IEF 22207
27 augustus 2024
Artikel

Het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22205
27 augustus 2024
Uitspraak

Design Sanitair maakt inbreuk op wc-spoelknoppen van Geberit

 
IEF 22206
27 augustus 2024
Uitspraak

Bastion Holding niet aansprakelijk voor hotellicenties: rechter wijst vordering Videma af

 
IEF 8184

Lippenstiftafdrukken op verpakkingen

Marilyn MonroeVzr Rechtbank ’s-Gravenhage, 15 september 2009, KG ZA 09-1029, Debonair Trading International Lda. c.s. tegen Procter & Gamble Nederland B.V. c.s. (eveneens met dank aan De Brauw Blackstone Westbroek voor de zoenen).

Merkenrecht. Auteursrecht. Eiser is producent van cosmeticalijn SO…? KISS ME en gebruikt op de haar verpakkingen de, als gemeenschapsbeeldmerk geregistreerde, vorm van een lippenstiftafdruk. Eiser maakt bezwaar tegen het gebruik van lippenstiftafdrukken op de verpakkingen van gedaagdes “Naomi Campbell Cat Deluxe With Kisses”. Gedaagde stelt dat het beeldmerk nietig is, dan wel vervallen moet worden verklaard. De vorderingen van eiser worden afgewezen. Louter decoratief gebruik, geen verwarringsgevaar, geen merkinbreuk. Geen auteursrechtinbreuk, aangezien er geen sprake van ontlening is. Geen slaafse nabootsing. (Afbeeldingen in vonnis. Gebruikte afbeelding links: lipstickafdruk Marilyn Monroe).

4.9. In dit kort geding kan de vraag of een gerede, dat wil zeggen serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het door Debonair ingeroepen merk de procedures in Alicante zal overleven in het midden blijven. Zelfs als veronderstellenderwijs wordt uitgegaan van de geldigheid van het Beeldmerk, is naar voorlopig oordeel geen sprake van merkinbreuk.

Louter decoratief gebruik: 4.10. Voorshands oordelend is de toepassing door Procter & Gamble van het aangevallen teken niet te kwalificeren als gebruik als merk, maar moet het worden gezien als louter decoratief gebruik, als versiering. Ook gelet op toepassing van lippenstiftafdrukken in de branche, die voorshands algemeen gebruikelijk wordt geoordeeld, kan Procter & Gamble het gebruik van dergelijke tekens niet worden verboden, te meer daar de door Procter & Gamble gebruikte tekens niet identiek worden geoordeeld aan het Beeldmerk. In dit verband is van belang hetgeen is overwogen door het Europese Hof van Justitie in zijn uitspraken in de zaken Adidas/ Fitnessworld (zaak C-408/01) en Adidas / Marca II (zaak C-102/07). (…) In onderhavige zaak is naar voorlopig oordeel niet aannemelijk geworden dat, als het wordt geconfronteerd met de betreffende producten van Procter & Gamble, het betrokken publiek kan menen dat deze waren van DBI of van economisch met DBI verbonden ondernemingen afkomstig zijn. Ook het door Procter & Gamble uitgevoerde marktonderzoek – waar wellicht wel wat kanttekeningen bij te plaatsen zijn, zoals Debonair naar voren brengt, maar naar voorlopig oordeel ook weer niet zodanige, dat deze het marktonderzoek in zijn geheel onbruikbaar lijkt te maken – lijkt voorshands te onderbouwen dat het teken louter als versiering wordt opgevat. Overigens zijn voor dit voorlopig oordeel ook de hierna aan de orde komende elementen relevant (beperkt onderscheidend vermogen vanwege algemeen gebruik als versiering, beperkte merkenrechtelijke overeenstemming door combinatie met Naomi Campbell en het teken Cat Deluxe, geen bekendheid van het Beeldmerk en ondanks soortgelijkheid van waren de omstandigheid dat uit het marktonderzoek blijkt dat geen sprake is van associatie noch van verwarring). 

