Auteursrecht  

IEF 7063

Vermoedelijk de Auteurswet overtreden

Rechtbank Amsterdam, 11 september 2008, 13/993083-06, Strafzaak auteursrechtinbreuk (met dank aan Mr. D.M. Rupert, Teurlings & Ellens advocaten).

Opmerkelijke casus waarin medeverdachte computers plaatst in het plafond van studentenflat, om te profiteren van de snelle internetverbinding in de flat, en verdachte deze computers gebruikt om muziek te uploaden, 'zodat anderen die muziek weer konden downloaden.'

Diefstal

“3.5 Terzake de beschuldiging van diefstal is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat “data(verkeer)” geen goed is in de zin van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).

3.6 De officier van justitie heeft tevens tot vrijspraak gerequireerd van de telastegelegde diefstal van “capaciteit van bandbreedte”, omdat verdachte niet bij het plaatsen van de computers betrokken is geweest en er verder geen aanwijzingen zijn dat hij hiervan anderszins op de hoogte was. De rechtbank komt ook tot dat oordeel. Bovendien geldt dat de rechtbank van oordeel is dat ook "capaciteit van bandbreedte", de hoeveelheid data die tegelijkertijd via een bepaalde verbinding kan worden overgebracht, niet als een goed in de zin van artikel 310 Sr is te kwalificeren. Door ongeoorloofd gebruik te maken van bandbreedte verliest de rechthebbende immers hierover niet noodzakelijkerwijs de feitelijke macht (vlg. HR 3 december 1996, NJ 1997, 574). Hoewel daar in deze zaak niet van is gebleken zal het illegale gebruik wellicht ten koste gaat van de snelheid van het internet. Deze snelheid - door de officier van justitie aangeduid als wezenskenmerk van een internetverbinding - kan evenmin als goed worden aangemerkt.

Inbreuk maken op auteursrechten

3.7 De rechtbank is van oordeel dat verdachte terzake de telastegelegde overtreding van de Auteurswet moet worden vrijgesproken. Uit hetgeen onder 3.4 is overwogen, volgt dat daarvoor geen bewijs is. De rechtbank merkt daarbij op dat verdachte geen toegang had tot de andere gevonden computers.

3.8 De door de officier van justitie voorgestelde bewezenverklaring van feit 2, waarbij alle muziek, films, artiesten en productiemaatschappijen zouden moeten worden weggestreept, levert naar het oordeel van de rechtbank een ontoelaatbare denaturering van de telastelegging op. Weliswaar heeft verdachte vermoedelijk, gelet op het onder 3.4 genoemde uploaden van radioprogramma's, de Auteurswet of de Wet op de naburige rechten overtreden, maar een beschuldiging terzake had voldoende feitelijk in de telastelegging moeten worden omschreven.

4. Beslissing

Verklaart het telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.”

Lees het vonnis en de dagvaarding hier.

IEF 7062

Aangevraagd en verkregen

LadderklemRechtbank ’s-Gravenhage, 11 september 2008, KG ZA 08-902, V.I.O.B. tegen Van Ophem.

Eerst even voor jezelf lezen.. Stukgelopen samenwerking. Overeenkomst  m.b.t. ‘ladder safety device’-octrooi van eiser, de Toplocker. Gedaagde zou de Toplocker exclusief mogen verkopen en verder ontwikkelen en heeft dat ook gedaan en zelf nieuwe octrooien aangevraagd en verkregen. Overeenkomst ontbonden, eiser stelt dat gedaagde klanten benadert met de mededeling dat hij uitvinder van de Toplocker is en daarop octrooi heeft, afbeeldingen van de Toplocker gebruikt, inbreukmakende domeinnamen bezit en door V.I.O.B. gemaakte en auteursrechtelijk beschermde technische tekeningen van de Toplocker gebruikt in zijn eigen octrooiaanvragen en eveneens in zijn folders. Eiser beroept zich niet op zijn octrooirechten. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. 75% werkelijke proceskosten, 25% liquidatietarief.

