Gerecht EU 4 mei 2022, IEF 20698, IEFbe 3439; ECLI:EU:T:2022:270 (PwC tegen Haufe-Lexware) Het arrest betreft het meest recente hoofdstuk in een merkenstrijd tussen PwC (PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs, inmiddels Taxolutions) en Haufe-Lexware vanwege het ooit door PwC aangevraagde merk voor TAXMARC. Haufe-Lexware stelde oppositie in op basis van een figuratief merk X TAXMAN. De oppositie werd toegewezen, waarop PwC een nietigheidsactie instelde tegen het X TAXMAN merk. Tegelijkertijd vroeg PwC om schorsing van de oppositie, in afwachting van de beslissing op de geldigheid c.q. beschermingsomvang van het X TAXMAN merk. In dit arrest bevestigt het Gerecht EU, kortweg, dat een schorsingsverzoek te allen tijde kan worden ingediend en dat het beslissen daarop ter discretie van het EUIPO staat. Ook al is zo’n verzoek relatief laat ingediend, dan nog moet dat verzoek gedegen afgewogen worden. Die afweging blijkt niet uit de uitspraak van de BoA, aldus het Gerecht EU. Het verzoek kan niet afgewezen alleen op basis van die vermeende laattijdigheid. In deze procedure was PwC bovendien niet laattijdig, volgens het Gerecht EU, omdat het verzoek tot schorsing werd ingediend nog voordat de gronden van beroep in de oppositie werden ingediend. Omdat het schorsingsverzoek behandeld had behoren te worden vóórdat het inhoudelijke beroep in de oppositie werd behandeld, vernietigt het Gerecht EU de gehele beslissing van de Board of Appeal, alwaar de zaak nu overgedaan dient te worden (en dus waarschijnlijk alsnog geschorst dient te worden).