Verwarringsgevaar: 4.11. Maar (of, anders gezegd: Want) ook als de toepassing door Procter & Gamble van de gewraakte tekens wel als merkgebruik zou hebben te gelden, dan is naar voorlopig oordeel geen sprake van inbreuk, omdat geen sprake van is verwarringsgevaar. Gevaar voor verwarring wordt deels bepaald door de mate van overeenstemming tussen merk en teken en wordt ook beïnvloed door de soortgelijkheid van de waren en het onderscheidend vermogen van het merk. Omdat het lippenstiftafdrukteken vanwege het veelvuldig hanteren – al dan niet (maar doorgaans hoofdzakelijk) decoratief – van dat teken voor cosmetica- en lifestyleproducten een gering onderscheidend vermogen heeft, is immers – ondanks de identieke waren – een zeer grote mate van overeenstemming vereist. Nu die mate van overeenstemming ontbreekt, is dat voorlopig oordeel een eerste grond voor afwijzing van de inbreukvorderingen “sub b”.

4.12. Het door Procter & Gamble overgelegde marktonderzoek bevestigt deze voorlopige visie. (…)

4.13. Aan een voorlopig oordeel dat sprake is van inbreuk “sub b” staat bovendien in de weg dat Procter & Gamble de lippenstiftafdruk altijd gebruikt in combinatie met haar Cat Deluxe merk en ook in combinatie met Naomi Campbell’s naam en/of afbeelding. In dit verband is daarbij van belang dat die gecombineerde aanduiding voorshands als tamelijk bekend wordt gekwalificeerd (…).

4.14. Daarmee ontbreekt naar voorlopig oordeel de grond voor een verbod gebaseerd op artikel 9 lid 1 sub b GMVo.

Bekendheid: 4.15. Voorts is – eveneens ten overvloede, nu naar voorlopig oordeel primair geen sprake is van gebruik als merk door Procter & Gamble – de voorzieningenrechter van oordeel dat artikel 9 lid sub a GMVo in dit geval geen toepassing kan krijgen, nu geen sprake is van de daarvoor vereiste identiteit van het ingeroepen merk en het aangevallen teken. Artikel 9 lid sub c GMVo is ten slotte evenmin toepasselijk, omdat naar voorlopig oordeel onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat sprake zou zijn van een bekend merk. (…) Voorshands terecht wordt de kwalificatie van Procter & Gamble geoordeeld dat dit moet worden gezien als wat in de branche wordt genoemd een “shelf warmer”.

Auteursrechtinbreuk: 4.20. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat Debonair voor de verpakkingen aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming. (…).

4.21. Ook is, voorlopig oordelend, sprake van een zekere mate van overeenstemming van de totaalindrukken van de verpakkingen van de twee productlijnen. Of die overeenstemming voldoende is om auteursrechtinbreuk aan te nemen, kan in het midden blijven in verband met de ontleningsvraag.

4.22. Zelfs al zou sprake zijn van in voldoende mate overeenstemmende totaalindrukken, dan nog is naar voorlopig oordeel niet voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van ontlening door Procter & Gamble. Hoewel niet kan worden uitgesloten dat de door Procter & Gamble ingeschakelde ontwerper kennis had van de producten van Debonair, nu Debonair – onbestreden – stelt dat haar “SO…? KISS ME”-productlijn ook in de Verenigde Staten op de markt was in de relevante periode, is het volgens de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat bij het ontwerpen van de “Naomi Campbell Cat Deluxe With Kisses”- verpakkingen – het betreft het zesde product in lijn sinds in 1999 de samenwerking met Naomi Campbell begon – de “SO…? KISS ME”-verpakkingen ter inspiratie hebben gediend, gezien het verschil in prijs en verschillend beoogde uitstraling van beide productlijnen, alsmede de beperkte creatieve keuzes voor dergelijke verpakkingen, zodat aannemelijk wordt geacht dat twee ontwerpers tegelijk op het idee komen te versieren met lippenstifafdrukmonden, die bovendien niet identiek worden geoordeeld. In dit kort geding is door Procter & Gamble – voorshands oordelend – voldoende aannemelijk gemaakt dat zij zelfstandig tot het betreffende ontwerp is gekomen, zodat geen sprake is van ontlening in de zin van het Barbie-arrest (HR 21 februari 1992, NJ1993, 164).

