IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1773

Weer een brug te ver

Rechtbank Amsterdam 8 maart 2006, 315819 / H 05.143. V.O.F. Fotografie Paul Martens tegen PCM Uitgevers B.V. (Met dank aan Brinkhof)

Fotograaf Paul Martens heeft een luchtfoto gemaakt van de Erasmusbrug tijdens de Marathon Rotterdam. Deze foto (boven) is in 1998 in het AD geplaatst. In 2003 plaatst het AD een foto van fotograaf Cor de Kock(onder). Dit betreft eveneens een luchtfoto van de Erasmusbrug tijdens de marathon en is vanuit ongeveer dezelfde hoek genomen als de foto van Martens. Martens beroept zich jegens het AD (PCM) op zijn auteursrechten.

De rechtbank Amsterdam is van oordeel dat de foto van Martens in beginsel auteursrechtelijke bescherming geniet maar niet dat er sprake is van voldoende overeenstemming om van een verveelvoudiging te kunnen spreken. Het onderwerp en het fotograferen van een prominent onderdeel van de brug (namelijk de pylon) zijn geen auteursrechtelijk te monopoliseren elementen.

Verder vindt de rechter de onderlinge verschillen dermate groot dat van een nabootsing niet kan worden gesproken, waarbij de rechter overigens in beide gevallen uitgaat van de bijgesneden foto’s zoals die zijn gepubliceerd en niet van de originele foto’s zoals die zijn genomen. Lees het vonnis hier.

IEF 1772

Boodschappen doen

"Het Amsterdamse kantoor van Bas Kist heeft wel wat weg van een buurtsuper. Vensterbanken en dossierkasten staan stampvol met alledaagse boodschappen als pakken koffie, blikjes cola, boterkuipjes en flessen schoonmaakmiddel. Wie de collectie van Kist aan nadere inspectie onderwerpt, ziet echter dat naast bijna elk product een ’kopie’ van een ander merk staat. Bas Kist, directeur van merkenbureau Shield Mark, houdt van boodschappen doen." Lees hier meer (Trouw).

IEF 1771

Op sommatie

Persbericht Stichting Brein: "Opnieuw zijn illegale bittorrentsites op sommatie van BREIN aan hun eigenaren en service providers offline gehaald. Deze keer zes sites waaronder Dutchnova.com die met ongeveer 25.000 gebruikers een van Nederlands grootste bittorrentsites was. Inmiddels zijn 39 van de ruim 90 door BREIN gelokaliseerde Nederlandse bittorrentsites offline.

In totaal hadden deze sites ongeveer 400.000 gebruikers.  Op illegale bittorrentsites wordt op gecontroleerde wijze illegaal de meest populaire films, muziek en games aangeboden. BREIN houdt de eigenaren van dergelijke sites verantwoordelijk voor de massale inbreuk die via deze sites wordt gepleegd. "Zij weten ervan, moedigen het aan en doen er hun voordeel mee", zegt Tim Kuik, directeur van BREIN. "Zij vormen een onmisbare schakel in de illegale verspreiding en zijn daarvoor aansprakelijk." 

BREIN eist van site-eigenaren dat zij hun inbreukmakende en onrechtmatige handelen staken en gestaakt houden op verbeurte van een dwangsom. Daarnaast eist BREIN de namen en adressen van de voornaamste uploaders. Meestal zijn slechts een beperkt aantal mensen verantwoordelijk voor het grootste deel van de oorspronkelijke upload. Deze mensen voorzien vaak meerdere sites van uploads.

Tevens eist BREIN rekening en verantwoording van de inkomsten bij de site. Het hosten van de site moet worden betaald en dat geld moet verdiend worden. Meestal gebeurt dat door het vragen van een zogenaamde 'donaties', in werkelijkheid een betaling waarvoor men dan in ruil een of meer voorrechten verkrijgt, of door advertentie-inkomsten. Van grotere sites of volhardende inbreukmakers vordert BREIN schadevergoeding, die tot in de honderdduizenden euro's kan lopen. 

Van service providers eist BREIN afsluiting van de inbreukmakende sites en waar nodig de naam, adres en woonplaatsgegevens van de site-eigenaar zodat die in persoon kan worden aangesproken. "In de praktijk staan service providers deze gegevens aan ons af wanneer inbreuk aannemelijk is, zeker sinds uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Lycos-Pessers", zegt Kuik.  

Tevens wordt in voorkomende gevallen aangifte gedaan bij de FIOD-ECD van  het plegen van of medeplichtigheid aan bedrijfsmatige inbreuk. Dat is  strafbaar als misdrijf met 4 jaar gevangenisstraf en 45.000 euro boete  voor personen of 450.000 euro voor bedrijven."

