Auteursrecht  

IEF 13749

Conclusie A-G: Hof kan Rubik geen alleenrecht toekennen op verwerken van zes kleuren als zodanig

Conclusie A-G HR 11 april 2014, IEF 13749 (Rubik tegen Beckx Trading)
rubik completo Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek. Zie aanhangige bodemprocedure IEF 13314. Volgens de advocaat-generaal past het hof [IEF 11805] werktoets juist toe door te oordelen dat de keuze van de kubus technisch functioneel bepaald is en dat er geen sprake is van een creatieve keuze. De advocaat-generaal concludeert tot vernietiging van het arrest onder andere omdat het hof heeft nagelaten de visuele kleurstelling van de kubus te beoordelen. Kostenveroordeling in cassatie. Uit de conclusie:

2.31. In elk geval is mij niet duidelijk geworden of het hof het concrete ontwerp van de kleurenvariant heeft beoordeeld en EOKPS/EIS heeft bevonden dan wel dat het hof toch in de kern auteursrecht heeft verleend aan de 'vrije' keuze om zes verschillende kleuren te gebruiken. (...)
2.32 Volgens het onderdeel laat het hof ten onrechte na de visuele kleurstelling van Rubik's kubus te beoordelen, ook nu in de gedingstukken een (voldoende) duidelijke afbeelding van de kleurstelling van Rubik's kubus ontbreekt. Daarmee is het oordeel in rov. 4.14 dat sprake is van een gelijkende totaalindruk onjuist, althans onbegrijpelijk.
2.33 (...) Enige onduidelijkheden over het dictum en de reikwijdte van de bescherming die aan 'de kleurenvariant' is toegekend ,is evenwel mogelijk zonder dat dit tot cassatie hoeft te leiden. Ik meen dat het hof hier teveel onduidelijkheden heeft laten bestaan, zodat de klachten van het onderdeel gegrond zijn.

Lees de conclusie:
IEF 13749 (pdf)
IEF 13749 (html)

IEF 13745

Uitspraak Hof van Justitie vergt aanpassing thuiskopieheffingen

Rijksoverheid.nl: De Stichting onderhandelingen thuiskopievergoeding (SONT) is door staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) gevraagd aan te geven welke thuiskopieheffingen passend zijn na het arrest van het Hof van Justitie. De SONT is het bij wet ingesteld overlegorgaan, waarin betalingsplichtigen en de Stichting de Thuiskopie zijn vertegenwoordigd onder onafhankelijk voorzitterschap van Marco Pastors. Het advies van de SONT wordt deze zomer verwacht. Op basis van het advies zal Teeven de algemene maatregel van bestuur wijzigen. De bewindsman zal binnen twee weken in een brief aan de Tweede Kamer uitgebreider reageren op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Lees verder

IEF 13743

Inbreuk gezamenlijk exploitatieauteursrecht vanwege ontbreken afspraken

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 4 april 2014, KG ZA 14-174 (VvAA tegen ConQuaestor)
Uitspraak ingezonden door Maarten Haak en Daan van Eek, Hoogenraad & Haak. Uitleg intentieverklaring. Gezamenlijk auteursrecht. Persoonlijkheidsrecht. VvAA vordert staking van verspreiden van een (bewerkt) risicomanagementrapport waarop partijen een gezamenlijk auteursrechten hebben. De voorzieningenrechter oordeelt dat rapport 2 van ConQuaestor niet een andere totaalindruk geeft. De 'nieuwe' gedeelten van dat rapport zijn niet van dergelijke omvang. Gelet op de intentieverklaring is slechts de inbreng in de twee eerdere pilots geregeld. Uit rapport 1 mag worden geciteerd, met naamsvermelding. Nu er geen afspraken zijn gemaakt voor de verdere exploitatie van rapport 1 is instemming benodigd van beide partijen. Staking van openbaarmaking en rectificatie (per brief) wordt bevolen.

