IEF 22194
19 augustus 2024
Uitspraak

Onduidelijkheid over geclaimde intellectuele eigendomsrechten leidt niet tot schadevergoeding

 
IEF 22192
19 augustus 2024
Uitspraak

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

 
IEF 22193
19 augustus 2024
Uitspraak

Aanpassing van memorie van antwoord na afwijzing van verzoek tot vertrouwelijkheid

 
IEF 12324

Unieke formule en productbeschrijving van sapvasten- en bewegingsprogramma

Rechtbank Oost-Nederland, locatie Almelo 25 januari 2013, LJN BZ0972 (Apri-Ori Reizen B.V. tegen gedaagde)

green juice Geen auteursrecht op productbeschrijving. Uniek programma. Contractenrecht.

Als randvermelding. ApriOri is een reisorganisatie die onder meer onder de handelsnaam ‘Health Holidays’ gezondheidsreizen aanbiedt. Gedaagde is voor twee maanden werkzaam geweest bij AprOri en heeft daarna de eenmanszaak Restart4Weight opgericht, welke onderneming zich onder meer richt op het verzorgen van sapkuur weken. ApriOri vordert samengevat om ieder gebruik van het door ApriOri ontwikkelde unieke sapvasten- en bewegingsprogramma en de door ApriOri daarbij ontwikkelde en te hanteren productbeschrijvingen te staken alsmede de door ApriOri gebruikte productbeschrijvingen te verwijderen. ApriOri is van mening dat gedaagde zich schuldig heeft gemaakt aan het ronselen van personeel en clientèle van eiseres.

Ten aanzien van de door ApriOri gestelde unieke sapvasten- en bewegingsformule is de voorzieningenrechter van oordeel dat ApriOri niet aannemelijk heeft kunnen maken dat sprake is van een zodanig uniek programma, dat dit toewijzing van de gevorderde voorzieningen rechtvaardigt. Dat sprake is van een inbreuk op een auteursrechtelijk werk is onvoldoende gesteld door ApriOri. Niet gesteld, noch gebleken is dat sprake is van een werk dat überhaupt voor bescherming in aanmerking komt en of de eventuele auteursrechten wel bij ApriOri liggen (en niet bij de overleden grondlegger van de onderneming).

De voorzieningenrechter overweegt dat ApriOri niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is (geweest) van het ronselen van haar personeel, dan wel het benaderen van haar gasten. Tot slot staat vast dat het gedaagde vrij staat om haar eigen onderneming te starten, van enige schending van een contractuele verplichting is dus geen sprake. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.

Geen unieke formule

4.2. Ten aanzien van de door ApriOri gestelde unieke sapvasten en bewegingsformule is de voorzieningenrechter van oordeel dat ApriOri niet aannemelijk heeft kunnen maken dat sprake is van een zodanig uniek programma, dat dit toewijzing van de gevorderde voorzieningen rechtvaardigt. [Gedaagde] heeft immers gemotiveerd gesteld dat er meer ondernemingen in de sapvasten- en bewegingsmarkt actief zijn die gebruik maken van een combinatie van sapvasten en beweging. ApriOri heeft desgevraagd verklaard dat de onderscheidende elementen van haar programma bestaan uit de specifieke combinatie van drie tot vier maal per dag sappen en beweging bestaande uit hardlopen, dan aquajogging en vervolgens bodyshape. Dit betreft geen willekeurige volgorde, maar deze specifieke combinatie is het gevolg van jarenlange doorontwikkeling. Daarbij is tevens de samenstelling van de sappen essentieel volgens ApriOri. Hoewel de overeenkomsten in programmering tussen beide onderneming wel zichtbaar zijn, zijn er wel degelijk verschillen in omschrijvingen (benamingen van sporten) en hoeveelheden (aantal sappen per dag), zodat het betoog van [gedaagde] dat zij niet exact hetzelfde concept van ApriOri heeft overgenomen slaagt.

