Auteursrecht  

IEF 4339

NUV Nieuws

X-aantal (redelijk) nieuwe berichten op de websitie van het NUV, onder andere:

Toelichting op het Modelcontract. (…) De VvL en de Groep Algemene Uitgevers (GAU) hebben per 1 juni 2007 de toelichting op het Modelcontract voor de uitgave van een vertaling van literair werk op aanwijzing van de Nederlandse Mededingingsautoriteit in lijn gebracht met de Mededingingswet. (…) Het Modelcontract voor de uitgave van oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk blijft vooralsnog ongewijzigd

Lees hier meer (incl. nieuwe modelcontract).

Het gaat goed met Reprorecht.  (…) zo bleek uit de laatstgehouden voorjaarsvergadering van het Algemeen Bestuur. Werd in 2006 een recordbedrag uitgekeerd, waarvan circa 12 miljoen euro aan Nederlandse uitgevers en auteurs, voor 2007 wordt nog een verdere stijging verwacht. Die stijging komt natuurlijk voornamelijk door de op gang komende incasso bij het bedrijfsleven.

Lees hier meer.

Gedragscode collectief beheer in wording. Binnen het samenwerkingsverband Stichting Auteursrechtbelangen wordt momenteel hard gewerkt aan de opstelling van en afstemming over een gedragscode voor collectieve beheersorganisaties (‘cbo’s’). Deze gedragscode is het antwoord van de sector op de plannen voor een verscherpte wettelijke regeling voor het overheidstoezicht op cbo’s.

Lees hier meer.

Uitkering leenrecht multimediaproducten in voorbereiding. (…) Na deze procedure en langdurige onderhandelingen met de bibliotheken is vorig jaar uiteindelijk een regeling getroffen tussen NVPI en het NUV enerzijds en de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) anderzijds. In deze regeling is een onderscheid gemaakt tussen games en informatieve producten. Voor informatieve producten, dat zijn doorgaans de multimediaproducten die door de leden van het Nederlands Uitgeversverbond zijn uitgegeven, is aangesloten bij de uitleenregeling voor boeken. Uitlenen is in beginsel toegestaan tegen een billijke vergoeding. Voor multimediaproducten geldt wel een hogere vergoeding (meer rechthebbenden) en is het in beginsel mogelijk in uitzonderingssituaties een afzonderlijke regeling af te spreken.

Lees hier meer. 

Gehandicaptensite na auteursrechtgeschil weer van start. (…0 De freelance-journaliste had de website een sommatiebrief gestuurd via bureau Cozzmoss. Dit bureau speurt met behulp van software het internet af naar artikelen van aangesloten freelancers die daar zonder toestemming zijn geplaatst. Vervolgens eist het bureau schadevergoeding, waarbij het inschakelen van een incassobureau niet wordt geschuwd. In dit geval betrof het de site van de afdeling in Den Bosch van de Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie (ANGO Den Bosch). (…) De gehandicaptenorganisatie verkeerde daardoor in de veronderstelling het allemaal netjes geregeld te hebben. De verbazing was dan ook groot toen de boze brief van de freelance-journaliste binnenkwam. De afspraak met de krant bleek alleen betrekking te hebben op de artikelen waarop de krant zelf het auteursrecht bezit. Dat bleek niet het geval te zijn met het artikel van de freelance-journaliste.

Lees hier meer. 

Nieuw voorbeeldcontract voor de verfilming van boeken.  (…) is het contract uit 1991 weer eens onder de loep genomen. In een speciaal daartoe samengestelde werkgroep is gewerkt aan een nieuw contract dat op basis van nieuwe ervaringen en opgedane kennis tot stand is gekomen. Dit aangepaste onderhandelingsmodel is voor het eerst gepresenteerd tijdens de NUV-bijeenkomst ‘Het multimediale boek’ op 19 juni 2007.

Lees hier meer.

IEF 4338

Samenwerkingsverband beeldregistraties

Brief Minister OCW Plasterk aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 6 juli 2007.

“Bij de behandeling van de mediabegroting 2007 op 30 oktober 2006 heeft de toenmalig minister van OCW toegezegd de Kamer te informeren over de auteursrechten van Politiek24, het digitale themakanaal van de publieke omroepen. Tijdens dit overleg rees de vraag wie de auteursrechten bezit van de beeldregistraties uit de Tweede Kamer op Politiek24.