IEF 1770

Natrekking

Interessant artikel van Mr E.D.C. Neppelenbroek (RUG) in de nieuwe NJB:  De verkrijging van de eigendom van elektronische bestanden over Internet. Enkele citaten (commentaar is welkom):

“Wat gebeurt er eigenlijk, privaatrechtelijk bezien, als je als gebruiker digitale informatie, zoals elektronische muziekbestanden met popmuziek, downloadt? Wordt hier een stoffelijke zaak in eigendom overgedragen? En: is het downloaden van gegevens een eigendomsoverdracht? Het blijkt dat hoewel er bij genoemde handeling 'iets stoffelijks' op de computer wordt gedownload er toch geen sprake is van eigendomsoverdracht.”

Neppelenbroek betoogt dat “de voorstelling, als ware de elektronische verkrijging van digitale bestanden een eigendomsoverdracht, niet kan worden volgehouden. Het proces is veeleer te kenmerken als een keten van originaire eigendomsverlies en -verkrijging. Over een elektronisch exemplaar als stoffelijke zaak kan alleen zinvol gesproken worden als van een drager waarvan de gegevens een onzelfstandig bestanddeel zijn. Dit betekent niet dat het proces van downloaden van digitale gegevens niet in hoge mate vergelijkbaar is met een eigendomsoverdracht.”

“Op zichzelf kunnen gegevens niet worden aangemerkt als een zaak. In materiële zin zijn gegevens wel stoffelijk en kunnen ze onzelfstandig bestanddeel uitmaken van de drager waarop de gegevens zijn vastgelegd.”

“Niet iedere verplaatsing van iets wat eerst aan A toebehoorde en vervolgens aan B staat gelijk aan een eigendomsoverdracht. (…) De zaak van A (de server, waarop de muziekbestanden zijn vastgelegd) is en blijft van A terwijl de computer waarop de gekopieerde bestanden worden vastgelegd de zaak is en blijft van B. De gekopieerde muziekbestanden waren eerst nagetrokken bij de computer van A. Tijdens het transport doen de gegevenspakketjes vele computers aan. Men zou kunnen zeggen dat de respectieve eigenaars van die computers voor een fractie van een seconde door natrekking eigenaar worden van de langsflitsende pakketjes, maar dat heeft weinig vermogensrechtelijke betekenis. Uiteindelijk, aan het einde van de keten van originaire verkrijgingen, wordt B door natrekking (art. 5:14 BW) de eigenaar van de muziekbestanden. Zijn computer is ten opzichte van de muziekbestanden immers als hoofdzaak aan te merken.”

“Van der Steur wekt onterecht de indruk dat tussen het moment van verzending van de gegevens en het neerslaan van de gegevens op de computer een moment van eigendomsoverdracht ligt. Zo min als in het geval van het tanken van de benzine is er een 'daartussen': het eigendomsverlies bij A wordt onmiddellijk gevolgd door de originaire eigendomsverkrijging van B. Als B vervolgens een kopie van de muziekbestanden maakt en deze vastlegt op zijn cd-schijfje, wordt hij daarvan eigenaar op basis van artikel 5:16 lid 1 BW. Hij maakt het exemplaar immers voor zichzelf van materialen waarvan hijzelf eigenaar is.”

“B wordt echter niet door overdracht eigenaar, maar door originaire verkrijging, natrekking.
Het is zinloos voor A om een recht van revindicatie in te roepen, bijvoorbeeld als B zonder toestemming zou hebben gedownload. Kleve kan het tegenovergestelde betogen nu hij het downloaden als een eigendomsoverdracht ziet en de materiële gegevens niet als bestanddeel, maar als een zelfstandige zaak.”

“Het kooprecht (art. 7:1 BW) kan niet direct van toepassing zijn nu er geen sprake is van een eigendomsoverdracht. Bij de 'betaalde download' van muziekbestanden kan het kooprecht alleen naar analogie worden toegepast.”

“De uitputtingsregel van artikel 12b Aw kan bij downloaden geen toepassing vinden, nu er geen sprake is van een eigendomsoverdracht. Dit betekent dat als B zonder auteursrechtelijke toestemming zijn exemplaar met de aangeschafte muziekbestanden aan derden zou doorverkopen, dit als een auteursrechtelijk verboden openbaarmakingshandeling wordt beschouwd. Op deze consequentie van het 'Europese' auteursrecht is, mijns inziens terecht, kritiek geuit door Tjong Tjin Tai.”


