IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 20843

Vonnis rechtbank wordt niet (gedeeltelijk) vernietigd

Hof Den Haag 16 mei 2022, IEF 20843; ECLI:NL:GHDHA:2022:1245 (Longi tegen Hanwha), https://ie-forum.nl/artikelen/vonnis-rechtbank-wordt-niet-gedeeltelijk-vernietigd

Hof Den Haag 16 mei 2022, IEF 20843; ECLI:NL:GHDHA:2022:1245 (Longi tegen Hanwha) Longi en Hanwha houden zich allebei bezig met de ontwikkeling, vervaardiging en verhandeling van zonnepanelen. Longi voerde aan dat een bepaalde passage uit het arrest in kort geding van het hof van 1 maart 2022 [IEF 20566] op een bepaalde manier moest worden opgevat. Dit standpunt werd door de rechtbank Rotterdam echter niet gevolgd in haar oordeel van 15 maart 2022 [IEF 20625]. Longi heeft hiertegen vervolgens hoger beroep ingesteld en vordert vernietiging van het vonnis van 15 maart 2022 voor zover daarin is bepaald dat de zinsnede ‘die zich onder u bevinden’ niet wordt vervangen door ‘voor zover u deze daartoe nog in voorraad houdt’. Hierover zou ook een brief aan de afnemers moeten worden verzonden door Hanwha waarin deze fout in de zinsnede rechtgezet zou moeten worden. Het hof is van oordeel dat de vorderingen van Longi afgewezen dienen te worden. De recall ziet volgens het hof namelijk ook op gebruik van onder het octrooi vallende zonnepanelen in of voor het eigen bedrijf.

IEF 20842

Uitspraak ingezonden door Alexander Tsoutsanis en Erwin Feenstra, DLA Piper.

Tekens maken inbreuk op merken

Rechtbank Den Haag 13 jul 2022, IEF 20842; ECLI:NL:RBDHA:2022:6956 (ITT USA tegen ITT Controls c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/tekens-maken-inbreuk-op-merken

Rb. Den Haag 13 juli 2022, IEF 20842; ECLI:NL:RBDHA:2022:6956 (ITT USA tegen ITT Controls c.s.) ITT USA is houdster van verschillende merken en maakt onderdeel uit van ITT concern dat zich bezighoudt met de fabricage van industriële componenten. ITT Controls c.s. verkoopt meet- en regelsystemen. ITT USA heeft ITT Controls c.s. op een zeker moment verzocht om de gemaakte inbreuk op de ITT-merken te staken en domeinnamen die refereren aan de ITT-merken over te dragen. Toen deze verzoeken van ITT USA niet gehonoreerd werden, is ITT USA naar de rechter gestapt. ITT USA stelt onder andere dat de ITT Controls c.s. inbreuk maakt op haar merken door tekens te gebruiken die gelijk zijn aan of verwarringwekkend overeenstemmen met de merken. De rechtbank oordeelt dat de ITT-merken en de tekens auditief en visueel sterk overeenstemmen. Het relevante publiek zal denken dat ITT Controls c.s. verbonden is met ITT USA, dan wel met haar toestemming producten verkoopt.

IEF 20836

Opheffing beslag slechts gedeeltelijk toewijsbaar

Hof Den Haag 28 jun 2022, IEF 20836; ECLI:NL:GHDHA:2022:1159 (FKP tegen HVY en Russische Federatie), https://ie-forum.nl/artikelen/opheffing-beslag-slechts-gedeeltelijk-toewijsbaar

