IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 3055

Zonder titel

Bijzonder naar bericht. CNN meldt dat: “Joe Jackson, 59,  sought help from attorneys a few years ago to get something patented, his family told the newspaper in Sunday editions. McKenna researched it and told Jackson that it was already patented, the paper reported.

On Friday, Jackson forced a security guard at gunpoint to the 38th floor offices of intellectual property and patent law firm Wood, Phillips, Katz, Clark & Mortimer, locking and chaining the door, and demanded to see McKenna, police said. (…) At the end of the bloody, 45-minute attack, three employees of the law firm, including one attorney, Michael R. McKenna, whose business card Jackson kept in his pocket, were dead and another wounded."

Lees hier meer.

IEF 3054

Concept voor een noot

djgv.gifConcept voor een noot van Dirk Visser bij HvJ EG 7 december 2006, zaak C-306/05, SGAE tegen Rafael Hoteles

"Verspreiding van werken door middel van televisietoestellen in hotelkamers is aan te merken als ‘mededeling aan publiek’ in de zin van art. 3 lid 1 Richtlijn 2001/29/EG (Auteursrechtrichtlijn).

Dit is het eerste arrest van HvJ EG waarin prejudiciële vragen over Richtlijn 2001/29/EG, beter bekend als ‘de Auteursrechtrichtlijn’ (Arl.), worden beantwoord. De vragen hebben betrekking op de doorgifte van televisieprogramma’s naar hotel kamers. Het gaat daarbij om uitleg van het begrip ‘mededeling aan het publiek’ in art. 3 lid 1 Arl., dat bij ons onder het auteursrechtelijke openbaarmakingsrecht  van art. 1 jo. 12 Aw valt."

Lees het hele concept hier. Lees het arrest hier. Opmerkingen en suggesties voor aanvulling en verbetering zijn zeer welkom. Klik hier om per email te reageren.

IEF 3053

Niet alles is een werk

scli.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch, 11 december 2006,  ZA 06-730. Scan-Air B.V. tegen Kuijpers Kunststofbewerking B.V. (met dank aan Michiel Ellens, Teurlings & Ellens Advocaten).

Niet alles is een werk. De elementen van het ventilatiesyteem zijn technisch bepaald, de creatieve prestatie van de maker wordt onvoldoende tot uitdrukking gebracht.  Onderscheidend vermogen, totaalbeeld, associatie en verwarring bij slaafse nabootsing.

Scan-Air handelt in ventilatieystemen voor de intensieve veehouderij. Het ventilatiesysteem  Optiflex van  Scan-Air wordt gekenmerkt door onder meer een gebogen ventilatieklep en een buitenrand die bestaat uit een gekoppeld buizenframe, waardoor diverse lengte- en breedtematen mogelijk zijn. Het systeem wordt ingebouwd in de stalmuur. Kuijpers brengt een soortgelijk ventilatiesysteem op de markt brengt onder de naam Luchtinlaat. Scan-Air maakt bezwaar tegen de luchtinlaat en beroept zich daarbij op het auteursrecht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er geen sprake van een beschermd werk in de zin van de Auteurswet, maar wel van slaafse nabootsing.

“Op zichzelf kunnen modellen van nijverheid ingevolge het bepaalde in het elfde lid van artikel in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming. Daarvoor is dan echter wel vereist dat het model een eigen oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt. De creatieve prestatie van de maker moet erin tot uitdrukking worden gebracht. Daarvan is in het geval van de Optiflex geen, althans in onvoldoende mate, sprake. Daarbij zij voorop gesteld dat niet ter discussie staat dat de gebogen klep niet kan worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd element. Het koppelsysteem, de scharnieren en de klephouder, die volgens Scan-Air als auteursrechtelijk beschermde elementen moeten worden aangemerkt, zijn naar het oordeel van de rechter dusdanig technisch bepaald, dat daarmee onvoldoende uiting wordt gegeven aan het subjectieve en persoonlijke karakter van de maker.”

