IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 867

Grensoverschrijdende soap

Rechtbank 's-Gravenhage 7 september 2005, zaaknummer 05/2023, Colgate - Unilever. Vonnis in het bevoegdheidsincident.

Colgate vordert in de hoofdzaak een verbod om directe of indirecte inbreuk te maken op haar Europese octrooien voor verpakte zeep (This invention relates to a soap bar that is generally rectangular in shape that is packaged in a substantially transparent package. More particularly, this invention relates to a substantially transparent package where said package provides enhanced functional properties), voor alle gedesigneerde landen met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, totdat per jurisdictie waarvoor het inbreukverbod gevorderd is de rechter in de betreffende jurisdictie (in eerste instantie) de nietigheid van het octrooi waarop het verbod gebaseerd is heeft uitgesproken.

Unilever stelt in dit incident in de eerste plaats op het standpunt dat deze rechtbank geen bevoegdheid toekomt (internationaal noch voor Nederland), omdat Colgate niet zou hebben voldaan aan haar (gesubstantieerde) stelplicht. Colgate wijst er evenwel terecht op dat de Nederlandse rechter (internationale) bevoegdheid toekomt op basis van artikel 2 EEX-verordening (forum rei) respectievelijk artikel 2 Rv, welke bevoegdheid volgens vaste rechtspraak in beginsel bovendien grensoverschrijdend van aard is.

Voorts wijst Colgate er terecht op dat voor de bepaling van de reikwijdte van die (internationale) bevoegdheid niet relevant is de vraag of de vordering naar het toepasselijke recht ook daadwerkelijk toewijsbaar is. Colgate heeft immers wel voldoende gesubstantieerd gesteld dat Unilever onrechtmatig zou handelen door de diverse groepsvennootschappen “aan te sturen” bij hun beweerdelijk inbreukmakende handelen in Nederland en ook daarbuiten. De (materiële) vragen of dit voldoende komt vast te staan en of deze “aansturing” naar het toepasselijke recht als directe of indirecte octrooi-inbreuk danwel anderszins onrechtmatig is te kwalificeren zijn vragen die in de hoofdprocedure dienen te worden beantwoord en niet in het kader van de vraag naar (internationale) bevoegdheid.

Hieraan doet niet af dat het op zich voor Unilever bezwaarlijk zou kunnen zijn zich te verdedigen in een procedure die in haar ogen reeds bij voorbaat kansloos zou zijn omdat voornoemd handelen geen aan de octrooihouder voorbehouden handeling zou zijn noch anderszins onrechtmatig zou zijn te achten. Het Nederlandse procesrecht voorziet nu eenmaal niet in de mogelijkheid om de eventuele “volkomen kansloosheid” van een vordering voorafgaand aan de eigenlijke procedure aan de orde te stellen, bijvoorbeeld bij wege van een incident (zoals volgens Unilever wel het geval zou zijn in het Verenigd Koninkrijk met de “case management conference” of “summary motion to dismiss” en in Duitsland met een “früher erster Termin”). Derhalve kan daarvoor het bevoegdheidsincident geen uitkomst bieden.

De beantwoording van de vragen of artikel 22 lid 4 EEX-verordening (de overeenkomstige artikelen in het EEX- en EVEX-verdrag zijn gelijkluidend) aan de grensoverschrijdende bevoegdheid in de weg staat danwel of de rechtbank in het licht van haar uitspraak inzake Stork/CFS Bakel van 19 januari 2005 (IER 2005, 40) haar beslissing op deze vraag zal aanhouden tot het HvJ EG uitspraak heeft gedaan in de zaak C-4/03 (GAT/LuK), zal om redenen van proceseconomie worden gereserveerd tot de zaak ten principale is bepleit. Hierbij is niet alleen van belang dat eerst dan als vaststaand zal kunnen worden aangenomen dat in de procedure voor deze rechtbank daadwerkelijk een beroep op de nietigheid wordt gedaan, zoals Unilever heeft aangekondigd, doch ook dat het goed mogelijk is dat het HvJ EG in de tussentijd uitspraak zal doen.

De slotsom luidt dat de rechtbank in ieder geval bevoegd is om kennis te nemen van de vordering van Colgate, voor zover die betrekking heeft op Nederland. Voor het overige zal zij haar eindoordeel betreffende de bevoegdheid aanhouden tot de zaak ten principale is uitgeprocedeerd. Alsdan zal ook over de kosten van dit incident worden beslist.

 Lees hier het vonnis.

IEF 866

Houdt het dan nooit op

Om nog even mee te surfen op de door het Talpa-logo veroorzaakte tsunami van wereldwijd aangetroffen bolletjesmerken: de onvolprezen IPkat bericht vandaag over een Zuid-Afrikaanse merkenzaak tussen Telkom en Hellkom. Niet erg relevant voor Nederland, alleen dat beeldmerk...

