DOSSIERS
Alle dossiers

Publicaties & Noten  

IEF 12141

Nuance ver te zoeken tijdens algemeen overleg auteursrecht

Een bijdrage van Michel Frequin, VOI©E.

In navolging van de eerdere conclusies IEF 12042. Het voortgezet algemeen overleg auteursrecht heeft vier moties opgeleverd waarin de noodzakelijke nuances helaas ver te zoeken zijn. De regeringspartijen lijken verdeeld, op Europese regelgeving wordt niet gelet en de staatssecretaris brengt de nuances niet terug in het debat. Een impressie van Michel Frequin.

Misleidend gebruik van terminologie
Het meest storende is het bewust ongenuanceerd en daardoor onjuist en misleidend gebruik van terminologie. Zo gaat het steeds over een "downloadverbod", terwijl rechthebbenden het downloaden alleen maar willen stimuleren, maar dan wel graag van een legale bron, waardoor zij direct of indirect nog wat centjes voor het gebruik van hun werk krijgen. Waar het om gaat is of het downloaden uit een illegale bron formeel een auteursrechtinbreuk is. Een deel van de rechthebbenden vreest namelijk dat op termijn het illegale aanbod niet of minder effectief juridisch kan worden bestreden als het gebruik daarvan niet onrechtmatig is.

Zo wordt de thuiskopievergoedingsregeling steeds voorgesteld als een vergoeding voor (illegaal) downloaden. De thuiskopievergoeding ziet echter niet op het overzetten van bestanden en computerprogramma's van het internet naar de eigen computer (definitie downloaden). De thuiskopievergoeding ziet op de daaropvolgende niet-tijdelijke vastlegging van het (auteursrechtelijk beschermd) bestand. Het downloaden en vastleggen zijn twee gescheiden handelingen met verschillende auteursrechtelijke relevantie en die nuance is nu juist cruciaal om er voor te zorgen dat het illegaal aanbod kan worden bemoeilijkt, de consument buiten schot kan blijven en de rechthebbenden ten minste voor het thuiskopiëren een billijke vergoeding blijven ontvangen. Als het aan de Hoge Raad ligt zou deze oplossing binnen de Europese regelgeving vallen, al moeten we voor de bevestiging daarvan wachten op de uitspraak van het Europese Hof.*

Onterechte kritiek op thuiskopieregeling
Tegenstanders van de thuiskopievergoedingsregeling, waaronder de staatssecretaris, hebben geen goed woord over voor deze regeling: ouderwets, oneerlijk en het zou zelfs modernisering en nieuwe businessmodellen in de weg staan. Stichting de Thuiskopie en VOI©E hebben herhaaldelijk aangegeven dat de wettelijke thuiskopievergoedingsregeling mediumneutraal en – via aanwijzing van voorwerpen per AMvB –flexibel is en per 1 januari 2013 ook weer helemaal up-to-date. Er is ook geen sprake van dubbele betaling. De meeste legale diensten, zoals Spotify, verlenen wel legaal toegang tot de werken, maar staan niet toe dat er een permanente vastlegging plaatsvindt of dat een werk wordt overgezet naar een ander voorwerp. Dat geldt voor heel veel werken die door of namens rechthebbenden via internet beschikbaar worden gesteld, vooral omdat technische middelen om het thuiskopiëren te reguleren door de consument onwenselijk worden geacht en dan al snel de privacy betreden wordt. De thuiskopieregeling legaliseert nu juist die vastleggingen voor privégebruik. Er is dus helemaal geen belemmering voor nieuwe businessmodellen. Nieuwe modellen richten zich op legaal downloaden en niet op de thuiskopie. De thuiskopievergoedingsregeling is al met al het next-best uitvoerbare systeem met respect voor de privacy, met een waarborg voor een evenredige verdeling onder betrokken rechthebbenden, en is in lijn met het stelsel in de overgrote meerderheid van de Europese lidstaten.

Bemoeilijken van illegaal aanbod én een thuiskopievergoedingsregeling
Een genuanceerde benadering van de problematiek zou wel eens tot de conclusie kunnen leiden dat de ideale oplossing voor de komende jaren juist de combinatie is van enerzijds een handhavingsmechanisme dat zich richt op grootschalige en/of commerciële inbreuken op het auteursrecht aan de aanbodzijde. En anderzijds een thuiskopievergoedingsregeling om de consumenten te ontzien en tegelijkertijd de schade voor de rechthebbenden te beperken door ten minste te voorzien in een billijke vergoeding voor het thuiskopiëren. De consument blijft buiten schot omdat en zolang hij voor de wettelijk toegestane vastlegging van het werk voor eigen gebruik – ongeacht of de bron illegaal was – een billijke vergoeding via de thuiskopievergoeding betaalt. Daardoor is de schade zodanig beperkt dat een actie uit onrechtmatige daad geen zin meer heeft. Overigens is in Nederland nog nooit tegen particuliere downloaders opgetreden.

