Bijdrage ingezonden door Paul Steinhauser, advocaat.
Paul Steinhauser - Reactie op Kort Commentaar bij artikel 18 nieuwe Merkenrichtlijn
De houder van het jongere merk behoudt het niet-inbreukverweer dat hij had ten tijde van de inschrijving. Evert van Gelderen en Elise Menkhorst leverden commentaar op artikel 18 van de nieuwe Merkenrichtlijn (NMR) [IEF 15798]. Volgens hen had lid 3 van dit artikel beter kunnen worden weggelaten en in ieder geval van een toelichting moeten worden voorzien. Dit vraagt om een reactie, omdat dit een aanwijzing vormt dat zij het artikel niet, althans niet helemaal hebben begrepen.
Het nieuwe artikel 18 draagt als titel “Recht van de houder van een later ingeschreven merk om tussen te komen als verweer in een inbreukprocedure”. Deze titel vind ik niet bepaald verhelderend over de betekenis van het artikel. De strekking ervan wordt duidelijker bij lezing van paragraaf 30 van de considerans van de richtlijn:
Uitspraak mede ingezonden door Simon Sanders, CMS.
Geen sprake van schaduwplatform of scrapen van databankenrecht aanbodgegevens vastgoed
Vzr. Rechtbank Amsterdam 26 april 2016, IEF 15916; IT 2052; ECLI:NL:RBAMS:2016:2603 (PropertyNL tegen RealNext)
Databankenrecht. Ontwikkeling website. PropertyNL is uitgever van informatie over Nederlands vastgoed. Zij heeft producten die het mogelijk maken om via internet aanbodgegevens van bedrijfsonroerend goed te publiceren. RealNext is opgericht door drie grote bedrijfsmakelaars met als doel het opzetten van een database van Nederlands commercieel vastgoed. Partijen werken samen. De vorderingen inzake (nakoming van) overeenkomst voor een website bedrijfs-onroerend goed afgewezen. Noch het schaduwplatform noch het ‘scrapen’ zijn aannemelijk geworden, zodat schending van de exclusiviteit en/of inbreuk op de databankrechten van PropertyNL niet kan worden vastgesteld.
Vuurvaste industriële oventegels zijn technisch bepaald
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 28 april 2016, IEF 15915; ECLI:NL:RBNHO:2016:3280 (Mokesys tegen VDH)
Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Mokesys cs vorderen staking van auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing, en meer subsidiair verbod onrechtmatige concurrentie op gebruik van vuurvaste tegels voor de verwerking in industriële ovens. Gedaagde heeft know how opgedaan tijdens de samenwerking, zo stellen eisers. De sleuf is noodzakelijk voor het ophangen van tegels en de bolling van de tegels is zowel technisch als functioneel. De tegels zijn een optimaal compromis: dik genoeg om pijpen te beschermen en dun genoeg om warmte door te laten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen van de vorderingen van eisers toewijsbaar zijn.
Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer.
Hof vernietigt oordeel over Lysine-octrooi
Hof Den Haag 26 april 2016, IEF 15914 (Ajinomoto tegen Global-Biochem)
Octrooirecht. Ajinomoto is houdster van octrooi EP 1664318, voor een proces ontwikkeld voor de productie van lysine op industriële schaal, waarbij gebruikt wordt gemaakt van een genetisch gemodificeerde bacterie. De rechtbank vernietigt conclusies IEF 14187, omdat ze niet inventief zijn. Het Hof vernietigt het vonnis, Bio-Chem heeft octrooiinbreuk gepleegt op conclusies 15 en 17 van EP 318, een recall wordt bevolen en Global wordt veroordeeld in de proceskosten in eerste aanleg €206.613,42 en in hoger beroep €394,637,97.
In de tijdschriften april 2016
Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de vakbladen van deze maand. Voor de losse tijdschriftensites dient u apart in te loggen.
Inhoud AMI 2016-2: www.ami-online.nl
Artikel- De ontsporing van het begrip databank. Enige bedenkingen bij HvJEU Freistaat Beieren/Verlag Esterbauer - M.M.M. van Eechoud
Jurisprudentie
Nr. 3 • Rb. Amsterdam 21 maart 2016, Van Huut/CRI Residence Amstelveen B.V. m.nt. J.J.C. Kabel
Nr. 4 • Hof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2016, Simonis & Buunk/Pictoright m.nt. Th. M. de Boer
Commentaar
Conclusie A-G Wathelet 7 april 2016, Geen Stijl/Sanoma met commentaar M.R. de Zwaan
Bijdrage ingezonden door Rens Uijttenboogaard, LinkedIn-profiel.
Auteursrechtdebat: Blokkering The Pirate Bay effectief en gerechtvaardigd
De heren Lodder en Van Ramshorst hebben recent het debat rondom het opleggen van een blokkeringsmaatregel met betrekking tot het tegengaan van auteursrechtinbreuk op internet nieuw leven ingeblazen. Lodder stelt dat in The Pirate Bay zaak voorbij wordt gegaan aan het vaststellen van criteria aan de hand waarvan bepaald kan worden of de gevorderde maatregel als effectief is te kwalificeren. Terecht stelt hij dat het formuleren van dergelijke criteria niet eenvoudig is. Maar zijn deze criteria daadwerkelijk nodig om te kunnen beoordelen of een blokkade voldoende doeltreffend is om een effectieve bescherming van het auteursrecht te verzekeren?
