist' ”, IE-Forum nr. IEF 12020.

see the music

Een bijdrage van Erwin Angad-Gaur, voorzitter van Platform Makers.

Auteurscontractenrecht. Tussen de vele vragen en opmerkingen viel vooral een opmerking van de VVD fractie op: “een goede componist [kan] wel degelijk een hogere prijs voor zijn muzikale stuk vragen als de vraag naar zijn product groot is. De positie van een goede maker is dus niet zwak.” Een boude stelling, die eenvoudig te determineren lijkt als citaat uit het vast repertoire van prof. mr. Dirk Visser.

Tijdens de vele openbare discussies, panels en colleges van de afgelopen jaren, poneerde hij met regelmaat de stelling dat een goede maker ook een sterke onderhandelingspositie heeft. Er is een teveel aan makers, zo stelde hij, wat resulteert in een aanbod dat de vraag overtreft. De conclusie is simpel: er zijn klaarblijkelijk veel slechte makers op de markt actief, ongetwijfeld met een slechte onderhandelingspositie, maar dat is een probleem dat toch niet tot wijziging van de auteurswet zou hoeven of moeten leiden…

Als retorische, prikkelende en -toegegeven- niet van humor gespeende redenering in de collegezaal of bij een forumdiscussie hoeft aan een dergelijke logica geen aanstoot genomen te worden. Zodra echter, bewust of onbewust, de indruk gewekt wordt van een wetenschappelijke, juiste uitspraak is er reden voor ongerustheid.

Lees de gehele bijdrage.

IEF 12019

BBIE serie oktober 2012

Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 22 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: BBIE serie september 2012.


29-10
TRUVEO
TRUVO LABS
Gedeelt.
29-10
TRUVEO
TRUVO
Gedeelt.
29-10
TELEVIC

TELEC SOLUTIONS

Afgew.
29-10
NUTELLA
fitELLA
Afgew.
29-10
TRUVEO
TRUVO
Gedeelt.
25-10
MATRIOSHKA
matroesjka
Toegew.
25-10

FRESH & CLEAN

FRESH MARINE FRESH CLEAN ECO
Afgew.
25-10
NF

NF NEWFYSIC

Toegew.
25-10
NF

NF NEWFYSIC AFSLANKEN IS TOPSPORT

Toegew.
25-10
NF
NF
Toegew.
24-10
RSM

RSM ERASMUS UNIVERSITY

Afgew.

De volgende elf:

24-10

ROUTE 66

Agresso Business World Route 66

Toegew.

24-10

MAXIM

MAXXAM

Afgew.

24-10

B-52

B52

Afgew.

23-10

METRO

METROCONNECT

Afgew.

22-10

OPTION

tOption

Toegew.

09-10

PIN-UP STARS

PINUP CLUB

Toegew.

09-10

MERE POULARD LE MONT SAINT MICHEL MERE POULARD

MERE POULE

Toegew.

09-10

HET DOK

DOK3

Gedeelt.

09-10

SUPER HEROES

SUPERHERO

Gedeelt.

04-10

XANGO

Yango

Gedeelt.

03-10

FARMING TOYS

Toys Farm

Afgew.

 

IEF 12018

Om als stoel te kunnen fungeren

Rechtbank 's-Hertogenbosch 14 november 2012, LJN BY3465 (eisers tegen Maxfurn c.s.)

Afwijzing vorderingen op basis van auteursrecht. Slaafse nabootsing.

Eiser is van 1 oktober 1986 tot 1 juni 2007 in dienst geweest van Maxfurn c.s., eerst als marketingmanager en later als Directeur Verkoop. Maxfurn is sinds 1986 actief in de meubelbranche. Oud-werknemer (eisers) vordert van oud-werkgeefster (gedaagden) nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Maxfurn c.s. stellen in reconventie dat eisers inbreuk maken op haar auteursrecht op de stoelen Elvis, Elise, Kappa, Paddy, Cordo en Bari c.q. haar slaafs navolgt alsmede dat hij haar onrechtmatig beconcurreert en handelt in strijd met post-contractuele verplichtingen.

Per stoel noemen Maxfurn c.s. om welke auteursrechtelijk beschermde trekken het met name gaat en met welke stoel eisers inbreuk maken op het auteursrecht.

