IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22688
9 mei 2025
Artikel

Fieldfisher Amsterdam breidt uit met Jos Klaus als partner

 
IEF 22689
9 mei 2025
Artikel

Toonkunst in loondienst. Over de houdbaarheid van het Nederlandse werkgeversauteursrecht na het ONB-arrest van het HvJ EU

 
IEF 22681

Hof bekrachtigt vonnis rechtbank: uitlatingen aan journalist in telefoongesprek niet onrechtmatig

Hof Den Haag 7 jan 2025, IEF 22681; ECLI:NL:GHDHA:2025:626 (Appellant tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vonnis-rechtbank-uitlatingen-aan-journalist-in-telefoongesprek-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 7 januari 2025, IEF 22681; ECLI:NL:GHDHA:2025:626 (Appellant en Corpocon tegen Geïntimeerde). Geïntimeerde is ledselschadeadvocaat en Appellant is een belangenbehartiger die onder meer benadeelden bijstaat bij de afwikkeling van (massa)schadeclaims. Appellant is enig aandeelhouder en bestuurder van Corpocon. Via Corpocon behartigt Appellant de belangen van een groep slachtoffers van het schietincident in winkelcentrum ‘De Ridderhof’ in Alphen aan den Rijn. Een journalist heeft een artikel in het AD geschreven waarin hij zich negatief uitlaat over Appellant en zijn werkwijze bij de belangenbehartiging van de slachtoffers van het schietincident. De Raad voor de Journalistiek oordeelde dat het AD en de journalist onzorgvuldig hebben gehandeld. Geïntimeerde was telefonisch benaderd door de journalist van het artikel met vragen over de rol van Appellant in de schadeafhandeling van het schietincident. Tijdens dit telefoongesprek heeft Geïntimeerde zich kritisch uitgelaten. Appellant meent dat Geïntimeerde onrechtmatig heeft gehandeld jegens hen, omdat hun eer en goede naam is geschaad door de uitlatingen. In de procedure voor de rechtbank vorderde Appellant dan ook een verklaring voor recht dat Geïntimeerde jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld door zijn uitlatingen in het artikel van het AD. De rechtbank heeft dit afgewezen en nu gaat Appellant in hoger beroep.

IEF 22683

EU-merk Vagisan ongeldig verklaard op basis van eerdere Britse merken, ondanks Brexit

Gerecht EU (voorheen GvEA) 30 apr 2025, IEF 22683; ECLI:EU:T:2025:421 (Dr. August Wolff GmbH & Co. KG Arzneimittel tegen EUIPO, Combe International LLC), https://ie-forum.nl/artikelen/eu-merk-vagisan-ongeldig-verklaard-op-basis-van-eerdere-britse-merken-ondanks-brexit

Gerecht van de Europese Unie 30 april 2025, IEF 22683; IEFbe 3909; ECLI:EU:T:2025:421 (Dr. August Wolff GmbH & Co. KG Arzneimittel tegen EUIPO, Combe International LLC). Het Gerecht wijst het beroep af van Dr. August Wolff tegen de beslissing van het EUIPO, waarin het merk Vagisan ongeldig is verklaard. Combe International heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend op basis van twee eerder in het Verenigd Koninkrijk ingeschreven merken met de naam VAGISIL. Deze merken zijn geregistreerd voor waren in de cosmetische en farmaceutische sector. De Kamer van Beroep stelde vast dat de betrokken waren identiek of soortgelijk waren en dat de merken visueel en fonetisch gemiddeld overeenstemden. Volgens de Kamer was er sprake van verwarringsgevaar bij het relevante publiek, bestaande uit vrouwen en professionals, van wie het aandachtsniveau varieerde van bovengemiddeld tot hoog. De gemeenschappelijke beginletters ‘vagi’, ook al hadden die slechts een zwakke onderscheidende kracht, vielen op door hun plaatsing en lengte. De eindletters ‘san’ en ‘sil’ verschilden, maar dat deed volgens de Kamer niet af aan de gelijkenis.