Slaafse nabootsing:  4.26. De voorzieningenrechter oordeelt voorshands – mede gezien het feit dat de door Debonair toegepaste elementen, zoals de lippenstiftafdruk en de kleuren rood, wit en roze op een verpakking met een witte/crème achtergrond, in de parfumindustrie bepaald niet ongebruikelijk waren en zijn – dat het onderscheidend vermogen van de “SO…? KISS ME”-verpakkingen niet bijzonder sterk is. (…)

4.27. Gezien het beperkte onderscheidend vermogen van de “SO…? KISS ME”- verpakkingen, het feit dat de beide productlijnen niet (nagenoeg) identieke verpakkingen gebruiken en het consequente gebruik door Procter & Gamble van andere elementen, met name van de naam en/of beeltenis van Naomi Campbell en het teken Cat Deluxe, is er naar voorlopig oordeel geen gevaar voor verwarring.

Lees het vonnis hier.

IEF 8183

Doorvoeren

Persbericht Economische zaken: "´De doorvoer van generieke medicijnen naar óntwikkelingslanden mag niet onnodig worden gehinderd.' Dat zegt staatssecretaris Heemskerk in reactie op Kamervragen. Soms houdt de Nederlandse douane op verzoek van producenten medicijnen tegen die in doorvoer zijn naar ontwikkelingslanden en waarvan medicijnfabrikanten vinden dat sprake is van namaak van hun product. Het kan dan gaan om aidsremmers, maar bijvoorbeeld ook life style medicijnen. Volgens Heemskerk is het cruciaal dat hierbij de zorg in ontwikkelingslanden niet in de knel komt. 'Het belang van de beschikbaarheid van goedkope generieke medicijnen in ontwikkelingslanden staat voorop. Wel moet namaak actief worden bestreden, omdat namaakmedicijnen gevaarlijk kunnen zijn en de rechten van fabrikanten moeten worden gerespecteerd', aldus Heemskerk."

In de brief gaat de Staatssecretaris in op de toezeggingen die hij eerder deed tijdens het vragenuur:
1. vóór het eind van het reces verslag te doen van het overleg met de Europese Commissie en de ambassadeurs van India en Brazilië bij de Europese Unie;
2. een overzicht te verstrekken van de 17 door de Nederlandse douane tegengehouden zaken (en van de daarbij betrokken bedrijven) in 2008;
3. na te gaan of de Duitse douane inderdaad gegevens van bedrijven die een artikel 5 EU-Douaneverordening 1383/2003-verzoek hebben gedaan openbaar maakt en zo ja, of deze werkwijze in Nederland ook kan worden toegepast;
4. de lopende ACTA-onderhandelingen nader uiteen te zetten.

Lees hier meer, lees de brief hier.

IEF 8181

En voor zover nodig op grond van artikel 6septies

Vzr. Rechtbank Utrecht, 11 september 2009, KG ZA 09-755, in de zaak van Romex Benelux BVBA tegen Romex Flooring Systems B.V. en in dezaak van Romex AG tegen Romex Benelux BVBA (met dank aan Paul Reeskamp, Allen & Overy).

Merkenrecht. Agentenmerk. Oude distributeur betwist het recht van de nieuwe distributeur om het merk van de 'principaal' te voeren. Tussenkomst principaal in het kort geding: Oude distributeur dient merken en domeinnamen over te dragen aan principaal. Geen rectificatie mededelingen.