“(…) Het Samenwerkingsverband Beeldregistraties beheert en bekostigt de technische televisiefaciliteiten in de gebouwen van de Tweede Kamer. (…) Het Samenwerkingsverband zal via licenties beeldregistraties beschikbaar stellen aan partijen buiten het Samenwerkingsverband na van tevoren verkregen toestemming van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer behoudt daarnaast het recht om televisiesignalen van de plenaire en, in voorkomende gevallen, de commissievergaderingen voor eigen gebruik aan te wenden. De auteursrechten op de nieuws- en actualiteitenprogramma’s die op Politiek24 herhaald worden, berusten bij omroepen en in sommige gevallen (gedeeltelijk) bij ingeschakelde makers en producenten.”

Lees de volledige brief hier.

IEF 4335

Een zogeheten optelling van stijlen

vaas.gifRechtbank Utrecht, 6 juli 2007, KG ZA 07-500. Brass & Boom tegen Zarex  & Loods 5 (met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten).

Auteursrecht. Geschil over afgeplatte vazen. Geen werk volgens de voorzieningenrechter en dus geen inbreuk. Afbeeldingen in het vonnis.

Partijen zijn beide actief op de woon- en tuinaccessoiresmarkt. Eiseres Brass en Boom stelt dat zij enkele jaren gelden een een drietal ontwerpen heeft vervaardigd voor aluminium vazen die zich kenmerken doordat ze zijn uitgevoerd in een rechthoekige in plaats van ronde vorm. “Het driedimensionale ontwerp vormt als het ware een vertaling van een tweedimensionale afbeelding van het vooraanzicht van een klassieke bokaal/kelkvorm.” De vazen zijn plat in plaats van bol.

Gedaagde Zara  huurt een ‘unit’ in Loods 5, een zogeheten factory outlet. In Loods 5 wordt de ‘Alu Baroque’ vaas verkocht. Deze vaas is afkomstig van Zarex en zou een inbreukmakende gelijkenis vertonen met de vazen van Brass en Boom. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat er slechts sprake is van een niet beschermde combinatie van stijlen. 

“4.4. (…) Door Brass en Boom is niet bestreden dat de klassieke standaard kelk/bokaal een stijl betreft die niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. De rechthoekige (platte) vorm van varen valt eveneens, zo heeft Zarex voldoende aannemelijk gemaakt, reeds geruime tijd als een bepaalde stijl aan te merken en is derhalve evenmin auteursrechtelijk beschermd. Voorts is door een combinatie van de klassieke kelk/bokaa] stijl en de rechthoekige (platte) stijl (een zogeheten optelling van stijlen) de auteursrechtelijke bescherming niet te bereiken.

Wellicht zou op grond van een toevoeging van andere essentiële kenmerken aan deze combinatie van stijlen auteursrechtelijke bescherming kunnen toekomen, doch daarvan is ten deze geen sprake. Bovendien zou zulks aan Zarex en Loods 5 het aanbieden van de klassieke vaas in rechthoekige (platte) vorm niet kunnen worden ontzegd. Nu de Alu Baroque nagenoeg uitsluitend beperkt blijft bij een toepassing van de klassieke standaard kelk/bokaal in rechthoekige (platte) vorm, is van een mogelijke auteursrechtinbreuk ook reeds op die grond geen sprake. Aldus kan de vordering op grond van schending van auteursrecht niet worden toegewezen.”

Ook van slaafse nabootsing is geen sprake: “4.5 (…) Hoewel er gelijkenis bestaat tussen de vazen (er wordt nu eenmaal gebruik gemaakt van dezelfde stijlen)is er geen sprake van in detail kopiëren, zoals door Brass en Room is gesteld. (…) De vazen vertonen derhalve de nodige verschillen.”

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af en veroordeelt Brass & Boom in de proceskosten van beide partijen.

Lees het vonnis hier.

IEF 4329

Auteursrechtbeleid

Kamerstuk  29838, nr. 5   Kamerstuk, 2e Kamer. Auteursrechtbeleid; Brief minister inzake aanbieding van het jaarverslag van het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties (CVTA) over 2006. Bijlages: Rekening van lasten en baten CVTA  over 2006;  Conceptbegroting 2007 CVTA & Jaarverslag 2006 CVTA.