De staatssecretaris houdt voorlopig vast aan de keuze: of handhaving of een thuiskopievergoeding, waarbij hij de voorkeur geeft aan handhaving. Daarmee gaat hij er blijkbaar nog steeds van uit dat de huidige thuiskopieregeling het illegaal downloaden legaliseert. Dat is ook tot op heden de conclusie van het Gerechtshof Den Haag, maar Advocaat-Generaal Huydecoper van de Hoge Raad denkt daar duidelijk anders over en voordat een keuze wordt gemaakt, lijkt het dan toch vooral verstandig om de beantwoording van de hierover gestelde vragen aan het Europese Hof af te wachten. Ook de Tweede Kamer gaat helaas vooralsnog met de 'of-of'-discussie mee en dan is het ook niet zo gek dat daar ongenuanceerde moties uit voortkomen.

Ongenuanceerde moties
Motie nr. 56 van Verhoeven (D66) / Oosenbrug (PvdA) strekt er toe dat de regering afziet van voorstellen tot wetswijzigingen die een downloadverbod tot stand brengen of anderszins het recht op het maken van een "thuiskopie" beperken.
Daar hebben we weer de term "downloadverbod", waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen legaal en illegaal downloaden. Maar deze motie verdient steun voor zover deze de thuiskopievergoedingsregeling in stand houdt.

Motie nr. 57 van Verhoeven (D66) / Oosenbrug (PvdA) strekt er o.a. toe dat de regering er zorg voor draagt dat ISP’s niet meer worden ingezet als politieagent via het opleggen van blokkades van (een gedeelte van) het internet. In zijn ongenuanceerdheid een buitengewoon onverstandige motie.
In zijn ongenuanceerdheid een buitengewoon onverstandige motie.
Als de aanbieders van illegaal aanbod op internet niet tegengehouden kunnen worden, kunnen tussenpersonen – zo nodig door de rechter en na zorgvuldige belangenafweging – gedwongen worden grootschalig illegaal aanbod (zoals via The Pirate Bay) te blokkeren.

Stichting BREIN gaat namens de rechthebbenden nooit achter de inbreukmakende consument aan, maar achter de 'winkel' op internet waar die consument toegang tot illegale bestanden krijgt. Als zo’n winkel zich in het buitenland verschanst en volhardt in zijn illegale handel dan kan het zijn dat blokkering door access providers de meest proportionele maatregel is. BREIN sloot vorig jaar meer dan 600 illegale internetwinkels. Een beperkt aantal gaat hardnekkig door en zal uiteindelijk ook geblokkeerd moeten worden.

Laat de rechter hier zijn werk doen en roep de tussenpersonen ter verantwoording om samen met de rechthebbenden afspraken te maken over het weren van illegaal aanbod. Als het D66 en PvdA ernst is om legale businessmodellen te stimuleren, of dat nu via individuele of collectieve licenties geregeld wordt, dienen zij deze motie in te trekken. Het belemmeren van illegale platforms is een belangrijke aanvullende voorwaarde voor succesvolle digitale innovatie.

Motie nr. 58 van Oskam (CDA) / Taverne (VVD) strekt er toe dat de regering alles in het werk stelt om het heffingenstelsel met ingang van 1 januari 2014 af te schaffen, en te komen met een alternatief handhavingsmechanisme dat zich uitsluitend richt op grootschalige en/of commerciële inbreuken op het auteursrecht.

Het is een prima idee dat de regering gaat nadenken over zo’n alternatief handhavingsmechanisme, maar het is onverstandig om dat bij voorbaat te koppelen aan de afschaffing van een 'heffingenstelsel' dat er nu juist voor kan zorgen dat de handhaving zich blijft richten op grootschalige en/of commerciële inbreuken aan de aanbodzijde, de consument buiten schot laat en de rechthebbenden daarvoor compenseert. Zolang er geen technische mogelijkheden zijn om illegaal thuiskopiëren tegen te gaan, dient door de wet een vergoeding te blijven worden opgelegd voor thuiskopieën uit illegale bron om de rechthebbenden op billijke wijze te compenseren, zoals ook de Hoge Raad impliceert.

Motie nr. 59 van Oskam (CDA) strekt er toe dat de thuiskopie-AMvB zodanig wordt aangepast dat de uitbreiding van de thuiskopieheffing naar settopboxen met harde schijf komt te vervallen, met als overweging dat hierop geen illegale kopieën kunnen worden opgeslagen en (tijdelijk) hierop opgeslagen content niet kan worden gedeeld via internet.
Deze motie is een goed voorbeeld van het op het verkeerde been staan van de Kamer. De thuiskopieregeling is geen vergoeding voor illegaal downloaden of zelfs uploaden. De huidige thuiskopievergoedingsregeling omvat een vergoeding voor het vastleggen ongeacht de legaliteit van de bron: het heeft betrekking op het vastleggen van legaal door radio of televisie uitgezonden werken, van zelf gekochte of geleende dragers, van legaal of illegaal gedownloade bestanden. Uit het laatste SEO-consumentenonderzoek blijkt dat nog altijd het merendeel van de thuiskopieën gemaakt wordt van legaal aangeboden of verworven werken en dat gebeurt dus ook op settopboxen. Staatssecretaris Teeven heeft deze motie dan ook ontraden.

