Modellenrecht  

IEF 4962

Sluitsteen BVIE & BOIE

bbiezet.gifOndertekening Zetelovereenkomst voor de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen). Op 10 oktober 2007 hebben de Nederlandse Staatssecretaris van Europese Zaken, Frans Timmermans en de Directeur-Generaal van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom, Edmond Simon, de zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de in Den Haag gevestigde Benelux-Organisatie ondertekend.

De zetelovereenkomst geeft uitvoering aan het Protocol inzake Voorrechten en Immuniteiten van de BOIE en heeft tot doel het goed functioneren van de BOIE en de beveiliging van haar belangen te waarborgen. Het regelt een aantal zaken tussen de internationale organisatie BOIE en het gastland Nederland op het gebied van onschendbaarheid, voorrechten en immuniteiten, tewerkstelling en de verblijfsrechten voor personeel. De zetelovereenkomst vormt het sluitstuk van de definitieve erkenning van de BOIE als internationale organisatie. De zetelovereenkomst schakelt bepaalde personeelsleden van de BOIE gelijk met diplomatieke ambtenaren.Met het sluiten van de overeenkomst zijn de werkzaamheden aan het BVIE en het instellen van de BOIE afgerond.

Nederlandse tekst zetelovereenkomst hier. Franse tekst hier. Lees het persbericht hier.

IEF 4959

Boip Berichten

Berichten van de BOIP website:

1. "Op 10 oktober 2007 hebben de Nederlandse Staatssecretaris van Europese Zaken, Frans Timmermans en de Directeur-Generaal van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom, Edmond Simon, de zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de in Den Haag gevestigde Benelux-Organisatie ondertekend."

Lees hier meer

2. Aangepaste procedure voor opschorting opposities bij een rechterlijke vordering

Lees hier meer

IEF 4957

Namaak op modelrechtelijke grondslag

Esprit.jpgRechtbank ’s-Gravenhage,17 oktober 2007, KG ZA 07-1168, G-Star International B.V. tegen Esprit Europe B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken uitspraak in kort geding (met plaatjes). Grensoverschrijdende inbreuk op niet-ingeschreven gemeenschapsmodellen. Tevens beroep op auteursrecht en slaafse nabootsing. Compensatie van proceskosten.

Eiseres G-Star heeft acht kledingontwerpen op de markt gebracht: (a) een jas ‘Mash Jacket’ (introductie 2004), (b) een blazer ‘Sniper Blazer’ (2006), (c) een T-shirt ‘Skort’ (2006), (d) een vest ‘Clinter Cardigan’ (2006), (e) een jas ‘Midnight Art Jacket’ (2006), (f) een capuchontrui ‘Tex Hooded Knit’ (2006), (g) een spijkerbroek ‘Core Custom’(2005) en (h) een jas ‘Motor Safety Plus Jacket (2004). G-Star stelt dat Esprit deze collectie heeft nagemaakt en beroept zich met betrekking tot de gehele collectie op haar auteursrecht en slaafse nabootsing en wat betreft de kledingstukken b tot en met g op haar niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht. De voorzieningenrechter beoordeelt elk kledingstuk afzonderlijk mede aan de hand van het steeds door Esprit aangegeven zogenaamde ‘Umfeld’ (ook wel ‘de rest van de markt’, IEF).

Niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen
Een model, dat nieuw is en een eigen karakter heeft, wordt gedurende drie jaar met ingang van de datum waarop het model voor het eerst binnen de Gemeenschap voor het publiek beschikbaar is gesteld, als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel beschermd (art. 11 lid 1 GModVo). De kledingontwerpen b, c, e en g van G-Star zijn volgens de voorzieningenrechter nieuw en hebben een eigen karakter, zodat deze als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen bescherming toekomen. De overeenkomsten tussen deze kledingstukken en die van Esprit zijn volgens de rechter van dien aard dat de ontwerpen van Esprit niet kunnen worden gekwalificeerd als zijnde voortvloeiend uit onafhankelijk scheppend werk door een ontwerper van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij het door G-Star geopenbaarde model niet kende, met andere woorden: deze ontwerpen van Esprit zijn namaak in de zin van art. 19 lid 2 GModVo.

