Alle rechtspraak  

IEF 5285

Continu vakantie

gub2.bmpVzr. Rechtbank Breda, 5 oktober 2007, KG ZA 07-401, NVV c.s. tegen NRIT c.s. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper)

Vragenlijsten zijn te beschouwen als eenvoudige geschriften, maar geschriftenbescherming komt slechts toe aan de gegevensverzameling als geheel en kan niet worden ingeroepen tegen het letterlijk overnemen van een zeer beperkt aantal vragen (8 van de ruim 20 vragen). Geen auteursrecht op onderzoeksmethode, dat ook niet langs contractuele weg kan worden gemonopoliseerd. Dreigende databankinbreuk niet aannemelijk gemaakt.

Partijen twisten onder meer over de vraag of op bepaalde vragenlijsten die in het kader van het Continu Vakantie Onderzoek als door NVV c.s. gebruikt, in aanmerking komen voor het auteursrecht.

“3.3 (…) Tussen partijen is niet in geding dat een achttal vragen uit de GfK-vragenlijst overeenkomen met de vragen uit de CVO-vragenlijst. Van belang is echter dat de geschriftenbescherming slechts toekomt aan de gegevensverzameling als geheel, zodat de stelling van NVV c.s. dat met het overnemen van de vragen dermate essentiële gedeelten uit de CVO-vragenlijst zijn gekopieerd dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op de CVO-vragenlijst, niet kan worden gevolgd. (…)”

Met NRIT c.s. is de Rechtbank van oordeel dat de onderzoeksmethode niet auteursrechtelijk beschermd is aangezien deze geen ‘werk’ is in de zin van artikel 10 Aw. De elementen waaruit het werk zou bestaan zijn weinig oorspronkelijk en worden niet nader aangeduid.

Een overdrachtsclausule terzake is niet relevant, omdat geen auteursrecht wordt aangenomen op de vragenlijsten en de onderzoeksmethode. Een tweetal overige bepalingen in een samenwerkingsovereenkomst worden overigens in strijd met het mededingingsrecht en derhalve nietig geacht.

Met betrekking tot de vermeende databankrechtelijke inbreuk op statistische gegevens van een van eiseressen, is naar het oordeel van de Rechtbank onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een dreigende inbreuk.

Daarbij is – onder meer – van belang dat NVV c.s. weliswaar stellen dat uit publicaties kan worden opgemaakt dat de aangekondigde ‘Vakantie- en Vrijetijdsmonitor’ historische gegevens zal bevatten, maar dat uit deze omstandigheid kan niet worden afgeleid welke gegevens dit betreft, terwijl NVV c.s. voorts onvoldoende hebben toegelicht waaruit de CVO databank, die zij slechts globaal hebben aangeduid, zou bestaan.

Lees het vonnis hier.

IEF 5281

Eerst even voor jezelf lezen

1-Vzr. Rechtbank Breda, 18 december 2007, KG ZA 07-633, Sport Direct B.V. c.s. tegen Sports Direct International B.V.(met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Merk- en handelsnaamrecht. “De grens van bescherming van beschrijvende handelsnamen wordt echter bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van alegemeen beschrijvende woorden, zodanig dfat anderen ze niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding vanhun onderneming. In het onderhavige geval staat het SDI dan ook vrij om de beschrijvende woorden “Sports” en “Direct te gebruiken.”

Lees het vonnis hier.

2-Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, KG ZA 07-1393, Abol B.V. tegen Postelmans Beheer B.V. & De Bandengids B.V.

Handelsnaam/domeinnaamrecht. “4.4. Deze gang van zaken heeft ertoe geleid dat Abol enerzijds en De Bandengids anderzijds een internet-winkel voor banden zijn gaan voeren waarvoor zij als handelsnaam ‘bandenwinkel.nl’, respectievelijk ‘debandenwinkel.nl’ gebruiken. Het verschil in deze handelsnamen is zo gering dat gevaar voor verwarring te duchten is. Het publiek zal immers niet verwachten dat ‘bandenwinkel.nl’ naar een andere onderneming verwijst dan ‘debandenwinkel.nl’. Nu het gebruik door De Bandengids van ‘debandenwinkel.nl’ van latere datum is dan het gebruik van ‘bandenwinkel.nl’ door Abol dient het gebruik door De Bandengids van de jongere, verwarringwekkende, handelsnaam te worden gestaakt.”

Lees het vonnis hier

3-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-3850, Nexans Norway A.S. tegen Aker Kvaerner Subsea A.S.