Hof Den Haag 28 juni 2022, IEF 20836; ECLI:NL:GHDHA:2022:1159 (FKP tegen HVY en Russische Federatie) FKP vordert primair opheffing van een door HVY op merken- en auteursrechten met betrekking tot Russische wodka gelegd executoriaal beslag en secundair schorsing van de executie van het beslag. Naar het oordeel van het hof zijn de merken- en auteursrechten vatbaar voor verhaal. Het hof meent dat de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar is voor zover het beslag ten laste van en onder FKP is gelegd. Daarnaast is de vordering tot opheffing slechts toewijsbaar voor zover het beslag gelegd is op de auteursrechten op de vormgeving van de producten die onder merken zijn geproduceerd en verkocht. Het hof meent verder dat FKP en de Russische Federatie zich niet met succes kunnen beroepen op immuniteit van executie. Merken en daarin vervatte auteursrechten op de beeldelementen zijn immers uit de aard der zaak niet bestemd voor publieke doeleinden maar voor de bevordering van de verkoop van van de merk voorziene waren. Het hof oordeelt dat het vonnis van de voorzieningenrechter [IEF 19526] gedeeltelijk vernietigd moet worden.

IEF 20841

Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, senior adviseur Ntb/Kunstenbond en directeur VCTN.

Het Auteurscontractenrecht. Een aanscherping die scherper moet

‘In de vorige Muziekwereld schreven wij al over de aankomende aanscherping van het Auteurscontractenrecht, wetgeving die auteurs en artiesten moeten beschermen tegen onredelijke contractvoorwaarden. Een consultatiewet werd inmiddels in openbare consultatie gegeven. Een definitief wetsvoorstel wordt verwacht tegen het einde van het jaar.’
Lees verder >>

Bron: Muziekwereld, nr. 2-2022, het blad van de Vakgroep Muziek Kunstenbond/Ntb vakbond voor musici.
 

IEF 20831

Beschrijvende handelsnamen hoeven niet te worden doorgehaald

Rechtbank Noord-Holland 14 jun 2022, IEF 20831; ECLI:NL:RBNHO:2022:4884 (Elektrische motorrijtuigen), https://ie-forum.nl/artikelen/beschrijvende-handelsnamen-hoeven-niet-te-worden-doorgehaald

Vzr. Rb. Noord-Holland 14 juni 2022, IEF 2083; ECLI:NL:RBNHO:2022:4884 (Elektrische motorrijtuigen) Eisers houden zich onder meer bezig met de verhuur van e-scooters en e-fatbikes. Gedaagden houden zich onder andere bezig met verhuur van elektrische motorrijtuigen. In deze zaak betreft het 1 handelsnaam van eisers, 2 domeinnamen van eisers, 4 handelsnamen van gedaagden en 2 domeinnamen van gedaagden. Eisers stellen dat gedaagden in strijd handelen met artikel 5 van de Handelsnaamwet (Hnw), althans dat zij onrechtmatig handelen jegens hen omdat de handelsnamen van gedaagden slechts in geringe mate afwijken van de handelsnaam van eisers. Eisers menen dat verwarring bij het relevante publiek te duchten valt. De voorzieningenrechter stelt vast dat de handelsnamen van gedaagden slechts in geringe mate afwijken van de handelsnaam van eisers.

IEF 20838

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht en Jurriaan Dane, AKD.

Inbreukverbod op auteursrechten dessin

Rechtbank Den Haag 13 jul 2022, IEF 20838; ECLI:NL:RBDHA:2022:6989 (Moooi tegen Nordal A/S en Wants & Needs ), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreukverbod-op-auteursrechten-dessin

Rb Den Haag 13 juli 2022, IEF 20838; ECLI:NL:RBDHA:2022:6989 (Moooi tegen Nordal en Wants & Needs) Het betreft een auteursrechtelijke zaak tussen Moooi B.V. (eiseres) en Nordal A/S en Wants & Needs B.V. (gedaagden) over het ongeoorloofd gebruik van een auteursrechtelijk beschermd(e) dessin/print van Moooi. Moooi stelt dat Nordal en Wants & Needs auteursrechtinbreuk hebben gemaakt en/of nog maken door de inbreukmakende print onder meer op hun websites te koop aan te bieden en te tonen. De rechtbank wijst het gevorderde verbod toe – voor Wants & Needs voor de hele EU en voor Nordal beperkt tot Nederland – en veroordeelt gedaagden tot het doen van opgave van informatie.

