Auteursrecht  

IEF 3786

Of toch wel

deschreeuw.JPGArtikel in de Stentor: Plagiaat of eigen ontwerp? “Toeval bestaat niet. Of toch wel? Laten we het er maar op houden dat het leven soms van toevalligheden aan elkaar hangt. Neem nu het monument voor Theo van Gogh, dat eind vorige maand in Amsterdam werd onthuld. Dat kunstwerk (linker beeldcitaat) van Jeroen Henneman lijkt verdacht veel op het beeld (rechter beeldcitaat) van de Zutphense kunstenaar Ami Bernard Zillweger. En laat ze nu beide dezelfde de naam hebben: De Schreeuw.

(…) Diverse mensen, onder wie zijn eigen kinderen, vinden dat Zillweger er een zaak van moet maken. Hij is daartoe niet te bewegen. ‘Hoe moet ik bewijzen dat het plagiaat is? Bovendien heb ik mijn beelden niet beschermd. Ik heb geen zin mijn tijd en energie te steken in een rechtszaak.’ (…) In Het Parool laat Henneman weten noch het beeld noch de maker te kennen. Hij noemt de combinatie van beeld en titel 'opmerkelijk' maar door 'de griezelige vormgeving en het gebruikte materiaal is het beeld meer iets voor het spookhuis op de kermis'.  Zillweger vindt deze reactie beneden peil. ‘Ik heb respect voor de kunstenaar Henneman maar ik ben teleurgesteld in de mens Henneman. Erg klein, zo'n reactie.''

Lees hier meer. Eerder bericht over De Schreeuw en Uriah Heep: IEF 1570 (1 februari 2006). 

IEF 3783

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 08 maart 2007,  LJN: BA2385. Market4care Nederland B.V. tegen Tblox B.V.

Samengevat in de opgelegde rectificatie: “De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft TBlox bij vonnis van 8 maart 2007 veroordeeld tot het rectificeren van de door Tblox gedane onjuiste mededelingen over Market4Care. Daarnaast is het TBlox verboden dergelijke beweringen in de toekomst te doen. TBlox heeft ten onrechte gesuggereerd dat M4C niet te allen tijde de belangen van haar klanten en de daarbij behorende beveiliging van haar diensten in acht neemt. TBlox heeft deze suggestie niet aan de hand van feiten kunnen waarmaken. Daarnaast heeft TBlox in haar vergelijkende mededelingen over M4C geen volledige en juiste vergelijking toegepast.

Verder heeft de voorzieningenrechter bij vonnis van 8 maart 2007 beslist dat het aanbieden van een videopresentatie van de applicatie van Market4Care onrechtmatig was. Market4Care heeft auteursrecht op de applicatie en TBlox is niet gerechtigd op dit auteursrecht inbreuk te maken”

Lees het vonnis hier.

IEF 3780

Begrip voor auteursrecht

stam.JPGRapportage Stichting Auteursrechtmanifestaties. Onderzoek dat in opdracht van de Stichting Auteursrechtmanifestaties (STAM) is uitgevoerd. Dit onderzoek bestond uit een brede interviewronde en een rondetafelbijeenkomst met een select gezelschap. Tijdens dit onderzoek stond de vraag centraal hoe het begrip voor auteursrecht kan worden vergroot en wat de rol van voorlichting daarbij is. Het bestuur van STAM beraadt zich nu over de uitkomsten van het onderzoek en de rol van STAM in de toekomst. Fijn proza:
 
“Dat met communicatie alleen het imagoprobleem van auteursrecht niet is op te lossen, betekent volgens de deelnemers niet dat er in het geheel niet gecommuniceerd moet worden. Maar té vaak wordt een probleem volgens hen gereduceerd tot een communicatie-issue. Eerst iets doen, dan pas roepen, was het motto dat de deelnemers aan STAM meegaven. “We kunnen wel stellen ‘De boodschap moet duidelijker’, maar aan communiceren zijn we nog niet toe.”