Lees de stukken hier.

IEF 4305

Definitieve verdamping

Het eerste artikel uit de Spoorbundel is inmiddels in overdruk verschenen op de IVIR-site: Auteursrecht op parfum: De definitieve verdamping van het werkbegrip, E.J. Dommering, in: D.J.G. Visser & D.W.F. Verkade (red.), Een eigen persoonlijk karakter, (Spoorbundel), Amsterdam: Uitgeverij DeLex 2007, p. 65-79.

Lees het artikel hier. Eerder bericht Spoorbundel hier.

IEF 4303

Leeuwarder jurkjeszaak (bodem)

Rechtbank Leeuwarden, 27 juni 2007, HA ZA 06-364. Lucky Locked Limited tegen Van der Meulen Sneek B.V. (met dank aan Evert van Gelderen, De Gier & Stam)

Bodemprocedure in Leeuwarder jurkjeszaak. Inbreuk op auteursrechtelijk beschermde kinderverkleedjurk. Conservatoir beslag vervallen door te laat instellen van de eis in de hoofdzaak (artikel 260 Rv).

Lucy Locket heeft in Nederland een kinderverkleedjurk Dragonfly op de markt gebracht. Van der Meulen heeft ook een jurk, genaamd Who’s that girl? op de markt gebracht. Deze jurk vertoont wat betreft model, kleurstelling, materiaal en versierselen grote gelijkenis met de Dragonfly.

Lucy Locket heeft conservatoir beslag gelegd onder Van der Meulen. Voorts is zij een kort geding gestart tegen Van der Meulen. De Voorzieningenrechter te Leeuwarden heeft de vorderingen van Lucy Locket op grond van het auteursrecht toegewezen. Het hof heeft vervolgens dit vonnis bekrachtigd.

Ook in de onderhavige bodemprocedure gaat het in essentie om de vraag of Van der Meulen met het op de markt brengen van de Who’s that girl? jurken inbreuk maakt op een aan Lucy Locket toekomend auteursrecht op de Dragonfly.

Van der Meulen stelt dat aan de Dragonfly geen auteursrechtelijke bescherming toekomt, omdat deze jurk geen werk van letterkunde, wetenschap of kunst is. De rechtbank gaat aan deze stelling voorbij omdat uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie genoegzaam blijkt dat het auteursrecht mede bedoeld is om het uiterlijk van producten met een gebruiksfunctie te beschermen (zie artikel 10 lid 1 sub 11 Aw en HR 15 januari 1988, NJ 1988, 376). Vervolgens oordeelt de rechtbank dat aan de Dragonfly wel degelijk auteursrechtelijke bescherming toekomt. Eigen waarneming van de rechtbank leidt tot het oordeel dat de Dragonfly voldoende specifieke en bijzondere kenmerken – wat betreft de kleurencombinaties, materialen, versierselen en vormgeving – vertoont die, in onderlinge samenhang bezien, de conclusie rechtvaardigen dat de jurk een eigen oorspronkelijk karakter heeft dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het verwateringsverweer – de vormgevingselementen van de Dragonfly zouden door veelvuldig gebruik en grootste navolging tot een onbeschermde stijl zijn verworden – van Van der Meulen is niet voldoende onderbouwd en wordt door de rechtbank terzijde gelegd. De principiële vraag of verwatering in het auteursrecht mogelijk is, blijft dan ook onbeantwoord.

De rechtbank is van mening dat de gelijkenis tussen de beide jurkjes zo groot is dat inbreuk op het auteursrecht wordt aangenomen. Hierdoor hoeft de vraag of er tevens sprake is van slaafse nabootsing – bij gebrek aan belang – niet te worden beantwoord.

Het conservatoire beslag is volgens de rechtbank een maatregel in de zin van artikel 50 TRIPS c.q. artikel 260 Rv en komen te vervallen, omdat Lucy Locket niet tijdig de eis in de hoofdzaak heeft ingesteld. Een kort geding is niet zo’n eis in de hoofdzaak. De kosten voor dit beslag komen dan ook niet voor rekening van Van der Meulen.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 4301

Er bestaan technologische oplossingen

Rechtbank Brussel, 29 juni 2007, nr. 04/8975/A. SCRL Societe Belge Des Auteurs (SABAM) tegen SA Scarlet (met dank aan Olivier Sasserath van Marx Van Ranst Vermeersch & Partners).

