HOYNG ROKH MONEGIER benoemt twee partners en twee counsels
HOYNG ROKH MONEGIER heeft Michiel de Baat (Amsterdam) en Ivan Dimitrov (Düsseldorf) benoemd tot partner en Carina Höfer (Düsseldorf) en Tim Robrechts (Brussel) aangesteld als counsel. Het Europese team telt nu 47 partners, 7 counsels en meer dan 100 IE professionals in totaal.
Michiel de Baat is Europees, Nederlands en Belgisch octrooigemachtigde. Hij is betrokken bij talloze Nederlandse en Belgische octrooi-inbreukprocedures. Zijn kennis van inbreukprocedures gebruikt hij bij de octrooiverlening voor het Europees octrooibureau, alsook in Oppositieprocedures. Met oog voor detail waaronder de commerciële achtergrond van de vinding weet hij als juridisch specialist altijd de beste resultaten voor zijn cliënten te bereiken. Zijn praktijk is in het bijzonder gericht op werktuigbouw, waaronder medische apparatuur, landbouw/tuinbouw, olie (offshore) en automotive.
AstraZeneca handelde niet onrechtmatig
Hof Den Haag 28 december 2021, IEF 20449, LS&R 2013; ECLI:GHDHA:2021:2535 (AstraZeneca tegen Menzis) In 2014 heeft het hof een farmaceutisch octrooi van AstraZeneca met terugwerkende kracht vernietigd vanwege een gebrek aan inventiviteit. Voorafgaand aan de vernietiging heeft AstraZeneca zich ten opzichte van een of meer concurrenten op het octrooi beroepen. Menzis vindt dat AstraZeneca daardoor jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld en dat AstraZeneca daardoor ook ten koste van haar ongerechtvaardigd is verrijkt. Menzis wijst er daarbij op dat zij de kosten heeft vergoed van haar verzekerden. De rechtbank was van oordeel dat AstraZeneca ongerechtvaardigd is verrijkt vanaf het moment dat AstraZeneca een kortgedingvonnis had betekend aan een concurrerende fabrikant van geneesmiddelen [IEF 19490]. Het hof oordeelt in dit arrest dat geen sprake is van onrechtmatig handelen omdat AstraZeneca niet risicoaansprakelijk is, geen verwijtbaarheid toekomt en geen machtsmisbruik heeft gemaakt. Ook oordeelt het hof dat er geen sprake is van onrechtmatige verrijking omdat de door Menzis gestelde verrijking geen ongerechtvaardigd karakter heeft.
Verzoek tot deskundigenonderzoek toegewezen
Hof Den Haag 19 Januari 2021, IEF 20448, RB 3588; ECLI:GHDHA:2021:2433 (BAT tegen de Staat) Tabaksfabrikant BAT heeft de rechtbank verzocht een voorlopig deskundigenonderzoek naar de effectiviteit van standaardverpakkingen bij tabaksproducten uit te laten voeren. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen. BAT vordert in hoger beroep dat de bestreden beschikking wordt vernietigd en dat haar verzoek om een deskundige te benoemen alsnog wordt toegewezen. Het hof wijst deze vordering toe omdat het verzoek voldoende concreet is en feiten betreft die met een deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden.
Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom
Inhoudsopgave van het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom 6-2021.
Artikelen
Keuze van de closest prior art conform de problem-solution approach − Theo Blomme 270
Normatief verwarringsgevaar in het handelsnaamrecht − Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht en Charlotte Vrendenbarg 278
The Unified Patent Court on its way to open for business. The recent history of the Unitary Patent Package – a long time in the making − Wouter Pors 285
De wezenlijke waarde van de waar: commentaar op het ‘commentaar op commentaar’ − Jorn Torenbosch 291
Uitspraak ingezonden door Paul Reeskamp en Meyke Rietveld, DLA Piper.
Procter & Gamble mag tv-commercial niet meer uitzenden
Vzr. Rechtbank Rotterdam 6 januari 2022, IEF 20446, RB 3587; C/10/630111/KG ZA 21-1083 (Unilever tegen Procter & Gamble) Kort geding. Vergelijkende reclamezaak. Procter & Gamble heeft in de periode augustus 2020 t/m april 2021 een aantal vergelijkende reclamecampagnes gevoerd waarin haar wasmiddel Ariel (impliciet) met Robijn, een wasmiddel van Unilever, is vergeleken. Unilever legt aan haar vorderingen samengevat ten grondslag dat de in de tv-commercial gemaakte vergelijking onjuist en misleidend is. Procter & Gamble Nederland wordt verboden de tv-commercial nog verder uit te zenden. De tv-commercial is misleidenden door deze tv-commercial uit te zenden en te blijven uitzenden, handelt Procter & Gamble onrechtmatig handelt jegens Unilever.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht
Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht. Aflevering 4, 20 december 2021, jaargang 22.