IEF 865

Chinese verweren

Rb. 's-Gravenhage 7 september 2005, Rolnr. 05/942, Rotork tegen Autork.

Vonnis in bevoegheidsincident. Autork voert aan, althans dat meent de Rechtbank uit de "geenszins duidelijke onderbouwing" op te maken, dat de Rechtbank onbevoegd zou zijn, aangezien het geschil tussen partijen over gemeenschapsmodellen- en merken in Shanghai reeds door verschillende gerechten behandeld zou worden. De Haagse rechter Du Pon maakt in een wederom zeer uitgesproken vonnis korte metten met zowel het primaire als secundaire bevoegdheidsverweer:

"Nog daargelaten dat het aanhangig zijn van andere procedures niet zonder meer grond is voor onbevoegdverklaring -enige wets- of verdragsbepaling waarop dat zou zijn gegrond is door Autork niet vermeld- had het op de weg van Autork gelegen meer informatie te verschaffen over de inhoud van die procedures, zeker gelet op de verrassende (maar mogelijk niet doordachte) implicatie van haar stellingen inhoudende dat een rechter in China zich thans zou bezighouden met de behandeling van inbreukvorderingen op gemeenschapsmodelen gemeenschapsmerkrechten. Aan dit primaire bevoegdheidsverweer gaat de rechtbank dan ook voorbij." Lees hier het vonnis

 

 

IEF 864

General Public Licence v3 (2)

Begin augustus werd bekend dat Richard Stallman van de Free Software Foundation (FSF) werkt aan een nieuwe versie van de General Public License. De filosofie van de FSF is dat software programma's vrij dienen te zijn en aan een ieder ter beschikking moeten zijn. Het verrast niet dat de woordvoerder van de FSF Europe, G. Greve, van mening is dat GPL v3 het gebruik van software octrooien en DRM moet verbieden:

"Software patents are clearly a menace to society and innovation. We like this to be more explicit. The basic idea is that if someone patents software, he loses the right to use free software. It's like a patent retaliation clause," en "We're fundamentally opposed to DRM. We think it's a dead end for society, all software should be free to use and that artists could be paid for their films and music by a general 'taxation' on Internet connections."

IEF 863

Bloem der natie (4)

In navolging op eerdere berichten hier over plagiërende studenten, bericht Computable dat de Hogeschool van Utrecht met een creatieve oplossing komt. Via de online registratie dienst van File-Reg International kunnen studenten hun uitgewerkte ideeën ‘registreren’. De Hogeschool zal deze mogelijkheid voor al hun studenten implementeren, zodat plagiërende medestudenten eenvoudiger kunnen worden aangepakt.

Het bericht van Computable bewijst overigens maar weer dat verslaggevers vaak niet weten waar ze het eigenlijk over hebben, getuige deze quote: “Met File-Reg is het mogelijk om te bewijzen dat iemand het idee als eerst heeft geregistreerd, maar het is niet geldig als patent of 'trademark'.” Treurig.

IEF 862

Voorstel van Rijkswet (2)

In aansluiting op dit eerdere bericht over de wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten, het vandaag gepubliceerde advies van de Raad van State. Kamerstuk 30222 (R1797), nr. 5: "De Raad vraagt zich af wat de reden is voor deze onvolledige implementatie." Lees kamerstuk hier.

 

IEF 861

tot twee tellen

Leuke casus voor een tentamenvraag: "Ken en Barbie gaan nieuws duiden. In het programma Linda&Beau gaan Linda de Mol en Beau van Erven Dorens als de poppen Ken en Barbie het nieuws duiden. Dat blijkt uit een interview met Talpa-topman John de Mol in De Journalist. 'We willen een humoristische, quasi-nieuwsuitzending maken waar Beau en Linda door een briljante grimeur tot de poppen Ken en Barbie worden getransformeerd. Ze presenteren als twee nieuwslezers die te dom zijn om tot twee te tellen.'" Geef beargumenteerd aan waarom en/of wanneer dit wel of niet mag. (Bron: De Journalist)

IEF 860

Omveld

Vonnis Rechtbank Den Haag, 6 september 2005, KG 05/689, Videojet tegen Clever-CPL BV en Badie Saleh. Videojet en Clever zijn beide leveranciers van solventen en inkten, Videojet sedert 1992 en Clever-CPL sedert december 2004. Beiden gebruiken een doorzichtige plastic fles met rode dop. Interessant vonnis over auteursrecht en slaafse nabootsing.

Met betrekking tot het etiket, komt de rechter tot het oordeel dat dit niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, met name omdat het een stijl betreft. De vordering op grond van slaafse nabootsing wordt wel toegewezen, niet in het minst omdat uit de omstandigheden van het geval blijkt dat toeval hier geen enkele rol heeft gespeeld en het rechtsgevoel onbevredigd zou blijven zonder het vangnet van de slaafse nabootsing.