In het kader van het grensoverschrijdend Auteursrecht: Belgische provider is bevolen om technische maatregelen te treffen ter blokkering van illegale uitwisseling van muziekbestanden. Lees hier de beslissing (nog geen Nederlandse versie beschikbaar) en hier een Nederlandse samenvatting ervan van Olivier Sasserath.

IEF 4299

Geen prioriteit

Nederlanse Mededingingsautoriteit, 10 mei 2007. Fresh FM tegen Buma (met dank aan Anja Kroeze, Buma/Stemra).

Het verzoek van Fresh FM om te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door het hanteren van prijsdiscriminatie tussen verschillende radio-omroepinstellingen en/of het hanteren van een excessief tarief ten opzichte van Fresh FM wordt afgewezen.

Fresh FM verzoekt de Raad te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door verschillende tarieven te hanteren voor dezelfde commerciële omroepinstellingen, door verschillende tarieven te hanteren voor publieke en commerciële omroepinstellingen, en door extreem hoge tarieven te berekenen in vergelijking met andere collectieve beheersorganisaties in de EG. Daarnaast zouden de wederkerigheidscontracten tussen Buma en de buitenlandse zusterorganisaties nietig zijn op basis van art. 6 Mw.

De Raad geeft aan dat zij in november 2005 een algemeen onderzoek is gestart naar collectieve beheersorganisaties. In februari 2007 concludeerde de Raad dat er thans geen bevredigende methode is om op basis van de Mededingingswet te kunnen beoordelen of collectieve beheersorganisaties excessieve tarieven hanteren.

Met betrekking tot de discriminatie en excessieve tarieven, neemt de Raad een aantal kanttekeningen in acht, te weten het onderhandelde tarief, het niet rivaliserend aspect van auteursrechten en de niet eenduidige welvaartseffecten van prijsdiscriminatie. De Raad onderscheidt vervolgens twee vormen van misbruik van een economische machtspositie: uitsluiting en uitbuiting. 

De Raad acht uitsluiting niet aannemelijk. Zolang Buma namelijk een wettelijke monopoliepositie heeft, kan zij geen rechtstreekse concurrenten benadelen of uitsluiten door het hanteren van prijsdiscriminatie. Daarnaast is Buma niet actief op de downstreammarkt, in casu de markt waarop Fresh FM actief is. Hierdoor is het zeer aannemelijk dat Buma geen prikkel heeft om afnemers van een licentie uit te sluiten of een afnemer te benadelen ten opzichte van een ander.

Er is eveneens geen sprake van uitbuiting door middel van het hanteren van excessieve tarieven. Hoewel uit de voorgenoemde Raad rapportage bleek dat zowel kostenoriëntatie, een internationale tariefsvergelijking en het achterhalen van welvaartseffecten geen bevredigende methoden zijn om te beoordelen of er sprake is van excessieve tarieven in het kader van collectieve beheersorganisaties, past de Raad de methode van vergelijking toe. De Raad baseert de vergelijking op de tarieven die collectieve beheersorganisaties in 2006 hanteerden, en concludeert dat er geen sprake is van een zodanige hoge vergoeding dat sprake is van misbruik van een economische machtspositie.

Met betrekking tot de wederkerigheidscontracten, overweegt de Raad dat de Europese Commissie op basis van gelijksoortige klachten heeft onderzocht of een overtreding van artikel 81 EG Verdrag heeft plaatsgevonden. De Commissie heeft in deze zaken tot nog toe geen overtreding kunnen vaststellen en de klachten afgewezen. Gelet hierop acht de Raad de kans op vaststelling van overtreding van de Mededingingswet zeer gering en acht het niet doeltreffend en doelmatig om deze overeenkomsten nader te onderzoeken. Het verzoek van Fresh FM wordt op grond van prioriteit afgewezen.

Lees het besluit hier en lees hier meer over de Nma rapportage.

