IEF 22438
24 december 2024
Artikel

Save the date – Presentatie Gedenkbundel Antoon Quaedvlieg op 20 maart 2025 om 16:00 uur in Nijmegen

 
IEF 22441
24 december 2024
Artikel

Vacature Plus One Legal - Advocaat Intellectueel Eigendomsrecht

 
IEF 22440
20 december 2024
Artikel

Internetconsultatie Modernisering Rijksoctrooiwet 1995

 
IEF 21751

UPC processtukken zijn in beginsel openbaar

Unified Patent Court (UPC) 17 okt 2023, IEF 21751; UPC_ CFI_11/2023 (Ocado innovation limited tegen autostore ), https://ie-forum.nl/artikelen/upc-processtukken-zijn-in-beginsel-openbaar

UPC Nordic-Baltic, IEF 21751; UPC_ CFI_11/2023 (Ocado innovation limited tegen Autostore). In juni 2023 heeft Ocado Innovation een inbreukprocedure gestart tegen Autostore, omdat in bepaalde staten inbreuk was gemaakt op haar octrooi. Echter, voordat de dagvaarding werd betekend, informeerde eiser de rechtbank dat er een schikking was getroffen tussen partijen. Gedaagden accepteerden de schikking en hadden geen bezwaar tegen beëindiging van de procedure. Daarna zijn parallelle procedures tussen dezelfde partijen op basis van andere octrooien gestart en ingetrokken bij de lokale afdelingen van het Hof in Düsseldorf en Milaan.

IEF 21750

Geen overdracht VanDutch tot is vastgesteld wie de eigenaar is

Rechtbank Amsterdam 11 okt 2023, IEF 21750; ECLI:NL:RBAMS:2023:6327 (VanDutch tegen Rhino Overseas), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-overdracht-vandutch-tot-is-vastgesteld-wie-de-eigenaar-is

Vzr. Rb. Amsterdam 11 oktober 2023, IEF 21750; ECLI:NL:RBAMS:2023:6327 (VanDutch tegen Rhino Overseas en Key asset holding). In 2007 is VanDutch Marine Limited (hierna: VDML) opgericht met het idee om luxe jachten te verkopen op grote schaal. Hiervoor kreeg bedrijf 1, een Nederlandse ontwerper en bouwer van luxe jachten, royaltyvergoedingen per verkochte boot. VDML heeft kort daarop een overeenkomst gesloten waarbij zij haar activiteiten als agent van Rhino ging uitvoeren en door Rhino gefinancierd werd. In 2014 is VanDutch ingeschreven als merk bij het EUIPO en het WIPO. Vervolgens had het bedrijf meer kapitaal nodig en heeft Rhino zich garant gesteld bij een lening die VMDL afsloot bij TCA Gobal Credit Master Fund (hierna: TCA). TCA heeft hierbij zekerheidsrechten gevestigd op de intellectueel eigendomsrechten. In maart 2017 wilde TCA haar zekerheidsrechten uitwinnen gezien VMDL haar verplichtingen niet nakwam, waardoor zij contact zocht met twee partijen of zij interesse hadden in de intellectueel eigendomsrechten. Uiteindelijk heeft de Amerikaanse vennootschap VanDutch Inc. (hierna: VDI) op 3 april 2017 de rechten gekocht. Hiervan is de overdracht niet ingeschreven in het WIPO, wel bij het EUIPO. VDI heeft de rechten op naam gezet van haar dochteronderneming VanDutch Holdings (hierna: VDH). Op 6 september 2017 heeft het EUIPO de Uniemerken van VDML overgezet op de naam van Rhino. VDH heeft stappen gezet om een rechterlijk oordeel te verkrijgen dat zij de rechthebbende op die merken is, maar dat was uiteindelijk telkens niet nodig, eerst omdat Rhino zelf al een procedure daartoe was gestart bij de Amerikaanse rechter, en later omdat de Uniemerken bleken te zijn doorgehaald bij het EUIPO. Rhino heeft daarna een verzoek tot herleving van het merkenrecht ingediend bij het EUIPO om de merken weer terug te laten zetten op haar naam, omdat de Rhino Overseas niet bestond en de overeenkomst tussen Rhino en Rhino Overseas een vervalsing was.

