IEF 22192
19 augustus 2024
Uitspraak

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

 
IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 5346

Basic patents

In de (niet gepubliceerde?) zaak AHP vs. Octrooicentrum Nederland betreffende een afwijzing van een aanvraag voor een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen heeft de Rechtbank Den Haag op 2 November 2007 prejudiciële vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Deze zijn op 12 januari jl. gepubliceerd in het Official Journal:

"1. Does Council Regulation (EEC) No 1768/92 of 18 June 1992 concerning the creation of a supplementary protection certificate for medicinal products (1), as subsequently amended, and more specifically Article 3(1)(c) thereof, preclude the grant of a certificate to the holder of a basic patent for a product for which, at the time of the submission of the application for a certificate, one or more certificates have already been granted to one or more holders of one or more other basic patents?

2. Does Regulation (EC) No 1610/96 of the European Parliament and of the Council of 23 July 1996 concerning the creation of a supplementary protection certificate for plant protection products (2), as subsequently amended, and more specifically recital 17 and the second sentence of Article 3(2) thereof, give rise to a different answer to Question 1?

3. When answering the previous questions, is it relevant whether the last application submitted, like the previous application or applications, is submitted within the period prescribed by Article 7(1) of Regulation (EEC) No 1768/92 or that prescribed by Article 7(2) of Regulation (EEC) No 1768/92?

4. When answering the previous questions, is it relevant whether the period of protection afforded by the grant of a certificate pursuant to Article 13 of Regulation (EEC) No 1768/92 expires at the same time as, or at a later time than, under one or more certificates already granted for the product concerned?

5. When answering the previous questions, is it relevant that Regulation (EEC) No 1768/92 does not specify the period within which the competent authority, as referred to in Article 9(1) of that Regulation, must process the application for a certificate and ultimately grant a certificate, as a result of which a difference in the speed with which the authorities concerned in the Member States process applications may lead to differences between them as to the possibility of a certificate being granted?"

Lees de publicatie hier(met dank aan Martijn de Lange, Octrooicentrum).

IEF 5345

Unzumutbar

boss.JPGHoge Raad, 11 januari 2008, LJN: BB5077, Hugo Boss A.G. tegen Reemtsma Cigarettenfabriken Gmbh (met conclusie A-G Langemeijer).

Merkenrecht. Vervallenverklaring van merkrechten Hugo Boss wegens uitblijven van normaal gebruik gedurende een onafgebroken tijdvak van vijf jaar. Richtlijnconforme uitleg van het begrip ‘geldige reden’ voor de periode vanaf 1 januari 1993.

In deze zaak, waarin vervallenverklaring van een merk wegens non usus is gevorderd, gaat het om de vraag of de merkhouder in de wettelijke beperking van tabaksreclame een geldige reden heeft om het merk niet te gebruiken. Reemstra is houdster van o.a. het woordmerk BOSS en enkele beeldmerken met het woordelement BOSS voor klasse 34, kort gezegd tabaksproducten. Reemstra vordert in dit geding een verklaring voor recht dat diversen merken van Hugo Boss voor klasse 34 vervallen zijn wegens het uitblijven van normaal gebruik van die merken (non-usus).

Het Gerechtshof Den Haag heeft (bij arrest van 4 augustus 2005) vastgesteld dat Hugo Boss gedurende een ononderbroken tijdvak van ten minste vijf jaren de gedeponeerde merken niet normaal heeft gebruikt in de Benelux voor waren in klasse 34 (tabaksproducten). Het hof verwierp  het verweer van Hugo Boss dat zij een geldige reden had voor het niet-gebruik van deze merken, omdat zij rekening moest houden met (destijds te verwachten) nationale en internationale regelgeving ter beperking van reclame voor tabaksproducten. Volgens het hof kunnen de door Hugo Boss gestelde feiten en omstandigheden niet worden aangemerkt als buiten de macht van Hugo Boss liggende en niet tot haar normale ondernemersrisico behorende omstandigheden die een normaal gebruik van het merk onmogelijk, althans zo bezwaarlijk maken dat het gebruik daarvan naar in het economische verkeer gebruikelijke maatstaven in redelijkheid niet van Hugo Boss kon worden verwacht.

