IEF 22146
22 juli 2024
Uitspraak

Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.

 
IEF 22143
22 juli 2024
Uitspraak

Degene die zelf deelneemt aan publiek debat moet dulden dat deze uitingen verder verspreid worden

 
IEF 22135
19 juli 2024
Artikel

Memes in een juridische notendop: EU vs Amerika

 
IEF 19749

Prejudiciële vraag: advocaatkosten 'noodzakelijke uitgaven'?

Duitse Gerechten 6 okt 2020, IEF 19749; (Media GmbH tegen FU), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-advocaatkosten-noodzakelijke-uitgaven

Landgericht Saarbrücken 6 oktober 2020, IEF 19749, IT 3399, IEFbe 3184 C-559/20 (Media GmbH tegen FU) Via MinBuza. De kernvraag in deze zaak betreft de vergoeding van de advocatenkosten voor een aanmaning wegens filesharing. Verzoekster verkoopt computerspellen voor commerciële doeleinden en is houdster van de exclusieve rechten van een specifiek computerspel. Verweerder is een natuurlijke persoon die geen professionele of commerciële doeleinden nastreeft en die dit computerspel voor derden beschikbaar heeft gesteld voor download. Hiermee heeft hij inbreuk gepleegd op de rechten van verzoekster. Verzoekster schakelde een advocatenkantoor in dat namens verzoekster een aanmaning naar verweerder heeft gestuurd. Voor het inschakelen van het advocatenkantoor heeft verzoekster kosten gemaakt (€984,60) dat als volgt is samengesteld: een 1,3 honorarium berekend over een waarde van de vordering van €20.000,-. De hoogte van dit bedrag wordt betwist. De rechter in eerste aanleg heeft verweerder veroordeeld tot betaling van €124,- en de vordering voor het overige afgewezen. Volgens de rechter in eerste aanleg is het vergoedbare bedrag van een vordering beperkt tot €1.000,- op grond van §97a(3) UrhG (Duitse wet inzake het auteursrecht). Met haar beroep voor de verwijzende rechter wil verzoekster haar vordering tot volledige vergoeding van haar advocatenkosten alsnog geldend maken.

Prejudiciële vragen:

IEF 19746

Bird & Bird verwelkomt Tjibbe Douma als nieuwe IE-partner

Bird & Bird heeft per 1 februari haar Intellectual Property team in Nederland versterkt met de benoeming van Tjibbe Douma als partner.

De expertise van Tjibbe richt zich op het octrooi- en bedrijfsgeheimen recht. Tjibbe adviseert en procedeert voor bedrijven die actief zijn in de Life Sciences en Healthcare, Technology & Communications, Energy & Utilities en de Retail en Consumer sector. Medewerkers, Lucas Wolthuis Scheeres en Alexandra Michel zullen met Tjibbe de overstap maken.
Lees verder.

IEF 19602

Vacature: advocaat-stagiair IE en reclamerecht bij Holla

Holla Advocaten is op zoek naar een advocaat-stagiair(e) intellectuele eigendom (IE) en reclamerecht, standplaats: Eindhoven.

Beschik je over een recent behaalde juridische master met civiel effect of verwacht je die op korte termijn af te ronden? Heb je affiniteit met intellectuele eigendom (IE) en zou je je daarnaast willen ontwikkelen op het gebied van reclamerecht? Ben je daarnaast energiek, enthousiast en een echte team player? We komen graag met je in contact!

Wij bevinden ons in de top 25 van Nederlandse advocatenkantoren en hebben specialisten op een groot aantal rechtsgebieden in huis. De cliëntenkring van Holla is heel divers en bestaat uit zowel nationale als internationale bedrijven en instellingen. Door het aantrekkelijke formaat van ons kantoor en de diversiteit van onze cliënten gaan diepgang en variatie hand in hand.

De Business Unit Intellectuele Eigendom, ICT & Privacy bestaat uit een team van acht advocaten. Het team is gespecialiseerd in onder andere het merken-, auteurs- en modellenrecht, ICT-recht en nieuwe media. Jij gaat je vooral bezighouden met IE en het reclamerecht.
Lees verder.