Leestips: 4.8, 4.12, 4.15, 4.16, 4.21

IEF 13741

HvJ EU: Thuiskopie uit illegale bron (en heffen) is niet toegestaan

HvJ EU 10 april 2014, zaak C-435/12 (ACI Adam e.a. tegen Stichting De Thuiskopie) - dossier
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap en Tobias Cohen Jehoram en Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek. Uitlegging van artikel 5, leden 2 en 5, van InfoSoc-richtlijn en van artikel 14 handhavingsrichtlijn. Reproductierecht. Beperkingen en restricties. Handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Reproductie voor privégebruik. Geoorloofdheid van bron van kopie. Uit het perscommuniqué: In het bedrag van de vergoeding die is verschuldigd voor het vervaardigen van kopieën voor privégebruik van een beschermd werk, mag geen rekening worden gehouden met ongeoorloofde reproducties. Het feit dat er geen enkele technische voorziening bestaat om de vervaardiging van ongeoorloofde privékopieën te bestrijden, kan aan deze vaststelling geen afbreuk doen.

Het Hof van Justitie verklaart voor recht:

1) Het Unierecht, en met name artikel 5, lid 2, sub b, van [INFOSOC-richtlijn] juncto lid 5 van dat artikel, dient aldus te worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling als aan de orde in het hoofdgeding, die geen onderscheid maakt tussen de situatie waarin de bron van een voor privégebruik vervaardigde reproductie geoorloofd is, en de situatie waarin deze bron ongeoorloofd is.

2) Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, moet aldus worden uitgelegd dat deze niet van toepassing is op een procedure als aan de orde in het hoofdgeding, waarin de betalingsplichtigen van de billijke compensatie bij de verwijzende rechter vorderen dat hij verklaringen voor recht geeft ten laste van de organisatie die is belast met de heffing van deze vergoeding en de verdeling daarvan onder de houders van auteursrechten, en die zich daartegen verweert.

Citaatselectie:

35 Indien het de lidstaten vrij zou staan al dan niet een wettelijke regeling vast te stellen op grond waarvan reproducties voor privégebruik ook mogen zijn vervaardigd uit een ongeoorloofde bron, dan zou dit duidelijk afbreuk doen aan de goede werking van de interne markt.

41. Uit het voorgaande volgt dat artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 aldus moet worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op kopieën voor privégebruik die zijn vervaardigd uit een ongeoorloofde bron.

Gestelde vragen:

1. Dient art. 5 lid 2, aanhef en onder b - al dan niet in verbinding met art. 5 lid 5 - Auteursrechtrichtlijn aldus te worden uitgelegd dat de daar bedoelde beperking van het auteursrecht geldt voor aan de in dat artikel vermelde eisen beantwoordende reproducties, ongeacht of de exemplaren van het werk waaraan die reproducties zijn ontleend, rechtmatig - dat wil zeggen: zonder schending van de auteursrechten van de rechthebbenden - ter beschikking zijn gekomen van de betrokken natuurlijke persoon, of geldt die beperking slechts voor reproducties die zijn ontleend aan exemplaren die zonder auteursrechtinbreuk aan de betrokken persoon ter beschikking zijn gekomen?

2. a. Indien het antwoord op vraag 1 luidt als aan het slot daarvan vermeld, kan toepassing van de 'driestappentoets', bedoeld in art. 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn, dan aanleiding vormen om de werkingssfeer van de beperking van art. 5 lid 2 uit te breiden, of kan die toepassing slechts ertoe leiden de reikwijdte van de beperking terug te dringen?

b. Indien het antwoord op vraag 1 luidt als aan het slot daarvan vermeld, is dan een regel van nationaal recht die ertoe strekt dat ter zake van reproducties, door een natuurlijke persoon voor privégebruik gemaakt en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk, een billijke vergoeding verschuldigd is, ongeacht of de vervaardiging van die reproducties ingevolge art. 5 lid 2 Auteursrechtrichtlijn geoorloofd is - en zonder dat die regel afbreuk doet aan het verbodsrecht van de rechthebbende en diens aanspraak op schadevergoeding - strijdig met art. 5 Auteursrechtrichtlijn, dan wel met enige andere regel van Europees recht?