De sector zou volgens een groot deel van de deelnemers meer moeten experimenteren en eerst met nieuwe businessmodellen moeten komen die beter ingesteld zijn op de wensen van de consument/eindgebruiker.

STAM-voorzitter Marieke Sanders sloot het rondetafelgesprek af met de vaststelling dat de stichting zich in de voorlichtingsactiviteiten tot nu toe wellicht iets te sterk op de eindgebruiker had gefocust en dat nu het vizier meer op de sector zelf zou moeten worden gericht door middel van conferenties, onderzoek, verzamelen van cases en modellen en benchmarking. Haar was zeer duidelijk geworden dat communicatie alleen niet volstaat om de auteursrechtproblematiek te tackelen en dat de bijeenkomst een aantal zeer bruikbare suggesties heeft opgeleverd waaruit een mix van mogelijkheden en oplossingen kan worden samengesteld.”

Lees het rapport hier.

IEF 3779

In een hoogoplopend conflict (2)

Persbericht SENA, in aansluiting op dit eerdere bericht over een geschil tussen SENA en de KHN: “KHN toont zich een onbetrouwbare partner. De sterk vereenvoudigde afdracht van SENA muziekrechten voor horeca ondernemers via Koninklijk Horeca Nederland (KHN) kan niet worden voortgezet. SENA, verantwoordelijk voor de rechten van artiesten en producenten, werd gedwongen de samenwerking met KHN te beëindigen toen bleek dat KHN een veel hogere vergoeding in rekening brengt bij haar leden dan nodig is op grond van de afspraken met SENA. SENA directeur Hans van Berkel: “Is dit nu samenwerken? Het is heel teleurstellend, wij voelen ons serieus misleid en in ons vertrouwen beschaamd.”
 
Recentelijk constateerde SENA dat KHN haar leden hogere tarieven in rekening brengt dan nodig is op grond van de regeling met SENA. Het geld dat KHN overhoudt, stopt KHN in eigen kas. SENA schat in dat het om tonnen per jaar gaat. SENA heeft KHN meerdere malen om openheid van zaken en uitleg gevraagd, maar kreeg slechts ontwijkende antwoorden. Ook afgelopen vrijdag meldde KHN dat het ‘pertinent onjuist’ is dat zij haar leden zou benadelen, maar ook nu weer zonder een enkel bewijs. Integendeel, uit de eigen jaarstukken blijkt duidelijk dat KHN tonnen overhoudt aan de regeling met SENA. Op die manier benadeelt KHN niet alleen haar eigen leden, maar ook de rechthebbenden van SENA.
 
Lees hier meer.

IEF 3777

De auteurswet aan te passen

mlv.gifNog niet gepubliceerde kamer vragen van het lid Vos (PvdA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het verbod van de NMA op prijsafspraken door vertalers. (Met dank aan Rien Verhoef, literair vertaler).

Onder andere:

“7. Bent u er van op de hoogte dat  Duitsland een regeling in de Auteurswet heeft opgenomen die prijsafspraken voor schrijvers toestaat en dat Duitsland dus een andere interpretatie hanteert van de Europese mededingingsregels?

8. Bent u bereid om een wettelijke regeling te treffen of de auteurswet aan te passen, zodat freelancers wel minimumtarieven mogen afspreken?”

Lees alle vragen hier

IEF 3776

Eerste Leeuwarder Jurkjeszaak (HB)

jrk.JPGGerechtshof Leeuwarden, 4 april 2007, rolnr. 0600269. Van der Meulen Sneek B.V. & Interoys Holland B.V. tegen Lucky Locket Ltd (met dank aan Evert van Gelderen & Michael Gerrits, De Gier & Stam).

