IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 4109

Statistieken

Persbericht Commissie: "Statistics just published by the European Commission show a significant increase in the amount of counterfeit and pirated articles seized at the EU's external borders in 2006. Customs officials seized more than 250 million of such articles in 2006 compared with 75 million in 2005 and 100 million in 2004. Medicines, cigarettes and other goods that can seriously damage the health of consumers continue to be faked in large quantities. Changes in the routes used by criminals to trade in fake goods, the use of the internet and the transport of small quantities by air or postal traffic make customs job even more challenging. However, customs' reply has never been as high as in 2006 with more than 36.000 seizures, an increase of around 40% compared with 2005."

Lees hier meer.

IEF 4108

Ideëel

gf.gifPhotoq.nl bericht: “De Stichting Ideële Reclame is bezig met de samenstelling van een jublieumboek en vroeg fotografen om bijdragen met het thema solidariteit, maar één daarvan komt zeker niet in het boek te staan. Het is een fotomontage van Bert Sissingh waarop Pim Fortuyn en Theo van Gogh als klaar-overs drie jonge vrouwen met een hoofddoekje over een zebrapad laten oversteken.

(…) Verder voert SIRE juridische bezwaren aan, met name op het gebied van portretrecht. Uit het advies van de juriste van SIRE: ‘(…) De foto geeft niet hun denkbeelden weer (is zelfs in tegenspraak met hun denkbeelden) en dit geeft de nabestaanden een redelijk belang bij verzet tegen de foto. De nabestaanden kunnen daarom het gebruik van de foto verbieden. Dit maakt het gebruik van de foto door SIRE riskant. Als de rechter de nabestaanden gelijk geeft kan dit resulteren in een schadevergoeding (een boekverbod lijkt mij minder waarschijnlijk).'

Lees hier meer.

IEF 4107

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Leeuwarden, 30 mei 2007, LJN: BA6405. Eiseres tegen Gedaagde.

Auteursrecht, geschriftenbescherming. Passages uit een door eiseres opgestelde offerte zijn nagenoeg letterlijk overgenomen in een door gedaagde uitgebrachte rapportage. Geen auteursrechtelijke bescherming, geen geschriftenbescherming, omdat zij geen werk zijn dat bestemd is om openbaar gemaakt te worden. 

 Lees het vonnis hier

Gerechtshof s’-Gravenhage, 31 mei 2007. Beschikking in Estrad B.V. tegen Schultink (met dank aan Paul Mazel, Trip Advocaten).

Octrooirecht. Verzoek om voorlopig getuigenverhoor in appèl kg-procedure afgewezen, omdat onder ‘een reeds aanhangig geding’ in de eerste plaats een bodemprocedure moet worden begrepen. Nu ook een bodemprocedure aanhangig is, is dat de geëigende procedure voor het horen van getuigen.

Lees de beschikking hier.

Rechtbank Utrecht, 28 maart 2007, LJN: BA6272. Curator tegen PK Beheer B.V.

Pauliana. Het betreft in dit geval de schade die de curator lijdt doordat PK Beheer niet kan voldoen aan de verplichting om de beeld- en merkrechten van de uitgeverij weer terug te leveren. Was PK Beheer daartoe wel in staat geweest, dan had de curator deze rechten kunnen verkopen, zodat de schade dient te worden gesteld op het bedrag waarvoor de curator die rechten alsdan had kunnen verkopen.

Lees het vonnis hier.

IEF 4106

De Endstra Deskundigen

sgqh3.gifIs een achterbank-gesprek een werk? Vier hoogleraren gaven op verzoek van partijen hun opinie’s en bestreden elkaars standpunten ten behoeve van de procedure bij Rechtbank en Hof. De zaak is in (spoed?)cassatie en blijft de gemoederen bezig houden. (Eerder berichten + uitspraken via IEF 3434 (8 februari 2007))

Hierbij de deskundigenverklaringen en reacties, met toestemming van alle betrokkenen:

Spoor: Advies, 7 mei 2006
Quaedvlieg: Advies, 8 mei 2006
Spoor: Reactie op Quaedvlieg, 6 juli 2006
Hugenholtz: Advies, 6 juli 2006
Quaedvlieg: Nadere opinie, 9 november 2006
Grosheide: Advies, 13 november 2006

 

IEF 4105

Niche wordt niches

steinhoog.gifPersbericht: De maatschap Steinhauser Hoogenraad, Advocaten gaat uiteen per medio zomer 2007. Het kantoor is het oudste Nederlandse niche kantoor op het gebied van intellectuele eigendom, IT en reclame. Over en weer is besloten een eigen richting in te slaan. De reden voor de splitsing is gelegen in persoonlijke keuzes van de compagnons voor de toekomst.