Is voor de beantwoording van deze vraag, in het licht van de 'driestappentoets' van art. 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn, van belang dat technische voorzieningen om het maken van ongeoorloofde privékopieën tegen te gaan (nog) niet beschikbaar zijn?

3. Is de Handhavingsrichtlijn van toepassing op een geding als het onderhavige, waarin - nadat een lidstaat op de voet van art. 5 lid 2 onder b Auteursrechtrichtlijn de verplichting tot het afdragen van de in die bepaling bedoelde fair compensation heeft opgelegd aan producenten en importeurs van dragers die geëigend en bestemd zijn voor de reproductie van werken, en heeft bepaald dat die fair compensation dient te worden afgedragen aan een door die lidstaat aangewezen organisatie die met de heffing en verdeling van de fair compensation is belast - door betalingsplichtigen wordt gevorderd dat de rechter ten aanzien van bepaalde in geschil zijnde omstandigheden die van belang zijn voor de vaststelling van de fair compensation, verklaringen voor recht geeft ten laste van de bedoelde organisatie, die zich daartegen verweert?

Anderen hierover:
Bousie Illegaal kopiëren voortaan illegaal kopiëren (boekblad)
BirdBuzz Hof van Justitie oordeelt over de Nederlandse privékopie
De Brauw Legal Alert (Downloading from unlawful sources is copyright infringement)
MediaReport Hof van Justitie EU zet streep door downloaden uit illegale bron
MuziekenRecht Downloadverbod: einde status aparte Nederland
Stichting BREIN Hof van Justitie EU oordeelt dat downloaden van illegaal aanbod illegaal is
Stichting De Thuiskopie Thuiskopie maken mag, downloaden uit illegale bron niet
Van Iersel Luchtman Downloaden van illegaal geüpload materiaal per direct verboden

IEF 13738

Call on ECJ: Do not ban downloading by consumers

Amicus brief Consumentenbond en bureau Brandeis, RE: Opinion of Advocate-General Cruz Villalón regarding downloading from illegal sources, 8 april 2014.

Uit het persbericht: The European Court of Justice is to decide tomorrow whether downloading of music and movies by consumers will be prohibited in The Netherlands. The issue is of such fundamental importance for the freedom of consumers on the internet, that bureau Brandeis was commissioned by the Dutch consumers’ association the Consumentenbond, to call on the ECJ: let the Netherlands maintain its present interpretation of the private copying exception and do not ban downloading by consumers.

Lees verder

IEF 13735

Open brief: Een paar vragen aan Kluwer (en reactie)

Open Brief (en reactie Kluwer): Kluwer biedt sinds kort een flink aantal bestaande juridische handboeken, zogenaamde Expert-titels, aan als e-book, af te nemen in pakketten. Als de juridische faculteiten in Nederland deze digitale boeken voor hun studenten beschikbaar willen krijgen, zullen ze daarvoor apart moeten gaan betalen. Het is de vraag of de faculteitsbibliotheken die kosten zullen kunnen opbrengen. Mogelijk moeten zij afzien van het aanschaffen van deze informatie of bezuinigen op andere bronnen.

Kluwer gaat kennelijk ervan uit vrij te zijn in het uitbrengen van digitale uitgaven. Zo is aan de eerste auteur van dit stuk, tevens auteur van één van die Expert-titels, nooit gevraagd of hij akkoord was met het aanbieden van zijn boek als e-book. Het is hem slechts medegedeeld dat dit gaat gebeuren. Niet is verteld of en wat voor royalty’s daartegenover zouden staan. Hij zou overigens graag zien dat deze (enigszins verouderde titel uit 2005) gratis voor de universitaire wereld beschikbaar zou komen en hoeft er dan uiteraard ook geen royalty’s voor te ontvangen. Maar de zojuist geschetste ontwikkeling is ook om andere, nog veel belangrijker redenen zorgwekkend en geeft aanleiding tot een aantal kritische vragen.

