Hogere voorziening: De onjuiste toepassing van 'betrokken sector' in het modellenrecht
Hogere voorziening ingesteld bij HvJ EU 11 juli 2015, IEF 15346; zaak C-361/15P (Easy Sanitairy Solutions - Doucheafvoergoot)
Modellenrecht. De "betrokken sector" is niet beperkt tot die van de sector van het voortbrengsel van het model. De middelen en voornaamste argumenten tegen arrest van Gerecht EU [IEF 14958]:
Middel 1, Onderdeel a): Het Gerecht heeft artikel 25, lid 1, sub b), juncto artikel 7, lid 1, van verordening nr. 6/20021 geschonden door te overwegen en beslissen dat een ouder model dat is verwerkt in of toegepast op een ander voortbrengsel dan dat waarop een later model betrekking heeft, in beginsel relevant is voor de beoordeling van de nieuwheid, in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002, van dit latere model en dat de formulering van laatstgenoemd artikel zou uitsluiten dat een model als nieuw kan worden beschouwd wanneer een identiek model eerder voor het publiek beschikbaar is gesteld, ongeacht het voortbrengsel waarin dat oudere model is verwerkt of waarop het is toegepast. Het oordeel van het Gerecht dat de "betrokken sector" in de zin van artikel 7, lid 1, van verordening nr. 6/2002 niet beperkt is tot die van het voortbrengsel waarin het litigieuze model zal worden verwerkt of waarop dit zal worden toegepast, is rechtens onjuist.
Onderdeel b): Het Gerecht heeft de artikelen 25, lid 1, onder b), juncto artikel 5 van verordening nr. 6/2002 geschonden door te overwegen en beslissen dat een gemeenschapsmodel niet als nieuw kan worden beschouwd in de zin van artikel 5, lid 1, van verordening nr. 6/2002 indien een identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de in die bepaling gestelde data, ook al zou dit oudere model worden verwerkt in of toegepast op een ander voortbrengsel dan het voortbrengsel of de voortbrengselen die uit hoofde van artikel 36, lid 2, van verordening nr. 6/2002 in de aanvrage zijn opgegeven.
Onderdeel c): Het Gerecht heeft artikel 10, artikel 19 en artikel 36, lid 6, van verordening nr. 6/2002 geschonden door te oordelen dat deze artikelen met zich brengen dat de houder van een ingeschreven modelrecht derden kan beletten het model waarvan hij houder is alsmede elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt zonder diens toestemming te gebruiken in alle types voortbrengselen.
Middel 2: Het Gerecht heeft door te overwegen zoals het heeft gedaan in de laatste zin van punt 137 van zijn beslissing de grenzen van de rechtmatigheidstoetsing overschreden en heeft aldus artikel 61 van verordening nr. 6/2002 geschonden.
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel,
Gemeenschapsmodellenrechten. Appellant verzoekt om vernietiging van de nietigheidsprocedure tegen zijn model voor een riem met daarop 'diesel' gestanst ingezet door oudere internationale merkhouder van het woordmerk DIESEL. Maar ziet zijn verzoek afgewezen, er is verwarringsgevaar en DIESEL bewijst normaal gebruik. De vordering om de nietigheid af te wijzen slaagt niet en wordt afgewezen.
Gemeenschapsmodel. Modellenrecht. Afwijzing nietigheidsverzoek voor ingeschreven gemeenschapsmodel dat een handtas weergeeft. Ter onderbouwing van de vordering tot nietigverklaring heeft H&M (verzoekster), ter staving van haar stelling dat het litigieuze model geen eigen karakter heeft, verwezen naar een ouder model. De kamer van beroep heeft geen blijk van een onjuiste opvatting gegeven door te verklaren dat de factor betreffende de vrijheid van de ontwerper op zich alleen niet bepalend kan zijn voor de beoordeling van het eigen karakter van een model, maar met deze factor rekening moet worden gehouden bij deze beoordeling. Het beroep tegen de afwijzing wordt verworpen en het model blijft in stand.
Modelrecht. Inbreuk op Gemeenschapsmodellen tafels. Eichholtz is een meubelgroothandel dat meubels en interieuraccessoires ontwerpt, produceert en verkoopt onder meer in Europa, waaronder haar "Asscher tafels". Eichholtz vordert met succes dat de "Kimberley" tafels van gedaagde worden verboden op grond van artikel 19 GModVO. De "Asscher" tafels verschilt wat betreft hun karakteristieke en specifieke kenmerken voldoende van het door gedaagde aangevoerde vormgevingserfgoed (namelijk een tafel bij meubelzaak 'Beymen' in Istanbul) en er is een geldig Gemeenschapsmodelrecht. De nevenvorderingen worden afgewezen vanwege gebrek aan spoedeisend belang.
Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Wim Maas,
Auteursrecht. Niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Bewijs. 1019g Rv. Onrechtmatig bewijsbeslag. Anders dan de voorzieningenrechter IEF 14060 is er geen auteursrecht op rotan fietsmanden van Basil. De elementen zijn functioneel en de materiaalkeuze is triviaal. Een verbod is niet toewijsbaar aangezien er geen auteursrecht rust op de Basil Denton en het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel reeds is geëxpireerd, zodat er geen spoedeisend belang uit volgt. Burgers Lederwarenfabriek moet bewijzen dat de Dian-mand op de Ambiente Beurs in Frankrijk publiekelijk is getoond.
Modellenrecht. Nieuwheid. Group Nivelles meent dat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het litigieuze model nieuw was in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002. Het onderzoek van de nieuwheid van het bestreden model was onvolledig. Verzoeksters tweede vordering strekt in wezen tot herziening van de bestreden beslissing, zodat de beslissing van de nietigheidsafdeling houdende toewijzing van de vordering tot nietigverklaring wordt bevestigd, in voorkomend geval na wijziging van de gronden van laatstgenoemde beslissing. De beslissing van de derde kamer van beroep van het BHIM wordt vernietigd. Het Gerecht ziet af van de herziening omdat verzoeksters belangen voldoende verzekerd zijn door de vernietiging van de bestreden beslissing.