Octrooirecht  

IEF 16086

HvJ EU: Licentienemer moet na octrooivernietiging royalty's doorbetalen voor duur van licentieovereenkomst indien opzegtermijn redelijk is

HvJ EU 7 jul 2016, IEF 16086; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-licentienemer-moet-na-octrooivernietiging-royalty-s-doorbetalen-voor-duur-van-licentieovereen

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16086; IEFbe 1856; C-567/14; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech)
Octrooirecht. Royalty's. Prejudiciële vragen over doorbetaling vaste royalty's bij retroactieve nietigverklaring van de octrooien.

Artikel 101 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat krachtens een licentieovereenkomst als aan de orde in het hoofdgeding, de licentienemer wordt verplicht royalty’s te betalen voor het gebruik van een geoctrooieerde technologie gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst, wanneer het in licentie gegeven octrooi nietig wordt verklaard of daarop geen inbreuk wordt gemaakt, indien de licentienemer deze overeenkomst binnen een redelijke termijn vrij kon opzeggen.

 

IEF 16080

Uitspraak ingezonden door Marleen van den Horst en Claudia Zeri, Barents Krans.

Vakman zou routine tests op trial and error basis uitvoeren met laagst therapeutisch effectieve orale dosis

Rechtbank Den Haag 6 jul 2016, IEF 16080; (Novartis tegen Alvogen en Focus Farma), https://ie-forum.nl/artikelen/vakman-zou-routine-tests-op-trial-and-error-basis-uitvoeren-met-laagst-therapeutisch-effectieve-oral

Rechtbank Den Haag 6 juli 2016, IEF 16080; ECLI:NL:RBDHA:2016:7502 (Novartis tegen Alvogen en Focus Farma)
Octrooirecht. Novartis is houdster van EP2292219 B1 voor een medicinale pleister voor transdermaal gebruik voor toediening van rivastigmine tegen Alzheimer. Alvogen c.s. heeft bij CtBG marktvergunningen verkregen voor Permente patch. Volgens de Vzr. Rechtbank Den Haag [IEF 13378] en het Hof Den Haag [IEF 14382] bestaat er een serieuze niet te verwaarlozen kans dat het EP wordt herropen of vernietigd wegens toegevoegde materie. EP 219 is niet inventief. De rechtbank volgt Alvogen c.s. dat ook zijn algemene vakkennis de gemiddelde vakman op de prioriteitsdatum niet zou hebben weerhouden, integendeel, om bij de routine tests op 'trial and error' basis uit te gaan van de laagste therapeutisch effectieve orale dosis.

 

 

IEF 16075

Octrooi anti-lichaam in een geneesmiddel voor kankerbehandeling geldig

Rechtbank Den Haag 29 jun 2016, IEF 16075; ECLI:NL:RBDHA:2016:7363 (MSD tegen ONO), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-anti-lichaam-in-een-geneesmiddel-voor-kankerbehandeling-geldig

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16075; LS&R 1342; ECLI:NL:RBDHA:2016:7363 (MSD tegen ONO)
Octrooirecht. Ono is houdster van Europees octrooi EP1537878 genaamd 'immunopotentiating compositions' voor het gebruik van een anti-PD-1 antibody in een geneesmiddel voor kankerbehandeling. Dat in Prioriteit I geen antilichamen openbaart die de wisselwerking tussen PD-1 en PD-L2 remmen doet er niet toe, het octrooi zich beperkt tot antilichamen die het immuunonderdrukkende effect van PD-1 remmen. De conclusies van EP 878 zijn dus niet breder dan Prioriteit I. Het NL deel van EP878 blijft ongewijzigd, zonder hulpverzoeken, in stand. Het octrooi is geldig. In reconventie: octrooiinbreuk door MSD. 

 

IEF 16069

Uitspraak ingezonden door Ricardo Dijkstra, Vondst.

