Verkeerde handelsnaamhouder dagvaardt
Als randvermelding. Handelsnaam leidt tot vergissing van de kant van de feitelijke eiser in de persoon van eisende partij. Gedagvaard in naam van een partij die niets met geschil te maken heeft, maar dezelfde handelsnaam draagt als degene die het geding feitelijk aanhangig heeft gemaakt. Volgt ook geen overdracht uit feiten en omstandigheden.
Niet-ontvankelijk verklaring met veroordeling in proceskosten. Gedaagden zijn in persoon verschenen, artikel 1019 Rv, toewijzing helft van de daadwerkelijke advocatenkosten die gedaagden in verband met verweer hebben gemaakt.
4.4. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Niet in geschil is dat met de feiten en omstandigheden die in de dagvaarding aan de orde worden gesteld Enrico Gaanderen niets van doen heeft en dat Enrico Amsterdam materieel de onderhavige vordering heeft ingesteld, zonder dat Enrico Gaanderen daar op enigerlei wijze bij betrokken is. Enrico Amsterdam kan niet namens Enrico Gaanderen een vordering instellen, nu niet gesteld of gebleken is dat zij daartoe opdracht heeft gekregen. Enrico Amsterdam zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Het beroep op de onder 4.3 genoemde wetsartikelen kan Enrico Amsterdam niet baten, nu die artikelen betrekking hebben op de situatie dat een dagvaarding aan gebreken lijdt die met nietigheid zijn bedreigd. Die situatie doet zich hier niet voor.
4.5. Enrico Amsterdam zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. Gedaagden hebben een kostenveroordeling gevraag op basis van artikel 1019h Rv en daartoe facturen in het geding gebracht van de advocaat die zij ter zake van het verweer tegen de vordering hebben geraadpleegd. Die facturen belopen in totaal EUR 1.787,98. Onderdeel 3.1.a van de vordering heeft geen betrekking op de handhaving van een intellectueel eigendomsrecht als bedoeld in artikel 1019 Rv. Bij het gevorderde onder 3.1.b is dat wel het geval. Nu het geschil slechts voor de helft is aan te merken als een geschil als bedoeld in artikel 1019h Rv, zal dehelft van voornoemd bedrag aan advocaatkosten worden toegewezen. Voorts zal Enrico Amsterdam worden veroordeeld in het door gedaagden verschuldigde griffierecht. Nu gedaagden gezamenlijkéén verweer hebben gevoerd blijft dat beperkt tot EUR 560,--, het voor een rechtspersoon geldende tarief bij zaken van onbepaalde waarde.
Mediarecht. Onrechmatige publicaties op (internet)forum. Binnen 12 uur zijn diffamerende beweringen (melding van bedreigingen door directie en medewerkers van bedrijf en een clown) verwijderd, echter langer (in cache) bereikbaar, omdat enkel de aanklikmogelijkheid naar de pagina's met de mededelingen zijn verwijderd. Mate van verantwoordelijkheid van degene die de beweringen op de website had geplaatst. Wanneer de benadeelde betwist dat er voldoende aanknopingspunten bestonden voor de juistheid van de diffamerende beweringen, rust de bewijslast hiervan in beginsel op degene die de beweringen heeft gedaan.
Met dank aan Nanda Ruyters,
Merkenrecht. Oppositie o.g.v. drie oudere woord-/beeldmerken STICHTING DOEN tegen woord-/beelmerk DOEN!. Oppositiebeslissing. Gedeeltelijk toegewezen. Merk wordt wel in Klasse 45: alle diensten ingeschreven en niet in Klasse 39: alle diensten.
Met gelijktijdige dank aan Erik Visscher en Ferry van Looijengoed,
Met dank aan Christel Jeunink,