Geen onrechtmatige verveelvoudiging
4.3. De stelling van ApriOri dat [gedaagde] de (volledige) productbeschrijving(en) heeft overgenomen en als zodanig inbreuk maakt op haar auteursrecht kan de voorzieningenrechter niet volgen. ApriOri heeft onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat sprake is van inbreuk op een werk dat een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Niet gesteld, noch gebleken is dat sprake is van een werk dat überhaupt voor bescherming in aanmerking komt en of de eventuele auteursrechten wel bij ApriOri liggen (en niet bij de overleden grondlegger van de onderneming). Daarbij acht de voorzieningenrechter voorts van belang dat de strekking van de teksten in productbeschrijving(en) wel hetzelfde zijn, niet kan worden gezegd dat [gedaagde] de (volledige) productbeschrijving van ApriOri heeft overgenomen.

IEF 12323

Publieke EU-consultatie: bedrijfsgeheimen en know-how

Europese Commissie, Public consultation on the protection of business and research know-how, ec.europa.eu.

De EC (DG Internal Market & Services) is zich momenteel zeer breed op dit onderwerp aan het oriënteren. Zo is vorig jaar, in opdracht van de Europese Commissie, een rapport van Hogan Lovells LLP verschenen over dit onderwerp (IEF 10788). Tevens wordt dit kwartaal de uitkomst van een tweede studie verwacht, uitgevoerd door Baker & McKenzie (IEF 12010). Naast het laten verrichten van verschillende onderzoeken treedt de EC echter graag in contact met het bedrijfsleven, zodat ze een duidelijk beeld kunnen vormen van de problematiek omtrent de bescherming van bedrijfsgeheimen. De consultatietermijn loopt tot 8 maart 2013.

Keeping valuable information secret is often the only or the most effective way that companies have to protect their intellectual property (such as the results of their research and innovation efforts). Although patents play a decisive role in this area, there are limitations as to what can be patented. New business solutions, marketing data and many incremental technological improvements, for example, are not patentable). Concerns regarding the effectiveness of the legal protection against the misappropriation of trade secrets in the Internal Market are already being voiced.

The differences between national laws of Member States are claimed to be such as to make it difficult to ensure that the right protective measures against such misappropriation are being applied in cross-border business. The current redress possibilities are claimed not to represent a sufficiently strong deterrent against theft of such confidential business information. This could dissuade the sharing of confidential business information across borders with business partners who could offer valuable possibilities to develop new markets for innovative products.

In view of these concerns, the European Commission has decided to analyse the current situation in the Union in more detail and to collect views with regard to the protection of business and research know-how in the Union.

If you are answering this consultation as a citizen, [hier klikken, Nederlandstalig].
If you are answering this consultation on behalf of an organisation, please click here to submit your contribution, [hier klikken, Engelstalig].
If you are answering this consultation on behalf of a public authority [hier klikken, Nederlandstalig]

IEF 12322

Aanvullende bescherming oudere handelsnaam

Hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, 5 februari 2013, 200.098.888 (Hei Bike tegen Accell Duitsland)

Uitspraak ingezonden door Sven Klos, Klos Morel Vos & Schaap.

Ouder handelsnaamrecht vs jonger merkenrecht. Geen kwader trouw. Verwarringsgevaar.

Hei Bike verkoop fietsen en fietsonderdelen, heeft de domeinnaam heibike.nl / hei-bike.nl en als woordmerk HEIBIKE geregistreerd. Accell heeft het beeldmerk HAI BIKE geregistreerd en verkoopt fietsen in België en Nederland.

Twee grieven/vragen:
1) is het merkdepot door Accell te kwader trouw (2.4 aanhef en sub f BVIE)? en
2) handelt Accell onrechtmatig door het gebruik van haar jongere merknaam omdat verwarring is te duchten met de oudere handelsnaam van Hei Bike?

Ook als het hof er vanuit gaat dat Accell op de hoogte was van het handelsnaamgebruik van Hei Bike, is dat onvoldoende om te spreken van een depot te kwader trouw. (r.o. 4.3). Deze grief slaagt niet.

Onder verwijzing naar HR Eurotyre IEF 8366, wordt overwogen dat artikel 6:162 BW aan de gebruiker van een oudere handelsnaam aanvullende bescherming biedt tegen het gebruik van een jonger overeenstemmend merk dat verwarring wekt. Dat voor deze aanvullende onrechtmatigheid het gevaar van verwarring (te duchten verwarring) niet voldoende is doch daadwerkelijk opgetreden verwarring vereist is, kan in het arrest noch in de daaraan voorafgaande conclusie worden gelezen. Dat verwarring valt te duchten bij het gebruik van twee zozeer overeenstemmende tekens in dezelfde branche is voldoende aangetoond. Accell wordt onder anderen veroordeeld tot het plaatsen van advertenties in vakbladen.