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof. Niet alleen omdat het hof de maatstaf van het BenGH heeft toegepast, waar zij voor de periode van 1 januari 1993 tot 1 januari 1996 al, richtlijnconform, de maatstaf van de Merkenrichtlijn had moeten toepassen, maar ook omdat het de maatstaf van het BenGH voor de eerdere periode onjuist heeft toegepast.

3.4.1 “(…) Geklaagd wordt dat aan de uitdrukking 'geldige reden' in art. 10 en 12 van de Richtlijn een andere betekenis toekomt dan het hof, in het voetspoor van het Benelux-Gerechtshof in zijn evenbedoelde arrest, daaraan heeft gegeven, en dat van een geldige reden alleen dan geen sprake is, wanneer het uitblijven van normaal gebruik te wijten is aan een eigen toedoen van de merkhouder, of afhankelijk is van diens wil, terwijl het hof ten onrechte als eis heeft gesteld dat sprake moet zijn van omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico van de merkhouder behoren.

3.4.2 In zijn - na de bestreden uitspraak en de stukkenwisseling in cassatie gewezen - arrest van 14 juni 2007, nr. C-246/05 (Häupl/Lidl), heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen beslist:  "Artikel 12, lid 1 van richtlijn 89/104 moet aldus worden uitgelegd dat sprake is van een "geldige reden [...] voor het niet-gebruiken" van een merk bij belemmeringen die een rechtstreeks verband houden met dit merk en het gebruik van dit merk onmogelijk of onredelijk maken, en die zich buiten de wil van de houder van dit merk voordoen. Het staat aan de verwijzende rechter, de feiten van het hoofdgeding tegen de achtergrond van deze aanwijzingen te beoordelen."

Gelet op hetgeen het Hof van Justitie in rov. 53 heeft overwogen, is met het woord 'onredelijk' - in de procestaal Duits: unzumutbar - hier bedoeld dat de belemmeringen zodanig zijn dat van de merkhouder in redelijkheid niet kan worden verlangd het merk te gebruiken.
Aldus heeft het Hof van Justitie een uitleg aan art. 12 lid 1 van de Richtlijn gegeven - welke, blijkens hetgeen hiervoor in 3.3 is overwogen, ook moet gelden voor art. 5 lid 2 BMW, art. 2.26 lid 2 BVIE, alsmede voor art. 5 lid 3 (oud) BMW, te rekenen vanaf 1 januari 1993 - die enerzijds enger is dan de in de rechtspraak van het Benelux-Gerechtshof gehanteerde, waar het geldt het vereiste dat de belemmering rechtstreeks verband houdt met het merk, doch anderzijds ruimer, nu het Hof van Justitie niet eist dat de belemmering niet is gelegen in omstandigheden die tot het normale ondernemersrisico van de merkhouder behoren. De klachten zijn in zoverre gegrond.

3.5 Voor het tijdvak tot 1 januari 1993 heeft het hof terecht de maatstaf, zoals geformuleerd in het hiervoor in 3.4.1 vermelde arrest van het Benelux-Gerechtshof van 27 januari 1981 toegepast. Onderdeel I.11 klaagt dat 's hofs oordeel (rov. 8) dat (ook in dat tijdvak) geen sprake is van een geldige reden voor het niet-normale gebruik van de merken onbegrijpelijk is in het licht van de omstandigheden waarop Hugo Boss zich in de feitelijke instanties heeft beroepen, zoals opgesomd in de cassatiedagvaarding onder 3 tot en met 15 en onderdeel I.9. Deze klacht treft doel. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom die omstandigheden niet kunnen worden aangemerkt als liggende buiten de macht van Hugo Boss en als niet behorende tot haar normale ondernemersrisico, noch waarom die het gebruik van de merken niet zo bezwaarlijk maken dat dat gebruik, naar in het economisch verkeer gebruikelijke maatstaven, niet van haar kan worden verwacht.