IEF 21749

Uitspraak ingezonden door Rik Nierop en Sietske de Boer, De Roos Advocaten

Reclames Shell in strijd met de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR)

RCC 9 okt 2023, IEF 21749; 2023/00091 (Klager tegen Shell), https://ie-forum.nl/artikelen/reclames-shell-in-strijd-met-de-code-voor-duurzaamheidsreclame-cdr

RCC 9 oktober 2023, IEF 21749, RB 3807; 2023/00091 (Klager tegen Shell) Al eerder behandelden de Reclame Code Commissie (RCC) en het College van Beroep klachten die gericht waren op Shell’s uitingen in het kader van CO2-Compensatie. In dossiers 2021/00190 en 2022/00100 ging het om Shell’s brandstofproduct en werden de uitingen misleidend geacht. Dat het voor Shell niet volstaat om zich simpelweg te beroepen op de aankoop van carbon credits wanneer zij een absolute compensatieclaim doet, is duidelijk. De onderhavige klachtprocedure betreft de nagenoeg wederom een dergelijke milieuclaim, maar ditmaal ten aanzien van Shell’s gasproduct. Via Shell Energy B.V. leverde Shell gas aan de consument in Nederland, inmiddels is deze tak geheel gestaakt. Shell adverteerde hierbij over de mogelijkheid om “je CO2-uitstoot” te compenseren en heeft het in tal van bewoordingen, zonder nuancering, over haar “CO2-gecompenseerd gas”.

IEF 21748

Uitspraak ingezonden door Rik Nierop, Sietske de Boer en Roan de Jong, De Roos Advocaten

Reclame van milieudefensie creëert geen gevoelens van angst

RCC 26 jul 2023, IEF 21748; 2023/00189 (Klager tegen Milieudefensie), https://ie-forum.nl/artikelen/reclame-van-milieudefensie-creeert-geen-gevoelens-van-angst

RCC 26 juli 2023, IEF 21748, RB 3806; 2023/00189 (Klager tegen Milieudefensie) Milieudefensie heeft een reclame gemaakt als onderdeel van de campagne ";de Laatste Aanmoediging". Er zijn drie versies van de tv-reclame, waarin steeds een oproep wordt gedaan aan de CEO van een groot vervuilend bedrijf om de klimaatplannen van het bedrijf te verbeteren. Klager maakt bezwaar tegen de versie van de reclame waarin die oproep door een kind wordt gedaan. In het bijzonder valt de klager erover dat het kind in de reclame zegt: “Ze zeggen dat de zee stijgt, maar ik heb mijn zwemdiploma nog niet eens.” Volgens klager roept dat onterechte gevoelens van angst bij de (jonge) kijker op. Mede hierom dient de reclame op een later tijdstip uitgezonden te worden, zodat kinderen de reclame niet te zien krijgen.

IEF 21746

Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof, Shar Said en Gerard van der Wal, Windt Le Grand Leeuwenburgh advocaten.

Opslag van goederen in transito is niet inbreukmakend

Hof Amsterdam 24 okt 2023, IEF 21746; 200.317.061/01 (RPM tegen Philip Morris en Loendersloot), https://ie-forum.nl/artikelen/opslag-van-goederen-in-transito-is-niet-inbreukmakend