Octrooirecht. "4.1. De rechtbank volhardt bij al hetgeen in het tussenvonnis van 25 juli 2007 is geoordeeld en beslist. Kort gezegd achtte de rechtbank in dat vonnis conclusie 5 (en de daarvan afhankelijke conclusies) nieuw en inventief maar heeft zij partijen verzocht zich nader uit te laten over de geldigheid van conclusies 1 en 8 en de daarvan afhankelijke conclusies. Meer specifiek was een nadere toelichting geïndiceerd omdat Aker Kvaerner zich in het kader van het door Nexans gestelde gebrek aan nieuwheid en uitvindingshoogte van de conclusies heeft beroepen op de maatregel van het geheel opnemen en omgeven van de kanalen/kabels door de langwerpige kanaalelementen (“final enclosure”), welke maatregel, anders dan bij conclusie 5, evenwel niet in conclusies 1 en 8 en daarvan afhankelijke conclusies lijkt te zijn terug te vinden.”

Lees het vonnis hier.

4-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-2209, Stichting De Thuiskopie tegen Crios Holding B.V. c.s.

Auteursrecht. “4.4. Daarmee staat vast dat er blanco gegevensdragers zijn verkocht op de stand gehuurd door Crios waarover geen thuiskopievergoeding is afgedragen. Namens Crios is voorts bevestigd dat zij de verkoop verzorgde zodat zij opgaveplichtig is te achten in de zin van artikel 16ga Aw. Bij deze stand van zaken en nu voorts niet op enige manier is opgehelderd voor welke gegevensdragers wel een vergoeding zou zijn afgedragen, dient Crios over haar gehele voorraad zoals door Stichting de Thuiskopie berekend aan de hand van de constatering en de beslaglegging de thuiskopievergoeding te voldoen en daarover rekening en verantwoording af te leggen.”

Lees het vonnis hier.

5-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 05-681 & HA ZA 06-1589, Fleuren Presspack B.V. tegen V.O.F. Handelsonderneming Ruvo en vice versa

Octrooirecht. “2.5. EP 133 heeft eerder ter toetsing voorgelegen. (…) In die procedure waren de feiten (documenten) en gronden - met uitzondering van een ontvankelijkheidsverweer - dezelfde als in de onderhavige procedures. De procedure tussen Ruvo en Ceres heeft geleid tot een arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 17 augustus 2006 (rolnummer 03/1269). Daarin heeft het hof, onder verwijzing naar JP 59- 191596, conclusie 1 van het Nederlandse deel van EP 133 vernietigd wegens het ontbreken van inventiviteit.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5279

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Breda, 5 oktober 2007, KG ZA 07-401, Nederlands Vakantie- en Vrijetijdsonderzoek B.V. c.s. tegen Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme B.V. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Vragenlijsten zijn te beschouwen als eenvoudige geschriften, maar geschriftenbescherming komt slechts toe aan de gegevensverzameling als geheel en kan niet worden ingeroepen tegen het letterlijk overnemen van een zeer beperkt aantal vragen (8 van de ruim 20 vragen). Geen auteursrecht op onderzoeksmethode, dat ook niet langs contractuele weg kan worden gemonopoliseerd. Dreigende databankinbreuk niet aannemelijk gemaakt.

Lees het vonnis hier.

IEF 5276

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 december 2007, KG ZA 07-1224, English Heritage Buildings Ltd tegen Heritage Nederland B.V.

“4.8. Het voorgaande leidt, ook na het beperkte onderzoek in deze procedure, tot het oordeel dat zodanig aannemelijk is dat de op het handelsnaamrecht en het auteursrecht gebaseerde vorderingen in een bodemprocedure toewijsbaar geacht zullen worden dat, ondanks het stilzitten van English Heritage, voldoende spoedeisend belang bij toewijzing van die vorderingen in kort geding kan worden aangenomen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5275

Een op de overdracht gericht stuk

sprt.gifRechtbank Amsterdam, 11 oktober 2007, KG ZA 07-1768 OdC/EH, Playlogic International N.V. tegen Visionvale Ltd.

Stukgelopen samenwerking uitgever en ontwikkelaar. Geschil over het auteursrecht op het computerspel “Sparta – Ancient Wars”. Contractuele bepaling dat auteursrecht bij bepaalde omstandigheden weer wordt teruggegeven is onvoldoende. “In deze bepaling worden immers mogelijke gevolgen onder bepaalde voorwaarden contractueel tussen partijen geregeld. Van een op de overdracht gericht stuk is hier echter geen sprake.”