3.6  Het bestreden arrest kan dus niet in stand blijven en de overige onderdelen behoeven geen behandeling. Het verwijzingshof [Amsterdam – IEF] zal, te rekenen vanaf 1 januari 1993, de door het Hof van Justitie geformuleerde maatstaf dienen aan te leggen en, op de voet van hetgeen het Hof van Justitie in rov. 54 van zijn arrest heeft overwogen, moeten onderzoeken of het mogelijk is, dan wel van Hugo Boss in redelijkheid kan worden gevergd, dat zij haar ondernemingsbeleid zodanig wijzigt dat de door haar aangevoerde belemmering zich niet langer doet gevoelen. Voor de periode voorafgaand aan 1 januari 1993 zal dit onderzoek moeten geschieden aan de hand van de maatstaf, geformuleerd in het meergenoemde arrest van het Benelux-Gerechtshof van 27 januari 1981.

Lees het arrest hier. Arrest Hof Den Haag hier.

IEF 5344

Faits divers

EOK&PS. Bericht bereikt ons dat de conclusie van AG Verkade inzake de geruchtmakende auteursrechtzaak over de Endstra-tapes gepland staat voor volgende week vrijdag.

Eigen mossel eerst. “Vier grote mosselproducenten uit Yerseke staan vandaag [gisteren – IEF] voor de rechtbank in Middelburg tegenover een nieuwkomer op de markt, SE Zeeland. De inzet: het recht op het voeren van het predikaat 'Zeeuws' op zakken verse mosselen in de winkel, ook al is die 'Zeeuwse roem' gevangen in ons Waddengebied, Denemarken, Ierland of Duitsland. (…) De rechtszaak vandaag gaat echter niet over het milieu, maar gewoon om geld.

(…) Het niet langer kunnen gebruiken van de naam 'Zeeuws' voor importmosselen zou een forse klap voor de sector betekenen. Dat zou ook volgens SE Zeeland spijtig zijn. "Maar dat is dan wel een logisch gevolg van eigen keuzes uit het verleden. Ofwel de hele sector misleidt de consument door buitenlandse mosselen als Zeeuws te verkopen, ofwel de consument voelt zich niet misleidt", aldus advocaat Jan Pieter Hustinx. De Zeeuwse mossel gaat hiermee dan de Hollandse Nieuwe en Hollandse garnalen achterna. "Die komen ook al jaren uit het buitenland zonder dat daar een haan naar kraait."

Lees hier meer (Telegraaf). 

Vrienden. “Het concert Vrienden van Amstel Live moet mogelijk verder onder een andere naam. Bierbrouwer Heineken, waartoe Amstel behoort, wil niet dat organisator One & Only Productions de naam Amstel nog gebruikt. De rechter doet 22 januari uitspraak in de zaak. Het betreft alleen het concert op 5 juli in de Kuip in Rotterdam.”

Lees hier iets meer (ANP/Adformatie).

Patentrecht. “De gisteren geïntroduceerde dienst Portomail, die betaald e-mail versturen aanbiedt aan bedrijven en particulieren, wordt aangeklaagd. Het Udense bedrijf Emaildome stelt dat Portomail zijn idee gejat heeft. Na het weekend wordt een kort geding aangespannen tegen Portomaildirecteur Aernoud de Vries, op grond van schending van zijn patentrecht.

Portomail is verbaasd en teleurgesteld. "Ik heb een octrooibureau onderzoek laten doen naar het octrooi van Emaildome. Het bleek dat zijn octrooi onze dienst niet in de weg staat, omdat hij een andere dienst aanbiedt dan wij. Bovendien is het hele concept als zodanig niet te patenteren.”

Lees hier meer (Planet). 

+50%. "Wij zijn zeer content met de uitspraak. We hadden al het idee dat we niets hadden misdaan, maar het is toch vervelend als dat in twijfel wordt getrokken", reageert woordvoerder Gerbert van Genderen Stort van Unilever desgevraagd tegenover Betten. "Wij gaan dan ook niks veranderen aan de verpakking."

Lees hier meer (Trouw). 