“4.2. Volgens Van Ophem maakt hij geen aanspraak op het Europees octrooi of de daarin beschreven uitvinding. Van Ophem wijst er op dat hij, volgens afspraak, de Toplocker verder heeft ontwikkeld. Van Ophem heeft, zo stelt hij, een eigen product (de Ladderclip) ontwikkeld en daarvoor Nederlands octrooien aangevraagd en verkregen. Van enige onrechtmatige mededeling is volgens hem geen sprake.

4.3. V.I.O.B. heeft in reactie op dit verweer niet meer aangevoerd dan dat het Van Ophem niet is toegestaan in de markt mee te delen dat hij rechten heeft op de Toplocker. V.I.O.B. heeft niet gemotiveerd dat en waarom haar onder 2.3 afgebeelde Toplocker aan de in de octrooien van Van Ophem beschreven inrichtingen de vereiste nieuwheid en inventiviteit onthouden. V.I.O.B. heeft de Nederlandse octrooien van Van Ophem ook niet opgeëist en bestrijdt niet dat Van Ophem zich met de verdere ontwikkeling van de Toplocker heeft beziggehouden. Daarmee blijft als onvoldoende gemotiveerd weersproken de stelling van Van Ophem, die erop neerkomt dat hij op grond van zijn Nederlandse octrooien rechten kan doen gelden op de doorontwikkeling van de Toplocker, overeind. Van onrechtmatige mededelingen blijkt onvoldoende.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7051

337 Wetboek van Strafrecht

3D Gemeenschapsmerk ViagraRechtbank Maastricht, 9 september 2008, LJN: BF0141, Strafzaak namaak Viagra

Namaak Viagra. Verdachte wordt vrijgesproken van overtreding van de Auteurswet en de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. Het enkele voorhanden hebben is nog niet strafbaar. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat verdachte deze pillen ter verspreiding aan derden voorhanden had. Het feit dat het een handelaarshoeveelheid betreft is niet doorslaggevend nu ook andere bewoners van het pand toegang hadden tot de plaats waar de namaak Viagra lag opgeslagen.
 
“Deze woning behoort toe aan [J.]. Zij heeft onder meer verklaard dat verdachte een goede vriend van haar is, dat hij een deel van haar woning heeft gehuurd en hierin ook verbleef. Het staat voor de rechtbank daarmee vast dat verdachte met regelmaat aanwezig was op het adres [Adres woning]. Echter, uit het proces verbaal blijkt niet dat verdachte als enige toegang had tot de kelder waar de grote partij namaak Viagrapillen is aangetroffen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat ook anderen, in de eerste plaats de huiseigenaresse [J.], toegang tot deze kelder hadden en daar dus de namaak Viagrapillen (ter aflevering) in voorraad (kunnen) hebben gehad.

Gelet op deze mogelijkheid heeft de rechtbank gekeken of er in het dossier andere concrete aanwijzingen zijn op grond waarvan de rechtbank verdachte “beyond reasonable doubt” kan aanwijzen als degene die de aangetroffen namaak Viagrapillen in voorraad heeft gehad. Dergelijke aanwijzingen heeft de rechtbank echter niet aangetroffen.

De mogelijkheid dat verdachte in de woning de namaak Viagrapillen heeft gezien, desgewenst over die pillen zou hebben kunnen beschikken en ze dus voorhanden heeft gehad, is eveneens onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De betreffende strafbepalingen stellen immers -zogezegd op zijn minst- het “in voorraad hebben” (art. 337 Wetboek van Strafrecht) en het “ter aflevering in voorraad hebben”(de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening) strafbaar. Dit zijn beide begrippen die niet zien op het enkele voorhanden hebben, zoals bijvoorbeeld in de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie het geval is, maar op het in voorraad hebben ter verstrekking aan derden. En voor het bestaan van deze laatstgenoemde intentie bij verdachte, die dus wezenlijk is voor een bewezenverklaring, ontbreekt het wettig bewijs.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7050

Grote schaduwlamp

Vzr. Rechtbank Zutphen, 5 september 2008, LJN: BE9976, Wonders Holding B.V. tegen Verlichting c.s.