Hof Amsterdam 24 oktober 2023, IEF ; 200.317.061/01 (Rotterdamsche Producten Mij tegen Philip Morris & Loendersloot). Rotterdamsche Producten Mij (hierna: RPM) is een groothandel in onder andere sigaretten, likeuren en medische hulpmiddelen. Philip Morris is een tabaksproducent van de tabaksticks ‘HEETS’ die geschikt zijn voor het apparaat IQOS; een tabaksverbander. Philip Morris is merkhouder van de woordmerken ‘HEETS’ en ‘IQOS’. Begin juli 2020 heeft een levering van in de Filipijnen plaatsgevonden van doosjes HEETS die uit hun originele omdozen zijn gehaald en omgepakt zijn in een blanco dozen met aanduidingen. Deze levering was bestemd voor een distributeur in Armenië. De partij is daarna naar Rotterdam vervoerd, waarbij Loendersloot de geadresseerde was. Philip Morris heeft Loendersloot verzocht om afgifte van de goederen en verstrekking van informatie omtrent de levering, maar dit heeft Loendersloot geweigerd. Philip Morris heeft hierop beslag gelegd van de goederen wegens concrete aanwijzingen van dreigende illegale handel of smokkel. RPM heeft na dit beslag een kort geding aanhangig gemaakt en gevorderd dat het beslag opgeheven wordt, maar heeft hierbij Loendersloot niet gedagvaard. De voorzieningenrechter heeft de voorzieningen afgewezen, waartegen RPM in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft vervolgens het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en Philip Morris verboden om nogmaals beslag te leggen op de partij. Tegen dit vonnis heeft Philip Morris cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft toen geoordeeld dat Loendersloot als partij bij het geding betrokken had moeten worden en dat RPM haar had moeten dagvaarden. Nu heeft RPM Loendersloot in de procedure gedagvaard. De rechtbank in eerste aanleg heeft het vonnis van het hof vernietigd [zie IEF 19671].

IEF 21745

Uitnodiging: UNION-IP Round Table: hervorming van het EU-modellenrecht

In november 2022 heeft de Europese Commissie een herziening voorgesteld van de Gemeenschapsmodellenverordening en de Modellenrichtlijn. Het doel daarvan was om de aftermarket voor reserveonderdelen open te stellen voor concurrentie; het verbeteren van de toegankelijkheid, efficiëntie en betaalbaarheid van geregistreerde Gemeenschapsmodelbescherming, en het verhogen van complementariteit en interoperabiliteit tussen de Gemeenschaps- en nationale modelwetgeving, met name door de procedureregels op één lijn te brengen. Op 10 november organiseert UNION-IP een Round Table congres in Amsterdam, waar vele aspecten van de aanstaande hervorming van het EU-modellenrecht aan bod komen. Wat is de status en welke stappen moeten nog worden genomen? De bijdragen worden gevormd door een aantal sprekers namens de overheidsinstanties (BOIP, EUIPO en WIPO) en uit de private praktijk.

IEF 21741

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Afwijkende vorm drukvat stoomschilmachine Kiremko maakt geen inbreuk op octrooi Tomra

Hof Den Haag 10 okt 2023, IEF 21741; 200.309.633/01 (Tomra tegen Kiremko), https://ie-forum.nl/artikelen/afwijkende-vorm-drukvat-stoomschilmachine-kiremko-maakt-geen-inbreuk-op-octrooi-tomra

Hof Den Haag 10 oktober 2023, IEF 21741; 200.309.633/01 (Tomra tegen Kiremko). Tomra en Kiremko zijn fabrikanten van verwerkingsmachines voor aardappels. Tomra heeft een Europees octrooi op een drukvat voor stoombehandeling van te schillen producten in een stoomschilsysteem. Het drukvat heeft de vorm van een bol met tegenover elkaar gelegen afgeplatte zijvlakken en heeft een inwendige hefvoorziening. Kiremko is fabrikant van de stoomschilmachine ‘Strata Invicta’ en brengt deze onder meer in Nederland op de markt. Kiremko heeft Tomra gedagvaard en gevorderd te verklaren voor recht dat de Strata Invicta van Kiremko niet onder de beschermingsomvang van het octrooi valt en dat zij geen inbreuk maakt op het octrooi van Tomra. Tomra heeft in reconventie gevorderd Kiremko te verbieden inbreuk te maken op het Nederlandse deel van het octrooi. In eerste aanleg is Kiremko in het gelijk gesteld [zie IEF 20745]. Tomra is hiertegen in hoger beroep gegaan.