(...)
De essentie van het voorgaande kan in twee punten worden samengevat
a. Er is sprake van een niet-gerechtvaardigde stapeling van bij de juridische faculteiten in rekening gebrachte vergoedingen voor juridische teksten die voor een zeer groot deel door werknemers van deze faculteiten zijn geschreven.
b. Kluwer is te terughoudend bij het beschikbaar stellen van pdf’s en het toestaan van de plaatsing van pdf’s van artikelen in Open Access.

(...)

Vragen
1. Kluwer, wij vragen pdf’s beschikbaar te stellen in de Kluwer Navigator waardoor artikelen beter leesbaar worden en verwijzing naar paginanummers mogelijk wordt.
2. Kluwer, wij vragen bij de prijsstelling voor de digitale Expert-titels voor de universiteiten rekening te houden met het feit dat deze grotendeels zijn geschreven door auteurs die aan dezelfde universiteiten werkzaam zijn en dus door dezelfde universiteiten al zijn betaald.
3. Kluwer, wij vragen toe te staan dat universitaire medewerkers hun artikelen direct of na verloop van een redelijke termijn, bijvoorbeeld drie maanden, in originele pdf-vorm in Open Access plaatsen.
4. Kluwer, wij vragen de maatregel terug te draaien die maakt dat het niet meer toegestaan is om langere overnames in readers en in elektronische leeromgevingen op te nemen zonder afzonderlijke betalingen via de Stichting PRO. Kluwer schiet weinig op met die maatregel, want men zal noodgedwongen uitwijken naar andere bronnen (niet van Kluwer) en overgaan tot linken naar de Navigator, hetgeen zowel voor studenten als docenten minder prettig is. Dit hangt deels samen met het ontbreken van de pdf’s en deels met het feit dat het vaak prettiger is om verschillende stukken als leerstof bij elkaar te presenteren. De readerinkomsten voor lange overnames zullen dus sowieso blijven dalen.
5. Kluwer, zullen we niet helemaal stoppen met de individuele repartitie van repro- en readergelden aan wetenschappelijke auteurs? De administratiekosten zijn ongetwijfeld hoog en de bedragen die individuele auteurs ontvangen in de meeste gevallen verwaarloosbaar. Kunnen we reader- en repro-inkomsten van wetenschappelijke publicaties van uitgever en auteurs niet allemaal in een pot stoppen en daar de vergoeding die universiteiten aan Kluwer betalen voor de Navigator en straks de Expert-titels mee verlagen? Of er andere nuttige dingen mee doen?

De reactie van Kluwer is hier te lezen.

IEF 13733

Een gevoelige plaat: de schadevergoeding bij ongeautoriseerd gebruik van foto’s

R. Balk, Een gevoelige plaat: de schadevergoeding bij ongeautoriseerd gebruik van foto’s, IEF 13733.
Bijdrage ingezonden door Rik Balk, Balk Legal. De laatste tijd is er veel aandacht voor het openbaar maken van foto’s via internet zonder toestemming van de rechthebbende. De makers van het televisieprogramma “De Rijdende Rechter” [IEF 13707] hebben op 1 april 2014 zelfs een hele aflevering aan dit onderwerp gewijd. Vaak is de openbaarmaking van de foto zonder toestemming al een feit en staat de inbreuk op het auteursrecht van de fotograaf vast. In dit soort zaken gaat het uitsluitend nog over de vraag wat voor schadevergoeding de inbreukmaker aan de fotograaf moet betalen. Hoe stellen rechters de hoogte van die schadevergoeding vast? En kunnen partijen - die nu tegen een soortgelijk geschil aan lopen – hier lering uit trekken?