Voorstel voor een breed gedragen motie
Al met al lijkt het op dit moment de meest verstandige weg voor de regering om het komend jaar de ontwikkelingen in Europese en nationale jurisprudentie af te wachten voordat onomkeerbare keuzes worden gemaakt. Wat de moties betreft zou het een verstandige zet van de Kamer zijn geweest om de regering daartoe de ruimte te bieden, bijvoorbeeld door een combinatie van de moties 56 en 58 in een nieuwe motie van D66, PvdA, VVD en CDA die er toe strekt dat de regering afziet van voorstellen tot wetswijzigingen die het recht op het maken van een "thuiskopie" beperken totdat het Europese Hof daarover een uitspraak heeft gedaan, en alles in het werk stelt om in overleg met tussenpersonen en rechthebbenden een voorstel voor een alternatief handhavingsmechanisme te ontwikkelen dat zich uitsluitend richt op grootschalige en/of commerciële inbreuken op het auteursrecht.

Dat vraagt wel om terugkeer van de nuance in het debat.

* De Hoge Raad heeft aan het Europese Hof gevraagd of een lidstaat via een beperking op het auteursrecht illegaal downloaden kan legaliseren (volgens de AG niet), en of een lidstaat desondanks ter compensatie van de rechthebbenden wel een thuiskopievergoeding mag heffen op kopieën van een bestand dat van illegale bron afkomstig is (volgens de AG wel); HR 21.09.2012 ACI cs. – Stichting de Thuiskopie.

IEF 12110

Warhol kreeg geen ruzie maar soep

Bas Kist, 'Warhol kreeg geen ruzie maar soep', NRC 7 december 2012.

Een bijdrage van Bas Kist, Chiever.

Gebruik van merken in kunst zorgt vaak voor discussie. Niet elk merk reageert even positief.

Sigarettenfabrikant Philip Morris, eigenaar van het merk Marlboro, dreigt de Amerikaanse kunstenaar Brad Troemel voor de rechter te slepen. Volgens Philip Morris pleegt Troemel merkinbreuk omdat hij in één van zijn kunstwerken een Marlboroverpakking heeft verwerkt.

Het kunstwerk met de onmogelijk naam dean & deluca low calorie snack inside Marlboro box w/ Cerebral Palsy Tissue/Organ Kidney Cancer Green Ribbon Glittery Sticker (Ethical) ½ zal de consument misleiden, zo stelt Philip Morris in zijn recente brief aan Troemel. Volgens het bedrijf wordt de indruk gewekt dat Philip Morris als sponsor of ondersteuner betrokken is. Als Troemel het werk niet terugtrekt volgt een rechtszaak . Vooralsnog wordt het werk nog steeds te koop aangeboden op Etsy.com.

Gebruik van merken in kunstuitingen is regelmatig voer voor discussie. Vorige jaar kwam Louis Vuitton in conflict met de Deense Nadia Plesner [IEF 9614], die een Vuitton-tas had afgebeeld in haar schilderij Darfurnica, een protest tegen de onmenselijke situatie in Darfur.

Merkhouders vrezen dat ze controle verliezen als een kunstenaar met hun merk aan de haal gaat. Ze menen dat hun merk alleen gebruikt wordt om de aandacht te trekken. Aan de andere kant roept de kunstenaar dat hij vrijheid van meningsuiting heeft en dat we dagelijks worden geconfronteerd met merken. Het is niet verwonderlijk dat ze ook de kunstwereld inspireren.

Maar moet een merk in kunst altijd tot ruzie leiden? Nee, het kan ook anders. Dat laat de geschiedenis van misschien wel het meest beroemde ‘merkenkunstwerk’ zien: de blikken Campbell soep van Andy Warhol. In 1962 maakte Warhol, zonder toestemming van Campbell, zijn opvallende 32 Campbell’s Soup Cans. Op de website Lettersofnote.com is de brief te lezen die William P. MacFarland, de productmanger van de Campbell Soup Company, op 19 mei 1964 aan Warhol schreef. Geen agressieve sommatiebrief maar alleen bewondering en wat blikken soep voor Warhol.

IEF 12108

Modernisering auteurs- en naburigrecht online en doorbreken van de status quo

Brief van Consumentenbond, Ntb en FNV KIEM aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor V&J, Modernisering auteurs- en naburigrecht online en doorbreken van de status quo, 7 december 2012.

In een brief van Consumentenbond, Ntb en FNV KIEM aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid & Justitie, hebben zij namens het 3©-DA Platform twee elkaar aanvullende maatregelen voorgesteld [zie ook IEF 12070]:

De huidige inrichting van het auteurs- en naburig recht betreffende on-demand digitale diensten geeft feitelijk muziek- en film/tv-producenten een monopoliepositie op de digitale markt, die zij offline voor openbaarmakingen van audiowerk niet hebben. Hierdoor worden auteurs- en naburige rechten op de digitale markt zeer gefragmenteerd beheert, met als gevolg hoge drempels voor innovatie en een rem (de facto en de jure blokkade) op de ontwikkeling van nieuwe digitale diensten door ondernemers.