Hoger beroep in de eerste Leeuwarder Jurkjeszaak. Lucky Locket, een Engelse kinderkledingfabrikant, brengt in Nederland een kinderjurk (verkleedjurk) op de markt van het model “Dragonfly’. Van der Meulen, im- en export van speelgoed, heeft in Nederland een kinderjurk op de markt gebracht onder de naam “Who’s that girl?”. Ik kort geding heeft de voorzieningenrechter de auteursrechtelijke inbreukvorderingen van Lucky Locket toegewezen. Het Hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter met een arrest dat niet veel nieuws oplevert, maar een paar aardige passages bevat.

Over de gestelde verwatering van het auteursrecht stelt het hof dat het theoretisch eigenlijk niet kan, maar geeft vervolgens aan hoe het misschien toch wel zou kunnen: “Van der Meulen stelt in dit hoger beroep o.a. dat het auteursrecht van Lucky Locket is verwaterd. (…) voorzover in het auteursrecht al gesproken zou kunnen worden van verwatering, in die zin dat een in aanvang beschermd werk verworden is tot een onbeschermde stijl - hetgeen zich overigens moeilijk laat inpassen in de systematiek van het auteursrecht -, heeft te gelden dat Van der Meulen volstrekt onvoldoende heeft gemotiveerd en onderbouwd waarom daar in het onderhavige geval sprake van is. Het had op de weg van Van der Meulen gelegen om aan de hand van de auteursrechtelijk beschermde trekken van de Dragonfly jurk, als opgesomd door de voorzieningenrechter in no. 6 van het bestreden vonnis, aannemelijk te maken dat de genoemde trekken op grote schaal terug te vinden zijn in andere kinder(verkleed)jurken, en wel in die mate dat gezegd moet worden dat (inmiddels) sprake is van algemene stijlkenmerken van de karakteristieken van de Dragonflyjurk voor kinder(verkleed)jurken. Dit heeft zij echter nagelaten, zodat hierop haar verwateringsverweer, wat daar verder ook van zij, strandt.” (10-11)

Over de richtlijnconforme proceskostenveroordeling stelt het hof dat er, hoewel de procedure dateert van voor de implementatiedatum, wel ruimte is voor richtlijnconforme interpretatie, zij het dat het eerdere kort gedingvonnis daar niet voor in aanmerking komt: 

“De voorzieningenrechter heeft Van der Meulen volgens de gebruikelijke liquidatietarieven veroordeeld in de proceskosten. Het hof onderschrijft het standpunt van Lucy Locket, dat zij op grond van art. 14 van de Handhavingsrichtlijn aanspraak zou kunnen maken op een volledige proceskostenvergoeding. Voor een beperkte uitleg van art. 14, in die zin dat slechts recht zou bestaan op een volledige proceskostenveroordeling indien sprake zou zijn van grootschalige namaak of piraterij -, ziet het hof voorshands onvoldoende aanknopingspunten in tekst en doel van de richtlijn.

De vraag is echter of er plaats is voor toepassing van de richtlijn, nu deze thans nog niet in het nationale recht is omgezet. Naar het voorlopig oordeel van het hof dient deze vraag bevestigend te worden beantwoord, nu de richtlijn reeds op 29 april 2006 had moeten zijn geïmplementeerd. Op grond van de
gemeenschapstrouw dient het hof het nationale recht richtlijnconform te interpreteren. Dat de inleidende dagvaarding van vóór deze datum dateert, doet hieraan niet af. Niet gezegd kan worden dat zulks in strijd zou zijn met de rechtszekerheid, nu de Handhavingsrichtlijn gepubliceerd is en derhalve kenbaar was voor Van der Meulen. Ook overigens ziet het hof geen beletsel voor een richtlijnconforme interpretatie. Wel zal het hof de kostenveroordeling zoals uitgesproken door de voorzieningenrechter in stand laten, nu dit vonnis dateert van vóór 29 april 2006.”(22-23)

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnis in kort geding: IEF 1721 (2 maart 2006). Eerder bericht 2e Leeuwarder jurkjeszaak: IEF 2413 (28 juli 2006).

IEF 3775

Vrijwel klakkeloos

plntet.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 4 april 2007, HA ZA 06-1210. Smit-Etiketten B.V. tegen Benfried B.V.