Eerst even voor jezelf lezen. Samenvatting rechtspraak.nl: “Schending auteursrecht op en slaafse nabootsing van de Big Shadowlamp van Marcel Wanders. Niet aannemelijk dat gedaagde al voor 1988 soortgelijke lampen op de markt heeft gebracht, zij niet wist van het bestaan van auteursrecht op lampen en niet bekend was met het ontwerp van Wanders. Geen recht op inzage in monsters, bewijsmateriaal en de informatie die bij het bewijsbeslag zijn veiliggesteld. Geen spoedeisend belang bij voorschot op schadevergoeding. Eisers kan niet verweten worden dat zij niet eerst gesommeerd hebben maar direct bewijsbeslag hebben gelegd. Volledige vergoeding van de proces- en beslagkosten met betrekking tot de schending van het auteursrecht.

Lees het vonnis hier.

IEF 7045

Inmiddels zijn we 25 jaar verder

Prof. mr. P.B. HugenholtzProf. mr. P.B. Hugenholtz, IViR: Toegang tot de bron: het auteursrecht en het internet. Gepubliceerd in Ars Aequi, 2008-07/08, p. 581-588.

“Een minder vergaande oplossing die aan deze bezwaren tegemoet komt, zou zijn het afsluiten van collectieve licenties door organisaties van auteurs en rechthebbenden met de ISP’s die de massale inbreuk op het auteursrecht door hun abonnees al jaren oogluikend toestaan.20 Zo’n collectief contract zou niet zonder precedent zijn. In de jaren 80, toen het internet nog in de kinderschoenen stond, vormde de kabel de bron van alle auteursrechtelijke kwaad. Volgens de kabelexploitanten was het doorgeven van televisieprogramma’s een louter technische aangelegenheid, waar het auteursrecht buiten stond.

Inmiddels zijn we 25 jaar verder en is het betalen van vergoedingen voor de doorgifte van omroepprogramma’s via de kabel algemeen geaccepteerd. Als we aan de hand van het verleden de toekomst moeten voorspellen, ligt er voor het auteursrecht op het internet ook een happy end in het verschiet. Iedereen blij: de internetgebruikers, die tegen een kleine extra vergoeding onbeperkt mogen down- en uploaden; de auteurs en rechthebbenden, die eindelijk betaald krijgen; de rechterlijke macht, die niet langer met lastige handhavingsproblemen belast wordt; en de auteur van deze bijdrage, die het auteursrecht even belangrijk vindt als de informatievrijheid.”

Lees het artikel hier.

IEF 7041

Faits divers

Autoriteit nodig voor architecten. “Architecten weigeren zich langer te laten misbruiken door de overheid. Deze eist bij aanbestedingen het onmogelijke. Een nieuwe autoriteit is een oplossing, zegt Bjarne Mastenbroek. Architecten verzetten zich tegen de huidige selectie van ontwerpers van belangrijke openbare gebouwen.

Architectenbureau Atelier Kempe Thill heeft net in opdracht van het Stimuleringsfonds voor Architectuur de aanbestedingscultuur onder de loep genomen. De studie schept een ontluisterend beeld. Neem het auteursrecht. Zo is in Denemarken bij wet geregeld dat een architect zijn auteursrecht niet kan opgeven, maar in Nederland eisen veel opdrachtgevers nog vóór aanvang van de opdracht het auteursrecht op. De gemeente Amsterdam heeft dit zelfs standaard in haar contract staan. Schandalig, want zonder auteursrechtelijke bescherming is een architect vogelvrij.” 

Lees hier meer (NRC).

Recidiverende piraat. “De 47-jarige Van D. uit het Gelderse Culemborg is op 25 augustus 2008 door de politierechter tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 weken met een proeftijd van 2 jaar veroordeeld. Zowel de Politie als BREIN ontvingen in het verleden herhaaldelijk informatie dat Van D. op grote schaal illegale kopieën van cd's en dvd's met films en muziek zou vervaardigen en verspreiden.