Opnieuw voor de rechter. “De huizensite jaap.nl wordt opnieuw voor de rechter gesleept. De stichting Baas in Eigen Huis heeft een kort geding aangespannen wegens inbreuk op het auteursrecht van makelaars. (…) Vorige maand won jaap.nl in hoger beroep een zaak tegen een groep makelaars. De stichting Baas in Eigen Huis, die de makelaars vertegenwoordigde, werd niet-ontvankelijk verklaard. De stichting zegt na deze uitspraak 1650 steunbetuigingen van makelaars verzameld. Daarmee hoopt de stichting wel gezien te worden als dé vertegenwoordiger van makelaars.”

Lees hier meer (Trouw).  

IEF 5343

Eerst even voor jezelf lezen

tsh1st.gif1- Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 januari 2008, HA ZA 06-1854, Portakabin Limited c.s. tegen Primakabin B.V.

Eindvonnis. “De rechtbank  verklaart voor recht dat, door tegen betaling aan de zoekmachine Google en mogelijk andere exploitanten van internetzoekmachines de opdracht te geven de Adwords portakabin, portacabin, portokabin, portocabin en vergelijkbare zoekwoorden te koppelen aan haar eigen advertentie met als kop “Nieuwe en gebruikte units”, die na intikken van deze zoekwoorden tot medio februari 2006 verscheen, Primakabin inbreuk heeft gemaakt op de exclusieve rechten van eiseressen op het Benelux woordmerk PORTAKABIN.”

Lees het vonnis hier.

2- Vzr. Rechtbank Maastricht, 10 januari 2008, KG ZA 07-481, Sanofi Aventis Netherlands B.V. tegen Pharmachemie B.V.(met dank aan Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann).

“2.3. Volgens de Geneesmiddelen informatiebank het CBG heeft Pl~machemiein Nederland geen registraties voor geneesmiddelen met de werkzame stof oxaliplatine. Desondanks heeft Sanofi-aventis recentelijk moeten constateren dat Pharmachemie aan de in inkoopgroepen georganiseerde ziekenhuisapothckcn offertes heeft uitgebracht, waarin ook prijsoffertes werden uitgebracht voor geneesmiddelen met de werkzame stof oxaliplatine (oxalisin). (…)Sanofi-aventis stelt dat Pharmachemie, door liet aanbieden en/of verhandelen van niet geregistreerde geneesmiddelen handelt in strijd met de wet- en regelgeving voor geneesmiddelen en geneesmiddelenreclame, waaronder artikel 40 van de Geneesmiddclcnwet jo artikel 1 onder 1 van de Wet op de economische delicten en onzorgvuldig en onrechtmatig handelt jegens Sanofi-aventis.”

Lees het vonnis hier.

3- Vzr. Rechtbank Amsterdam, 10 januari 2008, LJN: BC1642, Reckitt Benckiser (The Netherlands) B.V. tegen Unilever Nederland B.V.

Samenvatting rechtspraak.nl: “+50% gratis”, misleidende reclame? Unilever hoeft het gebruik van de claim “+50% gratis” voor Sun vaatwasmachinetabletten niet te staken. Dit oordeelde de voorzieningenrechter in het kort geding dat Reckitt Benckiser (producent van Calgonit vaatwasmachinetabletten) tegen Unilever had aangespannen. Volgens Reckitt is het hanteren van de claim door Unilever misleidend, omdat Unilever, anders dan Reckitt, niet 50% tabletten meer verkoopt bij een gelijkblijvende prijs, maar de prijs van bestaande verpakkingen met een derde heeft verlaagd. Het prijsvoordeel voor de consument is in beide gevallen hetzelfde, namelijk dat ongeveer 2/3 van de oude prijs per tablet wordt betaald. In zoverre is de claim dus niet misleidend. Verder hoeft “+ 50% gratis” niet per definitie te betekenen dat aan de oude hoeveelheid tabletten 50% is toegevoegd. Het teken “+” kan ook worden opgevat in de zin van “voordeel”. Aldus de voorzieningenrechter.”

Lees het vonnis hier.