Naar het oordeel van de rechtbank komt aan geen van de litigieuze stoelen van Maxfurn (...) auteursrechtelijke bescherming toe. Maxfurn (...)  hebben op geen enkele wijze onderbouwd wat er nieuw en origineel zou zijn aan de ontwerpen en de daaraan ten grondslag liggende filosofie. Het mag zo zijn dat stoelen in het algemeen een aantal functionele kenmerken (vier poten, een zitting, een rugleuning (en armleuningen)) hebben om als stoel te kunnen fungeren, dat neemt niet weg dat de vrijheid om die functionele kenmerken op originele wijze vorm te geven zeer ruim is.

Vast staat dat de stoelen van eiser, behalve de Rosa en de Oris, op meerdere onderdelen verschillen vertonen met de stoelen van Maxfurn c.s.. Nu de vormgeving van de volgens Maxfurn met de Rosa en de Oris nagebootste stoelen Cordo en Bari banaal te noemen is, zoals hiervoor overwogen, kan niet gezegd worden dat de Cordo en de Bari onderscheidend vermogen hebben. De reconventionele vorderingen van Maxfurn c.s. hebben onvoldoende aangevoerd om verwarringsgevaar aan te nemen.

4.3.  De rechtbank stelt het volgende voorop. Wil een voortbrengsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, dan is vereist dat het een eigen intellectuele schepping van de maker betreft die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzen bij de totstandkoming van dat voortbrengsel. Daartoe behoort in elk geval niet al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Ook is van bescherming uitgesloten datgene wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect.

Naar het oordeel van de rechtbank komt aan geen van de litigieuze stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2] auteursrechtelijke bescherming toe. Maxfurn en [gedaagde 2] hebben op geen enkele wijze onderbouwd wat er nieuw en origineel zou zijn aan de ontwerpen en de daaraan ten grondslag liggende filosofie. Het mag zo zijn dat stoelen in het algemeen een aantal functionele kenmerken (vier poten, een zitting, een rugleuning (en armleuningen)) hebben om als stoel te kunnen fungeren, dat neemt niet weg dat de vrijheid om die functionele kenmerken op originele wijze vorm te geven zeer ruim is, zoals uit de vormgevingsgeschiedenis (maar niet uit de ontwerpen van (Maxfurn en) [gedaagde 2]) blijkt.
Blijkens door [eisers] in het geding gebrachte foto’s zijn alle door [gedaagde 2] toegepaste vormgevingselementen al ooit eerder door anderen toegepast. Het enkele feit dat de ontwerpen van [gedaagde 2] ontstaan door het combineren van verschillende vormgevingselementen en dat daarbij keuzes worden gemaakt, maakt nog niet dat sprake is van oorspronkelijkheid en/of een intellectuele schepping van de maker. Van geen van de stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2] kan gezegd worden dat zij ten opzichte van oudere modellen opvallen door originaliteit of een eigen karakter. De vormgeving van de stoelen Cordo en Bari, waarvan Maxfurn stelt dat zij de auteursrechten heeft verworven van IBG Nederland BV, is zelfs banaal te noemen. Voorts hebben Maxfurn en [gedaagde 2], gelet op de betwisting van de zijde van [eisers] onvoldoende onderbouwd dat sprake is van “makerschap” in de zin van het auteursrecht.
Dit betekent dat alle vorderingen van Maxfurn en [gedaagde 2] die zijn gebaseerd op de gestelde inbreuk op hun auteursrechten zullen worden afgewezen.

Slaafse nabootsing
4.5.  De rechtbank overweegt het volgende. Ten aanzien van nabootsing van een product dat niet wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat. Dit beginsel lijdt uitzondering wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van zijn product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat (HR 20 november 2009, NJ 2011, 302, Lego-arrest, r.o. 3.3.2).

Vast staat dat de stoelen van [eiser 1], behalve de Rosa en de Oris, op meerdere onderdelen verschillen vertonen met de stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2]. Aldus hebben [eisers] voldoende afstand genomen van de niet door originaliteit of een eigen karakter opvallende stoelen van Maxfurn en [gedaagde 2]. Nu de vormgeving van de volgens Maxfurn en [gedaagde 2] met de Rosa en de Oris nagebootste stoelen Cordo en Bari banaal te noemen is, zoals hiervoor overwogen, kan niet gezegd worden dat de Cordo en de Bari onderscheidend vermogen hebben. Maxfurn en [gedaagde 2] hebben onvoldoende aangevoerd om verwarringsgevaar aan te nemen.