Vervolgens rijst de vraag of de Luchtinlaat van Kuijpers moet worden aangemerkt als een slaafse nabootsing van de Optiflex. “Daarvoor is primair vereist dat de Opflex in uiterlijke zin een onderscheidend vermogen heeft ten opzichte van soortgelijke ventilatiesystemen op de markt. Het gaat daarbij om het totaalbeeld dat die producten oproepen bij een gemiddeld (kopers)publiek. Dat de Optillex onderscheidend vermogen heeft, is naar het oordeel van de rechter voorshands voldoende aannemelijk. Daarbij is van belang dat Scan-Air onweersproken heeft gesteld dat op de markt voor dergelijke ventilatiesystemen wereldwijd slechts een handvol aanbieders actief is. Uit de door Scan-Air overgelegde producties blijkt bovendien dat weliswaar ook enkele andere aanbieders gebruik maken van de in het oog springende gebogen klep, doch dat Scan-Air de enige is die zulks combineert met een koppelsysteem bestaande uit een buizenframe met zwarte, kunststof hoekverbindingen.”

Van slaafse nabootsing kan slechts sprake zijn indien er gevaar voor verwarring bestaat. (…) Dat gevaar doet zich naar het oordeel van de rechter in dit geval voor. De Luchtinlaat is een nagenoeg exacte kopie van de Optiflex en vertoont qua uiterlijke vormgeving geen noemenswaardige verschillen. Dat de Luchtinlaat in feite een kopie is van de Optiflex wordt door Kuijpers ook niet betwist.” De in het product van Kuijpers gedrukte letter “K” doet hieraan niet af. Een dergelijke herkomstaanduiding zal voor het gemiddelde publiek niet zonder meer de associatie wegnemen,  nu Scan-Air de Optiflex ook door andere producenten laat produceren, die deze dan onder hun eigen naam op de markt brengen.”


“Het bestaan van verwarringsgevaar maakt de nabootsing echter nog niet zonder meer onrechtmatig. Daarvan is pas sprake indien Kuijpers is tekortgeschoten in haar verplichting om er alles aan te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan een de technische en deugdelijke bruikbaarheid van het product, om te voorkomen dat door de visuele gelijkenis tussen de Luchtinlaat en de Optiflex gevaar voor verwarring ontstaat of dat gevaar wordt vergroot. Aan die verplichting heeft Kuijpers naar het oordeel van de rechter niet voldaan (…) de onderdelen van de Luchtinlaat, zoals de scharnieren, de onderdelen van het koppelsysteem en het sluitmechanisme zijn tot in detail nagebootst. Hoewel een en ander tot op zekere hoogte door de technische deugdelijkheid wordt bepaald, had Kuijpers binnen dat kader andere keuzes kunnen maken zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van. de Luchtinlaat afbreuk te doen. Te denken valt aan: een andere, meer eigen kleurstelling, een opvallender merkaanduiding of afwijken in de detaillering van de uitvoering.


De Luchtinlaat moet naar het oordeel van de rechter dan ook worden aangemerkt als een slaafse en onrechtmatige nabootsing van de Optiflex.


Lees het vonnis hier.

IEF 3052

Boodschappen halen, het is soms geen pretje

sdb.gifHoge Raad, 8 december 2006, LJN: AY8286, met conclusie A-G Mr. F.F. Langemeijer. Eiser tegen Laurus B.V (rechtsopvolger De Boer Unigro N.V.)

27a Auteurswet, winstafdracht en schadevergoeding. Spelconcept. De conclusie van A-G Langemeijer laat zich lezen als een artikel over winstafdracht in het intellectueel eigendomsrecht.

Eiser heeft in 1986 het zogenoemde "Shoppingspel" ontwikkeld. In 1987 is het spel getoond aan (supermarkt) De Boer, die het enige tijd onder zich heeft gehouden en vervolgens heeft laten weten geen belangstelling te hebben. In 1989 heeft De Boer het spel geretourneerd. In hetzelfde jaar heeft De Boer in haar winkels via een spaaractie het "Sjopspel" aan haar klanten ter beschikking gesteld.