IEF 22682

Gerecht bevestigt verwarringsgevaar tussen EU-beeldmerken met alfanumerieke elementen ‘4011’ en ‘b 552’

Gerecht EU (voorheen GvEA) 30 apr 2025, IEF 22682; ECLI:EU:T:2025:418 (Laura Food Srl tegen EUIPO, Morghati Abderrahim), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-verwarringsgevaar-tussen-eu-beeldmerken-met-alfanumerieke-elementen-4011-en-b-552

Gerecht van de Europese Unie 30 april 2025, IEF 22682; IEFbe 3908; ECLI:EU:T:2025:418 (Laura Food Srl tegen EUIPO, Morghati Abderrahim). Laura Food Srl verzoekt het Gerecht om vernietiging van de beslissing van de Kamer van Beroep. In die beslissing is het beroep van Laura Food tegen een eerdere beslissing van de oppositieafdeling afgewezen. Volgens die eerdere beslissing bestaat er verwarringsgevaar tussen het aangevraagde EU-beeldmerk van Laura Food en twee oudere EU-beeldmerken die toebehoren aan Morghati Abderrahim. De merken bevatten onder andere de elementen ‘4011’ en ‘b 552’ en zijn ingeschreven voor thee. Het Gerecht stelt vast dat de betrokken waren identiek zijn. Het relevante publiek bestaat uit consumenten in de Europese Unie met een aandachtsniveau dat, ten hoogste, gemiddeld is. Bewijsstukken die Laura Food heeft ingediend om die beoordeling te betwisten, worden niet aanvaard omdat zij pas in beroep zijn overgelegd.

IEF 22679

Ook in hoger beroep wordt gevorderde bescherming op grond van merk DESKTOP TAXATIE afgewezen

Hof Amsterdam 15 apr 2025, IEF 22679; ECLI:NL:GHAMS:2025:1001 (Appellant tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/ook-in-hoger-beroep-wordt-gevorderde-bescherming-op-grond-van-merk-desktop-taxatie-afgewezen

Hof Amsterdam 15 april 2025, IEF 22679; ECLI:NL:GHAMS:2025:1001 (Appellant tegen geïntimeerde). Appellant beschikt over Benelux-merkinschrijvingen: een beeldmerk met woordelementen waarin het woord ‘DESKTOP TAXATIE’ voorkomt, en een woordmerk ‘DESKTOP TAXATIE’. Zij gebruikt deze voor een door haar aangeboden taxatievorm waarbij de taxateur de taxatie op afstand uitvoert, zonder het onroerend goed fysiek te bezoeken. Geïntimeerde richt zich eveneens op het aanbieden van deze taxatievorm en noemt dit een ‘Desktoptaxatie’. Appellant verzet zich hiertegen en doet een beroep op merk- en handelsnaamrechten en op artikel 6:162 BW. De voorzieningenrechter wees deze vordering af, met als reden dat het aannemelijk was dat de bodemrechter zou oordelen dat ‘desktoptaxatie’ een generieke en gebruikelijke term is voor een taxatie op afstand, vanachter een bureau [zie IEF 21693]. In hoger beroep bekrachtigt het hof deze uitspraak, ondanks het feit dat de vordering tot doorhaling van het merk ‘DESKTOP TAXATIE’ door het BBIE werd afgewezen [zie IEF 22358]. Appellant voert in hoger beroep veertien grieven aan op basis waarvan zij concludeert tot vernietiging van het bestreden vonnis en alsnog toewijzing van de afgewezen vorderingen.

IEF 22677

Onzekerheid over auteursrechten op woningbouwontwerp leidt tot afwijzing voorlopige vorderingen

Rechtbank Gelderland 17 apr 2025, IEF 22677; ECLI:NL:RBGEL:2025:2633 (Eiser tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/onzekerheid-over-auteursrechten-op-woningbouwontwerp-leidt-tot-afwijzing-voorlopige-vorderingen

Rb. Gelderland 17 april 2025, IEF 22677; ECLI:NL:RBGEL:2025:2633 (Eiser tegen gedaagden). Vonnis in incident. Dit geschil tussen twee concurrerende architectenbureaus draait om de vraag bij wie de auteursrechten op een woningbouwproject rusten. Eiser en gedaagde 1 zijn architectenbureaus; gedaagde 2 was van 2011 tot juni 2024 in dienst bij eiser, op basis van een arbeidsovereenkomst met geheimhoudingsplicht en een aanvullende overeenkomst waarin stond dat binnengehaalde opdrachten eigendom zijn van eiser. In 2021 probeerden zowel beide bureaus een opdracht voor een woningbouwproject binnen te halen. Gedaagde 2 verrichtte namens eiser acquisitie- en ontwerpwerkzaamheden binnen het Woningbouwteam. Kort voor zijn overstap naar gedaagde 1 op 1 juni 2024 stuurde hij schetsen en presentaties van het project naar zijn privé e-mailadres. In september 2024 werd het woningbouwproject toebedeeld aan gedaagde 1, die op sociale media liet zien dat het ontwerp van gedaagde 2 verder was uitgewerkt. Eiser en gedaagden bereiken geen overeenstemming over wie recht heeft op het ontwerp. Eiser voert vier scenario’s aan ter onderbouwing van haar aanspraak, waarbij telkens op basis van (arbeids)overeenkomsten en artikel 7 en 8 van de Auteurswet wordt betoogd dat de rechten bij haar liggen. Omdat de uitkomst van de bodemzaak volgens eiser niet kan worden afgewacht, vordert zij op deze gronden onder andere dat gedaagde wordt veroordeeld om iedere inbreuk op haar auteursrechten en persoonlijkheidsrechten te staken. 