Van D. is al twee keer eerder veroordeeld tot geldboetes en taakstraffen voor de handel in illegale dragers.  “Deze keer moet de voorwaardelijke gevangenisstraf hem op het rechte pad houden”, zegt BREIN directeur Tim Kuik. “Anders is het drie keer scheepsrecht en draait hij de cel in.”

Lees hier meer (BREIN).

Gebruiksvoorwaarden. “Google heeft een gedeelte van de gebruikersovereenkomst van Chrome aangepast. Het gaf de zoekmachine verregaande rechten op alles wat zijn gebruikers invoeren bij de zoekmachine. Belangengroepering EFF maakt zich daarnaast grote zorgen over het gedrag van slimme zoekbalk Omnibox.

Voor de aanpassing van de zogenoemde ‘EULA’ van kracht werd, vertelde Google Chrome vóór installatie dat “door het invullen of weergeven van inhoud u Google het recht geeft op een eeuwige, onomkeerbare, wereldwijde, royaltyvrije en non-exclusieve licentie om te reproduceren, aanpassen, wijzigen, vertalen, publiceren, publiekelijk uitvoeren en weergeven en distribueren van elk materiaal dat u toevoegt, plaatst of weergeeft op of door onze diensten.”

Lees hier meer (Zdnet).

Nog geen grote vormen heeft aangenomen? “Auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra heeft tenminste vier illegale aanbieders van nummers van de laatste CD van Marco Borsato van het internet laten verwijderen. (...) DTwee piraten trokken zich vrijwillig terug nadat de Buma hen had gesommeerd een overeenkomst over de auteursrechten te sluiten. De andere illegale Borsato-sites zijn door de betrokken (buitenlandse) providers van het wereldwijde web verwijderd. Hoewel het illegaal aanbieden van muziek via het internet nog geen grote vormen heeft aangenomen, blijft Buma/Stemra alert.”

Lees hier meer (Webwereld). 

Leefregels onbedoeld plagiaat. “Bij universiteiten en hogescholen is behoefte aan duidelijkheid rond het onderwerp plagiaat. (...) Het is niet altijd duidelijk of er sprake is van kwaadwillig plagiaat, slechte bronvermelding of zelfs geoorloofd gebruik van andermans materiaal. SURFdirect, de digitale rechten community van SURF, gelooft meer in het voorkómen van plagiaat dan het bestrijden ervan. Zij heeft leefregels voor het geoorloofd hergebruik van materiaal opgesteld om met voorlichting over correct citeren en hergebruik duidelijkheid te scheppen.”

Lees hier meer (Surf). 

IEF 7039

AA & IViR

Drie Ars Aequi-artikelen op de IViR-site:

Wat is de zorgplicht van Hyves, XS4ALL en Marktplaats? Chr.A. Alberdingk Thijm, Ars Aequi, 2008-07/08, p. 573-580.

“Blijkens overweging 47 is een toezichtverplichting in een ‘speciaal geval’ dus wel toegestaan. Wanneer is daar nu sprake van? Het is van belang een ‘speciaal geval’ nauwkeurig af te bakenen van een ‘normaal geval’. Het is namelijk niet toegestaan een extra voorwaarde te creëren om te kunnen profiteren van de vrijwaring van de aansprakelijkheid. (...)

De verplichting die de voorzieningenrechter in de zaak Martijn aan de vereniging oplegde, gaat mogelijk te ver. De verplichting ten aanzien van het verwijderen of ontoegankelijk maken van informatie is namelijk al uitputtend geregeld in de Richtlijn. Dat sprake moet zijn van een ‘speciaal geval’ geeft aan dat het in ieder geval moet gaan om duidelijk afgebakende gevallen. Dat betekent dat het moet gaan om specifieke handelingen van bepaalde personen en dat het toezicht beperkt moet zijn in duur en omvang. Bovendien zal steeds moeten worden beoordeeld of de maatregel de bedrijfsvoering van de tussenpersoon niet onevenredig belast in termen van tijd en geld.”

Lees het artikel hier.

Audiovisuele mediadiensten en het internet, N.A.N.M. van Eijk, Ars Aequi, 2008-07/08, p. 549-555.