Playlogic is uitgever van computerspellen. Visionvale en Burut zijn ontwikkelaars van computerspellen. In 2005 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen Playlogic en Visionvale C.S. op grond waarvan Visionvale c.s. het spel "Sparta - Ancient Wars" voor Playlogic heeft ontwikkeld. Op grond van de overeenkomst heeft Playlogic de rechten op het spel. Visionvale stelt echter dat de overeenkomst is ontbonden en dat het auteursrecht op grond van een bepaling in de overeenkomst daardoor weer zou zijn (terug)overgedragen aan Visionvale. 

De voorzieningenrechter concludeert echter dat de feitelijke vraag of de overeenkomst is opgezegd in dit kort geding niet kan worden beantwoord, maar voegt daar wel een ten overvloede aan toe dat van een automatische terugkeer van de auteursrechten sowieso geen sprake is.

“4.3 (…) Omtrent de feitelijke vraag of Visionvale c.s. binnen de termijn van 30 dagen de gewraakte  aanschrijvingen heeft gedaan, verschillen partijen van mening, zodat op dit punt een nader onderzoek nodig is, waartoe dit kort geding zich niet leent. Op de vraag of het contract is beëindigd, kan dus in dit stadium geen antwoord worden gegeven, zodat ook niet kan worden uitgegaan van de toepasselijkheid van de tweede alinea van artikel 13.2.2. van de overeenkomst. 

4.4. . Maar ook indien er wel van zou worden uitgegaan dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en artikel 13.2.2. van toepassing is, kan niet gezegd worden dat de auteursrechten automatisch naar Visionvale C.S. zijn teruggekeerd. Met Playlogic wordt geoordeeld dat niet is voldaan aan de daaraan in de tweede alinea van artikel 13.2.2. gestelde twee voorwaarden: dat Visionvale c.s. een nieuwe uitgever voor het spel heeft gevonden en dat terugbetaling aan Playlogic heeft plaatsgevonden. Alleen al om deze reden kan Visionvale C.S. geen auteursrechten geldend maken. Ook ontbreekt een akte tot (terug-)overdracht van de auteursrechten als voorgeschreven in artikel 2 lid 2 van de Auteurswet 1912. De tweede alinea van artikel 13.2.2. van de overeenkomst kan niet worden aangemerkt als een daartoe bestemde akte. In deze bepaling worden immers mogelijke gevolgen onder bepaalde voorwaarden contractueel tussen partijen geregeld. Van een op de overdracht gericht stuk is hier echter geen sprake. 

4.5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Playlogic rechthebbende is op de auteursrechten en dat Visionvale c.s. haar mededelingen aan de afnemers en distributeurs van Playlogic zal moeten staken en rectificeren. Daarbij wordt aangetekend dat Playlogic ter zitting heeft meegedeeld dat zij met de vordering niet heeft beoogd ook de landen van de voormalige Sovjet Unie te bestrijken en dat evenmin is bedoeld Visionvale c.s. te verbieden officiële uitlatingen in rechte te doen en haar aldus te hinderen in het instellen van een eventueel hoger beroep tegen dit vonnis, maar dat het uitsluitend gaat om brieven aan zakenrelaties en uitlatingen op internet.  

Lees het vonnis hier. (via Evert van Gelderen, De Gier & Stam)

IEF 5274

Een eigen verantwoordelijkheid

big_shadow_-_rosan-K.gifVzr. Rechtbank Haarlem, 14 december 2007, KG ZA 07-596, Wonders Holding B.V. tegen Loods 5 Zaandam B.V. c.s. (met dank aan Jan Kees Govers, GoversVanZoest).

Aardig vonnis over verkoopconstructie interieurhal. Dat deelnemers van Loods 5 haar hebben gevrijwaard voor inbreuken brengt niet met zich mee dat Loods 5 geen eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van derden heeft.

Loods 5 is een factory-outlet, een sorot fabriekshal die verkoopfaciliteiten biedt aan deelnemers; fabrikanten of distributeurs. In de Deelnemingsvoorwaarden staat onder meer vermeld dat deelnemers Loods 5 vrijwaren voor inbreuken. Preventieve maatregelen mogen worden verwacht.

Eiser Wonders, een onderneming van ontwerper Marcel Wanders, is auteursrechthebbende op de Big Shadow-lamp (afbeelding links). Medio 2007 heeft Wonders geconstateerd dat Loods 5 in haar winkels inbreukmakende lampen (afbeelding rechts) aanbod en heeft Loods 5 gesommeerd deze inbreuk te staken. Vervolgens heeft de deelnemer die de Rosan-lamp had ingekocht een onthoudingsverklaring ondertekend. Ook Loods 5 heeft een, door haarzelf opgestelde, onthoudingsverklaring ondertekend, maar Wonders vindt de verklaring dat inbreukmakende producten op eerste verzoek van Wonders door Loods 5 verwijderd zullen worden niet voldoende garantie biedt. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem is het daar mee eens: Loods 5 biedt op deze manier namelijk geen garantie dat toekomstige inbreuken (on)gestraft uitblijven.