Leestip: 4.4

IEF 12321

Prejudiciële vragen: over de bevoegdheid van douaneautoriteiten

Prejudiciële vragen aan HvJ EU 12 december 2012, zaak C-583/12 (Sintax Trading OÜ tegen Maksu- ja Tolliamet)

DiagonalDouanewetboek. Intellectuele eigendom (namaak/piraterij), modellenrecht. TRIPS-verdrag.

In februari 2010 wordt in de databank voor modellen in Estland een fles ingeschreven op naam van OÜ Acerra. In december van dat jaar arriveert een zending flessen mondspoelwater afkomstig van de Oekraïense firma OOO Galterra bij verzoekster. Acerra stelt vervolgens dat verzoekster een product probeert te leveren dat verpakt is in flessen die modelrechtelijk zijn beschermd. De douane verricht onderzoek en stelt vast dat er door de grote mate van overeenstemming gegronde verdenking op namaak bestaat. Zij houdt de voor verzoekster geleverde goederen vast in een douane-entrepot en vraagt Acerra om een beoordeling van het product. Acerra bevestigt begin 2011 dat de flessen identiek zijn aan haar gedeponeerde model. Verzoekster vraagt vrijgave van de goederen maar dat wordt afgewezen omdat dat inbreuk zou maken op Vo. 1383/2003.

Verzoekster gaat in beroep omdat zij van oordeel is dat (zoals in artikel 2 van Vo. 1383/2003 bepaald) de douaneautoriteiten in een procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht moeten aantonen dat het goederen betreft die door piraterij zijn verkregen. Het is onvoldoende dat alleen Acerra heeft verklaard dat er van inbreuk sprake is. Verweerster meent echter dat er sprake is van zoveel gelijkenis dat de goederen kunnen worden verward met het gedeponeerde model.

De verwijzende Estland rechter vraagt zich echter af of douaneautoriteiten bevoegd zijn om een inbreuk op een IE-recht vast te stellen, en stelt het HvJ EU de volgende vragen:

1) Kan de in artikel 13, lid 1, van verordening nr. 1383/2003 genoemde „procedure [die] is ingeleid om te bepalen of […] een intellectueel eigendomsrecht is geschonden”, ook worden gevoerd bij de douanedienst, of dient de in hoofdstuk III van de verordening behandelde „bevoegde autoriteit [die] een besluit ten gronde kan nemen” gescheiden te zijn van de douaneautoriteiten?

2) In punt 2 van de considerans van verordening nr. 1383/2003 wordt als doelstelling van de verordening bescherming van de consumenten genoemd, en overeenkomstig punt 3 van die considerans moet in een procedure worden voorzien die de douaneautoriteiten de mogelijkheid geeft het verbod om goederen die inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht in het douanegebied van de Gemeenschap binnen te brengen, zo doeltreffend mogelijk te handhaven, zonder evenwel de in punt 2 van de considerans van deze verordening en in punt 1 van de considerans van uitvoeringsverordening nr. 1891/2004 genoemde vrijheid van het legitieme handelsverkeer in het gedrang te brengen.

Is het met deze doelstellingen verenigbaar dat de in artikel 17 van verordening nr. 1383/2003 vastgelegde maatregelen alleen kunnen worden toegepast wanneer de houder van het recht de in artikel 13, lid 1, van de verordening genoemde procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht inleidt, of moet met het oog op een zo doeltreffend mogelijke verwezenlijking van deze doelstellingen, ook de douaneautoriteit de mogelijkheid hebben om de desbetreffende procedure in te leiden?

IEF 12320

Prejudiciële vragen: Opwerping van de exceptie van litispendentie

Prejudiciële vragen aan HvJ EU, 2 januari 2013, zaak C-1/13 (Cartier parfums Lunettes en Axa tegen Ziegler c.s.)