4.6. Naar het oordeel van de voorzieningenrecht dient als uitgangspunt te worden genomen hetgeen partijen in de Vereinbarung van 15 november 2004 zijn overeengekomen. Daarin staat in ondubbelzinnige bewoordingen dat Romex Duitsland rechthebbende is op het merk Romex en dat deze aan Romex België een licentie verstrekt om Romex in het kader van haar bedrijfsuitoefening te gebruiken, zolang de alleenvertegenwoordigingsovereenkomst (Alleinvertriebsvertrag) voortduurt. Een redelijke uitleg van deze overeenkomst brengt aldus met zich mee dat het Romex België contractueel niet is toegestaan om na beëindiging van de overeenkomst het merk Romex te blijven gebruiken. Dit is immers een onmiskenbare schending van hetgeen partijen zijn overeengekomen. Ook het tijdens het bestaan van de overeenkomst verrichten van de merkregistraties met betrekking tot het teken Romex vormt een schending van de overeenkomst. Ditzelfde geldt met betrekking tot de merkregistratie na beëindiging van de overeenkomst. Reeds op grond van de overeenkomst - en voor zover nodig op grond van artikel 6 septies Unieverdrag - is Romex Belgie dan ook gehouden de (te kwader trouw) gevestigde Beneluxmerken Romex Voegmortel en Romex Benelux aan Romex Duitsland over te dragen. (…).

4.7. Voorts heeft Romex Duitsland gevorderd dat het Romex België verboden zal worden nog langer het merk Romex alsook de handelsnaam Romex te gebruiken. Met betrekking tot deze vorderingen verwijst de voorzieningenrechter naar hetgeen in het voorgaande is overwogen. Ook met betrekking tot de handelsnaam heeft immers te gelden dat het gebruik van de handelsnaam Romex was afgeleid van liet teken Romex en dat ook een redelijke uitleg van de overeenkomst meebrengt dat Romex belgië deze naam slechts in het kader van de Alleinvertriebsvertrag mocht gebruiken. Ook deze vordering zal daarom worden toegewezen.

(…) 4.12. Gelet op het voorgaande dient er voorlopig vanuit te worden gegaan dat Romex België niet gerechtigd is de handelsnaam of het merk Romex te gebruiken. Nu Romex België met betrekking tot de overdracht van de domeinnamen geen specifiek verweer heeft gevoerd, ligt deze vordering voor toewijzing gereed. (…)

4.13. Op 9 juli 2009 Iieeft Romex België een mailing gestuurd naar haar afnemers waarbij zij zich, naar de mening van Romex Duitsland, denigrerend uitlaat over Romex Duitsland. Laatstgenoemde vordert daarom opgave van alle geadresseerden en veroordeling van Rornex België om een rectificatie te verzenden aan deze geadresseerden. (…0

(…) 4.15. De voorzieningenrechter stelt voorop dat terughoudendheid geboden is bij het toewijzen van vorderingen tot rectificatie, niet in de laatste plaats omdat een rectificatie veelal rot nieuwe verwarring leidt, niet alleen bij partijen maar ook bij de betreffende afnemers. Het enkele feit dat een mailing onjuistheden bevat, is onvoldoende voor toewijzing van een dergelijke vordering. Nu Romex Duitsland geen feiten en omstandigheden heeft gesteld die toewijzing van een dergelijke vordering rechtvaardigen, zal de vordering worden afgewezen. 

Lees het vonnis hier.

IEF 8180

Uitgeputte spijkerbroeken

Gerechtshof Amsterdam, 8 september 2009, zaaknr. 200.001.182/01 SKG, Levis Strauss & Co c.s. tegen Metro Cash & Carry Nederland B.V. (met dank aan Vicky Tsoutsanis, Ventoux).

Merkenrecht. Uitputting. Parallelimport spijkerbroeken. Hoger beroep opheffingskortgeding na ex parte. Eindarrest na Gerechtshof Amsterdam, 3 juli 2008, IEF 6400. Aanvullende verklaring m.b.t. tot accountantsrapport is toereikend geoordeeld als bewijs van de door Makro gestelde uitputting. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. 1019h proceskosten: € 71.217,95.