IEF 19745

Uitspraak ingezonden door Quirijn Meijnen, Leopold Meijnen Oosterbaan.

Geen inbreuk handelsnaam 'Tasting games'

Rechtbank Amsterdam 28 jan 2021, IEF 19745; (X tegen The Tasting Games int. cs), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaam-tasting-games

Vzr. Rechtbank Amsterdam 28 januari 2021, IEF 19745; C/13/694903 / KG ZA 20-1156 HH/JD (X tegen The Tasting Games int. cs) X drijft een eenmanszaak en heeft de verschillende handelsnamen geregistreerd, waaronder 'Tasting Game'. X is actief op het gebied van evenementen en producten die betrekking hebben op smaakbeleving met veelal een spelelement. Sinds 2017 maakt X daarbij gebruik van de domeinnaam tastinggame.nl en is tevens actief op sociale media onder de accountnaam ‘tastinggame’. Op facturen van X staat de “The Tasting Game” als crediteur vermeld. The Tasting Games c.s. biedt een app aan, genaamd ‘The Tasting Games’. Hiermee kan een spel worden gespeeld waarbij deelnemers verschillende etenswaren uit de ‘Tasting Box’ proeven. X heeft The Tasting Games c.s. daarop gesommeerd om elk gebruik van deze naam te staken. Volgens X handelt The Tasting Games c.s. in strijd met artikel 5 Handelsnaamwet.

IEF 19744

Naheffingsaanslag kansspelbelasting

29 jan 2021, IEF 19744; ECLI:NL:GHSHE:2021:210 (Bv tegen Belastingdienst), https://ie-forum.nl/artikelen/naheffingsaanslag-kansspelbelasting

Hof 's-Hertogenbosch 29 januari 2021, IEF 19744, IT 3397; ECLI:NL:GHSHE:2021:210 (Bv tegen Belastingdienst) Belanghebbende is kansspelbelasting ad € 13.500.000 verschuldigd. Op internet werden tot 2013 via 7 websites kansspelen aangeboden, gericht op de Nederlandse markt. De websites waren in werkelijkheid van een in Nederland gevestigde besloten vennootschap, maar de ondernemingsstructuur was zo opgezet dat het leek alsof de spelen werden georganiseerd vanuit het buitenland door buitenlandse rechtspersonen. Bij een grootschalig politieonderzoek in binnen- en buitenland werden grote hoeveelheden documenten en data in beslaggenomen. Een van de in beslaggenomen databases bevatte informatie over de 7 websites die betrokken zijn bij deze zaak. Toen bleek dat voor de websites in Nederland geen kansspelbelasting werd voldaan.

IEF 19743

Rudi Holzhauer: AI en IE in breder perspectief

Begin vorig jaar besprak Rudi Holzhauer de tafelrede van Berber Brouwer tijdens het IE-diner, die op passende en pakkende wijze de donkere wolken van AI boven het auteursrecht schetste. In zijn blog van 15 januari jl. gaat hij wat dieper in op het onderwerp IE en AI, mede aan de hand van twee scripties en een onderzoekspaper en een oratie. In zijn laatste blog van 30 januari jl. bespreekt hij onder meer het onderwerp 'De robots komen' uit Filosofie Magazine en de oprichting van de NVAIR.
Holzhauer verwacht dat AI de nodige impact kan en zal hebben op IE. Niet alleen intrinsiek vanwege de technologische component, maar ook rechtspolitiek bij het nadenken over de rationales van IE.