Het huidige kantoor zal zich splitsen in twee nieuwe niche kantoren, een kantoor van Tjeerd Overdijk en Otto Swens en een kantoor van Paul Steinhauser en Ebba Hoogenraad . De advocaten zullen zich bij een van de beide kantoren aansluiten.

Beide kantoren staan nog in de steigers, maar duidelijk is al wel dat het kantoor van Paul Steinhauser en Ebba Hoogenraad zich met name zal toeleggen op het gebied van reclame en merkenrecht, octrooirecht en auteursrecht. De dienstverlening zal zich vooral richten op de reclamebranche, bedrijven die assistentie nodig hebben met betrekking tot hun promotionele acties en de aanduidingen op hun producten, de media, bedrijven die zich met vormgeving bezighouden, bedrijven in de voedings- en levensmiddelenindustrie, de farmaceutische bedrijven, de automobielindustrie en de home-entertainment.

Het kantoor van Tjeerd Overdijk en Otto Swens zal zich vooral toeleggen op het merkenrecht, octrooirecht, auteursrecht, kwekersrecht en farmaceutisch recht. De dienstverlening van hun kantoor zal met name zijn gericht op de farmaceutische en chemische industrie, IT en nieuwe media, sierteelt- en zaadveredelingsbedrijven, alsmede de bescherming van innovatie en vormgeving in diverse andere industriële sectoren.

Verdere berichten over naamgeving, samenstelling en dergelijke volgen zodra de nieuwe kantoren daar klaar voor zijn.


1 juni 2007

Nadere informatie: Ebba Hoogenraad en Tjeerd Overdijk op 020 3013030

IEF 4104

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank 's-Gravenhage, HA RK 07-556, LJN: BA6419. Pintail International B.V. tegen Gemini Medical Textiles Europe B.V.

Samenvatting Rechtspraak.nl: "Bevelschrift tot betaling proceskosten ex artikel 250 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Verweerster heeft afstand van instantie in versnelde procedure octrooizaken gedaan. Verzoekster wenst thans vergoeding van de volledige door haar gemaakte proceskosten overeenkomstig artikel 14 van de Handhavingsrichtlijn (Rl. 2004/48/EG). Volgens verweerster dienen de kosten van verzoekster te worden begroot conform het gebruikelijke forfaitaire tarief. De rechtbank is met verzoekster van oordeel dat ervan moet worden uitgegaan dat bij afstand van instantie de eiser als in het ongelijk gesteld is te beschouwen in de zin van art. 14 Handhavingsrichlijn 2004/48/EG. De rechtbank beveelt dat verweerster aan verzoekster de volledige proceskosten dient te voldoen."

Lees het bevelschrift hier of hier.

IEF 4103

Bewijsbeslagsyllabus

Beslagsyllabus 2007 (7e versie mei 2007). Samengesteld onder verantwoordelijkheid van het LOVC (het landelijk overleg van de sectoren civiel van de rechtbanken). Met aandacht voor de in het derde boek van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering opgenomen nieuwe titel 15 (Van rechtspleging in zaken betreffende Rechten van intellectuele eigendom). De syllabus stelt onder andere:

“Bij rekesten voor beslag tot afgifte van roerende zaken waarin het gestelde recht op afgifte is gebaseerd op artikel 2.22 van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE), artikel 28 van de Auteurswet, artikel 5c van de Databankenwet, artikel 70 lid 6 van de Rijksoctrooiwet 1995 of artikel 843a Rv. (eventueel juncto artikel 1019a Rv.) en bij beslagrekesten ex artikel 1019b lid 1 juncto artikel 1019c lid 1 Rv. (beide laatste betreffen zogenaamd “bewijsbeslag”) wordt regelmatig verzocht om door de deurwaarder, een deskundige of door de gerechtelijk bewaarder (als om aanstelling van die laatste is gevraagd) onderzoek te mogen laten doen aan de in beslag te nemen zaken.

Dergelijke verzoeken moeten niet worden gehonoreerd, aangezien de gerekwestreerde (doorgaans) niet op het beslagrekest wordt gehoord, terwijl de in beslag te nemen zaken (de boekhouding, computers e.d.) vertrouwelijke gegevens van de gerekwestreerde kunnen bevatten. Het doel van een conservatoir beslag is uitsluitend om de bestaande situatie te conserveren en niet om de beslaglegger de mogelijkheid te bieden om met het beslag bewijs te vergaren. Indien de beslaglegger aan de te zaken waarop hij beslag wil leggen onderzoek wenst te (doen) verrichten, dient hij een daartoe strekkende vordering (in kort geding) in te stellen, zodat gerekestreerde in de gelegenheid wordt gesteld hiertegen verweer te voeren. Aan het verlof kan worden toegevoegd: “…met de uitdrukkelijke bepaling dat met dit verlof aan verzoeker niet wordt toegestaan om zonder toestemming van gerekwestreerde of anders dan krachtens in kracht van gewijsde gegaan dan wel uitvoerbaar bij voorraad verklaard rechterlijk vonnis onderzoek te (laten) verrichten aan en/of inzage te (doen) nemen in de in beslag te nemen zaken.” 