Prejudiciële vragen gesteld door Cour de Cassation, Frankijk.

Procesrecht. Litispendentie. Onbevoegdheid en uitputting. EEX-Verordening. Verzoeksters hebben 24 september 2008 de vennootschappen gedaagd wegens openstaande schulden. Ziegler France werpt echter de exceptie van litispendentie op omdat zij de zaak 16 september 2008 al voor de High Court in Londen hadden gebracht. Het Hof van beroep te Douai neemt dit over en verklaart zich onbevoegd. Verzoeksters zijn het daar echter niet mee eens: zij zijn van mening dat het hof van beroep, door te oordelen dat de bevoegdheid van de High Court te Londen „vaststond” in de zin van artikel 27 van EEX-Vo. 44/2001 omdat deze bevoegdheid niet was betwist, de betekenis en de draagwijdte van deze tekst onjuist heeft uitgelegd.

Uit artikel 27 van EEX-Vo. 44/2001 volgt dat in een situatie als onderhavige een rechter zich niet eerder onbevoegd mag verklaren dan nadat de bevoegdheid van het eerst aangezochte gerecht vaststaat. De verwijzende Franse cassatierechter stelt daarom het HvJ EU de volgende vraag:

Moet artikel 27, lid 2, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, aldus worden uitgelegd dat de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat wanneer geen enkele partij zich op de onbevoegdheid van dit gerecht heeft beroepen dan wel dit gerecht zich bevoegd heeft verklaard bij een beslissing die onherroepelijk is om welke reden dan ook, met name omdat de mogelijkheden om beroep in rechte in te stellen zijn uitgeput?

 

IEF 12319

Downloadverbod definitief en thuiskopieheffing blijft nog enkele jaren

De brief en verzamelde reacties over de Thuiskopieheffing die nog enkele jaren blijft en het downloadverbod dat definitief van de baan is.

Brief van Staatssecretaris Teeven, Uitvoering motie-Verhoeven/Oosenbrug over afzien van een downloadverbod, 4 februari 2013. - officiele bekendmaking

De Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie verzocht mij bij brief d.d. 24 januari 2013 uw Kamer te informeren over de uitvoering van de aangenomen motie Verhoeven/Oosenbrug (Kamerstukken II 2012-13, 29 838, nr. 56). Bij dezen geef ik gevolg aan dat verzoek.

De motie Verhoeven/Oosenbrug verzoekt de regering af te zien van voorstellen tot wetswijzigingen die een downloadverbod tot stand brengen of anderszins het recht op het maken van een thuiskopie beperken. Naar aanleiding van het aannemen deze motie wordt het indienen van een wetsvoorstel tot inperking van de thuiskopie-uitzondering thans niet voorzien.

In mijn brief van 19 december 2012 (Kamerstukken II 2012-13, 29 838, nr. 62) heb ik verder aangegeven dat het aannemen van de motie Verhoeven/Oosenbrug als gevolg zou hebben dat, net als voor 2013, ook voor de komende jaren een thuiskopieheffingen op voorwerpen zal moeten worden geheven. Dit betekent dat in 2013 wederom een algemene maatregel van bestuur zal worden voorbereid.

Uw Kamer zal door middel van de voorgeschreven nahangprocedure bij het proces worden betrokken.

Kabinet ziet af van downloadverbod en handhaaft thuiskopieheffing, Tweakers.

Tim Kuik van auteursrechtorganisatie Stichting Brein wijst er op dat een downloadverbod nog niet compleet van de baan is: op dit moment buigt het Europese Hof van Justitie zich over de vraag of er in Nederland een downloadverbod ingevoerd moet worden. De Hoge Raad vermoedt dat het in strijd met het Europees recht is dat downloaden uit illegale bron in Nederland is toegestaan [vermoedelijk is bedoeld IEF 12086]. Verder zegt Kuik door te gaan met het aanspreken van websites die illegaal materiaal aanbieden. "Dat deden we altijd al en daar gaan we onverminderd mee door", aldus Kuik.

Kabinet houdt thuiskopieheffing na 2013 in stand, Webwereld.