Dit betekent dat alle vorderingen van Maxfurn en [gedaagde 2] die zijn gebaseerd op de gestelde slaafse nabootsing zullen worden afgewezen.

IEF 12017

Recente lokale streekproducten

Recentelijk heeft de Commissie enkele Beschermde Geografische Aanduidingen (BGA) en Beschermde Oorsprongbenamingen (BOB) aan het DOOR-register toegevoegd. Met de volgende tien uitvoeringsverordeningen (EU) van de Commissie van .. oktober 2012, houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen:


Nr. 1004/2012 (25 oktober) Spalt Spalter (BOB)
, voor Duits bier [aanvraag].
Nr. 1041/2012 Pinggu Da Tao (BOB), voor 'n Chinese perzik [aanvraag].
Nr. 1030/2012 Isle of Man Queenies (BOB), voor Queen scallops [aanvraag].
Nr. 1031/2012 Abensberger (Qualitäts)Spargel (BGA), voor Duitse asperges [aanvraag].
Nr. 1032/2012 Ciliegia di Vignola (BGA), voor Italiaanse rode kersen [aanvraag].

Nr. 1033/2012 Cabrito do Alentejo (BGA), voor Portuguese geiten [aanvr].
Nr. 1034/2012 Cordeiro/Canhono Mirandês (BOB), voor Portuguese schapen [aanvr].
Nr. 1035/2012 Kraška panceta (BGA), Sloveens gedroogd vlees in rechthoekvorm [aanvr]
Nr. 1068/2012 (30 oktober) Aceituna Aloreña de Málaga (BOB), olijven uit Málaga [aanvr]
Nr. 1069/2012 (31 oktober) Newmarket Sausage (BGA), voor 'n Engelse worst [aanvr].

Meer weten over Geografische indicaties en herkomstaanduidingen (dossier herkomstaanduiding via linkermenu) en bijdrage R.Chalmers 'Weet Abraham nog wel waar  hij zijn Dijon-mosterd haalt?' IEF 10010.

IEF 12016

Jurisprudentielunch merken-, modellen en auteursrecht

De Balie te Amsterdam, donderdag 29 november van 12.00 tot 15.15 uur.

Op donderdag 29 november 2012 organiseert deLex, uitgever van onder meer IE-Forum.nl wederom een intensieve jurisprudentielunch. Tijdens deze bijeenkomst behandelen Tobias Cohen Jehoram, Christien Wildeman en Joris van Manen de belangrijkste uitspraken op het gebied van het merken-, modellen- en auteursrecht. Van iedere uitspraak zal de essentie en het belang voor de praktijk worden besproken, zodat u in slechts drie uur volledig op de hoogte bent van de actuele ontwikkelingen in de rechtspraak.

Met o.a. de volgende uitspraken:
• HvJ EU Storck/OHIM, IEF 11727
• HvJ EU IP translator, IEF 11454
• HvJ EU Neuman en Galdeano del Sel, IEF 11890
• OHIM BoA (Banketbakkerij Merba tegen Biscuits Poult Sas), IEF 11944
• Rb Amsterdam, Playboy Britt Dekker, IEF 11743
• HR De Thuiskopie-zaken (Opus ACI Adam), IEF 11863

Kosten 
Deelname per persoon € 325 (excl. BTW).
Sponsors betalen slechts € 285 (excl. BTW).
Rechterlijke macht/wetenschappers (full time) € 95 (excl. BTW).

Hier aanmelden

Zie meer in de IE-Forum overzichten HvJ EU.

IEF 12015

Jaarverslag CvTA 2011

Jaarverslag College van Toezicht Auteurs- en naburige rechten 2011. - incl. controleverklaring.

Met uitgebreid voorwoord waarin credit- en debitzijde worden belicht en uitgebreid, getuige de inhoudsopgave, stil wordt gestaan bij de gewezen uitspraken. Uit 't voorwoord: 2011 was een jaar waarin op het gebied van collectief beheer het nodige is bereikt maar dat ook een aantal dieptepunten kende.