Interessant is de overweging van de voorzieningenrechter ten aanzien van het door Esprit aangegeven Umfeld. Het overleggen van via internet gevonden afbeeldingen van oudere ontwerpen van derden blijkt niet afdoende voor het aantonen dat er sprake is van onafhankelijk scheppend werk. “4.7.4. (…) Nu aangenomen moet worden dat in het ontwerpcentrum in elk geval eigen ontwerpen zullen worden gearchiveerd, had Esprit langs die weg aannemelijk kunnen maken dat er sprake was van eigen werk. In plaats daarvan heeft Esprit –naar eigen zeggen - zich beperkt tot dagenlang internetten waarbij zij het Umfeld kennelijk heeft gezocht bij anderen en niet bij haarzelf (…).”

Auteursrecht
Aangezien de jassen (a) ‘Mash Jacket’ en (h) ‘Motor Safety Plus Jacket’, welke in juli 2004 op de markt zijn gebracht, geen bescherming toekomt als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen beroept G-Star zich op haar auteursrecht. Het beroep op auteursrecht slaagt niet. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zijn deze jassen niet aan te merken als oorspronkelijke werken die het persoonlijk stempel van de maker dragen.

Slaafse nabootsing
Met betrekking tot de kledingstukken b, c, e en g heeft de rechter geoordeeld dat sprake is van namaak. “Wat betreft deze kledingstukken is het beroep van G-Star op slaafse nabootsing zonder belang. Wat betreft de overige kledingstukken geldt dat aannemelijk is dat Esprit zich bij de samenstelling van haar eigen collectie heeft laten inspireren door de overige kledingstukken uit de Collectie van G-Star. Van verwarring is evenwel geen sprake. De vorderingen op grond van slaafse nabootsing zullen daarom worden afgewezen.” (4.13.)
 
Grensoverschrijdend verbod
De voorzieningenrechter beveelt Esprit iedere verdere inbreuk op de exclusieve Gemeenschapsmodelrechten van G-Star te staken en gestaakt te houden in de lid-staten van de Europese Unie, in het bijzonder te staken en gestaakt te houden ieder vervaardigen, inkopen, afbeelden, verkopen, ter verkoop aanbieden, verhandelen, importeren en/of exporteren van de kledingstukken welke zijn nagemaakt van de kledingstukken b, c, e en g van G-Star.

Proceskosten
“4.19. Partijen hebben over en weer de hoogte van de gevorderde proceskosten betwist. De voorzieningenrechter zal aan die discussie voorbij gaan omdat gegeven de intrekking van het merkenrechtelijk deel van de vorderingen, waartegen Esprit wel verweer heeft gevoerd en voorbereid, en de afwijzing van de vorderingen met betrekking tot vier van de acht kledingstukken, geoordeeld moet worden dat compensatie van kosten in dit geval geboden is.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4916

Herstelvonnis

Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 oktober 2007, KG ZA 07-116, G-Star International B.V. tegen Esprit Europe (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

Hestelvonnis m.b.t. dit eerdere vonnis. Toevoeging aan het dictum:

“veroordeelt Esprit tot betaling van een dwangsom van €10.000 voor ieder product waarmee (een gedeelte van) dit bevel wordt overtreden, of, zulks naar keuze van G-star, voor iedere dag (of gedeelte van een dag) dat een overtreding voortduurt;”

Lees het herstelde vonnis hier.

IEF 4894

Eerst even voor jezelf lezen

Twee maal voor de gehele gemeenschap:

Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 oktober 2007, HA ZA 07-744, Parfumerie Douglas Gmbh c.s tegen Noapoa Enterprises N.V.

“4.14.Het gevorderde verbod op inbreuk op het Gemeenschapsmerk is eveneens toewijsbaar. Noapoa erkent dat zij het merk DOUGLAS binnen de gemeenschap in het economisch verkeer gebruikt voor speelgoed. (…) 4.15.De rechtbank zal het verbod toewijzen voor de gehele gemeenschap. Een door een op grond van artikel 93 lid 1 GMV bevoegde rechter uitgesproken verbod op een Gemeenschapsmerk dient in beginsel voor de gehele gemeenschap te gelden, tenzij er gronden zijn om dit verbod tot een bepaalde lidstaat te beperken. Omstandigheden die afwijking van dit beginsel rechtvaardigen, zijn gesteld noch gebleken. Integendeel.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage,17 oktober 2007, KG ZA 07-1168, G-Star International B.V. tegen Esprit Europe B.V.