Deze zaak is eerder bij de Hoge Raad geweest (zie HR 18 februari 2000, NJ 2000, 309). Het ging toen om de vraag óf inbreuk is gemaakt op het auteursrecht van eiser. In de procedure na verwijzing heeft het gerechtshof vastgesteld dat inderdaad inbreuk op het auteursrecht is gemaakt. In het huidige cassatieberoep is de vraag aan de orde welke rechtsgevolgen aan deze inbreuk worden verbonden,  over de vordering van eiser tot winstafdracht op grond van art. 27a Auteurswet.

Het hof heeft, kort gezegd, de vordering tot schadevergoeding deels toegewezen en die tot winstafdracht afgewezen, omdat het volgens het hof “bij zoveel onzekerheden ten aanzien van de vraag of De Boer wel winst heeft behaald met de Sjopspelactie en zo ja, hoeveel, dient te worden volstaan met de berekening van de schade die eiser door de auteursrechtinbreuk heeft geleden, nu die schade zich wèl laat berekenen."

De Hoge Raad stelt voorop dat, als, zoals hier, behalve vergoeding van schade (in dit geval de gederfde winst), tevens afdracht wordt gevorderd van de door de inbreukmaker genoten winst, slechts één van beide vorderingen voor toewijzing vatbaar is, met dien verstande dat de rechter de hoogste van beide vorderingen zal dienen toe te wijzen.

Het hof heeft in het midden gelaten of De Boer met de Sjopspelactie winst heeft behaald, zodat in cassatie veronderstellenderwijs ervan moet worden uitgegaan dat De Boer als gevolg van de inbreuk op het auteursrecht een winst heeft behaald die de door het hof toegewezen schadevergoeding overtreft. Nu in een zodanig geval de auteursrechthebbende aanspraak kan maken op afdracht van de ten gevolge van de inbreuk behaalde winst, is de klacht terecht voorgesteld.

Lees het arrest hier.

IEF 3026

Er is een commissie auteursrecht

Besluit van 23 november 2006, nr. 06-004250, tot instelling van een commissie auteursrecht als adviescollege van het Ministerie van Justitie (Instellingsbesluit commissie auteursrecht
2006)

“Gelet op de behoefte aan blijvende  deskundige advisering, is het wenselijk  om te voorzien in een permanente instelling  van de commissie. Omdat de  Kaderwet adviescolleges niet voorziet in  de mogelijkheid van een permanente  instelling bij koninklijk besluit, zal hieraan  uitvoering worden gegeven door  middel van een wijziging van de Wet  adviesstelsel Justitie.

Ter overbrugging  van de periode tot aan de inwerkingtreding  van deze wet, wordt de commissie  met dit besluit opnieuw voor tijdelijke  duur ingesteld. Dit besluit vervalt op het  moment waarop deze wet inwerking  treedt, doch in ieder geval na verloop  van vier jaren.”

"Artikel 1  Er is een commissie auteursrecht.  De commissie bestaat, met inbegrip  van de voorzitter, uit tenminste zes en  ten hoogste tien leden. "

Lees het hele besluit hier.

IEF 3025

Verwarring in Oosterhout (2)

rv.gifIn aansluiting op dit eerder bericht, meldt Omroep Brabantl dat “Het Oosterhoutse radiostation Veronic stopt met uitzenden onder die naam. Veronic was voor de rechter gesleept door de Hilversumse zender Veronica. Woensdag diende een rechtszaak en aansluitend besloten de teleurgestelde Oosterhouters dat ze kansloos waren en dat ze naar een andere naam moeten uitzien. Het radiostation gaat medio volgende week onder een nieuwe naam verder. De domeinnaam Veronic wordt overgedragen aan Veronica.”