Patstelling duurt voort. Met deze status quo duurt de politieke patstelling voorlopig voort, want Teeven rept ook verder niet meer over modernisering van het auteursrecht. Teleurstellend, vindt D66-kamerlid Kees Verhoeven. "Het is jammer dat nu een downloadverbod van de baan is, de discussie over het auteursrecht lijkt te stoppen", aldus Verhoeven tegen Tweakers.

In de rechtszaal woedt de discussie echter wel volop, en mogelijk zorgt dat wel voor een doorbraak in het moeizame dossier van wel of geen downloadverbod en wel of geen thuiskopieheffing. Er woeden verschillende rechtszaken over, waaronder een bij de Hoge Raad, die vragen heeft gesteld aan het Europees Hof [vermoedelijk is bedoeld IEF 12086]. De Hoge Raad vraagt zich hardop af of downloaden uit illegale bron, die typische Nederlandse verworvenheid, niet in strijd is met het Europees recht.

Teeven ziet af van downloadverbod, SOLV

Wat we nodig hebben is een systeem dat gebruikt maakt van nieuwe technologieën en de verspreidingsmogelijkheden die daarmee gepaard gaan, in plaats van een stelsel dat hardnekkig blijft vasthouden aan rigide wetgeving van vóór het digitale tijdperk. Anders dan wel gesuggereerd wordt, hoeven internet en auteursrecht elkaar niet in de weg te staan. Het internet kan auteurs juist ook helpen, door hen snel en gemakkelijk in contact te brengen met het publiek, dat op zijn beurt eenvoudig en snel toegang heeft tot materiaal. Handhaving moet dan ook plaatsmaken voor andere betaalmodellen, en de vergroting van het legale aanbod van muziek en films op internet.

Downloadverbod 100% van de baan, PCMweb

Mening van Nederland. Toch vinden ook VVD- en PvdA-kiezers volgens het onderzoek van Nu.nl dat dit beter is dan een algeheel downloadverbod. Bij de PvdA vindt 51 procent van de achterban dat en bij de VVD 43 procent. Tevens geeft 66 procent van de mensen aan dat ze niet zullen stopen met downloaden, ondanks het verbod. Een klein aantal van 14 procent zou wel stoppen met de dan illegale praktijken. Over het algeheel genomen is 78 procent tegen het downloadverbod en 11 procent steunt het voorstel. Nog eens 11 procent weet het niet.

 

Uit het onderzoek blijkt ook dat D66-stemmers het meest downloaden, namelijk 25 procent vaak en 45 procent soms. Wanneer Fred Teeven met het voorstel voor het downloadverbod zal komen is nog niet bekend.

Fred Teeven: Thuiskopie blijft, via Alpha-Audio.nl; één van de reacties:

 

Wat hebben we nu:
- betalen voor embedden van content Buma/Stemra
- betalen voor embedden van content Sena
- Extra heffing op media, mp3 players, HD’s etc
- DVD die ik jaren geleden heb gekocht (licentiekosten) ipv voor een paar euro kan upgraden naar BR moet ik weer de volle mep betalen (ik had toch een licentie?)
- Radio stations moet voor elk liedje betalen.
- Als bedrijf/horeca gelegenheid luistert naar datzelfde radiostation moeten ze ook betalen.

(...) Extra heffing? doen!Maar dat geeft mij nu het recht om ALLES te downloaden wat ik maar wil (bij voorkeur ‘illegaal’), indirect of direct heb ik er minstens al 2 of 3 keer voor betaald/er aan bijgedragen.

Zijn er andere reacties, of wilt u een reactie inzenden: redactie@ie-forum.nl.

IEF 12318

Verwijderen van diffamerende mededelingen van website en fora

Hof 's-Hertogenbosch 1 mei 2012, LJN BW5415 (Total Telecom Lux sarl tegen Medium Willem-Jomaphone B.V.)

Onrechtmatige publicatie. Aantasting goede naam op websites. Rectificatie.