IEF 20833

Weigering overdracht bedrijfsprofiel is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 21 jun 2022, IEF 20833; ECLI:NL:RBROT:2022:5363 (Eiseres tegen gedaagde ), https://ie-forum.nl/artikelen/weigering-overdracht-bedrijfsprofiel-is-niet-onrechtmatig

Vzr. Rb. Rotterdam 21 juni 2022, IEF 20833; ECLI:NL:RBROT:2022:5363 (Eiseres tegen gedaagde) Eiseres heeft in 2018 een restaurant gekocht van een bedrijf. Het restaurant is onderdeel van een keten die werd opgebouwd door vennootschappen van de heren X en Y. In de koopovereenkomst is vastgelegd dat de goodwill en de complete inventaris worden overgedragen. Het recht op gebruik van het merk- en handelsnaamrecht zijn specifiek uitgezonderd in de koopovereenkomst. Op 21 maart 2019 hebben de vennootschappen van de heren X en Y de exploitatie van de keten, inclusief de rechten op het merkrecht overgedragen. Gedaagde heeft vervolgens een licentie verkregen waardoor hij gerechtigd is om het merk en de daarvan afgeleide handelsnaam te exploiteren.

IEF 20837

Rechtstreekse vergoedingsplicht voor online platformen in België

Op 16 juni jl. heeft het Belgische parlement een nieuwe wet omtrent auteurs- en naburige rechten goedgekeurd. Een vrij uniek gegeven is dat de Belgische wet bepaalde online platformen een rechtstreekse vergoedingsverplichting oplegt. Het gaat hierbij om de volgende platformen:

- De online content-sharing platformen
- Streamingplatformen met abonnementformules, zoals Spotify, Netflix en Apple Music

Er zijn een reeks uitzonderingen voorzien. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de platformen winst moeten nastreven. Niet-commerciële platformen zijn dus niet gevat. Ook platformen die werken met transacties vallen hier niet onder. Dat zijn bijvoorbeeld platformen waar je een som betaalt voor de aankoop of de huur van een audiovisueel werk.
Het rechtstreekse vergoedingsrecht is niet overdraagbaar en is van toepassing wanneer een auteur of uitvoerend kunstenaar het recht op mededeling aan het publiek door die online platformen heeft overgedragen. De vergoeding wordt enkel uitbetaald aan collectieve beheersvennootschappen die auteurs of uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen. Je moet dus lid worden om hierop recht te hebben. Ook hier zijn de modaliteiten nog niet duidelijk. Concreet zullen de beheersvennootschappen onderhandelen met de platformen om die modaliteiten af te spreken.

IEF 20835

Publieke consultatie herzien kader voor dwanglicenties voor octrooien

De Europese Commissie werkt aan een 'herzien kader voor dwanglicenties voor octrooien'. Na de Call for Evidence in april is nu de publieke consultatie gestart. Belanghebbenden kunnen tot 29 september 2022 meedoen aan deze openbare raadpleging door de online vragenlijst in te vullen. Met de reacties wordt rekening gehouden bij de verdere ontwikkeling en afstemming van het initiatief.

IEF 20832

Conclusie tot vernietiging en verwijzing in principale cassatieberoep

Hoge Raad 3 jun 2022, IEF 20832; ECLI:NL:PHR:2022:534 (Brein tegen NSE ), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-tot-vernietiging-en-verwijzing-in-principale-cassatieberoep

HR conclusie A-G 3 juni 2022, IEF 20832; ECLI:NL:PHR:2022:534 (Brein tegen NSE) Deze conclusie betreft een zaak die opnieuw bij de Hoge Raad ligt. Het gaat om een tweede nadere conclusie van P-G van Peursem. De Hoge Raad heeft bij tussenarrest van 5 april 2019 [IEF 18372] prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. Per brief van 29 juni 2021 werd door de griffier van het Hof gevraagd of beantwoording van de vragen van de Hoge Raad nog nodig was met het oog op het Youtube en Cyando­-arrest [IEF 20039]. Van Peursem concludeert in zijn conclusie tot vernietiging en verwijzing in het principale cassatieberoep wegens het slagen van een motiveringsklacht en tot verwerping van het incidentele cassatieberoep.