"Rechtsbeginselen uit de ‘oude’ wereld staan veelal nog als een huis (vrijheid van meningsuiting, privacy, rechtmatigheid/onrechtmatigheid) maar moeten wat de toepasbaarheid betreft wel vertaald worden naar de nieuwe technologische omgeving. In deze bijdrage wordt aan de hand van de recente Europese richtlijn voor audiovisuele mediadiensten geïllustreerd hoe een dergelijke vertaalslag plaats heeft gevonden en wat daarbij mis kan gaan. Oude regels worden soms wat al te gemakkelijk doorgetrokken aar het internet."

Lees het artikel hier.

Het ijzeren geheugen van internet, A.W. Hins, Ars Aequi, 2008-07/08, p. 558-564.

“Twee vragen verdienen nog overdenking. De eerste is of ieder archief in gelijke mate aanspraak kan maken op onaantastbaarheid. Naar mijn mening is dat niet het geval. Een journalistiek archief verdient meer respect dan een willekeurig discussieforum. Het verwijderen van een bericht uit een amateuristische site is in beginsel minder schadelijk voor de openbare meningsvorming dan het censureren van een archief waarin belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen op professionele wijze zijn bijgehouden. Het zal niet altijd makkelijk zijn te bepalen wat ‘journalistiek’ inhoudt, maar sleutelwoorden zijn: professionele en/of regelmatige werkzaamheid voor een nieuwsmedium. Artikel 9 van de Privacyrichtlijn van de EG biedt steun voor het creëren van een bevoorrechte positie voor journalistieke publicaties. Het is de bepaling waarop in Nederland artikel 3 van de Wbp is gebaseerd, maar dat ook een nuttige boodschap bevat voor de rechter. Waar het op aankomt is dat het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer moet worden verzoend met de vrijheid van meningsuiting.”

Lees het artikel hier.

IEF 7035

In telecomwetgeving gefietst

Villamedia bericht: “GroenLinks maakt zich zorgen over enkele “zeer negatieve” elementen uit de hervormingen in de telecomsector, waarover het Europees Parlement deze week vergadert. Europarlementariër Kathalijne Buitenweg zegt zich vooral zorgen te maken over de bepalingen voor het internetverkeer en de privacy van gebruikers in Europa. (…) Het onderscheid tussen illegale of legaal informatie en software wordt bepaald op basis van nationale wetgeving. “Internetproviders zijn geen politieagenten. Het is ook nooit de bedoeling geweest om providers verantwoordelijk te maken voor het tegenhouden van inbreuken op intellectuele eigendomsrechten”

(…) De parlementariër stoort zich aan de vermenging van regelgeving: zo wordt het beschermen van auteursrecht en intellectueel eigendom in telecomwetgeving “gefietst”, terwijl dat volgens Buitenweg thuishoort in auteursrechtwetgeving”.

Lees hier meer.

IEF 7029

In het kader van de pilot

Persbericht: Creative Commons en Buma/Stemra verlengen project.Creative Commons Nederland (CC) en Buma/Stemra hebben besloten hun gezamenlijke project met een jaar te verlengen. De pilot waarbij aangeslotenen van Buma/Stemra onder bepaalde voorwaarden werken onder een CC-licentie beschikbaar kunnen stellen, was aangegaan voor een jaar, en zou op 22 augustus 2008 aflopen. De voorwaarden tijdens de nieuwe projectperiode zijn niet veranderd. De tot zover in het kader van de pilot verstrekte licenties blijven tot 22 augustus 2009 geldig.

CC Nederland en Buma/Stemra bekijken of de informatievoorziening over de pilot kan worden verbeterd. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is te achterhalen waarom slechts een zeer bescheiden aantal Buma/Stemra-aangeslotenen gebruik heeft gemaakt van de faciliteit om werken met een CC-licentie aan te bieden. Ten slotte staat op het programma om te onderzoeken of, en zo ja hoe, in het kader van het project CC-licenties op 'social networking websites' kunnen worden ingezet. 

Lees hier meer.