4- Vzr. Rechtbank Dordrecht,  10 januari 2008, LJN: BC1686, Simac Electronics B.V. tegen Optical Network Service Holland B.V.

Samenvatting rechtspraak.nl: “Vordering tot nakoming van een schikkingsovereenkomst. Schikkingsovereenkomst heeft betrekking op merkinbreuk (Gemeenschapsmerk (woordmerk) FITEL voor onder meer zogeheten fusielasapparaten en cleavers.). Overtreding van de overeenkomst staat vast. Volgt (grotendeels) toewijzing van de vorderingen.”

Lees het vonnis hier.

5- Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 januari 2008, HA ZA 06-3434 (vonnis in vrijwaring), Heco Stekcultures B.V. tegen Van Zuilen en HA ZA 06-1972 (vonnis in hoofdzaak), Rozen  tegen Heco Stekcultures B.V.

Gemeenschapskwekersrecht.  4.7. Uit het voorgaande volgt dat kwade trouw of enige andere vorm van verwijtbaarheid dan wel toerekenbaarheid niet als eis kan worden gesteld aan de toekenning van een passende vergoeding in de vorm van een redelijke licentievergoeding.”

Lees de vonnissen hier (hoofdzaak) en hier (vrijwaring). 

IEF 5342

Vrij te gebruiken

sdcom.gifVzr. Rechtbank Breda, 18 december 2007, KG ZA 07-633, Sport Direct B.V. c.s. tegen Sports Direct International B.V. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Al eerder gemeld, maar nog niet besproken. Ongecompliceerde merk- en handelsnaamzaak. Freihaltebedürfnis: 'Sport Direct' kan noch als merk, noch als handelsnaam gemonopoliseerd worden. Door gedaagde gevorderde proceskosten ad € 22.536,- worden redelijk geacht en toegewezen.

Sport Direct B.V. c.s. (SD) handelt via internet in sport- en vrijetijdartikelen en heeft in 2005 voor de Benelux het woordmerk SPORT DIRECT en in 2006 voor de EU het woord/beeldmerk SPORTSDIRECT.COM geregistreerd. Gedaagde Sports Direct International (SDI) handelt sinds begin 2007 onder de naam sportsdirect.com en heeft onder deze naam vier winkels geopend, waarin zij sportartikelen verkoopt. SD stelt dat SDI inbreuk op haar merk- en handelsnaamrechten maakt, maar de Bredase rechter is het hier niet mee eens.

De rechter is van mening dat de combinatie van de beschrijvende woorden SPORT en DIRECT een beschrijvende aanduiding oplevert, die onvoldoende onderscheidend vermogen heeft. Een beroep op inburgering wordt niet aangenomen:

"4.8. In het onderhavige geval is het woord sport beschrijvend voor de diensten die SD op haar website aanbiedt: het rechtstreeks via internet doen van aankopen in de outletshop van SD zonder inschakeling van een tussenpersoon. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de combinatie SPORT DIRECT niet een indruk wekt die ver genoeg verwijderd is van de indruk die uitgaat van de eenvoudigde aaneenvoeging van de benaming van de bestanddelen, en dat de woorden SPORT DIRECT niet meer zijn dan de som van zijn bestanddelen 'sport' en 'direct'. Er is geen sprake van dat de combinatie van de woorden 'sport' en 'direct' een eigen betekenis heeft gekregen in het normale taalgebruik."

"4.10. De stelling van SD dat het merk SPORT DIRECT in de loop der jaren bekend is geworden, wordt gepasseerd. Ofschoon door inburgering de onderscheidende kracht van een aanvankelijk zwak onderscheidend merk zal toenemen, staat het in het onderhavige geval aan inburgering in de weg dat de woorden "SPORT" en "DIRECT" niet gemonopoliseerd mogen worden.

Ook een beroep op handelsnaamrechten door SDI wordt afgewezen."