2.6. Naar het voorlopig oordeel van het hof kan uit de thans door Makro aangedragen gezamenlijke bewijsmiddelen in onderling verband voldoende specifiek, nauwkeurig en verifieerbaar worden afgeleid dat de partij in het geding zijnde spijkerbroeken tot Levi Strauss c.s. is te herleiden. Levi Strauss c.s. hebben naar behoren op het door Makro aangedragen bewijs kunnen reageren en hun recht op tegenspraak kunnen uitoefenen. (…) Er zijn geen aanwijzingen dat deze feitelijke constatering van de accountant niet juist zou zijn. (..) De door Levi Strauss c.s. gesuggereerde mogelijkheid van "fake facturen" en ongeautoriseerde goederen of mengpartijen uit het "grijze circuit" berust in het onderhavige geval slechts op speculatie waaraan het hof voorbijgaat. Hetgeen Levi Strauss c.s. verder nog hebben tegengeworpen geeft het hof geen aanleiding om door de accountant gehanteerde methode te diskwalificeren. De gerapporteerde feitelijke bevindingen van de accountant worden dan ook voorshands toereikend geoordeeld als bewijs van de door Makro gestelde uitputting van het merkrecht van Levi Strauss c.s. met betrekking tot de onderhavige partij spijkerbroeken nu deze door of met toestemming van Levi Strauss c.s. in de EER in het verkeer is gebracht.

(..) 3. Beslissing Het hof: bekrachtigt het vonnis waarvan beroep; verwijst Levi Strauss c.s. in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van Makro tot op heden begroot op € 71.217,95 (exclusief btw).

Lees het arrest hier.

IEF 8190

Dat gedaagde 1 door deze handelwijze is verarmd

Rechtbank Haarlem, 2 september 2009,  LJN: BJ6978, Eiser tegen Gedaagde (Paulianeuze overdracht van octrooirechten).
 
Beeindiging van distributieovereenkomsten m.b.t. de Power Plate, een fitnessapparaat IE component: paulianeuze overdracht van octrooirechten.

4.88.  De rechtbank stelt voorop dat, hoewel niet door gedaagde 1 en gedaagde 10 aangetoond, het niet onaannemelijk voorkomt dat de door gedaagde 1 overgedragen octrooirechten onderdeel vormden van de overeenkomst waarbij gedaagde 10 haar aandelen in gedaagde 1 aan X verkocht en dat de octrooirechten in dat kader voor niet meer dan EUR 1,- door gedaagde 1 aan gedaagde 10 werden geleverd ter doorlevering aan gedaagde 5. Dat neemt echter niet weg dat gedaagde 1 door deze handelwijze is verarmd met het bedrag gelijk aan de waarde die in februari 2006 aan de octrooirechten diende te worden toegekend. Uit de overgelegde stukken noch anderszins is gebleken dat met de overdracht op 19 mei 2006 van gedaagde 10 aan gedaagde 5 zoveel meer of andere intellectuele eigendomsrechten gemoeid waren dat daardoor kan worden verklaard dat enerzijds de op 8 februari 2006 door gedaagde 1 aan gedaagde 10 overgedragen octrooirechten geen enkele waarde hadden en anderzijds de op 19 mei 2006 door gedaagde 10 aan gedaagde 5 overgedragen rechten vanwege de toegevoegde waarde op een bedrag van EUR 1.294.000,- werden gewaardeerd. Zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, kan dit verweer van gedaagde 1 en gedaagde 10 dan ook niet worden gevolgd.

4.89.   Tevens is sprake van het vermoeden van wetenschap als bedoeld in artikel 3:46 BW, nu eiseres 1 de vernietigingsgrond binnen één jaar na de overdracht heeft ingeroepen en gedaagde 1 en gedaagde 10 dit vermoeden niet hebben ontzenuwd. Daarmee staat niet alleen vast dat eiseres 1 door de overdracht van 8 februari 2006 voor het bedrag van EUR 1.294.000,- is benadeeld, maar ook dat die overdracht paulianeus en dus vernietigbaar was. In de gegeven omstandigheden kan in verband hiermee tevens worden vastgesteld dat gedaagde 10 door haar betrokkenheid bij de paulianeuze overdracht onrechtmatig jegens eiseres 1 heeft gehandeld, zodat zij terzake jegens eiseres 1 schadeplichtig is.