IEF 19742

HvJ EU over de informatie die op cosmeticaproducten moet zijn aangebracht

17 dec 2020, IEF 19742; ECLI:EU:C:2020:1039 (A.M. tegen E.M.), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-over-de-informatie-die-op-cosmeticaproducten-moet-zijn-aangebracht

HvJ EU 17 december 2020, IEF 19742, RB 3484, IEFbe 3180; ECLI:EU:C:2020:1039 (A.M. tegen E.M.) A.M. is eigenaar van een schoonheidssalon en kocht bij distributeur E.M. cosmetische producten van een Amerikaanse fabrikant. A.M. heeft een opleiding gevolgd die werd gegeven over de producten die E.M. verkocht, waarbij ook de etikettering van die producten aan bod kwam. A.M. kocht na deze opleiding diverse cosmetische producten bij E.M. A.M. beëindigde de overeenkomst, omdat de verkochte waar gebreken vertoonde. A.M. voert daarbij aan dat de verpakking van de cosmetische detailhandelsproducten geen informatie vermeldt in het Pools over de functie van het product, te weten de vermeldingen die voortvloeien uit artikel 19, lid 1, onder f), en lid 5, van verordening nr. 1223/2009. E.M. verzekerde echter dat de producten weldegelijk geëtiketteerd waren overeenkomstig de geldende bepalingen. Op de producten is een symbool aangebracht dat een hand met een open boek voorstelde en dat de eindgebruiker van het product verwees naar een bijsluiter, in casu een catalogus in het Pools. In deze omstandigheden heeft de rechter besloten hierover het Hof prejudiciële vragen te stellen. Mede gelet op het oogmerk om de voorschriften inzake de etikettering van cosmetische producten uitputtend te harmoniseren, wordt geoordeeld dat niet is voldaan aan de neergelegde verplichting om op de verpakking informatie aan te brengen over de functie van het cosmetisch product.

IEF 19740

Coupry breidt IE-sectie uit met partner Claudia Zeri

Met trots kondigt Coupry de komst aan van Claudia Zeri als nieuwe partner IE. Haar komst versterkt het IE-team teneinde de groeiende praktijk optimaal te kunnen blijven bedienen en verder uit te bouwen. Claudia adviseert en procedeert in technologie-gerelateerde zaken met een focus op octrooirechtelijke geschillen. Ze treedt op voor cliënten in geschillen op verschillende technologische velden, waaronder life sciences & biotechnologie, food & agri, werktuigbouw en telecommunicatie.

IEF 19739

Seminar Privacy en Franchise op donderdag 4 februari. Aanmelden nog mogelijk!

De inwerkingtreding van de nieuwe Franchisewet per 1 januari 2021 heeft aanzienlijke gevolgen voor ondernemers en voor uw rechtspraktijk. Dit betreft ook de omgang met privacy en persoonsgegevens. Hoe verhoudt de nieuwe Franchisewet zich tot bestaande privacywetgeving - en tot de ePrivacy Verordening?

Op donderdag 4 februari licht Eva de Vries (SOLV) dit toe in een verdiepend online 'flitsseminar'. In een kort en bondig seminar besteedt zij onder meer aandacht aan:
- Gegevensverwerkingen en franchiseformules
- Rolverdeling en verantwoordelijkheden van franchisegever, franchisenemer en dienstverleners
- Privacy verplichtingen en afspraken tussen franchisegever en franchisenemer

IEF 19738

Ingezonden door Ernst-Jan Louwers, Louwers IP|Technology Advocaten.

Oud motorfietsmerk EYSINK doorgehaald wegens non usus

BBIE 25 jan 2021, IEF 19738; (Eysing Group tegen verweerder), https://ie-forum.nl/artikelen/oud-motorfietsmerk-eysink-doorgehaald-wegens-non-usus

BBIE 25 januari 2021, IEF 19738; Doorhalingsbeslissing 3000143 (Eysing Group tegen verweerder) Op 25 januari 2021 heeft het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom de inschrijving van het merk EYSINK onder nummer 927005 doorgehaald wegens niet-gebruik (“non usus”). Verval was ingeroepen op basis van artikel 2.27 lid 2 BVIE en artikel 2.23bis BVIE. Het verzoek tot doorhaling was ingediend door het bedrijf Eysing Group B.V. dat onder het merk EYSING elektrische e-mopeds op de markt brengt met retrodesign van een motorfiets. Het merk EYSINK was volgens verzoeker al niet meer (normaal) gebruikt sinds 1977, en in ieder geval in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het doorhalingsverzoek. De door verweerder aangedragen stukken leverden naar het oordeel van verzoeker geen gebruik en ‘normaal gebruik’ op.