“In enkele gevallen lijkt het alleen nog theoretisch interessant om van eigendomsverkrijging te spreken. De bescherming van computerprogrammatuur (zie art. 45i en j Aw) en auteursrechtelijk beschermde databanken (art. 13 jo 24a Aw) gaat zover dat niet alleen de bevoegdheid om over het exemplaar te beschikken, maar ook het recht om deze producten te gebruiken afhankelijk is gesteld van auteursrechtelijke toestemming. Bij deze informatieproducten betekent eigenaar zijn van het exemplaar niet meer dan dat men de feitelijke mogelijkheid heeft om over de gegevens te beschikken. Juridisch legitimeert de eigendom echter tot niets.”

Lees meer in het NJB.

IEF 1769

Twee

Twee nog niet eerder gepubliceerde domeinnaamzaken op Domjur.nl:

- Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 27 december 2005. Vacansoleil B.V. tegen R.P.M. De Rooij h.o.d.n. De Rooij Consultancy, Reisorganisatie Tentholidays en Tentholidays.nl. Vordering om conservatoir verhaalsbeslag te mogen leggen op de door De Rooij geregistreerde domeinnaam vacancesolei.nl of vacancesoleil.nl. wordt afgewezen, omdat een domeinnaam als zodanig naar de mening van de voorzieningenrechter geen vermogensrecht is. 

- Vznr. Rechtbank Dordrecht, 8 december 2005. IGB Limited tegen Acronymous VOF. Domjur samenvatting: Op 20 september 2005 is IGB bekend geworden dat de domeinnaam www.igb.nl door een derde was opgezegd en binnen drie dagen vrij zou komen voor registratie. Acronymous (gedaagde) heeft op 23 september 2005 met tussenkomst van internetprogrammeurs de domeinnaam www.igb.nl bij SIDN geregistreerd. IGB vordert Acronymous te bevelen ieder gebruik van de domeinnaam www.igb.nl te staken en gestaakt te houden. Zij baseert haar vordering op haar handelsnaamrecht en op de onrechtmatige daad.

Acronymous heeft gesteld dat zij zich bezighoudt met het bedenken en exploiteren van internetconcepten en het verwerven van aantrekkelijke domeinnamen daarvoor. Domeinnamen die bestaan uit drie letters zijn voor Acronymous aantrekkelijk. In beginsel worden slechts domeinnamen die Acronymous overhoudt door haar verkocht. Acronymous heeft de domeinnaam www.igb.nl dus niet geregistreerd met het doel deze te verkopen aan geïnteresseerden. (…)De omstandigheid dat Acronymous desgevraagd IGB heeft geantwoord bereid te zijn de domeinnaam www.igb.nl te verkopen, zijn onvoldoende om aan te nemen dat Acronymous de domeinnaam wél met dit doel heeft laten registreren.

IGB had bovendien , net als Acronymous, de door haar gewenste domeinnamen ook door internetprogrammeurs kunnen laten registeren door gebruik te maken van een geautomatiseerd proces waarmee in het bestand met vrijgekomen domeinnamen van SIDN naar bepaalde namen wordt gezocht. (…) Aannemelijk is dat IGB hinder ondervindt doordat zij de door haar gewenste domeinnaam niet kan laten registreren. Dit alleen maakt echter nog niet dat Acronymous met het registreren en geregistreerd houden van die domeinnaam in strijd handelt met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer jegens IGB dient te worden betracht. Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden nodig.

Lees hier veel meer.

IEF 1768

Doorgeprikt

Meer deeplinknieuws: RTL bericht dat Eredivisie NV websites die het mogelijk maken via internet gratis te kijken naar eredivisiewedstrijden met een proces dreigt. Het zou gaan om een aantal Nederlandse sites die verwijzen naar Chinese websites waar illegaal ‘doorgeprikte’ Nederlandse voetbalwedstrijden te zien zijn. Op welke rechten de Eredivisie zich precies beroept tegen de verwijzers en doorlinkers vermeldt het bericht niet. Lees hier iets meer.

IEF 1767

Dat doe je toch niet?

Peer pressure. In aansluiting op deze eerdere berichten: Open brief aan de Foreign Media Group (FMG) van Tony Heemskerk, Secretaris ad interim Groep Algemene Uitgevers (NUV), gepubliceerd in Boekblad.

"De Russische Bibliotheek. Niemand kan de berichten ontgaan zijn over het gebruik van de reeds lang door Van Oorschot gehanteerde naam van de Russische Bibliotheek door de FMG. U weet wel: voor de cassette met vertaalde Russische literatuur die op dit moment bij het Kruidvat te koop wordt aangeboden.

Ik wil het hier niet over de juridische aspecten hebben. Juist niet. Want er zijn ook andere dan juridische redenen om iets wel, of vooral niet te doen in het normale verkeer tussen beoefenaren van het boekenvak.