Lees de gehele beslagsyllabus hier.

IEF 4102

Inclusief boek

In aansluiting op dit eerdere bericht nog even kort de tijd en locatie van het symposium rond de presentatie van het boek "Marktonderzoek in de Rechtszaal".  De bijeenkomst zal worden gehouden in theater de Flint, Amersfoort, beginnen om 10.00 uur en eindigen om 17.00 uur. Kosten zijn inclusief boek & lunch en exclusief BTW.

Naast de auteur, dr. Harry van den Berg, zal er o.a. worden gesproken door mevr. Mr. S.A. Rullmann (Vice-president Rechtbank Amsterdam), mr. Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Drs. Wouter de Bruin (Campina /voorzitter FNLI) en dr. Lex Olivier (Research International / Efamro). De paneldiscussie zal worden gevoerd onder leiding van Prof. mr. Charles Gielen (NautaDutilh). De dagvoorzitter is Hans Voorberg, vice-president legal affairs Sara Lee International B.V. Het boek zal worden aangeboden aan mr. Th. Groeneveld (Raad voor de Rechtspraak).

Lees hier meer.

IEF 4101

De ondersteuning van het mannelijk geslachtsorgaan

obroek.gifRechtbank Amsterdam, 30 mei 2007, HA ZA 05-2339. N.V. Agerti S.A. tegen Itcon B.V. & Odda Finance International S.A. (met dank Paul Steinhauser, Steinhauser Hoogenraad).  

Onderbroeken, modelrecht en licentievergoedingen. Nietigverklaring model betekent i.c. niet dat er sprake is van onverschuldigd betaalde licentievergoedingen. Rechtbank houdt de oude BTMW artikelen aan.

Gedaagde Odda is eigenaar van een internationale modelregistratie voor een boxershort, “ook wel comfort support boxershort genoemd". Het Franse basisdepot van deze i.r. is in 2001 nietig verklaard door de Franse rechter en Agerti eist in het onderhavige kort geding dat ook de i.r. nietig wordt verklaard voor wat betreft de Benelux.  De licentieovereenkomst van Agerti met gedaagde Itcon zou dan eveneens (ab initio) nietig verklaard moeten worden en Itcon zou de aldus onverschuldigd betaalde licentievergoedingen aan Agerti terug moeten betalen.

De rechtbank stelt voorop dat de enkele omstandigheid dat het Franse depot nietig is verklaard, nog niet betekent dat het Benelux deel van de i.r. ook nietig verklaard dient te worden. Dit moet zelfstandig worden getoetst.

Nietigheid

Met betrekking tot de gestelde nietigheid komt de rechtbank tot het oordeel dat (nagenoeg) alle voor het uiterlijk kenmerkende elementen van het model als technisch bepaald moeten worden aangemerkt en dat voor de voor de vormgeving van de door Itcon c.s. gekozen oplossingen geen reële alternatieven mogelijk zijn.

“Het uiterlijk van deze factoren wordt louter gedicteerd door de functionaliteit van het model en is noodzakelijk en onmisbaar voor de verkrijging van het technische effect, te weten de ondersteuning van het mannelijk geslachtsorgaan en het op die wijze vergroten van het draagcomfort. Het vorenstaande heeft hooguit niet te gelden voor de vorm van de onderkant van het verstevigingstuk, en daarmee de vorm van het min of meer driehoekige stukje stof in zijn geheel. Blijkens de gedeponeerde boxershort voorzien van het teken ‘ARTHUR CLUB’ is een kleine afwijking van deze driehoekige vorm mogelijk. Dit betreft echter zulke ondergeschikte, niet zo zeer voor het uiterlijk kenmerkende afwijkingen, waarbij de mogelijkheden om af te wijken slechts beperkt zijn zonder afbreuk te doen aan het beoogde draagcomfort, dat deze verwaarloosbaar worden geacht. “ (4.9)

De rechtbank verklaart het model derhalve nietig en beveelt de doorhaling (niet uitvoerbaar bij voorraad).

De licentieovereenkomst

De rechtbank ziet geen aanleiding de overeenkomst te vernietigen op grond van dwaling, dan wel de gevolgen van de overeenkomst op grond van dwaling te wijzigen in de zin van artikel 6:230 lid 2 BW. Dat er sprake zou zijn geweest van een onjuiste voorstelling van zaken is onvoldoende toegelicht en de dwaling kan evenmin worden geacht voort te vloeien uit een schending van een op Itcon c.s. rustende mededelingsplicht voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst. Ook het beroep op wederzijdse dwaling faalt. De mogelijkheid van nietigverklaring betreft wel degelijk een ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst uitsluitend toekomstige omstandigheid zoals bedoeld in artikel 6:228 lid 2 BW.