4.90.  Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering (sub IV) te verklaren voor recht dat de overdracht van 8 februari 2006 door middel van de buitengerechtelijke verklaring van eiseres 1 van 2 februari 2007 is vernietigd, toewijzen. De rechtbank zal de (sub V) jegens gedaagde 10 gevorderde vergoeding van de schade, nader op te maken bij staat, als gevolg van de paulianeuze overdracht van 8 februari 2006, voor zover die schade niet kan worden voldaan door uitwinning van de overgedragen octrooirechten, eveneens toewijzen. Nu gedaagde 1 heeft verklaard dat zij toewijzing van de claim van eiseres 1, of zelfs maar een fractie daarvan, niet zal overleven is op zijn minst genomen twijfelachtig of gedaagde 1 volledig verhaal zal bieden voor de in dit geding ten laste van haar aan eiseres 1 toe te wijzen schadevergoeding. Evenmin kan er vanuit worden gegaan dat de octrooirechten na het geven van vorenbedoelde verklaring voor recht zonder meer naar gedaagde 1 zullen terugkeren en dat eiseres 1 daarop tot een bedrag van tenminste EUR 1.294.000,- verhaal kan nemen. eiseres 1 heeft derhalve voldoende belang om in dat geval haar schade tot het bedrag van de benadeling op gedaagde 10 te kunnen verhalen.

Lees het vonnis hier.

IEF 8179

De regels van de kunst

Sven Klos (Klos Morel Vos & Schaap): De regels van de kunst. Herziene reactie op column Jesse Hofhuis d.d. 7 september 2009, IEF 8163: ‘Commerciële werkelijkheid’

"Mijn vorige week gepubliceerde commentaar op de eerste IEForum column getiteld “commerciële werkelijkheid” heeft – zo heb ik van de uitgever vernomen – geleid tot een aantal negatieve reacties. Geen van deze reacties zijn direct aan mij gezonden. Ik ken de precieze inhoud dus niet. Wel heb ik begrepen dat de algemene teneur van die reacties was dat het commentaar te scherp van toon was en te onvriendelijk was ten opzichte van de auteur van de column.

Ik betreur dat zeer. Ik meende dat wie de inhoud van een column– een voor dit juridisch forum nieuw fenomeen – wil bestrijden zich daarbij van columnistische stijlmiddelen mag bedienen en daarbij dus wel enkele olijke en flink gepeperde noten mag kraken. Mijn onbekendheid met het fenomeen juridische column heeft mij daarbij kennelijk op het verkeerde been gezet. Ik betreur het met name ook omdat ik vrees dat de discussie over de vorm de aandacht heeft afgeleid van het onderwerp, te weten de betreurenswaardige alsmaar voortschrijdende acceptatie van het onderbuikgevoel als een salonfähig IE- begrip. Met gebruikmaking van mijn droit de repentir heb ik de redactie dan ook verzocht het stuk te vervangen door de volgende tekst."

Lees de volledige tekst hier.

IEF 8178

De recente plaatsing van een column

De recente plaatsing van een column op IEForum.nl heeft tot reacties geleid van uiteenlopende intensiteit en nuance. Twee punten komen uit de reacties naar voren. Allereerst is de indruk ontstaan dat IEForum.nl een officiële IEForum.nl columnist zou hebben aangesteld en ten tweede dat een op de persoon gerichte toon onnodig zou afleiden van wat enkel een juridische discussie zou moeten zijn.
 
Het is het oogmerk van IEForum.nl om een onafhankelijk en neutraal medium te zijn. De reden daarvoor mag duidelijk zijn: alleen in een neutrale en onafhankelijke omgeving kan vrijelijk en op basis van alle beschikbare informatie worden bericht over zaken die ons vakgebied aangaan.