Auteursrecht op insteek-bloemetiketten. Vrijwel klakkeloze nabootsing. Wettelijk vermoeden makerschap. Bodemprocedure, gestart voor verstrijken implementatietermijn Handhavingsrichtlijn, liquidatietarief. Afbeeldingen in vonnis.

Eiser Smit heeft voor kwekerij Atlantis een insteeketiket ontworpen voor de Medinilla plant (boven). Atlantis neemt 300.00 etiketten af. Een tweede offerte van Smit, wordt niet gevolgd door een order. Atlantis stapt naar gedaagde Benfried die een zelfde soort insteeketiket ontwerpt en levert (onder). Smit sommeert Benfried de inbreuk op haar auteursrechten te staken.

De rechter beargumenteert dat het insteeketiket een werk is en komt vervolgens vrij snel tot de conclusie dat er sprake is van inbreuk en passeert alle uitvoerige verweren van Benfried (geen werk, niet de maker). ‘Het betreft een vrijwel klakkeloze nabootsing van alle relevant te achten vormgevingselementen.” (4.10).

Hetgeen Benfried heeft aangevoerd (dat het vormgevingserfgoed van insteekbloemetiketten maakt dat er geen sprake is van een eigen karakter of een persoonlijk stempelt) ‘overtuigt in het geheel niet.’ ‘Uit het overgelegde materiaal volgt juist vanwege de aangegeven talrijke vormgevingsverschillen dat het etiket dat Smit jegens Benfried inroept een eigen, oorspronkelijk karakter heeft dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Zodoende kan in het ontwerp voor dat etiket een auteursrechtelijk werk worden gezien.’

Ook moet Smit ex artikel 4 jo. 8 Aw als maker worden aangeduid. Het verweer (Gaastrazaak) gaat niet op. In die zaak  ging het om de vraag of het vermelden van de naam Gaastra als merkopdruk op kleding ook impliceert dat zij maker is ex art. 4 Aw. Het etiket in casu draagt echter niet de naam Atlantis, maar Smit-Etiketten. Benfried tracht nog aan te voeren dat Smit niet de auteursrechten op de foto op het etiket heeft, maar dit verweer wordt gepasseerd. De fotograaf was maar ‘stilist’ van Smit (HR NJ 1991/377 Kluwer/Lamooth, r.o. 3.4). Ook de poging om Atlantis als maker op te voeren (art. 6 Aw) strand.

Ter comparitie is zijdens Benfried ook erkend dat haar etiket ten opzichte van het eerdere etiket volgens het ontwerp van Smit, waarmee Benfried bekend was, geen andere vormgevingstotaalindruk maakt. Van een nieuw niet-inbreukmakend zelfstandig werk is met betrekking tot het etiket van Benfried dan ook geen sprake. Van loutere stijlnabootsing of enkele navolging van auteursrechtelijk
niet relevante of onbeschermde elementen, zoals Benfried eveneens ten onrechte aanvoert, al evenmin.

Een aantal vorderingen worden toegewezen. (verbod, vernietiging, rekening en verantwoording). Recall en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen. De zaak is voor 29 april 2006 (verstrijken implementatietermijn Handhavingsrichtlijn) aangevangen, zodat er voor volledige proceskosten geen plaats is.

Lees het vonnis hier.

IEF 3773

Dagboek

NRC Handelsblad  4 april 2007: Martinus T., de verdachte van de moord op politiek activist Louis Sévèke uit Nijmegen, wil niet dat er zonder zijn toestemming wordt geciteerd uit een dagboek waarin hij onder meer het motief voor zijn daad zou hebben beschreven.(…) Volgens Advocaat B. Ficq valt het dagboek onder de Auteurswet en heeft alleen haar cliënt het publicatierecht. Schenders van het auteursrecht zullen aansprakelijk worden gesteld ,,voor alle schade die hieruit voortvloeit”. In overleg met T. bepaalt Ficq of zejuridische stappen neemt tegen Wegener.  Ficq noemt het dagboek ,,een manuscript in de vorm van een geschreven autobiografie, waarin vele intieme details over het persoonlijk leven van cliënt worden opgetekend.”