Een commercieel actieve groep als FMG pakt de dingen graag anders aan. Dat doen ze op gebied van product, prijs, kanaal en promotie. Maar een zo bekende reeksnaam als de Russische Bibliotheek gewoonweg kopiëren en dan doen alsof je neus bloedt, dat klopt natuurlijk niet. Het minste wat je er van zeggen kunt is dat dit duidt op een gebrek aan creativiteit.

Want waar gaat het hier om? De kwaliteitsuitgever Van Oorschot neemt besluiten en maakt kosten - of het nu gaat om de titelkeuze, de vertaling, of om de grafische vormgeving en afwerking -  met het doel om altijd op de hoogst mogelijke kwaliteit uit te komen. Dat doet de uitgeverij jaar in jaar uit. Een marketing manager zou zeggen dat de medewerkers van Van Oorschot met al hun acties voortdurend bezig zijn om het merk Russische Bibliotheek te laden met het begrip kwaliteit. Met iedere kwaliteitshandeling wordt dit merk dus positief geladen. Daarmee is deze reeks tot hét instituut van de Russische literatuur in Nederland geworden. En dat geldt heus niet alleen in de ogen van alleen de vakgenoten. Vele lezers in Nederland denken daar hetzelfde over. Een dergelijk merk “leen” je toch niet gewoon even voor een commerciële actie? Dat doe je toch niet?

Dus: gewoon toegeven bij FMG. Gewoon zeggen: jullie hebben gelijk: we hadden beter een andere naam kunnen kiezen, en deze naam zullen we echt niet meer gebruiken.

Ik doe hen zomaar een paar namen aan de hand: De Russische Klassieken; De Russische Literaire Iconen. Gratis en voor niks. Wel graag eerst even kijken of deze nog wel “vrij” zijn.

Tony Heemskerk
Secretaris ad interim Groep Algemene Uitgevers

IEF 1766

Openbaar anoniem

Voor liefhebbers van Lycos/Pessers, de richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten (in de digitale omgeving) en aanverwante zaken:

Op dinsdag 14 maart 2006 om 12.00 uur zal Anton Ekker zijn proefschrift  Anoniem communiceren: van drukpers tot weblog. Een onderzoek naar de grondrechtelijke bescherming van anonieme openbare communicatie in het openbaar verdedigen in de Aula van de Uva. Lees hier iets meer. Het volledige (!) proefschrift is hier beschikbaar.

IEF 1765

De twee vigerende Benelux-verdragen

Kamerstuk 30403, nr. B, 1e Kamer. Goedkeuring van het op 25 februari 2005 te Den Haag tot stand gekomen Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), met Protocol (Trb. 2005, 96); nota naar aanleiding van het verslag

Antwoorden minister Brinkhorst op de vragen die zijn gerezen bij de behandeling van bovengenoemd wetsvoorstel door de vaste commissie voor Economische Zaken, vastgesteld op 7 maart 2006.  

“Het nieuwe verdrag vervangt de twee vigerende Benelux-verdragen op het gebied van het intellectuele eigendom en voegt de twee uitvoerende bureaus samen tot één bureau. Met genoegen stel ik vast dat enkele van de voordelen ervan, zoals grotere overzichtelijkheid van de wetgeving, toename van de slagvaardigheid van de uitvoerende bureaus en verlaging van de uitvoeringskosten, blijkens het verslag door de Commissie worden onderkend.

De commissie formuleert ook enkele bedenkingen, betreffende met name het vervallen van de goedkeuring door de Staten-Generaal bij de omzetting van internationale verdragen en EU¬-regelgeving in het Beneluxrecht. Op de vragen die bij de commissie zijn gerezen zal ik hieronder ingaan.” Lees hier meer.

IEF 1764

Oneerlijke handelspraktijken

Kamerstuk 30411, nr. 5, 2e Kamer. Regels omtrent instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming); Verslag

Speciaal voor professor Kabel: “De leden van de PvdA-fractie vragen wanneer de Wet oneerlijke handelspraktijken verwacht kan worden? Kan er van uitgegaan worden dat daar ook zo veel mogelijk gekozen wordt voor bestuursrechtelijke handhaving, die efficiënt en effectief is? Kan er van uitgegaan worden dat niet wordt gekozen voor de civielrechtelijke handhaving, die traag en kostbaar is, en vooral advocaten werk verschaft, en ongunstig is voor de consument?

Kan deze bestuursrechtelijke handhaving gecombineerd worden met nietigheid en vernietigbaarheid van de overeenkomsten, waar de ConsumentenAutoriteit tegen heeft opgetreden? Deelt u de mening dat op deze manier een sluitende aanpak kan ontstaan, waarin schending van de consumentenbescherming zo veel mogelijk wordt uitgesloten?“