"4.12 Kenmerkend voor het handelsnaamrecht is dat aan het onderscheidend vermogen lage eisen worden gesteld en in beginsel iedere aanduiding, ook indien beschrijvend, mits als handelsnaam gevoerd, voor bescherming in aanmerking komt. De grens van de bescherming van beschrijvende handelsnamen wordt echter bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van algemeen beschwrijvende woorden, zodanig dat anderen die niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding van hun onderneming. In het onderhavige geval staat het SDI dan ook vrij om de beschrijvende woorden 'SPORTS' en 'DIRECT' te gebruiken."

De door gedaagde gevorderde proceskosten ad € 22.285,- worden toegewezen (waarschijnlijk aangezien eiser zelf ook € 24.644,- had gevorderd).

Lees het vonnis hier.

IEF 5340

Opruiming

vuilnis.gifStaatscourant 2008, 5, pag. 26. Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Economische Zaken beleidsterrein Economische Mededinging en Industrieel Eigendom vanaf 1946 (vrijwel identieke documenten bestaan voor diverse andere ministeries).

"De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Economische Mededinging en Industrieel Eigendom over de periode vanaf 1946’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld."

Bovenstaande komt er op neer dat de minister van Economische Zaken het archief van Economische Zaken vanaf 1946 op de beleidsterreinen mededinging en industrieel eigendom gaat selecteren (bewaren of vernietigen op termijn), zoals dat is vastgelegd in de bijbehorende selectielijst.

Lees de vaststelling hier.

IEF 5339

Dierlijke bronnen

2k.bmpKamerstuk 26568, nr. 47, Tweede Kamer met bijlage. Wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen.

Brief minister over procesverloop beroep Universiteit Edinburgh tegen beslissing in bezwaar terzake een aan die universiteit verleend Europees octrooi ontwikkelingsbiologie ( Einde hoger beroep tegen uitspraak in bezwaar tegen EOB-octrooi06955351).

"Het beroep is tijdens de hoorzitting op 20 november 2007 ingetrokken door de octrooihouder, de Universiteit van Edinburgh. De eerdere uitspraak in bezwaar is daarmee definitief geworden. Tegen die uitspraak staat nu geen rechtsmiddel meer open. Het octrooi heeft daardoor uitsluitend nog betrekking op methoden voor isolatie van stamcellen uit niet-embryonale dierlijke bronnen. Het octrooi heeft dus niet langer betrekking op (dierlijke of humane) embryonale stamcellen. Bij de beslissing op bezwaar is het octrooi beperkt tot een methode voor het genetisch wijzigen van volwassen dierlijke stamcellen en hun selectieve vermeerdering. Het octrooi heeft dus, conform de wens van de kamerleden, geen betrekking meer op een methode voor het maken van transgene mensen.

Met het intrekken van het beroep is deze procedure na circa zeven jaar procederen succesvol beëindigd. Door het intrekken van het beroep zal er geen schriftelijke beslissing meer verschijnen van de Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau. Voor de historie van deze rechtszaak en een samenvatting van de belangrijkste aspecten ervan moge ik u verwijzen naar de bijlage bij deze brief. Ik hoop u hiermede naar voldoening te hebben geïnformeerd."

Lees hier het kamerstuk en hier de bijlage.

IEF 5338

Nieuwe partners

evgld.gifEvert van Gelderen, De Gier & Stam. “Sinds kort is Evert de derde partner van De Gier & Stam. Naast het aanpakken van de complexere en intelligentere cases, richt Evert zijn ambitie en enthousiasme ook op het verder ontwikkelen van het kantoor.

Ook nu is hij geen van 9 tot 5 type: is hij niet bezig met een uitdagende klus, dan surft-ie over het net om zijn informatiehonger te stillen, schrijft hij columns voor MusicMaker (een vakblad voor muzikanten en bands), berichten voor IEForum en zijn eigen weblog over intellectuele eigendom (IELog) of is hij op MSN Messenger te vinden waar hij met veel plezier mensen aan elkaar koppelt. Na werktijd verplaatst (een beter woord kunnen we niet verzinnen) Evert zich in een klassieke Volvo naar Driebergen, waar het thuisfront hem voor wat betreft zijn beroepsdeformatie in het gareel tracht te houden.”