I. Voor on-demand streaming diensten en sites die p2p-gebruik faciliteren stelt het Platform invoering van verplicht collectief beheer ("radiomodel") voor. Dit systeem geeft online ondernemers de mogelijkheid nieuwe digitale diensten te ontwikkelen en garandeert rechthebbenden een eerlijke vergoeding.

II. Legaliseer daarnaast het niet-commercieel up- en downloaden (p2p-gebruik) door privé-personen middels introductie van een internetvergoeding (te betalen via het internet abonnement).

IEF 12099

Effectieve handhaving en de rol van de douane

C. Shannon en E.J.V.T. van den Broek, 'Effectieven handhaving van IE-rechten en de rol van de douane' in De Bedrijfsjurist november 2012, nr. 5, p. 8-9.

Douane - Zoll - CustomsEen bijdrage ingezonden door Carreen Shannon en Gie van den Broek, Deterink.

Bescherming van intellectuele eigendom is voor veel bedrijven als de bescherming van de kroonjuwelen. Door een bedrijf ontwikkelde productnamen, logo's en designs, aanwezige innovaties en kennis vormen immers veelal de spil van het bedrijf. (...) In dit artikel gaan we in op de handhaving van deze intellectuele eigendomsrechten. Daarbij zoomen we in op de rol van de Douane, alsmede het probleem van de namaakgoederen aangetroffen in transit. We sluiten af met enkele Tips & Tricks.

Laat de Douane uw fort bewaken
(...) In toenemen de mate maken bedrijven gebruik van de mogelijkheid van toezicht door de Douane, door middel van het indienen van een artikel 5 verzoek op grond van Verordening 1383/2003 (hierna: de Douaneverordening). met een dergelijk verzoek vraagt de houder van een IE recht de Douane om op te treden tegen door haar aangetroffen goederen die vermoedelijk inbreuk maken. Dat optreden houdt meer specifiek in dat de Douane de vrijgave van die goederen opschort of ze vasthoudt, en de houder van het IE recht daarover informeert. De houder van het IE recht heeft vervolgens een bepaalde termijn om na te gaan of het ook daadwerkelijk om inbreukmakende goederen gaat en civielrechtelijk optreden houdt doorgaans in dat in eerste instantie een brief wordt verstuurd naar de geadresseerde en de houder van de goederen met het verzoek vrijwillig akkoord te gaan met vernietiging van de goederen, waarna bij geen gehoor een inbreukprocedure voor de rechter wordt gestart. (...)

Tips & Tricks

  • Zorg naast de bescherming van uw intellectuele eigendom in afzetlanden, ook voor deugdelijke bescherming in productielanden (waaronder China).
  • Dien een zo volledig en specifiek mogelijk gedocumenteerd artikel 5 verzoek in bij de Douane, met aanwijzing van alle Lidstaten waar u binnenkomst van inbreukmakende goederen verwacht, en zorg dat dit verzoek minstens een keer per jaar wordt geactualiseerd.
  • Overweeg gebruik van de IPM module ontwikkeld door de World Customs Organisation om de douaneautoriteiten binnen en buiten de EU makkelijker te maken inbreukmakende goederen te identificeren.
  • Vraag de Douane ten aanzien van verdachte transitgoederen die vanwege het ontbreken van een vermoeden van inbreuken in de EU niet kunnen worden tegengehouden, de douaneautoriteit van het land van bestemming te tippen over de aankomst van de verdachte zending. Dit zal de Douane overigens alleen doen indien met het land van bestemming een uitwisselingsverdrag voor dit soort informatie bestaat.
  • Treedt kordaat op tegen handelaren in producten die inbreuk maken op uw IE rechten en deins niet terug voor een rechtszaak na een deugdelijk onderzoek naar verhaalsmogelijkheden.
  • Schaam u niet voor het feit dat uw merk of product wordt nagemaakt; dat is de keerzijde van uw succes. Communiceer via uw website over namaak en stimuleer daarbij dat consumenten aangetroffen namaak bij u melden.
  • Het komt regelmatig voor dat het 'lek' bij de fabrikant van de authentieke producten zit. Zorg voor sluitende contracten met uw fabrikanten en leg daarbij vast dat u onaangekondigd controles mag uitvoeren bij de productie- en opslagfaciliteiten.
IEF 12094

Is het Noorse model haalbaar voor Nederland?

Magic Canoe iBooks shelfEen bijdrage van Frank Huysmans, UvA - capaciteitsgroep Mediastudies.