“Beveelt Esprit om onmiddellijk na betekening van dit vonnis iedere verdere inbreuk op de exclusieve Gemeenschapsmodelrechten van G-Star te staken en gestaakt te houden in de lid-staten van de Europese Unie, in het bijzonder te staken en gestaakt te houden ieder vervaardigen, inkopen, afbeelden, verkopen, ter verkoop aanbieden, verhandelen, importeren en/of exporteren van de kledingstukken welke zijn nagemaakt van de kledingstukken van G-Star met de aanduidingen Sniper Blazer, T-shirt Skort, het Midnight Art Jacket en de spijkerbroek Custom Core.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4879

De vorm van een ronde tafel

union.gifThe Dutch Group of UNION organises a Roundtable on the Protection of the Shape of Products. This Roundtable takes place at the Kurhaus Hotel, in the afternoon of October 25, 2007. UNION is an association of practitioners in the field of Intellectual Property, that is, of individuals whose principal professional occupation is concerned with Patents, Trade Marks or Designs.

Willem Hoorneman (CMS Derks Star Busman) will explore the issue from an aesthetic perspective and Bas Pinckaers (Van Doorne N.V.) from a technical perspective. David Musker (R.G.C. Jenkins & Co.) will give the UK perspective. The Roundtable will be followed by a reception providing a meet and greet opportunity with UNION members from all over Europe.

Nadere informatie over Union, de Roundtable, en een registratieformulier hier.

IEF 4832

Europa gaat internationaal (3)

Al eerder gemeld, nu officieel bericht van WIPO: “The Director General of the World Intellectual Property Organization presents his compliments to the Minister for Foreign Affairs and has the honor to notify him of the deposit by the Council of the European Union, on September 24, 2007, of the instrument of accession by the European Community to the Geneva Act of the Hague Agreement Concerning the International Registration of Industrial Designs, adopted at Geneva on July 2, 1999 (the “Geneva Act”).

As requested by the European Community, the Geneva Act will enter into force in respect of the European Community, on January 1, 2008. ”

Lees de volledige aankondiging hier.

IEF 4817

Er zijn geen strakke spelregels

pnn.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 oktober 2007, KG ZA 07-976, Velopa B.V. tegen GTV Tools

Kort geding. Auteursrecht, modellenrecht, slaafse nabootsing. Inbreuk op auteursrecht aangenomen. Inbreuk op modellenrecht afgewezen. Gedaagde is verschenen zonder procesvertegenwoordiging, maar dat is een reden voor matiging van de proceskostenveroordeling.

Velopa ontwikkelt en levert producten en materialen voor de inrichtingen van openbare buitenruimtes. Velopa heeft in het najaar van 2003 een zogenaamde “pannafield” – een klein, geheel met hekwerk omheind, voetbalveld voor het relatief nieuwe straatvoetbalspel “panna” – ontwikkeld.  Voor een bepaald soort model goaltje heeft Velopa op 15 januari 2004 een Gemeenschapsmodel gedeponeerd.

Van Lin heeft een eenmanszaak en heeft in de periode december 2005 tot en met januari 2007 vijf verschillende goaltjes ontwikkeld. Deze goaltjes heeft zij tot op de dag van de zitting aangeboden via haar website.

Velopa is van mening dat type 3 van de door Van Lin ontwikkelde goaltjes inbreuk maakt op haar rechten.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat voorshands van modelrechtinbreuk geen sprake is, omdat de buizen van het goaltje van Van Lin anders dan volgens het ingeroepen Gemeenschapsmodel geheel van ronde buizen is vervaardigd. Het gebruik van ronde in plaats van vierkante buizen is doorslaggevend voor het verschil in totaalindruk.

De Voorzieningenrechter oordeelt voorts dat voorshands sprake is van auteursrechtinbreuk die een inbreukverbod in kort geding rechtvaardigt. Het is onbestreden dat het definitieve ontwerp van het “panna”-goaltje van Velopa is namelijk ook van ronde buizen vervaardigd. Ook dit definitieve ontwerp van Velopa is ouder dan het goaltje van Van Lin. Evenmin is bestreden dat het ontwerp van Velopa een eigen, oorspronkelijk karakter heeft, dat het persoonlijk stempel van de maker draagt en zodoende een werk is in de zin van de Auteurswet.