IEF 7028

Verse rechtspraak (Riviera Maison, Kermisattracties)

Rustic Rattan Driedelige Hutkoffer - Inbreukmakende Driedelige hutkofferGerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, 26 augustus 2008, zaaknr. 200.001.319, Rivièra Maison B.V. tegen Hoogendam International V.O.F. c.s. (met dank aan Kriek Wille, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Hof vernietigt vonnis voorzieningenrechter in gevlochten mandjes-zaak (Zie IEF 5377). Registratie belastingdienst. Artikel 8 Aw, rechtspersoon als maker. Matiging proceskosten zonder verwijzing naar indicatietarief. (Klik op afbeelding voor vergroting)

“4.5 (…) Ten eerste volgt uit de data van registratie van de verschillende modellen bij de Belastingdienst - gecombineerd met het gegeven dat Hoogendam C.S. zulks slechts in algemene bewoordingen en zonder enige concrete onderbouwing hebben betwist - dat voorshands als vaststaand moet worden aangenomen dat Riviera Maison deze producten op de Nederlandse markt heeft geïntroduceerd. Voorts gaat het hof er op basis van de door Riviera Maison in het geding gebrachte producties - in het bijzonder producties 18 in hoger beroep - na vergelijking voorshands vanuit dat de dertien door Hoogendam c.s. op de markt gebrachte modellen in grote lijnen identiek zijn met die van Riviera Maison. Wat Hoogendam C.S. ter ontkenning daarvan hebben opgemerkt (zie p. 6 pleitaantekeningen mr. Antic in eerste aanleg en nr. 78 memorie van antwoord), kan niet als een deugdelijk onderbouwde betwisting worden aangemerkt, terwijl in dat verband nog moet worden opgemerkt dat de producten ook in de lezing van Hoogendam C.S. van (uiteindelijk) dezelfde maker stammen, te weten Umanta. Bij zijn bespreking van de individuele modellen zal het hof hierna zo nodig nog aandacht besteden aan de specifieke mate van overeenstemming per model.

4.6 Riviera Maison heeft in hoger beroep een beroep gedaan op art. 8 Aw (zie nr. 58 appeldagvaarding en nr. 30 e.v. pleitaantekeningen mrs. Schaap/Quaedvlieg). Dit artikel bepaalt dat indien een rechtspersoon een werk als van haar afkomstig openbaar maakt, zonder daarbij een natuurlijk persoon als maker te vermelden, die rechtspersoon als maker van dat werk wordt aangemerkt, tenzij bewezen wordt dat de openbaarmaking onrechtmatig was. De stelling van Hoogendam C.S. dat die bepaling niet kan worden toegepast omdat de vraag wie als auteursrechthebbende moet worden aangemerkt naar Indonesisch recht moet worden beantwoord, is ongegrond, nu het hier - in de stellingen van Riviera Maison die op hun juistheid moeten worden onderzocht om de toewijsbaarheid van de vorderingen te kunnen beoordelen - gaat om door een Nederlander in Nederland gemaakte ontwerpen voor een Nederlandse onderneming, welke onderneming de producten op de Nederlandse markt heeft gebracht en die in Nederland bescherming zoekt tegen eveneens in Nederland door een Nederlandse concurrent op de markt gebrachte inbreukmakende producten. Dat de feitelijke productie van zowel de beschermde als de inbreukmakende voorwerpen heeft plaatsgevonden in Indonesië, biedt derhalve onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat het makerschap van de modellen op basis van Indonesisch recht moet worden onderzocht. Ook overigens hebben Hoogendam C.S. geen deugdelijke argumenten naar voren gebracht die aan toepassing van de (bewijs)regel van art. 8 Aw in de weg staan. De . stelling dat art. 8 Aw slechts toepasbaar is in gevallen waarin het gaat om bescherming van ' geschreven tekst, vindt geen steun in het recht, reeds omdat die opvatting de verwijzing naar art. 8 Aw in art. 45a lid 2 Aw tot een zinledige zou maken.