Total c.s. legt aan haar vorderingen ten grondslag dat geïntimeerde op diverse internetwebsites, internetfora en middels e-mails mededelingen heeft gedaan waarbij zij de eer en goede naam van Total c.s. heeft aangetast. Total c.s. heeft Medium c.s. gesommeerd om ieder inbreuk makend handelen tegen Total c.s. te staken en gestaakt te houden, en de beledigende mededelingen te verwijderen en te rectificeren. Geïntimeerde heeft mededelingen gedaan op websites www.paragnostwillem.nl, www.astro-willem.nl, www.mediumwillem.nl, www.medium-willem.com en www.mediumwillem.com dat Total c.s. een erotisch baron, 'eroticaboer', 'pornoboer' en sexbaron is, er malafide praktijken op nahoudt, een oplichter en dief is en deel uitmaakt van een criminele of oplichtersbende. Medium c.s. weigert gevolg te geven aan de sommatie en weigert te rectificeren.

Naar het oordeel van het hof tasten de mededelingen de eer en goede naam van Total c.s. aan, hetgeen overigens door Medium c.s. ook niet wordt betwist. Wat betreft 'de ernst van de te verwachten gevolgen van de publicaties voor Total c.s.' geldt naar het oordeel van het hof dat - nu de mededelingen diffamerend tot ernstig diffamerend zijn - in beginsel kan worden verwacht dat  publicatie van de mededelingen tamelijk ernstige gevolgen voor Total c.s. zou kunnen hebben, met name imagoschade.

Het bestreden vonnis van de rechtbank Maastricht wordt vernietigd. Het hof gebiedt binnen zeven dagen alle beweringen op websites www.paragnostwillem.nl, www.astro-willem.nl, www.mediumwillem.nl, www.medium-willem.com en www.mediumwillem.com, die inhouden dat Total c.s. er malafide praktijken op nahoudt en een dief en oplichter is en deel uitmaakt van een criminele of oplichtersbende, van deze websites te verwijderen. Daarnaast wordt een rectificatie voor de duur van twee maanden geboden onder last van een dwangsom.

4.13. Bij beantwoording van de vraag of Medium c.s. onrechtmatig handelt door thans te weigeren de mededelingen te verwijderen en te rectificeren, geldt dat het in deze zaak gaat om de botsing van twee fundamentele rechten namelijk aan de zijde van Medium c.s. haar recht op vrijheid van meningsuiting en aan de zijde van Total c.s. haar recht op bescherming van haar eer en goede naam. Het antwoord op de vraag welk van beide rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval. Tot deze omstandigheden behoren onder meer enerzijds de aard van de publicatie en de ernst van de te verwachten gevolgen hiervan voor Total c.s. en anderzijds het belang van Medium c.s. bij (handhaving van) haar mededelingen, de mate waarin de mededelingen op dit moment steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal, de inkleding van de feiten, en de zorgvuldigheid die van Medium c.s. mag worden verwacht.
4.14. Wat betreft ' de aard van de publicatie' en 'de inkleding van de feiten' geldt dat de aanduidingen dat Total c.s. een erotisch baron, 'eroticaboer', 'pornoboer' en sexbaron zou zijn, worden gebruikt om aan te geven dat Total c.s. niet geschikt is als astroloog, zodat zij in zoverre diffamerend zijn.
De mededelingen dat Total c.s. er malafide praktijken op nahoudt zijn vrij ernstig diffamerend, en de mededelingen dat Total c.s. een oplichter en dief is en deel uitmaakt van een criminele of oplichtersbende zijn ernstig diffamerend.

4.15. Wat betreft 'de ernst van de te verwachten gevolgen van (handhaving van) de publicaties voor Total c.s.' geldt naar het oordeel van het hof dat - nu de mededelingen diffamerend tot ernstig diffamerend zijn - Medium c.s. in beginsel kan verwachten dat (handhaving van) publicatie van de mededelingen tamelijk ernstige gevolgen voor Total c.s. zou kunnen hebben, met name imagoschade. Total c.s. is thans (mede) werkzaam in de spirituele consultancy en wordt door de mededelingen neergezet als iemand die hiervoor niet de geschikte achtergrond heeft.

Op andere blogs:
DomJur 

IEF 12317

Europese Commissie lanceert "Licences for Europe"

Neelie Kroes, Speech: Digital technology and copyright can fit together, SPEECH/13/96, 4 februari 2013.

Stakeholders dialogue on copyright "Licences for Europe".

New technologies have huge implications for the creative sector. And for the policies and regulatory structures that underpin it. As many of you will know, I have for a long time called for changes to those structures.