Met wat (tamelijk eenvoudig) zoekwerk vond ik meer details over de deal tussen de Noorse nationale bibliotheek en de koepelorganisatie Kopinor waarin 5 uitgeversorganisaties en 17 auteursorganisaties verenigd zijn. De deal houdt het volgende in:

  • iedereen met een Noors IP-adres kan gratis boeken lezen op de site van de nationale bibliotheek;
  • de boeken kunnen niet worden gedownload of uitgeprint; ze kunnen alleen online worden gelezen;
  • uitgevers, auteurs en andere 'makers' (vertalers, illustratoren) worden uit een collectieve regeling betaald;
  • rechthebbenden kunnen individuele titels van de Boekenplank laten verwijderen.

Het complete contract met details over de collectieve vergoedingsregeling staat online op de Kopinor-site. In paragraaf 8 staat gespecificeerd wat de bibliotheek aan Kopinor is verschuldigd. In 2013 zal het gaan om 0,36 Noorse kronen (NOK) per online gepubliceerde pagina, in 2014 dalend naar NOK 0,34 en in 2015 naar NOK 0,33. Nota bene: deze tarieven zijn onderhevig aan indexering en dienen jaarlijks opnieuw te worden betaald. Voor 2012 is nog geen tarief afgesproken. Mogelijk komt dat doordat de prijs per pagina per jaar de afgelopen jaren veel hoger lag. In 2009 was die namelijk vastgesteld, blijkens het eerdere contract, op NOK 0,56, ook met indexering. Dus laat die de afgelopen jaren zijn opgelopen tot 0,60, dan is met de nieuwe overeenkomst de prijs bijna gehalveerd. Reden daarvoor is waarschijnlijk de uitbreiding van het aantal titels, waardoor de rechthebbenden per jaar toch fiks meer gaan ontvangen.

Waarom zijn die cijfers zo interessant (en waarom vertel ik dit dus allemaal)? Omdat als je een en ander op de achterkant van een bierviltje naar Nederland vertaalt, het blijkt te gaan om bedragen die met de aanstaande uitname uit het Gemeentefonds (en misschien zelfs daarzonder) heel goed zijn op te brengen. Rekent u even mee?

Eerst een paar aannames:
- het gemiddelde te publiceren boek beslaat 250 pagina's;
- net als in Noorwegen zal het bij ons gaan om 50.000 titels nu, 110.000 begin 2013 en 250.000 titels in 2017;
- de verhouding Noorse kroon versus Euro blijft zoals die nu is, 7,3 NOK voor een EUR;
- de jaarlijkse prijsindex bedraagt 2 procent.

Mijn kostenraming (zie bijgaand pdf-bestand) laat zien dat het bedrag dat men in Noorwegen betaalt voor de collectieve regeling oploopt van rond 1 miljoen euro dit jaar tot 3,3 miljoen in 2017 - het gaat dan ook om ruim 4 keer zoveel titels als nu. Houden we echter rekening met het gegeven dat er in Nederland 16,7 miljoen inwoners zijn tegen maar bijna 5 miljoen in Noorwegen, dan zullen de Nederlandse rechthebbenden wellicht aanvoeren dat het bedrag per pagina hier hoger moet liggen. Houden we hiermee rekening en verhogen we het bedrag per pagina naar rato, dan hebben we het over een slordige 3,5 miljoen nu en 11,2 miljoen in 2017 (bij een gelijktijdige stijging van het aantal titels van 60.000 naar 250.000).

De uitname uit het Gemeentefonds ten behoeve van inkoop van digitale content ligt nog lang niet vast (het dreigt zelfs 2015 te gaan worden voor het met de invoering van de nieuwe Bibliotheekwet zover is). Maar alom wordt in Den Haag gerekend met een bedrag van tussen de 16 en 25 miljoen jaarlijks. De geraamde bedragen vallen daar dus ruim binnen, mits het Noorse model in Nederland tot voorbeeld mag strekken.

Het grote voordeel van zo'n collectieve regeling is natuurlijk dat er een heleboel administratieve rompslomp (die ook geld kost, denk aan de Stichting Leenrecht en Buma/Stemra) mee voorkomen wordt, en dat zowel schrijvers, uitgevers als lezers voor een aantal jaar vooruit weten waar ze aan toe zijn. Een geleidelijke overgang van papier naar digitaal komt ermee binnen bereik. Daarin zijn met name de risico's die uitgevers en auteurs nu vrezen in het maken van de sprong naar digitaal afgedekt.

Tijd voor een reisje van vertegenwoordigers van OCW, NUV,VSenV, SIOB, VOB, BNL, SSPN en NBD|Biblion naar Noorwegen? Lijkt me een goede investering. ;)

Bijlage Noors model voor Nederland.

IEF 12078

Gebruik foutieve firmanaam - verwijzing naar de Grote Kamer van Beroep

Interlocutory decision of Technical Board of Appeal 30 January 2012, T 445/08, OJ 11/2012.

Een bijdrage van Cees Mulder, Maastricht University.

Octrooi(proces)recht. In het Official Journal van het Europees Octrooibureau (OJ EPO) van november 2011 is de interlocutory decision van de Technische Kamer van Beroep (Board of Appeal) gepubliceerd inzake het al dan niet ontvankelijk verklaren van het beroepsschrift. In die interlocutory decision legt de Technical Board een aantal vragen voor aan de Grote Kamer van Beroep (Enlarged Board of Appeal).