IEF 22676

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

Rechtbank Den Haag 25 apr 2025, IEF 22676; ECLI:NL:RBDHA:2025:6874 (ANVR, TUI, Prijsvrij en D-Reizen tegen de Gemeente en Reclame Fossielvrij), https://ie-forum.nl/artikelen/reclameverbod-op-fossiele-reizen-den-haag-blijft-overeind-rechter-wijst-bezwaren-anvr-en-tui-af

Rb. Den Haag 25 april 2025, IEF 22676, RB 3899; ECLI:NL:RBDHA:2025:6874 (ANVR, TUI, Prijsvrij en D-Reizen tegen de Gemeente en Reclame Fossielvrij). Prijsvrij en D-Reizen steunen de Algemene Nederlandse Vereniging voor Reisondernemingen (hierna: ANVR) en TUI in hun vordering tegen het door de Gemeente Den Haag (hierna: de Gemeente) ingevoerde reclameverbod op fossiele reclame in de openbare ruimte (hierna: het Reclameverbod), gebaseerd op een initiatief van de Partij voor de Dieren. Stichting Reclame Fossielvrij heeft zich aangesloten aan de zijde van de Gemeente. Met dit Reclameverbod beoogt de Gemeente de gezondheid van haar inwoners te beschermen, de negatieve gevolgen van klimaatverandering terug te dringen en het milieu te verbeteren. De ANVR en TUI menen dat de Gemeente het Reclameverbod onbevoegd heeft genomen, dat het Reclameverbod in strijd is met de Grondwet, Europese wetgeving en de totstandkoming in strijd is met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Leden van de ANVR, waaronder TUI, willen reclame kunnen (blijven) maken voor onder andere hun vliegreizen en cruises, en hebben er daarom belang bij dat de Gemeente geen uitvoering geeft aan het verbod.

IEF 22673

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Vermelding Blauwe Tijger in DTN-rapport niet onrechtmatig, oordeelt het Hof

Hof Den Haag 29 apr 2025, IEF 22673; ECLI:NL:GHDHA:2025:726 (Blauwe Tijger tegen de Staat), https://ie-forum.nl/artikelen/vermelding-blauwe-tijger-in-dtn-rapport-niet-onrechtmatig-oordeelt-het-hof

Hof Den Haag 29 april 2025, IEF 22673; ECLI:NL:GHDHA:2025:726 (Blauwe Tijger tegen de Staat). De uitgeverij Blauwe Tijger, bekend van publicaties, lezingen en video’s over politiek en samenleving, is door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (hierna: NCTV) genoemd in het 53e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN). In een paragraaf over polarisatie omschrijft de NCTV Blauwe Tijger als een ultraconservatieve uitgeverij en als doorgeefluik van anti-overheidspropaganda, nepnieuws en complottheorieën. Ook werd vermeld dat Blauwe Tijger geld heeft gedoneerd aan de boerenactiegroep Farmer Defence Force. Blauwe Tijger vordert een verklaring dat deze passage onrechtmatig is, een rectificatie en een schadevergoeding. Volgens haar wordt haar eer en goede naam aangetast en is sprake van een schending van haar uitingsvrijheid. Blauwe Tijger stelt dat de NCTV een onschuldige, bescheiden donatie ten onrechte heeft opgeblazen tot bewijs van samenzwering, en dat de kwalificatie 'ultraconservatief' onjuist is omdat zij een breed scala aan boeken uitgeeft, waaronder ook linkse en progressieve werken. In eerste aanleg zijn de vorderingen van de Blauwe Tijger afgewezen. De taak van het NCTV om het publiek en het parlement te informeren over ontwikkelingen die de nationale veiligheid raken, waaronder maatschappelijke polarisatie, is van groot publiek belang. Voor publicaties als het DTN gelden hoge eisen van zorgvuldigheid. In dit geval moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen: enerzijds het recht van burgers om niet lichtvaardig verdacht te worden gemaakt, en anderzijds het belang van tijdige, transparante overheidscommunicatie over maatschappelijke risico’s. Deze afwegiging leidt ertoe dat ook het hof de vorderingen afwijst. 