Aan de creditzijde van de balans zien we de instelling van het CBO keurmerk, waarvan de richtlijnen integer bestuur een belangrijk onderdeel uitmaken. Daarnaast zijn bij de twee grootste CBO’s, Buma en Sena, belangrijke hervormingen op het gebied van de bestuurlijke organisatie ingezet. Eveneens noemenswaardig is de implementatie van de uniforme financiële verslaggeving van alle CBO’s aan het College van Toezicht.

Aan de debetzijde noteren we de zorgelijke financiële ontwikkelingen bij Stichting de Thuiskopie, die hebben genoopt tot het tijdelijk aanhouden van de repartitie. Voorts heeft het op 30 november 2011 door PowNews uitgezonden telefoongesprek met een bestuurder van Stemra het nodige stof doen opwaaien.

Al met al een jaar waarin er om het auteursrecht en het collectieve beheer daarvan veel te doen is geweest, niet alleen in Nederland maar ook in Europa. Bij de Europese wetgever wordt gewerkt aan een richtlijn voor collectief beheer en het eerste voorstel daartoe is inmiddels gepubliceerd. Met het door de Tweede Kamer aangenomen Wetsvoorstel versterking en verbreding van het toezicht op collectieve beheersorganisaties auteursrecht, kan Nederland zich tot een van de voorlopers van de Europese sector van collectief beheer rekenen.

Het is echter niet alleen de wetgever die hieraan bijdraagt, maar ook de organisaties van collectief beheer zelf, die met de invoering van het keurmerk, de nodige bestuurlijke hervormingen en de actieve houding met betrekking tot de uniforme rapportage aan het college in 2011 blijk hebben gegeven van de nodige zelfkritische houding en wil tot hervorming.

Het College zal de komende jaren, met behulp van zijn nieuwe taken en bevoegdheden die zijn voorzien in de nieuwe Wet toezicht, inzetten op het voortzetten van deze positieve ontwikkelingen.

Zie hier het verslag van 2010.

Inhoudsopgave:
3. Ontwikkelingen bij de Collectieve beheersorganisaties
3.1 Buma
3.1.1 Organisatie
3.1.2 Uitzending PowNews betreffende bestuurslid
3.2 Sena
3.2.1 Organisatie
3.2.2 Debiteurenproblematiek
3.2.3 Kosten
3.3 SCAN
3.4 Stichting de Thuiskopie
3.4.1 Algemeen
3.4.2 Gerechtelijke uitspraken [red. zie: hier]
3.4.3 Tijdelijke opschorting repartitie
3.4.4 Marco Pastors benoemd tot voorzitter SONT
3.4.5 Schikking Stichting de Thuiskopie/Stichting IRDA
3.5 Leenrecht
3.5.1 Kunstuitleen
3.5.2 Gerechtshof 's-Gravenhage, 28 juni 2011, Stichting Leenrecht/Vereniging van Openbare Bibliotheken [red. IEF 9889]
3.5.3 E-books
3.6 Reprorecht
3.6.1 Digitaal hergebruik

IEF 12014

Lopen wetsvoorstellen inzake cbo's en auteurscontractrecht in lijn met EU-regelgeving?

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2013 (33400 VI), Kamerstukken 2012-2013 II, 33 400-VI, nr. 10.

In hoeverre lopen de twee genoemde Nederlandse wetsvoorstellen (de wet versterking toezicht cbo’s en het wetsvoorstel auteurscontractenrecht) in lijn met de verwachte Europese regelgeving op het gebied van auteursrecht?

De Minister: Voor het onderwerp auteurscontractenrecht wordt geen Europese regelgeving verwacht. Met betrekking tot collectief beheer verwijs ik naar mijn brief van 17 oktober 2012, Kamerstukken I 2012-13, 31 766, nr D [IEF 11896]. waarin ik aangeef dat het wetsvoorstel versterking toezicht cbo's hetzelfde uitgangspunt heeft als het richtlijnvoorstel over collectief beheer. Daarnaast introduceert het richtlijnvoorstel de mogelijkheid om multiterritoriale licenties te verlenen en faciliteert het de mogelijkheden voor rechtenbeheerders om een andere cbo te kiezen of om de rechten in eigen beheer te nemen. Het richtlijnvoorstel is een vorm van minimumharmonisatie.