(...)
In een procedure die gaat over de hoogte van de schadevergoeding bij ongeautoriseerd gebruik van een foto, rust op de fotograaf de verplichting de gederfde licentievergoeding te stellen en nader te onderbouwen. Uit de hiervoor aangehaalde uitspraken blijkt dat de uitkomst van een dergelijke procedure sterk afhankelijk is van de kwaliteit van het partijdebat. Of de fotograaf heeft zijn stellingen onvoldoende onderbouwd, of de inbreukmaker heeft de stellingen van de fotograaf onvoldoende betwist. Met name een onvoldoende betwisting leidt meer dan eens tot analoge toepassing van de algemene voorwaarden van de FotografenFederatie, met alle negatieve gevolgen van dien voor de verweerder.

Rik Balk

IEF 13721

Auteursrecht op octrooiaanvragen

J.L.R.A. Huydecoper, 'Auteursrecht met betrekking tot octrooiaanvragen', BIE februari 2014 (inlog), p. 38-40.
Nu heeft in het kader van een opdracht van de Orde van Octrooigemachtigden prof. Quaedvlieg [zie hier: Orde van Octrooigemachtigden] een uitvoerig en breed gedocumenteerd advies over het onderwerp opgesteld. Dat levert een belangrijke verrijking op voor de wetenschap, en ook voor de praktijk – het laatste overigens, zoals hierna te bespreken, in beperkte mate.

Omdat niet alle lezers van BIE het zullen opbrengen om Quaedvliegs advies in zijn geheel te raadplegen en kennisneming van zijn ideeën wel bijzonder interessant is, volgt hieronder een korte samenvatting van het advies. De maker van deze samenvatting kan het overigens allicht niet laten om bij die samenvatting enig commentaar op het advies te geven; en zoals in de aard der dingen besloten ligt, concentreert dat commentaar zich op punten waar die maker met Quaedvlieg van mening verschilt. (Ook) daarom is het goed om voorop te stellen, dat Quaedvlieg een formidabel werkstuk heeft afgeleverd, waarin zeer veel te lezen valt dat voor de beoefenaren van de intellectuele eigendom de moeite waard is.

Lees verder

IEF 13719

Antwoord Kamervragen over Svensson en 'embedheffing'

Antwoord kamervragen over Svensson, over het hyperlinken en embedden van reeds openbaar gemaakt materiaal, Aanhangsel van de Handelingen II, 2013-2014, nr. 1598.
1. Heeft u kennisgenomen van het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak-Svensson e.a.? Ja.
2. Deelt u de mening dat de verduidelijking van de auteursrechtelijke status van hyperlinken en embedden door het Hof ertoe moet leiden dat Buma/Stemra stopt met zijn 'embedheffing' en dat de publieke omroep niet langer beperkingen stelt aan het embedden van zijn video's? Zo ja, bent u bereid om Buma/Stemra en de publieke omroep daarop te wijzen?

Het Hof van Justitie heeft in de uitspraak bepaald dat het plaatsen op een website van aanklikbare links naar werken die op een andere site vrij beschikbaar zijn, geen mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn vormt. Daarnaast heeft het Hof bepaald dat het een lidstaat niet is toegestaan ruimere bescherming aan rechthebbenden te bieden dan is bepaald in artikel 3 lid 1 van de auteursrechtrichtlijn. Buma heeft naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie uit eigen beweging aan de betrokken streaming portals laten weten dat niet langer een licentie is vereist voor het aanbieden van content via embedded en/of framed hyperlinks, indien de site waarnaar gelinkt wordt een openbaar karakter heeft. De NPO heeft gemeld ingevolge artikel 2.141 Mediawet 2008 genoodzaakt te zijn beperkingen te stellen aan commercieel hergebruik van het op de website van de NPO openbaar gemaakt materiaal. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het Commissariaat voor de Media verzocht met de NPO in overleg te treden over de consequenties van het arrest. Het Commissariaat voor de Media ziet toe op juiste naleving van de Mediawet door de NPO.