Oorspronkelijk verleende octrooi wordt waarschijnlijk niet door Technische Kamer in stand gelaten

Hof Den Haag 28 jun 2016, IEF 16069; (B.Braun tegen Safemedic en Troge), https://ie-forum.nl/artikelen/oorspronkelijk-verleende-octrooi-wordt-waarschijnlijk-niet-door-technische-kamer-in-stand-gelaten

Hof Den Haag 28 juni 2016, IEF 16069 (B.Braun tegen Safemedic en Troge)
Octrooirecht. B.Braun is houdster van EP 1 911 487 B1 voor een "spring clip as needle tip protection for a safety IV catheter", dit is afsplitsing van EP 969 en subafsplitsing van EP 588 (het grootmoederoctrooi). Alle vorderingen in conventie en in reconventie worden afgewezen. Er is een serieuze, niet te verwaarlozen kans dat het octrooi in de oorspronkelijk verleende vorm in de oppositieprocedure door de Technisch Kamer van Beroep niet in stand zal worden gelaten, zodat er geen plaats is voor toewijzing van de vorderingen van B. Braun. Het weglaten van een 'clamping element' zou niet geldig worden geacht, wegens toegevoegde materie. Het Hof bekrachtigt het vonnis [IEF 13381] waarvan beroep.

IEF 16068

Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.

Nietig octrooi roterend vorkenbord, merkinbreuk door voormalig distributeur door oude marktplaatsadvertenties

Rechtbank Den Haag 29 jun 2016, IEF 16068; (Slemaco tegen VHS), https://ie-forum.nl/artikelen/nietig-octrooi-roterend-vorkenbord-merkinbreuk-door-voormalig-distributeur-door-oude-marktplaatsadve

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16068 (Slemaco tegen VHS)
Octrooirecht. Merkenrecht. Slemaco ontwikkelt en produceert voorzetstukken voor verreikers, zoals een roterend vorkenbord onder het merk ROMASTOR. Zij is houdster van EP2427402  voor een hefinrichting en heforgaan voor toepassing in een hefinrichting. Het Nederlandse deel van het octrooi is nietig; de Rototilt op een graafmachine in een YouTube-filmpje is van net voor de prioriteitsdatum.

Partijen hadden een distributierelatie en het teken ROMASTOR werd vermeld op een opdrachtbevestiging (voor een tweede vorkenbord), waar geen ROMASTAR werd geleverd. Ook werden er marktplaatsadvertenties getoond onder verwijzing naar romastor.nl. Dit gebeurde in de periode dat er nog een samenwerking liep. De omstandigheid dat er op dat moment nog een distributierelatie bestond tussen partijen, maakt vanzelfsprekend niet dat VHS het teken ROMASTOR mag gebruiken voor niet van Slemaco c.s. afkomstige vorkenborden. Het in de lucht houden van advertenties na afloop van de samenwerking is te kwalificeren als merkinbreuk aangezien een beroep op uitputting niet meer kan opgaan (er was geen sprake van voorraad bij VHS). Er volgt een merkinbreukverbod, afgifteplicht en over een weer overdracht van domeinnamen met ROMASTOR en handelsnaam VHS daarin.

 

IEF 16067

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen en Michiel Rijsdijk, Arnold & Siedsma.

Geen inzagerecht bij evident nietig, kennelijk ongeldig octrooi

Hof Den Haag 28 jun 2016, IEF 16067; ECLI:NL:GHDHA:2016:1734 (Plantlab tegen Deliscious), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inzagerecht-bij-evident-nietig-kennelijk-ongeldig-octrooi

Hof Den Haag 28 juni 2016, IEF 16067; ECLI:NL:GHDHA:2016:1734 (Plantlab tegen Deliscious)
Octrooirecht. Inzage-incident. Zie eerder IEF 13454; IEF 14304. Partijen hebben samengewerkt waarbij een experimentele teeltruimte is gerealiseerd door eiser. Plantlab is houdster van octrooi NL2002091. De rechtbank heeft de maatstaf voor de inzagevordering uit 843a jo. 1019a Rv niet te streng aangelegd. In ieder geval kan de vordering niet worden toegewezen indien sprake is van een octrooi dat om welke reden dan ook evident nietig (kennelijk ongeldig) is, daarvan is in dit geval sprake. De kennelijke ongeldigheid, wordt bepleit met een final rejection van USPO en een Advies van Octrooicentrum NL [IEF 15228] (waartegen verweer wordt gevoerd met een hulpverzoek). Het advies velt daarmee een vernietigend oordeel over de geldigheid van het octrooi; in dit inzage-incident wordt uitgegaan van een kennelijk ongeldig octrooi.

