Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Ruby Nefkens Legal.
Executiegeschil na merkinbreukvonnis: voorzieningenrechter wijst schorsingsverzoek af

Vzr. Rb. Den Haag 7 januari 2025, IEF 22510 (Eiser tegen Sisley). Op 24 december oordeelde de voorzieningenrechter dat een verkoper inbreuk heeft gemaakt op de merkenrechten van Sisley. Sisley hanteert een selectief distributiesysteem. De verkoper bood zonder toestemming Sisley-producten aan. De rechter oordeelde dat dit merkinbreuk was en wees Sisleys vorderingen toe: een inbreukverbod, inzageplicht en proceskostenveroordeling [zie IEF 22507]. Tegen dit vonnis heeft de verkoper, eiser in deze zaak, een executie kort geding aanhangig gemaakt, dat op 7 januari 2025 diende en waarvan mondeling vonnis is gewezen. In deze zaak vordert eiser op voet van artikel 438 lid 2 Rv dat de executie van de toegestane inzage in en afschrift van beslagen bescheiden wordt geschorst totdat in hoger beroep eindarrest is gewezen. Er is niet gebleken dat er sprake is van een kennelijke juridische of feitelijke misslag. Voor de vraag of de gevorderde schorsing van de tenuitvoerlegging toewijsbaar is, moet er dus een belangenafweging gemaakt worden. Hierbij wegen ook de omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor de datum van het vonnis mee.