IEF 13708

Gebruik Infographic valt onder journalistieke vrijheid

Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 maart 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:1615 (Jones Lang Lasalle tegen PropertyNL)
Auteursrecht. Mediarecht. Afwijzing. Gedaagden hebben van de journalistieke vrijheid gebruik gemaakt door een Infographic van Jones Lang Lasalle in magazine LOCUS te zetten. Wie informatie aanlevert aan een journalist zal er rekening mee moeten houden dat de journalist daarvan gebruikt wat hem nuttig voorkomt. Met de aanlevering van twee Infographics is impliciet een licentie gegeven voor gebruik in een redactioneel artikel. Dit kan niet als onrechtmatig worden aangemerkt. Dat Jones Lang Lasalle de toestemming tot publicatie van de eerste Infographic heeft ingetrokken door toezending van de tweede, hoefde PropertyNL gezien de e-mailwisseling die daarop volgde, niet te begrijpen.

4.2. Wie informatie aanlevert aan een journalist zal er rekening mee moeten houden dat de journalist daarvan gebruikt wat hem in het kader van zijn artikel nuttig voorkomt en dat bijvoorbeeld eerdere en latere informatie gecombineerd kan worden. Dat is de journalistieke vrijheid van de journalist. Gedaagden hebben van deze vrijheid gebruik gemaakt door een Infographic met huurdersnamen én logo’s in LOCUS te zetten. Dit kan niet als onrechtmatig worden aangemerkt. Men kan weliswaar bedingen dat informatie alleen op een bepaalde manier gebruikt mag worden, maar dat zal men dan wel heel expliciet moeten doen en dat is in deze zaak niet gebeurd. Hoewel Jones Lang Lasalle misschien wel de verwachting had dat alleen de laatste Infographic zou worden gebruikt, was die verwachting niet gerechtvaardigd. Uit de bij de feiten onder 2.6 vermelde e-mailwisseling en hetgeen is overwogen onder 4.2 volgt dat hierover geen duidelijke afspraken zijn gemaakt.

4.3. Jones Lang Lasalle heeft nog betoogd dat[persoon 1] in haar e-mail van 14 februari 2014 te kennen heeft gegeven dat zij het artikel voor publicatie heel graag nog wil zien ter controle op feitelijke onjuistheden. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van Jones Lang Lasalle dat voor Propertynl duidelijk moet zijn geweest dat daar ook de Infographic onder viel. Niet kan echter worden aangenomen dat uit de e-mail van 14 februari 2014 volgt dat voorwaarde voor publicatie was dat achteraf nog controle moest plaatsvinden. Nu daar geen duidelijke afspraken over zijn gemaakt en Wallisch in dezelfde e-mail nog aan Jones Lang Lasalle heeft gevraagd om te laten weten of gezien het korte tijdsbestek een controle nog zou lukken, kon Jones Lang Lasalle er niet zomaar vanuit gaan dat zij nog de gelegenheid zou krijgen om het artikel te controleren. Haar is niet expliciet meegedeeld dat het artikel nog aan haar zou worden voorgelegd. Dat de publicatie afhankelijk is gesteld van de goedkeuring van Jones Lang Lasalle is niet gebleken.

4.5. Jones Lang Lasalle heeft zich ook op haar auteursrecht beroepen. Niet is betwist dat Jones Lang Lasalle het auteursrecht heeft op zowel de eerste versie als de tweede versie van de Infographic die zij bij Propertynl heeft aangeleverd. Beide versies zijn aangeleverd met het doel dat deze zouden dienen om gebruikt te worden in een redactioneel artikel in LOCUS. Dat betekent dat een impliciete licentie is gegeven voor dat doel. Het betoog van Jones Lang Lasalle komt er op neer dat zij de toestemming tot publicatie van de eerste Infographic heeft ingetrokken door toezending van de tweede. Zoals uit het voorafgaande kan worden afgeleid behoefde Propertynl gezien de bij toezending van de tweede versie tussen partijen gewisselde e-mails niet te begrijpen dat hiermee de toestemming tot publicatie van de eerste Infographic vervallen was. Een verbod om inbreuk te maken op het auteursrecht is dan ook niet aan de orde. De vordering jegens Propertynl op deze grondslag zal eveneens worden afgewezen.

Op ander blogs:
MediaReport Journalist bepaalt zelf hoe aangeleverde informatie wordt gebruikt
NJD