IEForum.nl is zich zeer bewust van haar neutraliteit en heeft zelf geen mening. IEForum.nl biedt anderen de gelegenheid om een mening te verkondigen. Dat was ook het idee achter de column. Niet om een mening met een keurmerk uit te dragen of om het gezicht te zijn van IEForum.nl

Dat een medium als IEForum.nl zich verre zou moeten houden van columnisten is een discussie die blijkens  de reacties de moeite van het voeren waard is. Die discussie gaan we nu zeker voeren, waarbij dan vanzelfsprekend het tweede punt, de inhoud en toon van columns en stukken zal worden meegenomen. Vorm en inhoud. Wij houden u op de hoogte.

IEF 8177

Met betrekking tot octrooien

Tweede kamer, 2008-09, 22112, nr. 913. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris ter aanbieding BNC-fiche samenvatting van het verslag over het sectorale onderzoek naar de farmaceutische sector

"De Commissie bevestigt het belang van een hoge kwaliteitsstandaard met betrekking tot octrooien en snelle toelating tot de markt. Zij focust zich op volledige implementatie en beter gebruik van de huidige regelgeving, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de deadlines van toelatingsprocedures en het zorgdragen dat bezwaren van derden goed gedocumenteerd en transparant zijn en niet tot onnodige vertraging leiden Nederland kan instemmen met deze lijn met inachtneming van nationale bevoegdheden op het gebied van het inrichten van het sociale stelsel en prijs- en vergoedingsmaatregelen met betrekking tot geneesmiddelen. Nederland steunt het streven om tot een spoedige invoering van een Gemeenschapsoctrooi met een bijbehorend overkoepelend systeem voor octrooirechtspraak  te komen.

Trage introductie van generieke en innovatieve geneesmiddelen moet effectief worden tegengegaan want dat kan besparingen opleveren. Nederland staat achter de aanbevelingen van de Cie dat verklaringen van derden tijdens de toelatingsprocedure een duidelijke inhoud moeten hebben en ook van duidelijk omschreven partijen moeten komen, die ook hun belang erbij moeten motiveren. Dit om onnodige en ongerechtvaardigde vertraging van marktoelating te voorkomen. Evenzo geldt dat misleidende informatiecampagnes, die nodeloos en ongegrond twijfel zaaien over de kwaliteit van generieke geneesmiddelen moeten worden tegengegaan."

Lees het fiche hier.

IEF 8176

De leenvergoedingen bij openbare bibliotheken

Tweede Kamer, 2008/09, 28330, nr. 40. Herstructurering openbaar bibliotheekwerk; Brief minister over de leenvergoedingen bij openbare bibliotheken.

"Ik zie geen aanleiding om de leenvergoeding op te trekken naar € 1 zoals mevrouw V. voorstelt. Dat de leentarieven voor dvd’s of cd’s hoger liggen heeft onder meer te maken met de omstandigheid dat de bibliotheken de commerciële verhuurders van audiovisueel materiaal geen oneerlijke concurrentie mogen aandoen en er bij audiovisueel werk sprake is van een veel groter aantal rechthebbenden. (...) Het effect van een drastisch verhoogde leenvergoeding zou vrijwel zeker een zeer averechtse uitwerking hebben op de opbrengst, omdat de bibliotheken de kosten van de leenvergoeding verdisconteren in de contributie. Bij een forse verhoging van de contributie is een massale daling van het aantal bibliotheekleden een voorspelbare uitkomst."

Lees de hele brief hier.

IEF 8175

BBIE oppositiebeslissingen

(fig.) - DE MUNT (Toegew.)
KRUIDVAT - KRUITVAT (Gedeelt.)
ATI - AT (Toegew.)
Ti Sento - SEICENTO (Afgew.)
CONCEPTUS - Concep (Afgew.)  
AVEDA - ASHAVEDA NATURAL ORGANIC (Toegew.)
JULES - KATE & JULES (Toegew.)
GOOLFY BLACK LIGHT MINI GOLF - (fig.) (Afgew.)

Lees de oppositiebeslissingen hier.