IEF 3767

Persoonlijke groei (2)

bpsb.gifTot een rechtszaak  is het niet gekomen in de vermeende plagiaatzaak Bea Pols -Sonja Bakker, maar bijgelegd of uitgedoofd is het geschil ook niet, blijkens de website van Bea Pols. Op Beasafslankmethode.nl wordt op de pagina ‘Wat heeft Sonja overgeschreven?’ bijgehouden, inderdaad, wat Sonja Bakker zou hebben overgeschreven:

“Nieuws per 22-03- 2007 : Er blijken veel meer recepten uit de Allerhande voor te komen in de boeken van Mw. Bakker. We zoeken het uit! Wordt vervolgd…”

“Nieuws per 14-03- 2007 : In het SBS6 programma:”Je echte leeftijd” van 14-03- jl ging Mw. Bakker met twee deelnemers een perzik-rozemarijntaart uit haar boek:”Bereik en behoud je ideale gewicht” maken. Klik hier voor het recept op de site van Mw. Bakker. Dit recept blijkt ook te staan op de website van Allerhande van Albert Heijn. Ook kwam ik daar een “ Kaneel-appelsoufflé ” tegen die Mw. Bakker op blz. 194 “Appelsoufflé” heet.’

Nieuws per 30-11-2006: Televisie-uitzending van Een Vandaag. Hoogleraar auteursrechten Jaap Spoor zegt: ”Mw. Bakker heeft wat uit te leggen.” Het filmpje is te zien op:www.eenvandaag.nl”

Lees hier meer. Eerder bericht: IEF 2627 (19 september 2006).

IEF 3765

In een hoogoplopend conflict

khns.gifDe Stentor bericht dat Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in een hoogoplopend conflict is verwikkeld met auteursrechtenorganisatie Sena. “De onenigheid draait om een aanzienlijk kortingsbedrag voor kroegbazen en restauranthouders dat KHN ten onrechte in eigen zak zou hebben gestoken. Sena, die voor muzikanten en producenten auteursrechten int, heeft het contract met de landelijke horecavereniging per direct opgezegd. ‘Er is een fors meningsverschil over de kortingsregeling", zegt woordvoerder Anne Sevinga. ‘Maar we zijn nog aan het praten. Ons definitieve standpunt is nog niet bepaald.’”

In een persbericht “distantieert KHN zich volledig van de aantijgingen door SENA over de verdeling van gelden onder leden ‘Het is pertinent onjuist wanneer SENA beweert dat bedragen niet op de juiste plek terecht zouden zijn gekomen. Koninklijk Horeca Nederland bevoordeelt juist haar leden met deze regeling. Onze leden betalen via ons veel minder aan SENA, dan ze anders aan SENA rechtstreeks zouden moeten betalen.’

(…) De opstelling van SENA stelt KHN directeur Jeu Claes teleur omdat deze auteursrechtenorganisatie nu juist op de goede weg was met de in 2004 overeengekomen lumpsum-regeling. In deze regeling is vastgelegd dat Koninklijk Horeca Nederland jaarlijks een lumpsum-bedrag betaalt aan SENA, waarmee de afdracht van SENA-muziekrechten voor deelnemende leden in 1 keer wordt afgekocht.

(…) “De lumpsum-regeling die Koninklijk Horeca Nederland voor haar leden met SENA heeft afgesproken, blijft onverminderd van kracht", zegt Claes. "Het klopt dat SENA formeel heeft opgezegd, maar aangezien SENA hiervoor niet de juiste opzeggingstermijn in acht heeft genomen, geldt de overeenkomst nog gewoon in 2007."

Lees het artikel in de Stentor hier. Lees het persbericht hier.