54 . Vastgesteld zij dus dat de verhouding tussen de in de detailhandel aangeboden diensten en de door het oudere merk aangeduide waren in casu wordt gekenmerkt door een dermate nauw verband dat de waren onontbeerlijk of op zijn minst juist belangrijk zijn voor het verrichten van deze diensten, aangezien deze diensten worden aangeboden naar aanleiding van de verkoop van deze waren. Zoals het Hof in punt 34 van het arrest Praktiker Bau- und Heimwerkermärkte (punt 17 supra) heeft geoordeeld, is het doel van de detailhandel de verkoop van waren aan consumenten, waarbij het Hof overigens heeft opgemerkt dat deze handel naast de verkoop als rechtshandeling alle activiteiten omvat die de marktdeelnemer verricht om de totstandkoming van die verkoop te bevorderen. Dergelijk diensten, die dus worden verricht met het oog op de verkoop van een aantal specifieke waren, hebben zonder deze waren geen enkel nut.
(…) 62. Gelet op al het voorgaande, heeft de kamer van beroep terecht geoordeeld dat de „detailhandel en groothandel in kledingstukken, hoofddeksels, schoeisel, sporttassen, ransels en knapzakken, en portefeuilles” alsmede de „detailhandel en groothandel, waaronder on-linedetailhandelzaken” soortgelijk zijn aan de door het oudere merk aangeduide waren.
Overeenstemming tekens: (…) 71. Bijgevolg heeft de kamer van beroep terecht geoordeeld dat de conflicterende tekens in hoge mate overeenstemmen aangezien zij hetzelfde element „o store” bevatten en het enige verschil erin bestaat dat het niet-onderscheidende lidwoord „the” is weggelaten in het bestreden gemeenschapsmerk.
Verwarringsgevaar: “77. Aangaande, ten slotte, verzoeksters argument dat er geen verwarringsgevaar bestaat doordat het onderscheidend vermogen van de elementen „the” en „o” in het oudere merk THE O STORE minimaal en zelfs onbestaand is, te meer daar interveniënte niet heeft aangetoond dat dit merk een sterke positie inneemt op de Franse markt, zij opgemerkt dat, zoals het BHIM terecht heeft gesteld, de combinatie van deze elementen waarvan twee uit het Engels stammen, hoewel zij afzonderlijk beschouwd een gering onderscheidend vermogen hebben, voor de Franse consumenten een normaal onderscheidend vermogen heeft met betrekking tot de erdoor aangeduide waren. Aangezien het oudere merk een normaal onderscheidend vermogen bezit, mist verzoeksters argument feitelijke grondslag en moet het dus worden afgewezen.
78 . Uit al wat voorafgaat volgt dat de kamer van beroep terecht heeft geoordeeld dat er sprake is van verwarringsgevaar en de nietigheid van het gemeenschapsmerk O STORE terecht heeft bevestigd voor de diensten „detailhandel en groothandel in kledingstukken, hoofddeksels, schoeisel, sporttassen, ransels en knapzakken, en portefeuilles” alsmede voor de „detailhandel en groothandel, waaronder on-linedetailhandelzaken”.
85. Hoewel, zoals in de punten 63 tot en met 70 supra is vastgesteld, de tekens in hoge mate overeenstemmen, zijn met name de diensten verricht in het kader van de detailhandel in brillen geenszins soortgelijk aan kledingstukken en producten in leder. Het oudere merk ziet rechtstreeks noch indirect op waren die soortgelijk zijn aan „brillen, zonnebrillen, optische artikelen (brillen, lenzen e.d.) en accessoires, horloges, uurwerken, juwelierswaren, overdrukplaatjes, aanplakbiljetten”.
Lees het arrest hier.