Het geval betreft een internationale octrooiaanvrage die op 18 november 1999 is ingediend op naam van de Canadese firma Zenon Environmental Inc. Na verlening is het Europese octrooi EP 1140330 overgedragen aan Zenon Technology Partnership (assignment d.d. 30 mei 2006).

Nadat het Europees octrooi was herroepen (revoked) door de Oppositie Divisie van het EPO op 28 december 2007, is een beroepschrift (notice of appeal) ingediend door de octrooihouder, maar daarbij werd als naam gebruikt “Zenon Environmental Inc.”; de adressering van de firma was verder correct (straat, plaats, land).
De mededeling van het EPO van 7 maart 2008 dat de beroepsprocedure van start ging, bevatte een handgeschreven opmerking:

“The appeal was filed in the name of ZENON ENVIRONMENTAL INC.
The patentee is here registered as ZENON TECHNOLOGY PARTNERSHIP.
Therefore the patentee is asked to clarify the situation.”

Op 13 maart 2008 tekende de Europese octrooigemachtigde van de opponent een niet-ontvankelijkheids bezwaar aan dat het beroepschrift niet door de geregistreerde octrooihouder is ingediend.

Op dezelfde dag heeft de gemachtigde van de octrooihouder een verzoek ingediend voor correctie van de naam van de octrooihouder. Op 16 april 2008 vroeg de Board of Appeal aan de Europese octrooigemachtigde uit te leggen in wiens naam hij handelde en onder welke bepaling van de Europees Octrooiverdrag (EPC) de correctie werd verzocht, wat de correctie precies inhoudt, en wat voor effect dit zou hebben op de procedure. In zijn antwoord verklaarde de gemachtigde te handelen in naam van Zenon Technology Partnership.

Precies VIER jaar na het indienen van het beroepsschrift (notice of appeal) heeft de Board of Appeal besloten de zaak ter beslissing voor te leggen aan de Enlarged Board of Appeal (Artikel 112 EPC) met de volgende vragen:

(1) When a notice of appeal, in compliance with Rule 99(1)(a) EPC, contains the name and the address of the appellant as provided in Rule 41(2)(c) EPC and it is alleged that the identification is wrong due to an error, the true intention having been to file on behalf of the legal person which should have filed the appeal, is a request for substituting this other legal or natural person admissible as a remedy to “deficiencies” provided by Rule 101(2) EPC?
(2) If the answer is yes, what kind of evidence is to be considered to establish the true intention?
(3) If the answer to the first question is no, may the appellant’s intention nevertheless play a role and justify the application of Rule 139 EPC?
(4) If the answer to questions (1) and (3) is no, are there any possibilities other than restitutio in integrum (when applicable)?

Alle documenten inzake EP 1140330 kunnen worden ingezien op weblink.

IEF 12069

Update met Apple/Samsung kort commentaar bij HvJ EU Bericap tegen Plastinnova

C.J.S. Vrendenbarg, Update met Apple/Samsung kort commentaar bij HvJ EU 15 november 2012, zaak C-180/11 (Bericap tegen Plastinnova), IE-Forum nr. IEF 12069.

Update van IEF 12065 met IEF 12062. Update: De vraag rijst of de bepalingen van de Handhavingsrichtlijn c.q. artikel 1019 e.v. Rv (nog) wel van toepassing zijn te achten op, bijvoorbeeld, een nietigheidsprocedure die is ingesteld in het kader van een inbreukprocedure. Deze problematiek speelt op dit moment in de zaak Apple / Samsung [IEF 12062], waarin Samsung in reconventie (voorwaardelijk) de nietigheid vordert van het Nederlands deel van het octrooi van Apple. Samsung wordt ten aanzien van de reconventionele vordering in het ongelijk gesteld. In verband met het arrest Bericap/Plastinnova rijst de vraag wat dient te gebeuren met de proceskosten ex artikel 1019h Rv. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de consequenties van het arrest voor deze zaak. Het Europese Hof rept echter niet over de toepasselijkheid van de richtlijn in een dergelijke situatie. In het algemeen heeft het Europese Hof geen of nauwelijks aandacht voor de positie van de (zich met succes) verwerende, (beweerdelijk) inbreukmakende partij. Wat dient te gebeuren met de proceskosten indien de ‘inbreukmaker’ zich met succes verweert tegen de rechthebbende, bijvoorbeeld door middel van een geslaagde nietigheidsactie tegen het ingeroepen IE-recht? Naar mijn mening dient conform de restrictieve benadering onderscheid te worden gemaakt tussen:

(i) op zichzelf staande nietigheidsprocedures (denk aan een nietigheidsprocedure geïnitieerd door iemand die zelf geen merkhouder is, maar de nietigheid van een merk inroept omdat het ingeschreven merk onderscheidend vermogen mist) en
(ii) nietigheidsprocedures die zijn ingesteld in het kader van een inbreukactie. De eerste categorie nietigheidsprocedures valt buiten de reikwijdte van de Handhavingsrichtlijn. Dat volgt uit het arrest in de zaak Bericap/Plastinnova, waarin het ook ging om een op zichzelf staande nietigheidsprocedure, in dit geval met betrekking tot een gebruiksmodel. De tweede categorie nietigheidsprocedures kan worden gelijkgesteld met een verweer in of naar aanleiding van een inbreukprocedure en valt om die reden wel onder het toepassingsbereik van de Handhavingsrichtlijn. Binnen dat kader laat artikel 14 richtlijn / 1019h Rv ruimte voor een veroordeling van die rechthebbende in de proceskosten van de wederpartij, wanneer de rechthebbende in het ongelijk wordt gesteld: immers rept de bepaling over de ‘in het ongelijk gestelde partij’ en niet over de ‘inbreukmakende partij’. Een succesvol verweer van de ‘inbreukmaker’, of dit nu is gevoerd in de inbreukprocedure zelf, door middel van een reconventionele vordering of een nietigheidsprocedure die plaatsvindt in het kader van de inbreukprocedure, dient kortom gehonoreerd te worden met een proceskostenvergoeding op de voet van artikel 14 richtlijn / 1019h Rv.

IEF 12065

Kort commentaar bij Bericap tegen Plastinnova

C.J.S. Vrendenbarg, Kort commentaar bij HvJ EU 15 november 2012, zaak C-180/11 (Bericap tegen Plastinnova), IE-Forum nr. IEF 12065.

Een bijdrage van Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.

(...) Een nietigheidsprocedure heeft betrekking op de geldigheid van, i.c., een gebruiksmodel en niet op inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, en valt daarom buiten de reikwijdte van de Handhavingsrichtlijn.

Deze uitspraak verrast op zich niet, nu alles in de totstandkomingsgeschiedenis van de Handhavingsrichtlijn erop wijst dat de Europese wetgever met deze richtlijn heeft beoogd te voorzien in maatregelen en procedures uitsluitend voor gevallen van inbreuk (of hoogstens dreigende inbreuk) op IE-rechten. Uit de wetsgeschiedenis van de artikelen 1019 t/m 1019i Rv, die de implementatie vormen van de Handhavingsrichtlijn, blijkt niet dat de Nederlandse wetgever een verdergaand toepassingsbereik heeft willen realiseren dan de richtlijn.

De Nederlandse rechtspraak daarentegen laat geen eenduidig beeld zien. Zo zijn proceskostenveroordelingen ex artikel 1019h Rv toegewezen in procedures die uitsluitend de geldigheid van een IE-recht betroffen. Een dergelijke, ruime interpretatie van het toepassingsbereik staat tegenover de restrictieve benadering, waarbij als voorwaarde voor toepasselijkheid van (bijvoorbeeld) artikel 1019h Rv wordt gesteld dat de procedure daadwerkelijk betrekking heeft op (dreigende) inbreuk of plaatsvindt in het kader van een inbreukactie. (Voor voorbeelden uit de rechtspraak van deze uiteenlopende benaderingswijzen zie het overzicht “Arresten over de volledige proceskostenveroordeling in IE-zaken” [IEF 11780], punt 7 t/m 9 en de noot onder HR 22 juni 2012 (Knooble/Staat en NNI) in BIE 2012/65 [login]; IEF 11479). Het onderhavige arrest van Europese Hof schept duidelijkheid, althans bevestigt hetgeen ook wel volgt uit de Handhavingsrichtlijn (en de Memorie van Toelichting): de bepalingen van de Handhavingsrichtlijn c.q. artikel 1019 e.v. Rv zijn alleen van toepassing wanneer sprake is van (dreigende) inbreuk op een IE-recht.

IEF 12053

Unitair octrooi en het Hof van Justitie

W. Hart, Unitair octrooi en het Hof van Justitie, IE-Forum.nl IEF 12053.

Een bijdrage (op eigen titel) van Walter Hart, EP&C.

Nu het Europees parlement inzake het unitair octrooi op de rem is gaan staan, is er een kans om de bevoegdheden van het Hof van Justitie (HvJ) in het Unified Patent Court te heroverwegen. In de huidige voorstellen eindigt een rechtszaak na een beslissing in tweede instantie door het nieuw op te richten Court of Appeal in Parijs, en heeft het HvJ in Luxemburg geen rol of slechts een marginale rol. Dit wordt bereikt door het weglaten van Artikelen 6 - 8 (directe inbreuk, indirecte inbreuk, beperkingen op het uitsluitende recht) uit de verordening. De meest gehoorde argumenten voor deze keuze is dat een gang naar het Hof van Justitie de rechtsgang te zeer zou vertragen. Verder zouden de rechters van het HvJ kennis en ervaring missen om octrooizaken te behandelen. Het doel van het unitaire octrooi, een enkele procedure die snel en goed is, zou aldus verloren gaan. Deze opzet heeft de steun van het AIPPI en een aantal Europese IE-rechters. Vraag is of dit een goede oplossing is.