“4.5 Dat deelnemers van Loods 5 haar hebben gevrijwaard voor inbreuken brengt niet met zich mee dat Loods 5 geen eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van derden heeft. De stelling van Loods 5 dat zij slechts ruimte verhuurt aan derden doet daar niet aan af. Dat geldt temeer nu de bedrijfsvoering van Loods 5 erop neerkomt dat Loods 5 onder haar eigen naam reclame maakt, zonder naamsvermelding van haar deelnemers, en voorts de producten op eigen naam met de consumenten afrekent en daarvoor vervolgens een commissie ontvangt. (…) is de voorzieningenrechter in onderhavig geval van oordeel dat Loods 5 willens en wetens het risico aanvaardt van inbreuken door het handhaven van een bedrijfspolitiek die er niet (mede) op is gericht te voorkomen dat auteursrechtelijke  inbreuken worden gemaakt, maar slechts op de gevolgen van eenmaal geconstateerde inbreuken af te wentelen op de betrokken leverancier.  (…) Gelet op het voorgaande mogen redelijkerwijs van Loods 5 preventieve maatregelen ter voorkoming van toekomstige inbreuken op deze specifieke lamp worden verwacht.”

De vorderingen worden merendeels toegewezen en Loods 5 wordt evroordeeld in de werkelijke proceskosten van € 7.500. Dit bedrag berust  een schatting, nu Wonders de activiteiten tegen de leverancier van de lampen en Loods 5 als één dossier heeft beschouwd en niet duidelijk heeft kunnen maken welk deel van de kosten betrekking heeft op Loods 5.

Lees het vonnis hier. Grotere afbeeldingen hier.

IEF 5249

Authenticiteit

Rechtbank Arnhem, 6 december 2007, KG ZA 07-654, Coppens tegen Via Roma Srl c.s. 

Luxe woonaccessoires. Rechthebbende op auteursrechten? Authenticiteit overdrachtdocumenten.

In oktober 2006 hebben Coppens en Bertolo samen Via Roma opgericht om daarin gezamenlijk commerciële activiteiten te ontwikkelen op het gebied van luxe woonaccessoires.
Tussen Coppens en Bertolo is vervolgens onenigheid ontstaan over onder meer de volgens Coppens achterstallige betalingen van Via Roma en Bertolo aan Coppens Beheer.

Bij e-mail van 27 juni 2007 heeft Coppens aan Via Roma en Bertolo bericht dat de auteursrechten op bepaalde werken aan hem toebehoren en dat hij niet langer zijn toestemming verleent om die werken te kopiëren, verveelvoudigen en verhandelen. Coppens heeft een kopie van dit bericht aan Viester c.s. – exclusief agent van Via Roma in Nederland – doen toekomen met de mededeling dat hij erop vertrouwt dat zij de verkoop van de genoemde modellen zullen staken.

De Voorzieningenrechter verleent in verband met de Betekeningsverordening verstek tegen de Italiaanse gedaagde, welk verstek onder meer wordt gerechtvaardigd met verwijzing naar 1019e Rv.

Viester c.s. betwisten met succes de authenticiteit van de documenten waarin de overdracht van auteursrechten op de woonaccessoires aan Coppens zou zijn geregeld:

“Het meest verstrekkende verweer van Viester c.s. is het ontbreken van auteursrecht van Coppens op de in de dagvaarding opgesomde producten. Zij trekken om de navolgende redenen de authenticiteit van de twee overeenkomsten, waarop Coppens zijn auteursrechten baseert, sterk in twijfel en stellen dat deze overeenkomsten niet tot bewijs kunnen dienen van de auteursrechten van Coppens. Zowel over Rebordao te Portugal als over Binkhorst te Brussel is via internet, de Kamers van Koophandel of de handelaren in de branche geen informatie te verkrijgen.

Noch in de overeenkomsten, noch in de door Coppens overgelegde recente mails waaronder hun naam staat, staat enige informatie op basis waarvan de betreffende personen of ondernemingen getraceerd of geverifieerd kunnen worden. De accounts van de genoemde mails zijn mogelijk door Coppens zelf aangemaakt. De overeenkomsten uit 1998 en 2004 zijn op precies dezelfde printer afgedrukt. Bij de handtekeningen is de schrijfwijze van de ‘B’ van Binkhorst en de ‘R’ van Rebordao nagenoeg gelijk. Originele overeenkomsten zijn niet overgelegd.