Wetsvoorstel en richtlijnvoorstel [red. IEF 11565] richten zich op de verbetering van het functioneren van cbo's door het stellen van nadere eisen aan governance en transparantie. In de nadere uitwerking van de voorstellen worden soms andere accenten gezet. Het wetsvoorstel bestrijkt een aantal belangrijke terreinen (zoals de regeling van toezicht) die in het richtlijnvoorstel niet of nauwelijks aan de orde komen of aan de lidstaten worden overgelaten (zoals de mogelijkheid last onder dwangsom en een bestuurlijke boete op te leggen). Daarmee biedt het richtlijnvoorstel de nodige flexibiliteit om nationaal aanvullende regels vast te stellen.
IEF 12013

Franse Senaat: sta veelvoud van nationale modellen inzake muzieklicenties toe

Gemotiveerd advies van de Franse Senaat inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt  (COM(2012)0372 – C7-0183/2012 – 2012/0180(COD))

Na de Poolse Sejm [IEF 11995] en Zweedse Riksdag [IEF 11969] voorstel richtlijn [IEF 11565], maakt Franse Senaat de volgende opmerkingen: (...)

- met de doelstelling om op dit gebied een harmonisatie van de normen te bevorderen en te zorgen voor de  transparantie van auteursrechtenorganisaties moet worden ingestemd. Met het voorstel wordt echter gestreefd naar een zeer sterke harmonisatie van de regels voor het beheer van auteursrechtenorganisaties zonder dat op overtuigende wijze wordt gerechtvaardigd waarom de regels zo gedetailleerd zijn; 

- de invoering van "Europese normen" voor de toekenning van multiterritoriale licenties leidt niet tot een subsidiariteitsprobleem, aangezien het gaat om de verspreiding op het grondgebied van meerdere lidstaten.  De tekst voorziet ten aanzien van de toepassing van deze "Europese normen" echter in de verplichte aanwijzing in elk land van een specifieke instantie. Het zou echter beter met het subsidiariteitsbeginsel stroken om een veelvoud van nationale modellen toe te staan (in Frankrijk bijvoorbeeld toezicht door de rechter).

De Senaat is derhalve van oordeel dat het voorstel voor een richtlijn in zijn huidige vorm niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel.

IEF 12012

Openbaarmaking van een model in folder buiten de EU

BGH 16 augustus 2012, I ZR 74/10 (Gartenpavillon)

Door een tip van Bartosz Sujecki.

Niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Toepassing van welk nationaal recht bij verschillende vorderingen. In dit arrest gaat het over een tuintent (Gartenpavilion) die door een medewerker van de eiser is ontworpen en in een reclamefolder wordt verspreid. Daarnaast is de tuintent aan twee bedrijven (in Belgie en China) voorgesteld. Het BGH heeft zes vragen ter uitleg aan het Hof van Justitie EU gesteld:

1. Het BGH wil weten of voor een openbaarmaking van een model voldoende is dat het model in een folder is opgenomen en deze folder naar verkooppunten is verspreid.
2. Verder wil het BGH weten of van een openbaarmaking geen sprake is, indien het model slechts aan een onderneming is geopenbaard of een onderneming buiten de EU (hier China).

3. Met vraag 3 wil het BGH weten hoe de bewijslastverdeling is voor de inbreuk op het niet ingeschreven gemeenschapsmodel.
4. De vierde vraag heeft betrekking op een de verjaring van een verbodvordering wegens inbreuk op een ingeschreven gemeenschapsmodel. Is een verjaring van toepassing en zo ja welk recht is hierop van toepassing?
5. Voorts wil het BGH weten of en zo ja onder welke voorwaarden de mogelijkheid bestaat dat de rechthebbende zijn recht niet meer kan uitoefenen en geen verbod wegens inbreuk op het niet ingeschreven gemeenschapsmodel mag vragen. Met andere woorden: Kan dit recht vervallen?
6. Tot slot wil het BGH weten welk nationaal recht van toepassing is op de vordering tot vernietiging, schadevergoeding en verkrijging van informatie. Is hier de Rome II-Vo van toepassing of is hier art. 89 lid 1 van de GemeenschapsmodellenVo van toepassing?