Verbod op verdere verspreiding en promotie van het boek "De Doofpotgeneraal"
Vzr. Rechtbank Den Haag 11 december 2015, IEF 155566; ECLI:NL:RBDHA:2015:15050 (De Doofpotgeneraal)
Vrijheid van meningsuiting. Eer en goede naam. Gedaagde is schrijver van het boek ‘De Doofpotgeneraal’ en stelt dat alles daarin op waarheid berust. Eiseres wordt frequent in het boek genoemd, al dan niet met haar volledige naam, en speelt een belangrijke rol hierin. Zij stelt dat er vele onjuistheden in het boek staan over haar persoon, haar rol en de uitlatingen die zij heeft gedaan. Gedaagde is er niet in geslaagd de waarheid van de uitingen voldoende te bewijzen. Het recht van eiseres op bescherming van eer en goede naam dient zwaarder te wegen dan gedaagdes vrijheid van meningsuiting. Verbod op verdere verspreiding en promotie van het boek.
4.5. Eiseres heeft zich gemotiveerd op het standpunt gesteld dat er vele onjuistheden in het boek staan en zij heeft daartoe diverse voorbeelden genoemd van feitelijke onjuistheden en van uitlatingen die zij stelt niet te hebben gedaan. Dat een aantal feitelijkheden niet kloppen is voldoende gebleken. Dit betreft bijvoorbeeld de verkeerde spelling van de geslachtsnaam van eiseres in het boek – waarover gedaagde heeft opgemerkt dat hij niet wist hoe haar naam werd geschreven – en het vermelden van een onjuiste leeftijd van eiseres. Aan gedaagde moet worden toegegeven dat deze onjuistheden niet essentieel zijn en het persoonlijke leven van eiseres niet wezenlijk negatief beïnvloeden, maar dit roept wel vragen op ten aanzien van de mate van zorgvuldigheid waarmee gedaagde te werk is gegaan bij het schrijven van zijn boek. Belangrijkere onderdelen die volgens eiseres bezijden de waarheid zijn, betreffen verder de aanname dat eiseres een spion was van de MID, die bij Casema gestationeerd werd om gedaagde te rekruteren voor de MID. Zij stelt dat zij administratief medewerkster bij de MID was en in de avonduren bij Casema werkte om wat geld bij te verdienen. Ook betwist eiseres uitdrukkelijk dat zij zich tegenover gedaagde heeft uitgelaten over spionagewerkzaamheden, over het fotorolletje en over het hebben ingezien van het personeelsdossier van gedaagde bij de MID.
4.6. Gelet op deze gemotiveerde stellingen van eiseres kon gedaagde niet volstaan met het enkele verweer dat alles op waarheid berust. Het had op zijn weg gelegen om zijn verweer nader te motiveren en nader toe te lichten op grond waarvan kan worden uitgegaan van de juistheid van hetgeen in het boek over eiseres staat vermeld. Dat heeft hij echter niet dan wel onvoldoende gedaan. Hij heeft in dit kader slechts verwezen naar zijn eigen – op een later moment gemaakte – aantekeningen en naar anonieme bronnen. Dat acht de voorzieningenrechter zonder meer onvoldoende. Wat dat laatste betreft had het in ieder geval op de weg van gedaagde gelegen om aannemelijk te maken dat deze bronnen betrouwbaar zijn, hetgeen hij heeft nagelaten. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat er sprake is van schadelijke publiciteit en beschuldigingen in het boek die geen steun vinden in beschikbaar feitenmateriaal.