Voor zover in het summiere verweer van Van Lin een beroep op het (geheel) technisch bepaald zijn van het ontwerp moet worden gezien, wordt dit afgewezen door de Voorzieningenrechter. Er zijn volgens de rechter meer dan voldoende elementen in de vormgeving die niet technisch bepaald zijn en juist die elementen zijn bepalend voor de totaalindruk. Bovendien heeft Van Lin niet weersproken dat het ontwerp van Velopa technisch gezien niet de meest voor de hand liggende is en evenmin de goedkoopste om te fabriceren.

De Voorzieningenrechter acht het goaltje van Van Lin een ongeoorloofde verveelvoudiging van het ontwerp van Velopa. Omtrent het ontbreken van ontlening overweegt hij dat Van Lin zijn verweer onvoldoende heeft onderbouwd. Ook het verweer dat het betreffende goaltje niet langer door Van Lin wordt gevoerd, wordt afgewezen. Het goaltjes stond nog op internet tot op de dag van de zitting, er is geweigerd een onthoudingsverklaring te tekenen, en er is erkend dat Van Lin het gewraakte goaltje eerder wel op de markt heeft gebracht.

De rechter ziet geen reden voor matiging van de proceskostenveroordeling. Niet is onderbouwd dat de financiële situatie van de startende eenmanszaak van Van Lin precair is. Het niet inschakelen van een advocaat en het daardoor oplopen van de proceskoten van de eiser komt voor eigen risico van Van Lin en is geen reden om de proceskosten van eiser te matigen. Volgens de Voorzieningenrechter mag van een deelnemer aan het economische verkeer verwacht worden dat deze zich ter zake informeert en zich bij geschillen als de onderhavige van de benodigde rechtsbijstand voorziet. Wel corrigeert de Voorzieningenrechter de hoogte van de vordering op twee punten, namelijk ten aanzien van de uren besteedt aan de dagvaarding en de kosten van de modellengemachtigde. 

Lees het vonnis hier.

IEF 4805

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 oktober 2007, KG ZA 07-976, Velopa B.V. tegen GTV Tools.  (met dank aan Theo Bosboom, Dirkzwager)

“Velopa vordert - samengevat - een Gemeenschapsmodelinbreukverbod, een auteursrechtinbreukverbod, alsmede een verbod tot slaafse nabootsing en diverse nevenvorderingen, te weten een registeraccountantsgerectificeerd bevel van het aantal geproduceerde, ingekochte, verkochte. geleverde, voorradig of bestelde inbreukmakende pannadoeltjes, van professionele afnemers daarvan, alsmede van de daarmee behaalde bruto- en nettowinst, alles op straffe van dwangsommen, waarbij aanspraak wordt gemaakt op een
proceskostenveroordeling volgens art.  1019h Rv.”

Lees het vonnis hier. 'Schone' versie Rechtbank Den Haag hier.

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 20 september 2007, rolnr. 06/50, Bonar Technical Fabrics N.V. tegen Ludvig Svensson International B.V.(met dank aan Wilfred Steenbruggen en Gertjan Kuipers, De Brauw Blackstone Westbroek).

“Slotsom van het vorenstaande is dat de vordering van Bonar tot vernietiging van het octrooi van LSI afgewezen dient te worden en dat de grieven in het principale beroep falen, wat er ook zij van de overwegingen van de rechtbank. In het principale beroep zal het vonnis mitsdien worden bekrachtigd en Bonar als na te meiden worden veroordeeld in de kosten aan de zijde van LSI gevallen.”

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnis rechtbank: IEF 1184).

IEF 4801

Nieuwsbrieven

EPO. O.a: “The last two issues of Patent Information News have included articles on the forthcoming entry into force of the new European Patent Convention, due to take place on 13 December 2007 at the latest. In this edition,we take a closer look at the changes that the new Convention, generally referred to as EPC 2000, will have on the EPO's Register Plus service.”

Lees de nieuwsbrief hier.

OHIM. O.a: “Wouldn’t it be nice if clothes designers showing at Milan or Paris had to wait little more than 48 hours to have effective and enforceable protection for their creations? That day may not be very far off, according to José Izquierdo, assistant to the director in the designs department.  On 18 September, OHIM took a big step towards faster protection for designs of all kinds by moving from weekly to daily publication of the Community Designs Bulletin. “Once a design is published you can sue the pirates or take out an injunction. Time matters with design lifecycles getting shorter all the time”, says Izquierdo.

Lees de nieuwsbrief hier.