Lees hier meer.

baba.gifBabette Aalberts, Adam Legal. Babette Aalberts zal naast mr. Allon Kijl zij aan zij de media- en entertainment industrie bedienen. Babette Aalberts was tot voor kort Hoofd Juridische Zaken van de TROS en heeft de afgelopen maanden als freelance juriste haar adviespraktijk vormgegeven. Met ingang van 1 december heeft zij haar praktijk samengevoegd met die van Allon Kijl en zullen zij in gezamenlijkheid een nieuw kantoor vorm gaan geven onder de naam Adam Legal.

Allon Kijl:  “Babette is een zeer slimme en charmante dame. Ik ben ontzettend trots om haar binnen de onderneming te halen en ben er van overtuigd dat deze samenwerking een schot in de roos zal blijken. Met Babette komt er niet alleen hoogwaardige juridische kennis in huis, maar ook een vrouw die veel respect geniet van belangrijke spelers in de media- en entertainment industrie.  Zij heeft haar sporen ruimschoots verdiend en ziet nu een uitdaging om haar adviespraktijk uit te bouwen in onze gezamenlijke onderneming. Adam Legal vindt zijn Eva Legal zogezegd…”.

Lees hier meer.

IEF 5337

Sir Nicholas Pumfrey

snp.gifOp kerstavond 2007 is, veel te vroeg, overleden Sir Nicholas Pumfrey, promiment Engels IE-rechter, vlak na zijn toetreden tot de Court of Appeal. Het is niet alleen een persoonlijk drama en een verlies voor de Engelse octrooirechtspraak. Juist nu in Europa andermaal getracht wordt om tot een efficiëntere manier van geschillenbeslechting in octrooizaken te komen, is dit te vroege overlijden van Sir Nicholas des te pijnlijker. Hij zal zeer worden gemist in de "patent world". Sir Nicholas Pumfrey wordt maandagmiddag in Londen begraven.

Enkele citaten uit zeer lezenswaardige necrologieën in The Times en The Guardian: 

“In the IP field Pumfrey found himself deciding a series of complex patent disputes, where he impressed with his mastery of the technology. He tried a number of disputes involving computer architecture and microchip design which were among the most technically challenging cases to come before the Patents Court. He could also turn his hand to other technical fields such as biotechnology. He was always astute to the needs of industry.”

 “He was a frequent contributor at the two major international annual IP conferences, the European Patent Judges Forum, and Fordham University Conference in New York. He regularly taught IP law to students at the Max Planck Institute, and was the first UK member of the Enlarged Board of Appeals at the European Patent Office in Munich. His international reputation in the field of IP and his good command of French mean that his future contributions to the current proposals to develop an EU-wide law on patents will be particularly sadly missed.”

“Europe will miss his wisdom too. The European commission is once again engaged in a project to create a patent court after repeated failures, generally for lack of consultation. Nicholas was taking an active part in the discussions. He was, for instance, a speaker at a meeting held in October 2006 by the French cour de cassation on the subject, and, with his experience and near fluent French, he was much wanted.”

Lees hier (Times), hier (Guardian) en hier (IPkat) meer.

IEF 5336

Hard & Snel

bsch.gifBjorn Schipper (Bousie): De kunst van het clearen, het verkrijgen van toestemming voor het gebruik van samples (gepubliceerd in Muziekwereld 2007/4)

“Het is nu juist de huidige wijze waarop in de muziekpraktijk invulling wordt gegeven aan het clearing proces welke aan heroverweging toe is. Naast “één loket” kan wellicht een oplossing worden gevonden in het hanteren van een soort “sampling gedragscode” die voor de praktijk als leidraad zou kunnen dienen om aan te geven wanneer sprake is van toestemmingsgebonden gebruik van samples en welke standaard (licentie) voorwaarden daaraan zijn verbonden. Aan de hand van enkele “hard and fast rules” zou het voor de gebruikers van samples bijvoorbeeld snel duidelijk moeten kunnen worden welk kostenplaatje aan het gebruik van de betrokken sample(s) kleeft.”

Lees het gehele artikel hier.