I was first confronted with this relationship as the Competition Commissioner at the time of the "CISAC decision". That dealt with the old-fashioned licensing practices and territorial separation of markets by collecting societies. And that case left me unsatisfied. Because the fact is, old practices need to adapt to new digital realities. That calls for real change and legal and practical solutions: competition tools are not enough for that.

(...)
And it's not just the creative sector that can benefit: scientists and researchers can too. Indeed "Licences for Europe" will deal directly with text and data-mining, automated research techniques that extract meaningful results from vast amounts of text or data.

That can boost research, and potentially save lives. But often it faces significant transaction costs. Because it requires not just a licence to access content, but the permission of each right holder just to copy and reformat each of the huge number of works.

Overall, there's a lot to do. But general trends reassure me: my calls for change, starting over 5 years ago, were not in vain. You are here, so many stakeholders – from copyright owners, users, collecting societies, publishers, universities, and more – and you have reacted so positively and agreed to make things move. For me that shows two important things: first, change is needed; second, we are ready for it.

But technology, and society, are moving forward faster than our framework and licensing practices. I hear all the time about people who want to watch their favourite soap operas across borders, but can't. About those trying to digitise our film heritage and preserve our cultural diversity - but who must deal with a pile of complex licensing requirements. About people afraid to innovate by re-using content. About researchers unable to compete, and citizens unable to benefit from their discoveries, because they can't use the opportunities of technology.

Let me also say a couple of words about the wider context.

So we are launching this initiative to show technology and copyright can go together.

I am not too keen on heavy-handed legislative measures. They aren't always needed; and sometimes, pragmatic and easy-to-implement solutions are just as valid. The goal is to adjust current practices or get rid of costly inefficiencies.

This initiative is called "Licences for Europe": and new licensing approaches for protected content will no doubt feature prominently in your discussions. We do not prejudge its outcome.

But keep your minds open: maybe in some cases licensing won't be the solution. Maybe it will be provided by technology and data, like the Global Repertoire Database or some wider initiative not yet on the table. This exercise will show us how far we can solve our issues within the current framework.
IEF 12316

BBIE serie januari 2013

Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 10 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: BBIE serie december 2012.

 
17-01
EXQUIS

EXQUIS FRANCE LIMOUSIN

Afgew.
nl
17-01
Bombastus
BomBastic!
Toegew.
nl
17-01
HELP
HELP
Afgew.
nl
17-01
BIOBEST
BIOBEST
Afgew.
nl
15-01
SIMPLEX

SIMPLE BIKES

Afgew.
nl
10-01
pro clima

PRO CLIMATE

Afgew.
nl
08-01
EASYPIM
EasySPIN
Afgew.
fr
28-12
bebe
BEBE 9
Afgew.
fr
28-12
SHARP

SHARP PREMIER MAGAZINE LUXEMBOURGEOIS DE LUXE MASCULINE

Gedeelt.
fr
27-12
LIBRIS L
Libris-Agora
Gedeelt.
fr
 
IEF 12315

Vormgevingselementen op de cover van een glossy zijn alledaags

Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 februari 2013, zaaknr. C/13/532871 / KG ZA 12-1776 (Time Inc. tegen Audax Publishing B.V.)

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan.

Auteursrecht en slaafse nabootsing tijdschriftcovers. Gebruik van hetzelfde fotobureau. Vordering afgewezen.

Time geeft sinds 1994 het blad InStyle uit in Amerikaanse, Duitse, Engelse en Spaanse uitvoering. Audax geeft sinds 1999 de Nederlandse uitgave van het blad Glossy uit. Beide bladen richten zich op lifestyle, fashion, beauty en celebrities. Enige jaren geleden heeft Glossy haar coveropmaak aangepast, door InStyle gebruikte elementen kunnen hierin ook worden herkend. Tussen februari 2010 en oktober 2012 is vijfmaal gebruik gemaakt van een coverfoto die eerder door InStyle was gebruikt (zie hiernaast).