 

Lees het gehele artikel hier.

IEF 12041

Early Warnings voor bepaalde gTLDs

Domeinnaamrecht. De Governmental Advisory Committee (GAC) heeft een lijst met zogenaamde Early Warnings met een verklaring gepubliceerd tegen een aantal gTLD's. Deze vroege waarschuwingen bieden een mechanisme om een discussie tussen overheid en aanvrager te starten, een constructieve dialoog "to better understand the concerns of governments, and help governments to better understand the planned operation of proposed gTLDs".

Het valt op dat met name Australië waarschuwingen heeft ingezonden, ook voor wat betreft gTLDs voor generieke benamingen in andere talen, zoals in het Japans (.fashion, .book, .sale, .store, .cloud, .food, .onlineshopping) en in het Spaans/Portugees/Italiaans (.vuelos, .hoteis, .hoteles).

Inhoudsopgave:
1. Consumentenbescherming en gereguleerde markten
2. Geografische aanduiding
3. Bedrijfsvormen / overheidsinstanties en religieuze uitgangen
4. Defensieve bescheming
5. Instructies als een Early Warning is ontvangen

1. Consumentenbescherming en gereguleerde markten
The string (.attorney) (.lawyer) (.casino) (.charity) is linked to a regulated market sector, and [applicants] does not appear to have proposed sufficient mechanisms to minimise potential consumer harm.

The proposed string is linked to a restricted or regulated market sector. This market sector is characterised by the ability to complete entire transactions online, without the need for any face-to-face interaction. In this context, [applicant] does not appear to have proposed sufficient protections to address the potential for misuse. Without additional protections, this proposed TLD could result in misuse and consumer harm.

2. Geografische aanduiding bij de aanvraag van gTLD .swiss dat is geclaimd door Swiss International Air Lines Ltd:

The term "Swiss" is primarily used as an adjective describing anything related to Switzerland, its people or culture, or as a noun to describe a native or inhabitant of Switzerland or a person of Swiss descent. An exclusive right of use granted to a private company would be against the public interest of the Swiss community because members of that community would be excluded from using that domain space. The exclusive right of use by Swiss International Air Lines Ltd would also be contrary to ICANN objectives to increase competition, innovation and growth in the internet addressing system.

The Government of the Swiss Confederation wishes to express its objection to the application submitted by Swiss International Air Lines Ltd for the gTLD '.swiss'. This domain should be managed by the Swiss Confederation as a community-based gTLD for the benefit of all members of the Swiss community, including private companies. This would better take into account the GAC principles regarding new gTLDs which state that new gTLDs should respect the sensitivities regarding terms with national, cultural, geographic and religious significance.

Ook de Afrikaanse Unie en al haar leden heeft een waarschuwing gegeven inzake (.africa):

DCA’s applied for string (.Africa) is identical to the dotAfrica (.Africa) geographic application as officially endorsed by the AUC. Should DCA’s application be allowed to proceed, it is likely to deceive and/or confuse the public into believing that the AUC is associated with, or endorses their application, which we clearly do not.

En de Chinese regio [香格里拉] - Shangri-La, die waarschuwt voor zowel de Chinese uitgang .香格里拉 als de uitgeschreven versie "Engelstalig" .shangrila.

3. Bedrijfsvormen / overheidsinstantie / religieuze uitgangen
We treffen ook veel vroege waarschuwingen aan voor wat betreft bedrijfsvormen als de Franse .SARL (door Franstalige landen) en Duitse GmbH. Of een string soortgelijk aan een overheidsinstantie (.army, .navy, and .airforce). En religieuze uitgangen als .bible, .islam (Verenigde Arabische Emiraten / India) en .halal (Verenigde Arabische Emiraten / India)

4. Een defensieve registratie van domeinnamen met een negatieve lading:
The string (.sucks, .fail) has an overtly negative or critical connotation, and [applicant] does not appear to have proposed sufficient mechanisms to address the potential for a high level of defensive registrations.

5. Instructies als een Early Warning wordt ontvangen
ICANN beveelt ten zeerste aan om met relevante partijen samen te werken om de bezwaren in de vroege waarschuwingen te bespreken.

Continuing with your application

If you choose to continue with the application, then the “Applicant’s Response” section below should be completed. In this section, you should notify the GAC of intended actions, including the expected completion date. This completed form should then be sent to gacearlywarning@gac.icann.org. If your remediation steps involve submitting requests for changes to your application, see the change request process at https://newgtlds.icann.org/en/applicants/customer-service/change-requests.

In the absence of a response, ICANN will continue to process the application as submitted.

Withdrawing your application
If you choose to withdraw your application within the 21-day window to be eligible for a refund of 80% of the evaluation fee (USD 148,000), please follow the withdrawal process published at https://newgtlds.icann.org/en/applicants/customer-service/withdrawal-refund. Note that an application can still be withdrawn after the 21-day time period; however, the available refund amount is reduced. See section 1.5 of the Applicant Guidebook.