IEF 4292

Eerst even voor jezelf lezen

Lifehammer-vs-SOS-Hammer.gifRechtbank Haarlem, 29 juni 2007, KG ZA 07-201. Life Safety Products B.V. tegen Autovision B.V. (met dank aan Evert van Gelderen en Michael Gerrits, De Gier & Stam).

Grensoverschrijdend verbod (EER) bij auteursrechtinbreuk. “De totaalindruk van de SOSHAMMER stemt overeen met de totaalindruk van de LIFEHAMMER, zodat dientengevolge ontlening wordt verondersteld. Autovision heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat van onlening geen sprake is, temeer nu de SOSHAMMER afkomstig is van een onderneming van de zoon van H.Lechner [ de ontwerper van de LIFEHAMMER-IEF].” 

Lees het arrest hier.

IEF 4291

Uitgefreesd

frodofreedom.gifGerechtshof ’s-Gravenhage, 21 juni 2007, Rolnr. 06/47. Karel Mintjens N.V. tegen V.D.V. Meubelen B.V. (Met dank aan Kris Dehing, Brants, Vervliet & Dehing, Antwerpen)

Modellenrecht. Auteursrecht. Hoger beroep, waarin het eerdere oordeel van de Rechtbank Middelburg dat de Freedom/Fortuna meubellijn geen inbreuk zou maken op de Frodo Meubellijn van eiser Mintjes wordt vernietigd voorzover het de dressoirs betreft. Het lijnenspel is gezichtsbepalend.

Eiser Mintjens heeft in de loop van 2004 een meubellijn ontwikkeld onder de naam ‘Frodo’. VDV verhandelt meubelen onder de naam Fortuna. Volgens Mintjens zijn de meubelen uit de Frodo-meubelljn auteursrechtelijk beschermde werken. Mintjens heeft onder meer de dressoirkast uit de Frodo-meubelljn als gemeenschapsmodel laten registreren. Mintjens stelt zich op het standpunt dat VDV inbreuk maakt op haar auteurs- en modelrechten en dat tevens sprake is van slaafse nabootsing. In hoger beroep heeft Mintjens haar vordering beperkt tot een verbod om inbreuk te maken op haar auteurs- en modelrechten op het dressoir uit de Frodo-meubellijn.

“(…) Het hof is van oordeel dat de totaalindruk van het dressoir ‘Frodo’[ afbeelding boven - IEF]  vooral wordt bepaald door de uitgefreesde blokjes en het daardoor ontstane lijnenspel en beschouwt deze auteursrechtelijk beschermde trek dan ook als de gezichtsbepalende trek. De uitgeholde poten springen minder in het oog; door de dikte van de poten wordt in de eerste plaats de ‘blokvorm’ benadrukt.” (7)

“In de hoeken van de kaders van de deuren [ van het dressoir ‘Freedom’ van VDV, afbeelding onder – IEF] zijn horizontale en verticale groeven gefreesd waardoor het lijkt alsof de hoeken van de kaders uit ‘losse’ blokjes (rechthoekjes) bestaan en waardoor een lijnenspel ontstaat dat vergelijkbaar is met dat bij het dressoir ‘Frodo’. Het dressoir ‘Freedom’ vertoont derhalve de auteursrechtelijk beschermde trek van het dressoir ‘Frodo’ die gezichtsbepalend is. Naar het oordeel van het hof komt de totaalindruk van het dressoir ‘Freedom’ daardoor zodanig overeen met die van het dressoir ‘Frodo’, dat sprake is van inbreuk op het auteursrecht van Mintjens.”(8)

“Wegens gebrek aan belang kan in het midden blijven of VDV tevens in breuk maakt op het modelrecht van Mintjens. De grieven zijn gegrond, Het vonnis van de voorzieningenrechter zal worden vernietigd en het gevorderde inbreukverbod zal alsnog worden toegewezen met betrekking tot het dressoir. VDV zal in de proceskosten van beide instanties worden verwezen.” (9.10). “(…) zowel de procedure in eerste aanleg als die in appel is aanhangig gemaakt vóór 29 april 2006, zodat voor beide instanties geldt dat er geen aanleiding bestaat voor richtlijnconforme toepassing van artikel 14. Handhavingsrichtlijn.

Lees het arrest hier. Vonnis Rechtbank Middelburg, 8 maart 2006: IEF 2877, 2 november 2007.