IEF 16063

Vordering licentievergoeding voor gezamenlijk gehouden octrooi gehalveerd

Rechtbank Midden-Nederland 18 mei 2016, IEF 16063; ECLI:NL:RBMNE:2016:2695 (Kruyder Amersfoort tegen Charmag), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-licentievergoeding-voor-gezamenlijk-gehouden-octrooi-gehalveerd

Rechtbank Midden-Nederland 18 mei 2016, IEF 16063; ECLI:NL:RBMNE:2016:2695 (Kruyder Amersfoort tegen Charmag)
Octrooirecht. Licentievergoeding. Stukgelopen samenwerking. Zie eerder IEF 10660. Kruyder vordert betaling van licentievergoeding - na deskundigenadvies - 4% van de verkoopwaarde van alle verkopen. Vanwege gezamenlijk houderschap wordt de licentievergoeding gehalveerd tot 2% van de netto-omzet, e.g. 31.715,30. De octrooikosten €19.025,46 zijn toewijsbaar, en ook de nadien gemaakte octrooikosten (2.260)een bedrag terzake van octrooikosten. En er moet inzage gegeven worden in de boekhouding door een onafhankelijke derde.

IEF 16062

Quick scan van octrooien - “native traits” (“natuurlijke eigenschappen”) in de plantenveredeling

Wageningen UR Technische Intellectuele eigendomsrechten en “native traits” (“natuurlijke eigenschappen”) in de plantenveredeling. Een “quick scan” van octrooien m.b.t. voortbrengselen van conventionele plantenveredeling, Bijlage bij kst-27428-331.
Voor intellectuele eigendomsbescherming (IPR) in de plantenveredeling bestaan naast elkaar een IPR systeem speciaal ontwikkeld voor plantenrassen, kwekersrecht, en een generiek IPR systeem voor uitvindingen, octrooirecht. Voor kwekersrecht is het nodig dat een plantenras onderscheidbaar, uniform en stabiel is. Veredelaars in Europa zijn gewend rassen onder kwekersrecht te kunnen gebruiken voor verdere veredeling (op basis van de kwekersvrijstelling in het kwekersrecht). Voor een octrooi zijn de eisen nieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid. De bescherming hangt af van de toegekende claims.

IEF 16045

Negen jaar op de markt, dus spoedeisend belang ontbreek

Rechtbank Den Haag 17 jun 2016, IEF 16045; ECLI:NL:RBDHA:2016:6803 (B.Braun tegen Becton Dickinson), https://ie-forum.nl/artikelen/negen-jaar-op-de-markt-dus-spoedeisend-belang-ontbreek

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 juni 2016, IEF 16045; LS&R 1337 ECLI:NL:RBDHA:2016:6803 (B.Braun tegen Becton Dickinson)
Octrooirecht. B.Braun heeft intraveneuze katherders met een hypodermale naald en naaldbeschermingssamenstel in haar assortiment, waarvoor zij octrooi houdt EP2319556B1; een tweede divisional van een moederoctrooi. Ook Becton heeft al negen jaar een vergelijkbaar product Venflon Pro Safety IV Catheter (hierna: VPS) op de markt, waarvan zes jaar na de aanvrage. Er is geen sommatie gestuurd, dus het spoedeisend belang ontbreekt. De vordering wordt afgewezen.

IEF 16030

Robert van Peursem - Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?

Robert van Peursem, Eengemaakt octrooigerecht - is het al vijf over twaalf?, BIE mei/juni, p. 122-124.(inlog)
Graag wil ik twee zorgen met u delen over het Unified Patent Court (UPC), zoals dat mogelijk in 2017 van start zal gaan, als de voortekenen niet bedriegen. Mijn zorgen zien op de lokale divisie van het Gerecht in eerste aanleg in Nederland en hoe we de beste octrooirechters uit Europa in het UPC moeten krijgen. (...)
Slot Op dit moment valt niet precies te zeggen wanneer het benodigde aantal  ratificaties van het UPC-verdrag er zal zijn. Het is te hopen dat ons nog wat meer tijd is gegund. Dat zou ons de gelegenheid bieden het volgens mij onderschatte punt van een zorgvuldige werving beter op te zetten. En dat zou ons dan ook meer tijd geven voor stevige(r) publicitaire promotie van de Nederlandse lokale divisie. Het zou een blamage zijn als een land met zo’n sterke octrooipraktijk en octrooirechtspraaktraditie als Nederland geen levensvatbare lokale divisie op zou kunnen tuigen binnen het UPC. Het is wel vijf voor twaalf – zo niet later – en dus hoog tijd om dat nu wel te gaan realiseren.