IEF 22675

Uitspraken ingezonden door Quirine van der Bent en Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

BBIE 17 apr 2025, IEF 22675; ((Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen Vereniging VBO Makelaar), https://ie-forum.nl/artikelen/bureau-wijst-oppositie-van-stichting-nederlands-register-vastgoed-taxateurs-tegen-e-rt-en-ert-toe

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom 17 april 2025 IEF, 22675, IEFbe 3907; Oppositienr. 2019062 & 2019063 (Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegenVereniging VBO Makelaar). De Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs heeft oppositie ingesteld tegen de registratie van twee certificeringsmerken aangevraagd door de Vereniging VBO Makelaar. Het betreft enerzijds de aanvraag van het woordmerk E-RT en anderzijds de aanvraag van het gecombineerde woord-/beeldmerk ERT, waarin naast de letters ERT een ster en de woorden Europees Register Taxateur zijn opgenomen. De opposities zijn gebaseerd op het oudere certificeringsmerk RT, dat is ingeschreven als Benelux-certificeringsmerk voor diensten in de klassen 35 en 36. Dit merk wordt gebruikt ter aanduiding van personen die zijn gecertificeerd als Register-Taxateur. De opposant toont aan dat het merk RT gedurende de relevante periode, van 26 juni 2018 tot 26 juni 2023, normaal is gebruikt. De overgelegde bewijzen, waaronder websites en LinkedIn-profielen van gecertificeerde taxateurs, bevestigen dat het merk in overeenstemming met het toepasselijke gebruiksreglement wordt gebruikt om de betrokken diensten te certificeren. Het Bureau acht het normale gebruik hiermee voldoende aangetoond.

IEF 22674

Persbericht.

Persbericht: Bjorn Schipper (‘advocaat van de nacht’) van Plus One Legal wint Gouden Kabouter

Bjorn Schipper – ook wel bekend als de ‘advocaat van de nacht’ – van Plus One Legal ontving gisteren een Gouden Kabouter tijdens de uitreiking van de Gouden Kabouter Awards (GKA). 

In zijn dankwoord benadrukte Bjorn Schipper het belang van verbinding en samenwerking om problemen op te lossen. “Juist in een wereld met dikke ellende is het hier een voorrecht om te kunnen feesten en van muziek te kunnen genieten. Maar voor ‘the right to party’ en nachtcultuur zal ook hier steeds gestreden moeten blijven worden. Daarom zijn eenheid en support zo belangrijk.” Dit sluit naadloos aan bij waar Plus One Legal als kantoor voor staat. De Gouden Kabouter heeft een mooie plek op kantoor ingenomen.

De Gouden Kabouter Awards (GKA) staan ook wel bekend als de onofficiële oscaruitreikingen van de uitgaanswereld. De 30e editie van deze uitreiking vond gisteren in Paradiso plaats.

IEF 22663

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Guldemond Advocaten.

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 apr 2025, IEF 22663; ECLI:NL:GHARL:2025:2565 (Tracpartz tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-verzameling-van-productgegevens-door-tracpartz-geen-databank-vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 april 2025, IEF 22663, IT 4841; ECLI:NL:GHARL:2025:2565 (Tracpartz tegen Snel Parts). Beide partijen zijn actief op de onderdelen markt voor mini-tractoren en verkopen hun goederen online via een webwinkel. Tracpartz trachtte het haar concurrent ervan te weerhouden zogenaamde technische compatibiliteitsinformatie over onderdelen van minitractoren te gebruiken. Tracpartz stelde dat zij exclusieve rechten had op deze gegevens, omdat ze naar eigen zeggen aanzienlijke investeringen had gedaan om ze te verzamelen. Ze noemde deze gegevens haar "bijzondere productinformatie" en was van mening dat dit databankrechtelijke bescherming geniet. Volgens Snel Parts draaide het hier niet om een beschermde databank, maar simpelweg om informatie die vrij beschikbaar is en waar elke concurrent gebruik van mag maken om klanten beter te bedienen. Het hof gaf Snel Parts gelijk. Belangrijk is de constatering dat databankbescherming alleen geldt als de investering specifiek gericht is op het creëren van een databank—dus op de opslag, controle en verwerking van gegevens—en niet op commerciële activiteiten zoals het verzamelen van productkennis voor verkoopdoeleinden. Het feit dat Tracpartz veel tijd en moeite besteedde aan het verkrijgen van technische informatie betekende nog niet dat zij een juridisch beschermde databank had. Daarnaast benadrukte het hof dat het overnemen van vrij beschikbare, feitelijke informatie door concurrenten in beginsel geoorloofd is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals het omzeilen van technische beveiligingen, iets wat hier niet aan de orde was. De rechtbank had dit in eerste aanleg al helder vastgesteld en het hof bevestigde deze uitspraak [zie IEF 21882].