IEF 21744

Uitspraak ingezonden door Vivien Rörsch, La Rorsch, en Brigitte Spiegeler, Heffels Spiegeler advocaten.

Hoge Raad verwerpt cassatieberoep Jiskefet

Hoge Raad 27 okt 2023, IEF 21744; ECLI:NL:HR:2023:1484 (Jiskefet c.s. tegen Noblesse), https://ie-forum.nl/artikelen/hoge-raad-verwerpt-cassatieberoep-jiskefet

HR 27 oktober 2023, IEF 21744; ECLI:NL:HR:2023:1484 (Jiskefet c.s. tegen Noblesse). Jiskefet c.s. hebben in 2021 een kort geding aangespannen om de verkoop van de Jiskefet Encyclopedie van Noblesse Uitgevers tegen te gaan [zie IEF 20292]. De vorderingen van Jiskefet c.s. werden grotendeels toegewezen en Noblesse diende door middel van een sticker aan te geven dat de encyclopedie niet van Jiskefet zelf afkomstig is. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de vorderingen van Jiskefet c.s. alsnog afgewezen [zie IEF 20802]. Het uitbrengen van de encyclopedie maakt volgens het hof geen inbreuk op het merkrecht van Jiskefet c.s. In deze uitspraak verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep van Jiskefet c.s. Ook de eerdere conclusie van P-G van Peursem strekte tot verwerping van het cassatieberoep [zie IEF 21487]. 

IEF 21743

Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Belgische twijfel over werkgeversauteursrecht

Artikel geschreven door Dirk Visser, Paul Kreijger en Iris Toepoel over Belgische vragen aan het HvJ EU over cessio legis en het recht op een billijke vergoeding. Is een Belgische regeling waarbij de rechten van uitvoerende kunstenaars bij wettelijk voorschrift tegen een vaste lump sum worden overgedragen aan hun werkgever in strijd met recht op een ‘passende en evenredige vergoeding’? En geldt dat ook als die regeling vóór 7 juni 2021 is ingevoerd en dus al voor die datum overdracht bewerkstelligd heeft? Dat is de kern van de eerste vragen van uitleg aan het HvJ EU over het recht op een billijke vergoeding vastgelegd in de DSM-richtlijn.

IEF 21739

UPC behandelt preliminary objections in de hoofdzaak

Unified Patent Court (UPC) 4 okt 2023, IEF 21739; UPC_CFI_252/2023 (Harvard College tegen NanoString), https://ie-forum.nl/artikelen/upc-behandelt-preliminary-objections-in-de-hoofdzaak

UPC München 4 oktober 2023, IEF 21739; UPC_CFI_252/2023 (NanoString tegen Harvard). Verweerder Harvard voert aan dat het UPC München niet bevoegd is, omdat reeds een vordering tot herroeping tegen dit octrooi aanhangig is bij de Duitse federale octooirechtbank. Volgens Harvard lijken eisers in beide rechtzaken op elkaar omdat ze dezelfde eisen hebben en onlosmakelijk verbonden zijn. NanoString stelt daartegen dat de internationale bevoegdheid van het UPC alleen behandeld dient te worden in het kader van een Preliminary objection. De preliminary objections dienen alleen besproken te worden bij de vraag of het UPCA van toepassing is op een octrooiaanvrage en/of een octrooi is uitgesloten. NanoString voert aan dat eiser in het UPC beroep en NanoString niet dezelfde onderneming zijn en het daarom onredelijk zou zijn om het recht van NanoString om het octrooi aan te vallen onnodig te beperken.