Beoordelen onrechtmatigheid naar recht van land waar gedecodeerde goederen (dreigen te) komen
Hof Den Haag 30 september 2014, IEF 14245 (Van Caem tegen Bacardi)Uitspraak ingezonden door Anne Sliepenbeek, Hofhuis Alkema Groen. Merkenrecht. Parallelhandel. Gedecodeerde goederen. De kern van het verweer in hoger beroep is dat ook door opslag en verhandeling van Bacardi-producten met een AGP-status geen merkinbreuk wordt gemaakt. Indien de stelling van Bacardi dat Van Caem in de EU ook handelt in niet-uitgeputte Bacardi-producten die noch onder een douaneschorsingsregeling, noch onder een accijnsschorsingsregeling vallen en die dus douanerechtelijk zijn ingevoerd en zijn uitgeslagen tot verbruik, juist is, is sprake van merkinbreuk. Dat wordt niet betwist, maar door het late tijdstip waarop deze stelling en aangeboden stukken aan de orde is gekomen, kunnen partijen zich uitlaten bij akte.
Codering beperkt legale parallelhandel en kan decodering noodzakelijk maken. Of sprake is van een onrechtmatige daad moet beoordeeld worden naar het recht van het land waar de gedecodeerde Bacardi-producten daadwerkelijk op de markt (dreigen te) komen. De door Bacardi gestelde (mogelijke) schade door decodering kan pas geleden worden indien de flessen op de markt komen.
2. T1-goederen zijn niet-communautaire goederen die onder de douaneschorsingsregelingen extern douanevervoer of douane-entrepot de Europese Unie zijn binnengebracht/geplaatst.
3. Goederen met een AGP-status zijn accijnsgoederen ten aanzien waarvan eventueel verschuldigde invoerrechten zijn voldaan en die douanerechtelijk zijn ingevoerd en in het vrije verkeer zijn gebracht, maar vervolgens onder een accijnsschorsingsregeling zijn geplaatst om de voldoening van de verschuldigde accijnzijn uit te stellen. Accijnsgoederen onder de accijnsschorsingsregeling mogen alleen worden opgeslagen of bewerkt in een accijnsgoederenplaats (AGP en worden vervoerd binnen het gesloten stelsel van onderling verbonden accijnsgoederenplaatsen en belastingentrepots. (...)
19. Indien de stelling van Bacardi dat Van Caem in de EU ook handelt in niet-uitgeputte Bacardi-producten die noch onder een douaneschorsingsregeling, noch onder een accijnsschorsingsregeling vallen en die dus douanerechtelijk zijn ingevoerd en zijn uitgeslagen tot verbruik, juist is, is sprake van merkinbreuk. Dat wordt door Van Caem op zichzelf ook niet betwist. Bacardi heeft nader bewijs van haar stelling aangeboden onder meer door het overleggen van stukken. Nu door het late tijdstip waarop deze stelling aan de orde is gekomen daarover geen volwaardig debat is gevoerd, zal het hof partijen, eerste Bacardi en vervolgens Van Caem, in de gelegenheid stellen zich hierover nader uit te laten bij akte. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol.
46. Van Caem stelt dat tegenover het belang van Bacardi haar belang bij een legale parallelhandel staat, welke handel door codering wordt beperkt en decodering noodzakelijk kan maken, nu merkhouders veelal trachten hun afnemers te beperken in hun mogelijkheden goederen aan andere tussenhandelaren te leveren door middel van contractuele beperkingen, hetgeen veelal niet is toegestaan of door middel van ongeoorloofde represailles, zoals het intrekken van kortingsregelingen. (...) Mede gelet op deze uitspraak [IEF 11898] acht het hof mogelijk dat in bepaalde landen eenzelfde belangenafweging wordt gemaakt in het kader van een onrechtmatige daadvordering en dat het op de markt brengen van gedecodeerde flessen in die landen niet onrechtmatig wordt geacht.
47. Of sprake is van een onrechtmatige daad moet naar het oordeel van het hof worden beoordeeld naar het recht van het land waar de gedecodeerde Bacardi-producten daadwerkelijk op de markt (dreigen te) komen. De door Bacardi gestelde (mogelijke) schade door decodering kan pas geleden worden indien de flessen op de markt komen. Het had op de weg van Bacardi gelegen om aan te geven waar Van Caem gedecodeerde Bacardi-producten (buiten de EER) op de markt brengt of dreigt te brengen en (gemotiveerd) te stellen dat dit naar recht van dat land onrechtmatig is. Nu zij dat heeft nagelaten, dient het gevorderde bevel als onvoldoende onderbouwd te worden afgewezen.

Uitspraak ingezonden door Katelijn van Voorst,
Auteursrecht. Tuchtrecht. Geen maatregel. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zonder overleg, bronvermelding of toestemming het "Woordenboek Juridische Terminologie en Politiejargon" op haar website te plaatsen. Er wordt geen maatregel aan de bestuurders van de bv opgelegd.
Mediarecht. Verzoekster exploiteert een elektronische krant (Tiroler Tageszeitung Online). Op deze website kunnen via een link naar een subdomein ook video’s worden opgeroepen, in totaal meer dan 300. Deze video’s betreffen korte filmpjes bijvoorbeeld over Lokale gebeurtenissen en evenementen, sportberichten, filmtrailers, knutselhandleidingen voor kinderen, straatinterviews over actuele onderwerpen, of door de redactie geselecteerde video’s van lezers die al dan niet verband houden met het geschrevene.
Door Margot Verbaan, De Brauw Blackstone Westbroek.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een klacht ontvangen over de mogelijkheden om auteursrechten bij Buma/Stemra onder te brengen (ex artikel 56, lid 1 van de Mededingingswet). ACM heeft een deel van deze klachten meegenomen in het
The Chairman and his team attach great value to the involvement of practitioners and future users of the Unified Patent Court in its work. To this end it organises formal consultations and public hearings on key elements of its work, however, in preparing for proposals to be discussed in the Preparatory Committee, the Chairman has invited a small group of experts to provide advice on the various different work streams.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser,