IEF 22194
19 augustus 2024
Uitspraak

Onduidelijkheid over geclaimde intellectuele eigendomsrechten leidt niet tot schadevergoeding

 
IEF 22192
19 augustus 2024
Uitspraak

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

 
IEF 22193
19 augustus 2024
Uitspraak

Aanpassing van memorie van antwoord na afwijzing van verzoek tot vertrouwelijkheid

 
IEF 6577

Ook om een andere reden

Vzr. Rechtbank Rotterdam, 7 augustus 2008, LJN: BD9629 Segment Interactieve Media B.V. tegen Cimsolutions B.V.

Merkenrecht; ex parte procedure; herziening bevel ex artikel 1019e lid 3 Rv. Indicatietarief? 

“3.3. Vooropgesteld dient te worden dat een verzoek tot het geven van een onmiddellijke voorziening bij voorraad houdende een bevel om dreigende inbreuk op de rechten van
intellectuele eigendom te voorkomen, niet van eenvoudige aard is. Bij een verzoekschrift ex artikel 1019e Rv, waarbij wordt afgeweken van het uitgangspunt dat de rechter alvorens op een verzoek (van niet eenvoudige aard) te beslissen, beide partijen in de gelegenheid stelt te worden gehoord, heeft de voorzieningenrechter dan ook beoordeeld of onherstelbare schade dreigt, die zo ernstig is dat een kort geding op tegenspraak niet kan worden afgewacht. Daarbij was de voorzieningenrechter aangewezen op de informatie van Cimsolutions.

Naar thans is gebleken is – anders dan aanvankelijk op basis van de informatie van Cimso-lutions is geoordeeld – niet aannemelijk dat van een onherstelbare schade veroorzakende situatie sprake is. Reeds hierom kan de beschikking van 1 juli 2008 niet in stand blijven.

3.4 Echter, ook om een andere reden kan de beschikking van 1 juli 2008 niet in stand blijven.

Voor een geslaagd beroep op artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE is in elk geval vereist dat merk en teken met elkaar overeenstemmen. Daarvan is sprake indien – mede gelet op de bijzon-derheden van het gegeven geval en met name de onderscheidende kracht van het merk – merk en teken, elk in zijn geheel en in onderling verband beschouwd, auditief, visueel of begripsmatig zodanige gelijkenis vertonen dat reeds daardoor de mogelijkheid bestaat dat bij het publiek dat met het teken wordt geconfronteerd een verband tussen teken en merk wordt gelegd. Daarbij dient mede het verwarringsgevaar te worden betrokken. Naar voorlo-pig oordeel is daarvan geen sprake. “

3.6 Cimsolutions zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskos-ten. Mede gelet op de als zodanig niet weersproken in het geding gebrachte specificatie worden deze kosten op de voet van artikel 1019h Rv aan de zijde van Segment begroot op  € 15.000,=.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6576

De slordige lezer

Gerechtshof 's-Gravenhage 31 juli 2008, LJN: BD9043. Koolé Champignons B.V. c.s. tegen Koolen Champignons B.V.

Beschikking in handelsnaamzaak. Hoger beroep na beschikking kantonrechter. Verwarringsgevaar bij het publiek. Onder publiek wordt niet alleen verstaan de consument.

Koolen en Koolé produceren 14 respectievelijk 100 ton champignons per week en zetten deze af aan supermarktketens en groothandelaren in binnen- en buitenland, niet aan particulieren. De afzet door supermarkten aan de consument geschiedt zelden onder handelsnaam van de producent. Wel staat, in enkele gevallen, op de verpakking van de doosjes champignons, zoals die uiteindelijk bij de supermarkt verkrijgbaar zijn, in kleine lettertjes de naam Koolen vermeld.

De 'champignonwereld' in Nederland is klein. Het hof is dan ook van oordeel dat van het gebruik van de handelsnamen 'Koolé Champignons B.V.' naast 'Koolen Champignons B.V.' verwarring valt te duchten als bedoeld in artikel 5 Hnw.

In grief 1 wordt, kort samengevat, gesteld "dat de handelsnaam van de champignonkweker geen betekenis heeft voor het consumerende publiek. Dit standpunt is weliswaar in hoge mate juist, maar de kantonrechter heeft niet zozeer het oog gehad op de consument die in de supermarkt een bakje champignons koopt, maar alleen op publiek (daaronder eventueel een consument) dat geïnteresseerd is in de producent of dat met de producent in aanraking komt. Voor degene die wil weten wie de producent is of anderszins met de producent in aanraking komt (bijvoorbeeld werknemers, leveranciers, inkopers, warencontroleurs) is inderdaad tussen de handelsnamen gevaar voor verwarring te duchten, zeker in die gevallen waarin het accent aigu niet wordt gebruikt of zo klein wordt afgedrukt dat het nauwelijks meer leesbaar is. In dat geval zijn de namen auditief en visueel nauwelijks meer te onderscheiden."

"De steller van grief 1 verwijt de kantonrechter voorts een onjuist criterium te hebben gehanteerd door uit te gaan van 'de slordige lezer' en niet van de normaal oplettende lezer. De grief mist feitelijke grondslag. De kantonrechter heeft zijn oordeel niet gegrond op verwarring bij de slordige lezer, maar heeft ter accentuering voorp gesteld dat reeds de namen 'Koolen' en 'Koolé' in ieder geval (zeker, zegt de kantonrechter) bij de slordige lezer verwarring oproept. Anders dan Koolé betoogt kunnen de namen ook verwarring opleveren bij de normaal oplettende lezer, zeker in het geval de namen niet naast elkaar of in relatie tot elkaar worden gebruikt, maar afzonderlijk worden gelezen, zoals de kantonrechter juist overweegt."

Lees de beschikking hier.

IEF 6575

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 9 juli 2008, LJN: , Novartis Vaccines And Diagnostics Limited tegen Solvay Pharmaceuticals B.V.

De rechtbank komt tot het oordeel dat Novartis, merkhoudster van het teken FLUVIRIN, met een geslaagd beroep op artikel 2.28 lid 3 sub a juncto artikel 2.3 sub b BVIE de nietigheid van het teken FLURALIN kan inroepen. Het gaat om soortgelijke waren en de merken stemmen volgens de rechtbank zowel auditief, visueel als begripsmatig met elkaar overeen. Ook verwarringsgevaar omtrent de herkomst van het product wordt aangenomen en als onbetwist staat vast dat het merk FLUVIRIN in rangorde prioriteit geniet boven het teken FLURALIN.

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 29 juli 2008, AWB 07/4532 OCT95, Systemate Group B.V. tegen Octrooicentrum Nederland(met dank aan Leo Kooy, Vriesendorp & Gaade)

ROW 1995. Weigering verstrekking gratis nieuwheidsrapport bij octrooiaanvrage (ingediend als afgesplitst gedeelte eerdere octrooiaanvrage). Weigering is wel een besluit in de zin van de Awb.

Lees de uitspraak hier.

IEF 6574

Den Haag Vandaag

ricastor-mercurius.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 6 augustus 2008, KG ZA 08-594, Van Zanten Plants B.V. tegen Hofland B.V.(afbeeldingen met dank aan Hidde Koenraad, Vondst).

Kwekersrecht freesia met de rasbenaming “Ricastor” (bovenste afbeelding) 4.3. De onder 4.2. genoemde verweren van Hofland gaan voorshands oordelend niet op. Gesteld noch gebleken is dat Van Zanten De Haan toestemming heeft gegeven Beatrix te vermeerderen, te telen of te verkopen. Uit het feit dat Van Zanten richting De Haan kennelijk geen mededelingen heeft gedaan dit niet te doen, mag naar voorlopig oordeel geen impliciete toestemming worden afgeleid. De voorzieningenrechter laat daarbij nog in het midden of Hofland, als wel (impliciet) toestemming zou zijn gegeven, er vervolgens als koper op mocht vertrouwen dat ook zij Beatrix mocht, vermeerderen, telen of verkopen.”

Lees het vonnis hier.

abb.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 6 augustus 2008, KG ZA 08-773, ABB ASEA Brown Boveri Ltd. tegen Camporiondo

Merkenrecht, handelsnaamrecht. “4.4. Voorshands oordelend komen de op het merkenrecht gebaseerde vorderingen de voorzieningenrechter noch onrechtmatig noch ongegrond voor. Het op de websites van Camporiondo en SAI gebruikte teken ABB is gelijk aan het door ABB op 21 november 2003 gedeponeerde en onder 2.2 van dit vonnis afgebeelde Gemeenschapsbeeldmerk. Bovendien wordt dit teken voorshands oordelend gebruikt voor dezelfde diensten (financiële dienstverlening) als waarvoor het bedoelde Gemeenschapsbeeldmerk is ingeschreven. Het gebruik van het bedoelde teken is daarmee in strijd met artikel 9 lid 1 sub a GMVo. Het gevorderde inbreukverbod zal daarom, te versterken met een dwangsom, als nader in het dictum bepaald worden toegewezen”

Lees het vonnis hier.

IEF 6573

En deze ook nog

Rechtbank Rotterdam, 21 mei 2008, LJN BD8858, Meubelco BVBA tegen Sefa Meubel

 Modellenrecht, auteursrecht. slaafse nabootsing.

“4.3  (…) De voorzieningenrechter overweegt het volgende.
Om voor modelregistraties in aanmerking te komen is, zo blijkt uit artikel 3.3 Benelux- verdrag intellectuele eigendom (hierna: BVIE), vereist dat het model nieuw is en dat het over een eigen karakter beschikt.

Tussen partijen is niet in geschil dat de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ door Meubelco reeds sinds 2005 op de markt zijn gebracht en dat Meubelco de modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ heeft doen registreren op respectievelijk 24 april 2007 en 16 mei 2007. Nu artikel 3.3 BVIE ziet op het vóór de datum van de depotaanvraag op de markt brengen van identieke modellen door een ander dan degene die de aanvraag heeft ingediend, doet het feit dat Meubelco zelf reeds voor de data van het verkrijgen van de modelrechten de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ op de markt heeft gebracht niet af aan de geldigheid van de verkregen modelrechten.

Meubelco heeft ter zitting aangevoerd en onderbouwd, dat door haar (dan wel door haar werknemers) de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ zijn ontworpen. [gedaagde] stelt zelf ook wel eens meubels uit deze lijnen bij Meubelco te hebben gekocht. Vervolgens heeft Meubelco de betreffende meubelen in China laten produceren.”

Lees het vonnis hier

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, LJN BD9043, 31 juli 2008, Koolé Champignons tegen Koolen Champignons B.V.

Handelsnaamrecht. “3.3.1. In (de toelichting op) grief 1, waarop in de pleitnota wordt voortgebouwd, wordt eerst een standpunt ingenomen over het begrip publiek in de betekenis van consument. Gesteld wordt, kort samengevat, dat de handelsnaam van de champignonkweker geen betekenis heeft voor het consumerende publiek. Dit standpunt is weliswaar in hoge mate juist, maar de kantonrechter heeft niet zozeer het oog gehad op de consument die in de supermarkt een bakje champignons koopt, maar alleen op publiek (daaronder eventueel een consument) dat geïnteresseerd is in de producent of dat met de producent in aanraking komt. Voor degene die wil weten wie de producent is of anderszins met de producent in aanraking komt (bijvoor-beeld werknemers, leveranciers, inkopers, warencontroleurs) is inderdaad tussen de handelsnamen gevaar voor verwarring te duchten, zeker in die gevallen waarin het accent aigu niet wordt gebruikt of zo klein wordt afgedrukt dat het nauwelijks meer leesbaar is. In dat geval zijn de namen auditief en visueel nauwelijks meer te onderscheiden.”

Lees het arrest hier.

IEF 6572

Eerst even voor jezelf lezen

lptst.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 31 juli 2008, KG ZA 08-685, Vlaar Ergonomie c.s. tegen Markant Nederland c.s.

Auteursrecht, modellenrecht. Foto van Laptopstandaard.        

“4.4. Voorshands is niet in te zien dat onder ‘een voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast’ ook moet worden begrepen een foto van dit voortbrengsel. Bovendien wekt een tweedimensionale afbeelding van een voortbrengsel, waarin het Gemeenschapsmodel is verwerkt, per definitie een andere algemene indruk dan het driedimensionale Gemeenschapsmodel. Het vorenstaande brengt met mee dat eisers zich niet op grond van het modelrecht kunnen verzetten tegen het gebruik door een derde van een foto van de laptopstandaard.

(…) 4.10. Bij de beantwoording van de vraag of 3D Tradelink inbreuk maakt op het auteursrecht op de fotografische afbeelding van de laptopstandaard met laptop komt het erop aan of sprake is van ontlening. De voorzieningenrechter stelt vast dat in de advertentie van 3D Tradelink een afbeelding van de laptopstandaard met laptop is opgenomen, die identiek is aan het auteursrechtelijk beschermde werk, hetgeen door gedaagden ook is erkend. Inbreuk op het auteursrecht van eisers is daarmee gegeven. Dat de foto is opgenomen in een meeromvattend werk, de advertentie, doet daar niet aan af. Voor wat betreft de toestemming voor het gebruik van de fotografische afbeelding door eisers aan 3D Tradelink (oud) geldt, zoals hiervoor is overwogen, dat 3D Tradelink zich in beginsel niet op die aan een andere rechtspersoon gegeven toestemming kan beroepen.”

Lees het vonnis hier.

fmx.gifRechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 30 juli 2008, AWB 07/3547 OCT95, E.L. du Pont de Nemours and Company tegen Octrooicentrum Nederland (met dank aan Martijn de Lange,  Octrooicentrum Nederland).

“5. Verweerder heeft het ABC beperkt tot de samenstelling van werkzame stoffen, genoemd in de handelsvergunning. Eiseres meent daarentegen dat aansluiting moet worden gezocht bij het basisoctrooi.

6. Ter beoordeling staat derhalve wat in dit geval als prooduct in de zin van de Verordening moet worden beschouwd. 7. Ingevolge artikel 1, onder 8, en artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening, in onderlinge samenhang bezien, is de omschrijving van de werkzame stof of van de samenstelling van werkzame stoffen van het gewasbeschermingsmiddel in de handelsvergunning bepalend voor het antwoord op deze vraag.

8. In de handelsvergunning van 26 juli 2002 is in paragraaf IV de samenstelling van het gewasbeschermingsmiddel vermeld. Daarbij zijn als werkzame stoffen aangeduid: cymoxanil en famoxadone. Hieruit blijkt dat de combinatie van deze twee werkzame stoffen als het in de handelsvergunning geïdentificeerde product moet worden beschouwd.

9. Niet in geschil is dat de handelsvergunning is verleend voor de combinatie van vorengenoemde twee werkzame stoffen. Voor dit product heeft verweerder aan eiseres een ABC verleend. Voor een andere productomschrijving, zoals bijvoorbeeld famoxadone is geen handelsvergunning gevraagd of verkregen.

10. Het betoog van eiseres dat het product niet op basis van de handelsvergunning maar aan de hand van de -ruimere- omschrijving in het octrooi moet worden gedefinieerd. gaat voorbij aan artikel 3 van de Verordening.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6571

Reminder: Indicatietarieven in IE-zaken

!!.gif"Graag bieden wij u bij deze aan de op 13 juni 2008 door het LOVC (Landelijk Overleg Voorzitters sector Civiel) goedgekeurde indicatietarieven in IE-zaken. Deze tarieven gelden met ingang van 1 augustus a.s . uitsluitend voor de eerste instantie.

Ik verzoek u binnen de balie hieraan kenbaarheid te geven. Hieronder schets ik voor u de achtergrond van de totstandkoming van deze tarieven."

Lees hier meer.

IEF 6570

Klassikerwortschatz

sharpston.bmpConclusie AG Sharpston 10 juli 2008, zaak C-304/07. Directmedia Publishing tegen Albrechts-Ludwigs-Universität Freiburg

Rechtsbescherming databanken. Begrip 'opvraging' in artikel 7 lid 2 suba van Richtlijn 96/9/EG.

Knoop heeft in het kader van het project 'Vocabulaire van de klassieker' een lijst van 1100 titels van gedichten tussen 1730 en 1900 opgesteld. Directmedia verhandelt een cd-rom '1000 Gedichte, die jeder haben muss'. Bij de selectie van de gedichten heeft Directmedia de lijst van Knoop als gids gebruikt. Volgens Knoop en de universiteit van Freiburg schendt Directmedia door de productie en de distributie van haar cd-rom het auteursrecht van Knoop als auteur van een compilatie en de naburige rechten van de universiteit van Freiburg als fabrikant van een databank.

Het gevorderde verbod wordt door het Landgericht toegewezen, het hoger beroep wordt afgewezen. Het Bundesgerichtshof heeft bij een eerste arrest het beroep tegen de toewijzing van de vordering van Knoop afgewezen. Het heeft vervolgens het beroep tegen de toewijzing van de vordering van de universiteit van Freiburg beoordeeld en heeft de volgende prejudiciële vraag aan het Hof voorgelegd:

"Kan het overbrengen van gegevens uit een op grond van artikel 7 lid 1 van de richtlijn beschermde databank in een andere databank ook een opvraging in de zin van artikel 7 lid 2 sub a van de richtlijn zijn wanneer daarbij de databank eerst wordt geraadpleegd en de gegevens een voor een worden geëvalueerd, of is voor een opvraging in de zin van deze bepaling vereist dat een databestand (fysiek) wordt gekopieerd?"

Sharpston: "Mijns inziens beperkt de verwijzende rechter daarmee op twee manieren het begrip "opvraging". Ten eerste introduceert hij een kwalitatief criterium, namelijk de intellectuele inspanning die wordt geleverd door de persoon die de informatie uit de databank kopieert, en meent hij dat er geen sprake is van opvraging wanneer niet aan dat criterium is voldaan. Ten tweede koppelt hij het begrip "opvraging" aan een bijzondere (beperkte) definitie van wat wordt bedoeld met "kopiëren" van gegevens uit een databank. Geen van beide beperkingen overtuigt."

"Ik concludeer derhalve dat voor een "opvraging" in de zin van artikel 7 lid 2 sub a van de richtlijn niet is vereist dat gegevens (fysiek) worden gekopieerd. Om een "opvraging" in de zin van artikel 7 lid 2 sub a van de richtlijn te vormen, is het irrelevant of bij de overbrenging van gegevens uit een op grond van artikel 7 lid 1 van de richtlijn beschermde databank en de opneming ervan in een andere databank de gegevens, na raadpleging van de databank, een voor een worden geëvalueerd."

Lees de conclusie hier.

 

IEF 6556

Aanpak administratieve lasten

Kamerstuk 29515, nr. 260, 2e Kamer

Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Verslag van een algemeen overleg gehouden op 5 juni 2008 over o.a. de halfjaarlijkse voortgangsrapportage regeldruk bedrijven (29515, nr. 244).

“Vragen en opmerkingen uit de commissies: De vereenvoudiging van de facturering van de auteursrechten is een grote wens van Kamer en ondernemers. Is het juist dat er een patstelling is tussen de auteursrechtenorganisatie en VNO-NCW? De regeldruk moet niet alleen door het Rijk, maar ook door de lokale overheden worden aangepakt. De staatssecretaris van Economische Zaken: Het wetsvoorstel omtrent de auteursrechten zal binnenkort bij de Tweede Kamer voorliggen. Het uitgangspunt is één auteursrekening, minder lasten voor de betalers en een gelijke opbrengst voor de rechthebbenden. De bestaande vergunningen.” Lees hier verder.

IEF 6555

Geertrui van Overwalle

De Universiteit van Tilburg heeft prof. Geertrui van Overwalle (1958, Ukkel, België) benoemd tot hoogleraar Octrooirecht en nieuwe technologieën. Vanaf 1 oktober 2008 zal zij het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) komen versterken voor een dag per week. Daarnaast is ze werkzaam aan de K.U. Leuven en de K.U. Brussel.

 

Het onderzoek van Van Overwalle is erop gericht de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer in beeld te brengen wat betreft octrooibescherming voor nieuwe technologieën. Ook onderzoekt ze in hoeverre het klassieke octrooirecht op grenzen botst. Haar nieuwste grote publicatie gaat over patenten op genen en modellen om de toegang tot genpatenten te waarborgen, in het belang van de volksgezondheid (Van Overwalle, G. (ed.), Gene patents and collaborative licensing models. Cambridge University Press, te verschijnen).

Zij zal haar kennis inzetten bij het lopende onderzoek van TILT naar het recht rond biotechnologie, ICT en nanotechnologie. Daarnaast zal ze eigen onderzoekslijnen uitzetten,op het gebied van open source innovatie en biotechnologie, en ook omtrent octrooibescherming voor proteomics en biochips. Lees hier verder.