Het etiket van de Videojet-fles bestaat uit een wit en een gekleurd deel, bestaande uit drie rijen in verschillende pasteltinten uitgevoerde vierkantjes met rechtsonder een groter pastelblauw gekleurd vierkantje waarop een gele druppel is afgebeeld. het etiket van de Clever-fles bestaat uit een wit en een gekleurd deel, bestaande uit één rij in verschillende tinten uit gevoerde vierkantjes waarin telkens een gele druppel is afgebeeld.

Het auteursrecht: Weliswaar zijn bepaalde trekken overgenomen, globaal beoordeeld is de totaalindruk toch een andere. Het gaat in dit geval veeleer om het overnemen van stijlen, en niet om het overnemen van concrete uitvoeringen van die stijlen.  Beide etiketten kennen veelkleurige vierkantjes, echter, die van Videojet hebben pasteltinten en die van Clever zijn feller.  De vierkantjes in het etiket van Clever c.s. zijn voorts aanzienlijk groter, hebben alle een druppel erin afgebeeld en bovendien vormen de vierkantjes slechts een enkele rij en niet drie rijen zoals bij Videojet. Mede door dit laatste is ook de oppervlakteverdeling in een hoofdzakelijk wit vlak en een vlak met gekleurde vierkantjes in beide etiketten duidelijk verschillend. Het feit dat beide etiketten een gele druppel vertonen, is onvoldoende om tot de conclusie te leiden dat van auteursrechtelijke overeenstemming sprake is. (rov 6)

Slaafse nabootsing: Van slaafse nabootsing is sprake indien door de nabootsing verwarring bij het publiekvalt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat.

In dit geval bleek het "omveld" (mooi woord, graag meer gebruiken) van flessen voor industriële inkten en solventen uit vele soorten flessen te bestaan. Bovendien komen er geen inktflessen met een rode dop voor en is ook de precieze vorm van de doorzichtige fles van Videojet niet gebruiikelijk in deze branche. Aan de fles kan enig onderscheidend vermogen niet ontzegd worden. Omdat tevens enkele onderscheidingsmiddelen van het etiket van Videojet zijn overgenomen (zoals de karakteristieke gele druppel, de productcodes voor de betreffende inkt, het gebruik van vierkantjes op het etiket en het opnemen van een merk in rode letters) komt de rechter tot het oordeel dat er sprake is van slaafse nabootsing (r.o.9).

Misleidende mededelingen:Saleh is een voormalig werknemer van Videojet. Zijn marketing activiteiten worden als onrechtmatig beschouwd omdat niet bestreden is dat Saleh de bewuste flessen heeft verkocht aan voornoemde klanten, terwijl hij naar voorlopig oordeel wist of minst genomen had moeten weten hoezeer deze flessen een nabootsing vormden van en verwarring zouden stichten met de flessen van zijn voormalige werkgever, zeker bij de klanten die eerder van Videojet afnamen.

lees vonnis

IEF 859

Tussen de oren

Merkengemachtigden (sorry, merkenadviseurs of merkenconsultants) kunnen zich opmaken voor bijscholing en diepte-investeringen in hoogwaardige medische scan-apparatuur.

Molblog bericht dat "uit onderzoek (welk onderzoek staat er helaas niet bij) is gebleken dat mensen een merknaam vooral in de rechterhersenhelft verwerken, daar waar een gewoon woord eerder door de linkerhersenhelft zal worden verwerkt…Een merk(naam) is omringt door associaties en ideeën. Zorg dus dat je met de merknaam de juiste associaties oproept…Veel voorkomende namen of beschrijvende namen worden in de rechter hersenhelft verwerkt die dicht tegen de linkerkant aanzit. Maar hoe abstracter de naam hoe meer naar rechts de naam verwerkt wordt. Wil je dus associaties en emotie oproepen, dan kun je het best een fictieve of fantasie naam gebruiken. In dit opzicht is bijvoorbeeld voor een TV zender de naam Talpa beter dan de naam Tien." Lees hier meer.

IEF 858

Psst...domeinnaampje kopen?

Nog meer domeinnaam nieuws: Novagraaf waarschuwt ondernemers voor toenemende activiteit van malafide 'handelaren' in domeinamen, waaronder het Britse protectareg.co.uk. De handelaren bellen een bedrijf met de mededeling dat derden een domeinnaam willen registreren die sterk lijkt op de naam van de onderneming. Vervolgens bieden de 'ambulante reprentanten' (met dank aan Van Kooten en De Bie) aan de domeinnaam voor de onderneming te registreren. Hierbij benadrukken ze dat het bedrijf snel moet handelen omdat het de domeinnaam anders kwijt is. Daarnaast trachten deze handelaren bestaande domeinnaamregistraties die reeds op naam staan van het benaderde bedrijf in handen te krijgen. Zie ook bericht Zibb.