Ook betwisten Viester c.s. de echtheid van de bijlagen bij de overeenkomsten, die foto’s bevatten van werken die onder de overgedragen auteursrechten vallen. Zij leggen daartoe een verklaring over van een fotograaf die deze foto’s in opdracht van Coppens in september 2005 op een beurs in Culemborg heeft genomen. In de bijlagen is aan deze foto’s volgens hen een tintje van echtheid gegeven door daarop initialen van de zogenaamde ontwerpers te plaatsen. Exact dezelfde foto’s zijn ook opgenomen in de catalogus van Via Roma en worden ook getoond op de website van Via Roma, aldus Viester c.s. Zelfs al zouden de overeenkomsten authentiek zijn, dan kan de daarin opgenomen verwijzing naar de bijlagen in elk geval niet op de door Coppens bijgevoegde foto’s doelen. Daarnaast wijzen Viester c.s. op de door hen overgelegde verklaringen van de heer Proximus van de Belgische firma Rita Jordens Bvba, de heer Bierkens, de heer Van Dijk en de heer Veltkamp, welke verklaringen erop neerkomen dat de collectie van Coppens een kopie is van de collectie van Rita Jordens Bvba. Viester c.s. voeren aan dat deze verklaringen, in samenhang met de bevindingen ten aanzien van de twee overeenkomsten, voldoende zijn om ernstige twijfels te hebben aan de auteursrechtclaims van Coppens.”

De vorderingen zijn ook niet toewijsbaar op grond van de door Coppens gestelde slaafse nabootsing van zijn commerciële activiteiten, omdat Coppens onvoldoende duidelijk heeft gemaakt wat hij hiermee bedoelt, terwijl overigens van slaafse nabootsing van de in de dagvaarding omschreven producten niet gebleken is.

Coppens wordt veroordeeld in de werkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand zijdens Viester c.s.

Lees het vonnis hier.

IEF 5245

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof Amsterdam, 13 december 2007, rolnr. 1107/07 SKG, Plazacasa tegen Stichting Baas in Eigen Huis(met dank aan Moïra Truijens, Brinkhof).

Jaap wint.  Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep. “Onder deze omstandigheden kan niet worden volgehouden dat Baas in Eigen Huis, die zegt in de bres te springen’ voor de auteursrechten van alle makelaars, dus zonder onderscheid naar voor- en tegenstanders van de handelswijze van Plazacasa, opkomt voor gelijksoortige belangen in de zin van artikel 3:305a BW. Dat betekent dat Baas in Eigen Huis niet in haar vordering kan worden ontvangen.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Arnhem, 6 december 2007, KG ZA 07-654, Coppens tegen Via Roma Srl c.s.

Luxe woonaccessoires. “(…) heeft Coppens naar het oordeel van de voorzieningenrechter in dit kort geding onvoldoende aannemelijk gemaakt en onvoldoende onderbouwd dat de betreffende overeenkomsten wel authentiek zijn en dat hij op grond daarvan auteursrechthebbende is op de in de dagvaarding.”

Lees het vonnis hier

IEF 5240

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 december 2007, HA ZA 06-1570, Agripa Holdings Limited tegen Roland International B.V.

EP ‘werkwijze en inrichting voor het afbeelden van reclame op een voertuig’. De conclusie luidt dat het octrooi in zijn geheel voor nietig moet worden gehouden. Van inbreuk kan zodoende geen sprake zijn, waarmee het in conventie gevorderde moet worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 december 2007, HA ZA 07-2052, Stichting De Thuiskopie tegen Media-Madness B.V.

“Thuiskopie vordert - kort weergegeven - Media-Madness te veroordelen opgave te doen van alle door Media-Madness in Nederland vervaardigde, ingevoerde en/of verhandelde blanco informatiedragers welke opgaven vergezeld dienen te gaan van een verklaring van een registeraccountant.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5236

Op eens anders auteursrecht

Hoge Raad, 27 november 2007, LJN: BB6400, Strafzaak.

Voor de liefhebber, louter strafprocesrechtelijk arrest met bedekking tot een verdachte die door het hof is veroordeeld voor o.a. het "medeplegen van het als beroep of bedrijf uitoefenen van het opzettelijk inbreuk maken op eens anders auteursrecht, meermalen gepleegd." De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeventien maanden en twee weken, alsmede tot een geldboete van vijftienduizend euro, subsidiair driehonderd dagen hechtenis. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte.

Lees het arrest hier.