(…) 4.8 Uitgaande van het makerschap van Rivièra Maison ligt thans de vraag voor of elk van de verschillende modellen kan worden aangemerkt als een - voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komend - werk. Daartoe stelt het hof voorop dat ook ingeval sprake is van gebruiksvoorwerpen geen nadere eisen gesteld moeten worden dan de normale vereisten voor auteursrechtelijke bescherming als werk: sprake moet zijn van een eigen, oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker. In dat verband is nog van belang dat die elementen ook besloten kunnen liggen in specifieke combinaties van op zichzelf reeds langer bestaande elementen. Overigens hangt met de hieruit voorvloeiende bescheiden drempelhoogte voor bescherming als werk samen dat een werk dat die drempel maar net overschrijdt ook slechts een beperkte beschermingsomvang aan het auteursrecht zal kunnen ontlenen: in dergelijke gevallen zal een geringe afwijking al voldoende kunnen zijn om geen inbreuk aan te nemen.

4.9 (…) Algemeen merkt het hof nog op dat bij de voorliggende gebruiksvoorwerpen met name aan voornoemde vereisten om voor bescherming in aanmerking te komen voldaan kan zijn indien sprake is van een originele materiaalkeuze, gecombineerd met specifieke teksten.

4.12 Het voorgaande impliceert dat de vorderingen van Riviera Maison ten aanzien van de onder 4.9 aangeduide modellen in beginsel toewijsbaar zijn.

Lees het arrest hier.

Rechtbank Haarlem, 29 augustus 2008, KG ZA 08-396, Funtime Handels GmbH tegen Van der Beek c.s. (met dank aan Titus Engels, Vondst).

Slaafse nabootsing. Auteursrecht. Kermisattractie Starflyer (50 meter hoge zweefmolen). Toepassing Endstra-norm. Vorderingen afgewezen, omdat niet valt uit te sluiten dat de zogenoemde subjectieve elementen technisch en functioneel bepaald zijn. (Klik op afbeelding voor vergroting)

"4.13. Blijkens de verschillen tussen de beide attracties op het punt van de kabels, de stoelen en de versiering acht de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat Van der Beek de vormgeving van de attractie van Funtime heeft nagebootst enkel op punten waar dat voor de deugdelijkheid en bruikbaarheid vereist was. Daaraan draagt bij dat bovenop de toren van de Starflyer een constructie in de vorm van een kroon is aangebracht, waaronder dichte katrollen zitten, terwijl de top van de toren bij de Around Ihe World wordt gevormd door open katrollen zonder een kroonvormige top.

4.14. Nog afgezien van de vraag of het voor Van der Beek mogelijk was om op bepaalde punten een andere weg in te slaan zonder aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid afbreuk te doen, is voor de vraag of sprake is van slaafse nabootsing eveneens van belang of Van der Beek door dit na te laten verwarring sticht. Voor die vaststelling dient te worden uitgegaan van het gemiddelde publiek en is relevant dat het publiek beide producten meestal niet naast elkaar ziet.

4.15. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door Funtime overgelegde uitdraaien van webfora met opmerkingen van het publiek niet tot de conclusie leiden dat sprake is van verwarring bij het gemiddelde publiek. De stelling van Funtime dat daaruit verwarring blijkt kan daarmee niet worden gestaafd. Ook de aanduiding 'Starflyer' bij de attractie Around the World op enkele lijsten van kermisattracties kan daaraan niet bijdragen nu die aanduiding lijkt te zijn bedoeld als een generieke aanduiding van het type attractie. De voorzieningenrechter concludeert dat het gevaar voor verwarring gelet op de technische en functioneel bepaaldheid van de vormgeving van de attractie bijna onvermijdelijk is. Gelet op die technische en functionele vereisten is verwarring echter zoveel mogelijk tegengegaan door de aanduiding met de woorden Around the World op dat deel van de attractie waar de Starflyer met de eigen naam wordt aangeduid, op ooghoogte van het publiek, alsmede door gebruik te maken van andere kleurstellingen en details. Dit leidt tot de conclusie dat geen sprake is van nodeloos verwarringsgevaar.”

Lees het vonnis hier.