4.7. Gedaagde heeft er belang bij dat hij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend, of waarschuwend moet kunnen uitlaten om te voorkomen dat door een gebrek aan bekendheid bij het publiek, misstanden die de samenleving raken, kunnen blijven voortbestaan. Gedaagde heeft er in dit verband op gewezen dat het boek gaat over de rol die [militaire rang 2] [Y] heeft gespeeld bij de affaire betreffende het mislukken van het fotorolletje. Het aan de orde stellen van eventuele misstanden die in dit kader hebben plaatsgevonden, kan worden aangemerkt als een te respecteren belang. Gedaagde heeft desgevraagd ter zitting echter niet dan wel onvoldoende nader kunnen toelichten waarom het, gelet op dat specifieke belang, noodzakelijk was om eiseres in het boek met haar volledige naam te noemen. De reactie van gedaagde op deze vraag dat hij geen contact met haar had en dat zij, anders dan andere mensen die in het boek voorkomen, niet om anonimiteit heeft verzocht, kan niet worden gevolgd. Gedaagde heeft eiseres immers bewust niet voorafgaand aan de publicatie van het boek daarover geïnformeerd. Wat daar echter ook van zij, dit betreft ook geen toelichting van de noodzaak van het vermelden van eiseres in het boek met haar volledige naam. Ook een andere reden hiervoor is niet gegeven. Dit terwijl aangenomen moet worden dat dit wel een bewuste keuze van gedaagde is geweest. Andere personen die in het boek voorkomen, blijven immers wel anoniem. De eventuele gevolgen van de keuzes die gedaagde in dit kader heeft gemaakt, komen naar het oordeel van de voorzieningenrechter voor zijn risico.
4.8. Voormelde omstandigheden en belangen afwegende is de voorzieningenrechter van oordeel dat gedaagde met het publiceren van het boek onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres en dat haar recht op bescherming van haar eer en goede naam in dit geval zwaarder dient te wegen dan het recht op vrijheid van meningsuiting van gedaagde. Resteert de vraag welke gevolgen hieraan moeten worden verbonden.
In de laatste editie van onze nieuwsbrief vindt u altijd de Chiever Letterquiz. Inmiddels een traditie. Herkent u de merken achter het alfabet? Speel mee met de meest uitdagende Letterquiz van het jaar. Mail uw antwoorden vóór 15 februari 2016 aan
Auteursrecht. Citaatrecht. Eiser is auteursrechthebbende op een foto van Volkert van der G. welke in De Telegraaf en op de website van HP/De Tijd wordt geplaatst. Eiser stelt dat HP/De Tijd inbreuk maakt op haar auteursrecht. Niet is vast komen te staan dat eiser haar auteursrecht aan De Telegraaf heeft overgedragen. Er wordt een succesvol beroep gedaan op het citaatrecht uit art. 15a Aw. De foto op de website is zowel functioneel als proportioneel. De vorderingen worden afgewezen.
Uit het persbericht (Novagraaf): Het Europees Parlement heeft op 15 december jongstleden ingestemd met belangrijke hervormingen in het Europees merkenrecht. Dit betekent dat de komst van een nieuwe
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Remco Klöters,
Mediarecht. Onrechtmatige publicaties. Dahabshiil vordert verwijdering van door Somalische journalist geplaatste publicaties op internet wegens laster [vgl.
Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Minister van Toerisme heeft een Request for Proposal (aanbesteding) uitgevaardigd voor het Hard Rock Hotel & Casino. Geïntimeerde vraagt openbaarmaking van documenten rondom de gunning, in de rubriek 'Ons toerisme' in het Arubaanse dagblad Solo di Pueblo is een serie artikelen verschenen waarin de minister van fraude wordt geticht. Minister van Toerisme is politicus en heeft daarom spoedeisend belang bij een positieve opinie over hem bij het (vooral kiesgerechtigde) publiek. De term "corrupt" heeft in Aruba een bijzonder zware lading. De wekelijkse rubriek geeft voor de gemiddelde lezer niet de indruk een column te zijn die het karakter heeft van een kunstuiting. De rubriek komt niet over als satirisch, humoristisch, ludiek of karikaturaal bedoeld. Rectificatie wordt bevolen.
Vraag 2 Bent u nog steeds van mening dat het onwenselijk is dat filmdistributeurs achter individuele downloaders aangaan? Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 14 april 2014 in de ACI/Adam-zaak (zaak C-435/12 [
Bijdrage ingezonden door Jan Smolders, 