Ook het door Agerti gedane beroep op ontbinding van de overeenkomst op grond van wanprestatie kan niet leiden tot terugbetaling van alle reeds door haar betaalde royaltybedragen. De ontbinding heeft geen terugwerkende kracht.

Het beroep op onvoorziene omstandigheden slaagt echter (deels) wel. De rechtbank is van oordeel dat de nietigverklaring van het Franse model een voor partijen onvoorziene omstandigheid oplevert.

“Met de nietigverklaring van het Franse model op 22 oktober 2001, is de noodzaak om een licentieovereenkomst voor Frankrijk te sluiten voor Agerti komen te vervallen, welke omstandigheid van dien aard wordt geacht dat Itcon c.s. naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst per die datum niet mocht verwachten. De rechtbank ziet hierin aanleiding de overeenkomst te wijzigen, doch uitsluitend ten aanzien van het Franse deel van de overeenkomst.

De rechtbank ziet echter onvoldoende reden terugwerkende kracht aan deze wijziging te verlenen voor de periode voorafgaand aan 22 oktober 2001. Voorop wordt gesteld dat de rechter terughoudend dient te zijn bij de toepassing van artikel 6:258 BW, hetgeen temeer geldt voor het verlenen van terugwerkende kracht aan de ontbinding of wijziging van de overeenkomst.”

(…) De omstandigheid dat het model ook hier voor de Benelux en voorts in andere landen mogelijk in de toekomst nietig zal worden verklaard, is voorts onvoldoende om de inmiddels reeds geëindigde overeenkomst (met terugwerkende kracht) op grond van onvoorziene omstandigheden te ontbinden of de gevolgen ervan te wijzigen.” (4.18)

De rechter wijzigt de overeenkomst in die zin dat de na vernietiging van het Franse model betaalde licentievergoeding wordt verminderd met 20%, het aandeel van de omzet van Agerti in Frankrijk.

Lees het vonnis hier.

IEF 4100

Algemeen geformuleerd

Rechtbank Amsterdam, 24 mei 2007, KG ZA OdC/LW. TBlox B.V. tegen Market4Care Nederland B.V. (met dank aan Nanda Ruyters, AKD Prinsen Van Wijmen).

Executiegeschil in auteursrechtgeschil. Ruim gestelde vordering leidt tot ruime interpretatie bij uitvoering. Geen dwangsommen verbeurd. Werkelijke proceskosten in executiegeschil.

TBlox is bij vonnis van 8 maart jl. (zie IEF 3803) onder meer veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie op haar website en onrechtmatige uitlatingen over M4C te staken. De deurwaarder heeft namens M4C een aanzegging gedaan dat TBlox 44 dagen in strijd met het vonnis heeft gehandeld en dat er reeds dwangsommen verbeurd zijn. TBlox vordert onder meer schorsing dan wel staking van de tenuitvoerlegging en matiging van dwangsommen. In reconventie vordert M4C TBlox te gebieden het vonnis van 8 maart alsnog na te komen op straffe van een verhoogde dwangsom.

Aangezien M4C in haar vordering geen expliciete website heeft opgenomen voor de plaatsing van de gevorderde rectificatie en een Nederlandstalige rectificatie werd gevorderd, is het dan ook niet onlogisch dat TBlox de rectificatie op www.tblox.nl en tblox.com/nl heeft geplaatst en niet op tblox.com. Ook heeft de voorzieningenrechter in navolging van het door M4C gevorderde een algemene veroordeling uitgesproken, die niet is toegespitst op het gewraakte artikel. "Market4Care heeft door haar algemeen geformuleerde vordering zelf onzekerheid laten bestaan omtrent de onrechtmatige aspecten van het gewraakte artikel." TBlox heeft derhalve voldaan aan de veroordeling tot rectificatie.

Niet is gebleken dat er sprake zou zijn van inbreuk op de auteurs- of merkenrechten van M4C. Ook op dit punt zijn dus geen dwangsommen verbeurd. Al met al heeft TBlox aannemelijk gemaakt dat zij aan het vonnis heeft voldaan en geen dwangsommen heeft verbeurd. "Nu TBlox niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij wegens blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid niet aan de hoofdveroordeling kan voldaan, zullen de bij vonnis van 8 maart opgelegde dwangsommen niet overeenkomstig artikel 611d Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden gematigd". M4C wordt in de proceskosten veroordeeld.

Lees het vonnis hier.