IEF 3024

Avondbijeenkomst

Het bestuur van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom organiseert op donderdag 25 januari 2007 een avondbijeenkomst vanaf 20.00 uur. Onderwerp: IE problemen rond transito handel (mede naar aanleiding van de arresten van het Hof van Justitie inzake Class en Montex/Diesel); sprekers: Mr Frank Eijsvogels, Howrey Amsterdam en Mr Gerard van der Wal, Houthoff Brussel (zie hun debat op IEForum). De bijeenkomst zal worden gehouden bij NautaDutilh, Strawinskylaan, Amsterdam in de grote zaal.

Er kan in de parkeergarage van het WTC (bij NautaDutilh) worden geparkeerd; voor uitrijkaarten wordt gezorgd. Overigens is het kantoor à deux pas van het Station Amsterdam Zuid. De bijeenkomst is gratis voor leden, niet leden betalen Euro 25. Het bestuur verzoekt iedereen zich op te geven bij de secretaris Arnt Aalbers (aippi@dvme.nl).

Lees hier meer.

IEF 3023

Vrijdagmiddagberichten

How to spot fake Louis Vuitton? 'Know its parts, watch the stitching,  know the Company: Louis Vuitton does not discount. There is no such thing as a Louis Vuitton sale- even at a boutique or Neiman Marcus (or Saks, Nordstrom etc.). They just don't do it... ever!  There are no end of the year sales, no sample sales... no sales period. Louis Vuitton does not have outlets, or seconds or irregulars.  Never. If you return a purse that is irregular for any reason, they'll usually take it back, but they will not discount it and then resell it.  They will simply destroy the bag.  There are no outlet stores for "last year's models."Louis Vuitton does not wholesale.'Lees hier meer, lees hier de gehele guide.

Paradijselijke handelsnaam. Rechtbank Utrecht: 'Hof van Ede heeft in 2002 de eigendom verworven van een perceel grond te Maarssen waarop een camping werd geëxploiteerd. Huurder X. huurt op dat perceel een standplaats waarop hij een hem in eigendom toebehorende stacaravan heeft staan. Eiser heeft met de beëindiging van de huur niet ingestemd. (…) Hof van Ede heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij een spoedige ontruiming. Lees het vonnis hier.  
Holland Patent, New York . Population (year 2000): 461. Estimated population in July 2005: 459 (-0.4% change) Males: 236 (51.2%), Females: 225 (48.8%). Bekijk het plaatsje hier.

Auteursrecht of Kwekersrecht: ''You can grow a stool or a table frame like these. It takes about five years Fruit growers have been training trees to shape since we don't know when, and furniture has been made of wood for thousands of years, so why not train trees to make furniture?' Lees hier meer.

IE beleggen: 'Deutsche Bank said it wants to turn intellectual property on inventions into an asset class by launching an investment fund buying into patents on innovative product ideas.' Lees hier meer.

Italian police have seized a musical toilet which plays the country's national anthem when flushed. Prosecutors claim the offending porcelain should not give forth with the "Fratelli d'Italia" because it's "a national emblem which should be protected". Lees hier meer. 

Copyright explained through a wild west metaphor. 'Greg London has written a tremendous little book about copyright, in the form of a parable about the wild west.' Lees hier meer.

IEF 3022

Mededeling in hotelkamer

hrtv.gifHvJ EG, 7 december 2006, zaak C-306/05. Prejudiciële beslissing in de procedure Sociedad General de Autores y Editores de España (SGAE) tegen Rafael Hoteles, SA.

Auteursrechtzaak over “Werken verspreid door middel van televisietoestellen in hotelkamers”. SGAE , het orgaan dat in Spanje is belast met het beheer van de intellectuele eigendomsrechten, was van mening dat door het gebruik van televisietoestellen en de uitzending van achtergrondmuziek in het hotel waarvan Rafael eigenaar is, werken van het door haar beheerde repertoire aan het publiek zijn ‘meegedeeld’ en dat deze handelingen waren verricht met schending van de aan deze werken verbonden intellectuele-eigendomsrechten.