Het Hof van Justitie heeft in de Telekabel/Wien zaak bepaald dat een volledige beëindiging niet is vereist voor het opleggen van een dergelijke maatregel. Dit houdt in dat de maatregel tot gevolg heeft dat het plegen van auteursrechtinbreuk met behulp van The Pirate Bay wordt verhinderd of minstens bemoeilijkt en het de internetgebruikers, die gebruik maken van The Pirate Bay, ontmoedigt om zich toegang te verschaffen tot auteursrechtelijk beschermde content. Een volledige beëindiging wordt niet vereist.
Bijdrage ingezonden door Bart Lukaszewicz, Lukaszewicz.
Bart Lukaszewicz - Een beroep op de reportage-exceptie voor Twitteraars en de driestappentoets
Op de reportage-exceptie van art. 16a Aw wordt, in ieder geval in rechte en voor zover ik kan nagaan, zelden een beroep gedaan. Dat kan te maken hebben met het feit dat van oudsher ervan uit wordt gegaan dat een beroep op deze exceptie is voorbehouden aan traditionele (nieuws)media. Een uitspraak van de Engelse rechter van 18 maart 2016 werpt hier een ander licht op (England And Wales Cricket Board Ltd & Anor v Tixdaq Ltd & Anor [2016] EWHC 575 (Ch)).
Licentieovereenkomst geoctrooieerd proces afwaterzuivering afhankelijk van positief testresultaat
Hof Den Haag 26 april 2016, IEF 15910; LS&R 1304; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij)
Contractenrecht. Octrooirecht. Eiser heeft Geoctrooieerd proces voor zuivering van afvalwater van olieraffinaderij (Biological nutritient removal using ‘the Olaopa Process’ - EP 1 196 354 B1. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank die de vorderingen heeft afgewezen. Tussen X en BP is wel een licentieovereenkomst tot stand gekomen is, deze voorwaardelijk was aan het welslagen van de test, waarbij niet is komen vast te staan dat deze voorwaarde is vervuld. De vorderingen op basis van de precontractuele aansprakelijkheid worden afgewezen, de vorderingen kunnen niet worden toegewezen gelet op het (niet aan BP te wijten) mislukken van de test. Het hof bekrachtigt het vonnis.
Uitspraak ingezonden door Daniëlle Beentjes, I-ee..
Auteursrechtinbreuk foto 'Rotterdam haven bij nacht'
Ktr. Rechtbank Noord-Holland 17 maart 2016, IEF 15909 (Dijkstra tegen gedaagde)
Dijkstra is professioneel fotograaf en auteursrechthebbende op de foto 'Rotterdam haven bij nacht’. Gedaagde heeft deze foto op haar website geopenbaard. Er dient te worden beoordeeld of gedaagde schadeplichtig is vanwege auteursrechtinbreuk. Volgens de kantonrechter is het niet relevant dat gedaagde niet de intentie heeft gehad om de foto’s te gebruiken. Daarnaast mag van gedaagde als ondernemer verwacht worden dat zij zich ervan vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens gebruik te maken van een foto. Gedaagde heeft bewust het risico genomen van auteursrechtinbreuk en is daarom schadeplichtig. De algemene voorwaarden zijn een rechtens aanvaardbaar uitgangspunt om de schade van Dijkstra te begroten.
Uitspraak ingezonden door Stijn Debaene en Hakim Haouideg, Field Fisher.
The Book Seat werd slechts op Australische lokale marktjes aangeboden, model is nieuw
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2016; IEF 15908; IEFbe 1781 (Barber tegen BVBA Leuke Dinges)
Modelrecht. Samenloop met octrooirecht. Eiseres ontwikkelt 'The Book Seat', een minizitzak die als boekensteun kan worden gebruikt en heeft hiervoor een octrooi (voor het centrale deel) en gemeenschapsmodel (voor de contouren) verkregen. De distributieovereenkomst met de herverkoper werd verbroken, de Nederlandse agent brengt de identieke 'Lärs boekenhouder" op de markt. Het model is nieuw, omdat het voor de aanvraag slechts op lokale marktjes werd aangeboden en niet (naar HvJ EU Gautzsch Grosshandel IEF 13538; IEFbe 642) op een internationaal befaamde beurs waaraan voornaamste of meeste (EU) marktdeelnemers deelnamen. Er is duidelijk afstand tot het bestaande vormgevingserfgoed. Door verweerder werden drie inkepingen in het midden afgeschaft, bijgevolg valt het niet binnen het octrooi, maar bij normaal gebruik zijn die niet waarneembaar bij het model. Het vervangen van een lus door een volwaardig handvat is niet relevant voor de modelrechtelijke vergelijking. Er wordt een verbod opgelegd.