Auteursrecht: InStyle heeft geen auteursrecht op de foto's die zijn afgedrukt, beide partijen kopen fotomateriaal in bij een gespecialiseerd bureau. Audax heeft toegezegd de diensten van dit bureau niet meer te gebruiken en evenmin wit als achtergrondkleur te gebruiken. De vordering richt zich op de toekomst en daarom wordt het element achtergrondkleur bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de combinatie van vormgevingselementen zodanig alledaags is dat deze geen auteursrechtelijk bescherming toekomt. Zelfs indien de combinatie bescherming oplever, kan, gelet op de veelheid aan min of meer gelijkende covers van andere bladen (...) slechts in minimale mate een eigen en oorspronkelijk karakter worden toegekend.

Slaafse nabootsing: Nu Audax heeft toegezegd niet langer de diensten van het fotobureau te gebruiken, is de kans op herhaling niet aanwezig. Bovendien blijkt dat er minimaal drie tot maximaal 22 maanden is verstreken tussen het gebruik van eenzelfde foto. Er is vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. De totaalindrukken zijn te verschillend, waarbij vooral de verschillende titel en het taalverschil in uitgaven.

De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorziening en veroordeelt Time in de proceskosten ad €15.575,00.

4.6. Voor het vaststellen van de vraag of er sprake is van auteursrechtelijk beschermd werk zijn derhalve slechts de combinatie van de gekleurde balk, de daarin met strakke, witte letters afgedrukte titel en het gedeeltelijk over de balk en de titel heen afdrukken van de foto van belang. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de combinatie van vormgevingselementen zodanig alledaags dat deze geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Maar zelfs indien er veronderstellenderwijs van zou worden uitgegaan dat deze combinatie als een werk kan worden beschouwd en dat Time de auteursrechthebbende hierop is, kan aan dit werk, gelet op de veelheid aan min of meer gelijkende covers van andere bladen die ten tijde van het tot stand komen ervan reeds werden gebruik (...) slechts in minimale mate een eigen oorspronkelijk karakter worden toegekend. In een geval waarin de oorspronkelijkheid minimaal is, zal de mate van gelijkenis maximaal moeten zijn, wil sprake zijn van een inbreuk. Door Audax is onder meer aangevoerd dat de Glossy in de gekleurde balk sterretjes plaatst, een ander lettertype gebruik, de bovenkant van de coverfoto gewoonlijk halverwege de gekleurde balk plaatst, terwijl InStyle deze gewoonlijk aan de bovenrand van de pagina plaatst, en de Glossy in tegenstelling tot de InStyle de uit de balk lopende letters van de titel voorziet van een schaduwrand. Dit nog afgezien van het feit dat de titel van beiden bladen weliswaar in witte letters in de gekleurde band staat afgedrukt, maar dat deze titels visueel en auditief geheel verschillend zijn. De voorzieningenrechter acht de omvang van deze verschillen zodanig dat daarom in dit geval, ook als aangenomen wordt dat sprake is van een auteursrechtelijke combinatie als voornoemd, niet kan worden geoordeeld dat er sprake is van een inbreuk daarop.

 

Slaafse nabootsing
4.7. (...) Nu Audax heeft toegezegd dat niet langer gebruik zal worden gemaakt van hetzelfde fotobureau als Time, is de kans op herhaling van een dergelijke situatie niet aanwezig. Bovendien blijkt uit de onder 2.5 genoemde covers dat er steeds minimaal drie maanden tot maximaal 22 maanden is verstreken tussen het gebruik van een bepaalde foto door Instyle en het gebruik van diezelfde foto door Glossy, zodat zich nimmer de situatie heeft voorgedaan dat nummers van Instyle en Glossy tegelijk verkocht werden. Los van het gebruik van dezelfde coverfoto acht de voorzieningenrechter vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. de totaalindrukken van beide producten is daarvoor te verschillend, waarbij vooral de verschillende titel en het feit dat de Glossy Nederlandstalig is en de InStyle in het Engels, Spaans en Duits verschijnt van belang zijn. Dat er mogelijk sprake is van indirecte verwarring, in de zin dat het publiek denkt dat beide bladen dezelfde herkomst hebben, acht de voorzieningenrechter te weinig onderbouwd om daar in dit kort geding vanuit te gaan.

Op andere blogs:
MediaReport (InStyle (Time Inc.) verliest kort geding tegen Glossy (Audax) over tijdschrift covers)