Communicatie en reclame
36. De Staat mag de coronavaccins ‘vaccins’ noemen en hoeft zijn coronavaccinatiecampagne niet te staken of rectificeren. De vorderingen van Stichting Viruswaarheid.nl worden afgewezen. Rechtbank Den Haag 5 maart 2021, C-09-607026-KG ZA 21-115, ECLI:NL:RBDHA:2021:1920. Met noot. mw. mr. M. Meddens-Bakker, onder «JGR» 2021/37.
Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Wouter Pors: AstraZeneca vs Menzis / Appeal
On 14 October 2020 the District Court The Hague held AstraZeneca liable for damages incurred by healthcare insurance company Menzis, resulting from an unjustified enrichment of AstraZeneca [IEF 19490]. This in turn resulted from enforcing a patent that was later invalidated by the Court of Appeal The Hague. I commented on this judgment in an article on IE-Forum on 15 October 2020 [IEF 19496] , in which I called this a landslide decision, because this was the first such claim by an insurance company. The judgment has now been overturned by the Court of Appeal [IEF 20449].
Beroep op coronamaatregelen treft geen doel
Ktr. Rechtbank Rotterdam 17 september 2021, IEF 20442; ECLI:NL:RBROT:2021:12969 (Buma en Sena tegen gedaagde) Het geschil ziet op de vraag of gedaagde door Buma en Sena gevorderde bedragen voor het muziekgebruik over 2020 is verschuldigd. Volgens gedaagde zijn er geen licentieovereenkomsten met Buma en Sena tot stand gekomen. Het bestaan van de overeenkomst voor wat betreft Sena komt niet vast te staan en de vorderingen van Sena worden afgewezen. Gedaagde doet een beroep op artikel 6:258 BW (het leerstuk van de onvoorziene omstandigheden) omdat zijn winkel als gevolg van de coronamaatregelen een groot deel van 2020 gesloten is geweest en hij in die periode geen muziek openbaar heeft gemaakt. Dit beroep treft geen doel. Er is geen sprake van een fundamentele verstoring van het evenwicht van de overeenkomst vanwege een coulance-creditering en het onvoldoende concreet maken van het sluiten van de winkel. De vordering van Buma wordt toegewezen.
Foto’s van Sinterklaasintocht zijn auteursrechtelijk beschermd
Hof Den Haag 26 oktober 2021, IEF 20441; ECLI:NL:GHDHA:2021:2410 (Foto's Sinterklaasintocht) Zie ook [IEF 20469]. Appellant is een professioneel fotograaf en heeft tijdens de intocht van Sinterklaas in de gemeente Zuidland foto’s gemaakt. Geïntimeerde en zijn vader leggen als Piet en Sinterklaas tegen betaling van een onkostenvergoeding jaarlijks 10 á 15 bezoeken af. Geïntimeerde en zijn vader hebben op hun website, en op Marktplaats en Facebook foto's van appellant gepubliceerd. Onder meer het standpunt dat de foto’s te banaal en alledaags zouden zijn om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen wordt als onjuist verworpen. De foto’s van de Sinterklaasintocht zijn auteursrechtelijk beschermde werken. Er is niet voldaan aan de voorwaarden voor een beroep op het citaatrecht; er is geen sprake van geen naamsvermelding terwijl dat wel redelijkerwijs mogelijk was. Geïntimideerde wordt onder andere veroordeeld tot betaling van schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk (900,-) en ontbreken van naamsvermelding (225,-) en veroordeeld in de proceskosten.
Vorderingen paardenondernemer afgewezen
Hof Den Haag 16 november 2021, IEF 20440, RB 3585; ECLI:NL:GHDHA:2021:2409 (Dutch Dressage Horses en Dressage Stables en Horses) Zie [IEF 19336]. Geïntimeerden en appellante houden zich bezig met het beleren van en handelen in dressuurpaarden. Volgens geïntimeerden maakt appellante zich schuldig aan inbreuk op auteursrechten, onrechtmatige concurrentie en misleidende reclame, door zonder toestemming foto’s, video’s en adres te gebruiken om zichzelf als succesvol paardenondernemer voor te doen op haar website, op YouTube en op haar Facebook- en Instagramaccounts. Geïntimeerden worden in het ongelijk gesteld. Er is geen sprake van misleiding in de zin van art. 6:194 BW. Geen oneerlijke concurrentie. De op het auteursrecht op foto’s gebaseerde vorderingen worden afgewezen; er is geen rechtsgeldige overdracht. Makerschap van c.q. aanspraak op (eventuele) auteursrechten op verkoopteksten is onvoldoende onderbouwd. Geïntimeerden worden veroordeeld tot vergoeding volledige proceskosten in eerste aanleg wegens niet naleving van artikel 21 Rv; hogere proceskosten in incidenteel appel vanwege de vele niet onderbouwde en kansloze stellingen.