Het Hof van Justitie is het daar, heel kort gezegd, mee eens.

”Ook al vormt de loutere beschikbaarstelling van fysieke installaties als zodanig geen mededeling in de zin van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, het doorgeven van een signaal door middel van televisietoestellen door een hotel aan de gasten die in zijn kamers verblijven, vormt, ongeacht de gebruikte techniek van doorgifte van het signaal, een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van deze richtlijn.

Het privékarakter van hotelkamers staat niet eraan in de weg dat een aldaar verrichte mededeling van een werk door middel van televisietoestellen, een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 vormt.”

Lees het arrest hier.

IEF 3021

Tussen kinderkapperstoel en absolute nieuwheid

Conclusie AG 4 februari 2005, IEF 3021; ECLI:NL:PHR:2005:AS5249  Verkade in de zaak Keizers Bouwmaterialen en Sanitair B.V. tegen Van den Berg Afvoerputten B.V.

De nieuwheidseis in het modellenrecht, tussen ‘kinderkapperstoel’ en absolute nieuwheid: volgens A-G Verkade geen ‘acte clair’.

Op 4 februari 2005 nam A-G Verkade een conclusie in het cassatieberoep tegen het Easydrain-arrest van Hof Arnhem 4 november 2003 (IER 2004, 31; p. 155, BIE 2004, nr. 95, p. 571 BMM Bulletin 2004, 206-208). Daarna werd de zaak geschikt, waardoor de conclusie lang niet in de openbaarheid kwam. Inmiddels kwam de conclusie, met dank aan de betrokken advocaten, wel beschikbaar. De conclusie heeft voor een belangrijk deel betrekking op kwesties van (on)mogelijkheid van richtlijnconforme interpretatie (vóór 1 december 2003) en op specifieke motiveringsgebreken, die voor de rechtspraktijk inmiddels, na de implementatie van de Modellen-richtlijn, minder van belang zijn.

Van bijzonder belang voor modellenrechtspraktijk is evenwel hetgeen de A-G overweegt ten aanzien de nieuwe nieuwheidseis in het (Europese) modellenrecht, te weten dat niet duidelijk is of nu nog steeds de kinderkapperstoel-leer (min of meer) geldt of dat nu sprake is van een (min of meer) absolute nieuwheid. Er is volgens A-G Verkade géén sprake van een ‘acte clair’. Dit belangrijk, omdat er dus alle aanleiding bestaat om zo snel mogelijk vragen van uitleg over deze kwestie aan het HvJ EG te stellen.

In ov. 5.18 concludeert de A-G na een uitgebreide beschouwing:

“Van de juistheid van het in nr. 5.12 weergegeven standpunt van de Benelux-regeringen in hun Gemeenschappelijk Commentaar bij de BTMW 2003 [te weten dat de kinderkapperstoel-leer de facto overeind blijft, red.], en daarmee van een Europeesrechtelijke ‘acte clair’ in die zin, kan m.i. niet worden uitgegaan. Daarvoor is enerzijds dat Gemeenschappelijk Commentaar te apodictisch, en anderzijds de literatuur in andere zin, of in twijfelende zin, voldoende serieus.
Omgekeerd kan een volgens de opvattingen van sommige auteurs aperte onjuistheid van het standpunt van de Benelux-regeringen in hun Gemeenschappelijk Commentaar bij de BTMW 2003, evenmin als een ‘acte clair’ gelden. Ik herinner daartoe aan de beschouwingen van Massa, Vanderbeeken en Strowel, en van Quaedvlieg. De Europese waarheid zou wel eens in het midden kunnen liggen”.

Vervolgens concludeert de A-G (in ov. 5.19) “dat het onderwerp kwalificeert voor prejudiciële vragen van uitleg van de Modellenrichtlijn” (zij het zijns inziens, om andere cassatie-technische redenen, niet in deze zaak).

De relevante passage in de conclusie van de A-G is ov. 5.9 t/m 5.19.

Lees de volledige conclusie hier.