Geldige schorsing van de procedure in geschil over kaarthouders van Secrid

Vzr. Rb. Den Haag 12 maart 2025, IEF 22601; ECLI:NL:RBDHA:2025:3634 (Secrid tegen gedaagde). Secrid ontwikkelt en verkoopt portemonnees onder het ingeschreven merk SECRID. Zo verkoopt zij onder andere de Miniwallet en de Slimwallet, die kaarthouders zijn met een trapsgewijs systeem dat naar boven kan worden geschoven, met een lederen omslag. Secrid is houder van verschillende modelregistraties (hierna: de Secrid-modellen). Gedaagde, tevens eiser in incident, is eigenaar van een Poolse eenmanszaak die via zijn website lederen producten, waaronder portemonnees, op de markt brengt. De website is te bezoeken vanuit diverse landen, waaronder de Benelux. Tot deze producten horen ook kaarthouders in verschillende uitvoeringen. Secrid meent dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op haar rechten en nadat er geen gehoor was gegeven aan de sommatie, startte zij deze kort geding-procedure. Secrid vordert een verbod op inbreuk van haar modellen, woordmerken, auteursrechten en slaafse nabootsing en stelt dat gedaagde nagenoeg identieke portemonnees verhandelt, zonder toestemming haar merknaam gebruikt. Gedaagde voert geen verweer, maar dient wel een incidentele vordering tot schorsing van de procedure in.
Gerecht bevestigt verwerping beroep tegen afwijzing oppositie merk 'Undercover Joker

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22598; IEFbe 3889; ECLI:EU:T:2025:215 (Granini France tegen EUIPO, Techno1). Deze zaak betreft een oppositieprocedure tegen de inschrijving van het beeldmerk "Undercover Joker", aangevraagd door Techno1. Granini France heeft zich hiertegen verzet op basis van haar oudere Franse beeldmerk "JOKER +". De Kamer van beroep heeft het beroep verworpen, waarop Granini France beroep heeft ingesteld bij het Gerecht, en vernietiging van de bestreden beslissing verzoekt. De Kamer heeft vastgesteld dat het relevante publiek in Frankrijk bestaat uit zowel het grote publiek als professionals, met een gemiddeld tot hoog oplettendheidsniveau. De verzoekster voert aan dat de Kamer haar conclusie over het oplettendheidsniveau niet voldoende heeft gemotiveerd en stelt dat een deel van het publiek slechts een laag oplettendheidsniveau zal hebben. Het Gerecht verwerpt dit argument en bevestigt dat consumenten bij kansspelen een zeker financieel risico lopen, waardoor een gemiddeld oplettendheidsniveau gerechtvaardigd is. Wat betreft de vergelijking van de betrokken goederen en diensten bevestigt de Kamer de bevindingen van de oppositieafdeling dat sommige identiek, sommige vergelijkbaar en sommige niet vergelijkbaar zijn. De verzoekster betwist deze vaststellingen niet.
Ingezonden door Ernst-Jan Louwers, secretaris VIEPA
VIEPA - bijeenkomst 20 maart 2025

Op 20 maart 2025 vindt de voorjaarsvergadering van de specialisatievereniging Vereniging Intellectuele Eigendom Proces Advocaten (VIEPA) plaats bij NautaDutilh aan de Beethovenstraat 400 te Amsterdam. De bijeenkomst zal om 16.00 uur beginnen met een korte Algemene Ledenvergadering. Om 16.30 uur start het inhoudelijk thema “Perikelen rondom bewijsbeslag”. Sprekers zijn mevrouw mr. Petra de Bruin, rechter in de rechtbank te Rotterdam, en de heer Govert Bakker van Equilibristen gerechtsdeurwaarders. Aan het slot is tijd ingeruimd voor discussie over het thema en over andere actuele onderwerpen uit de IE-procespraktijk.
De bijeenkomst is uitsluitend en gratis toegankelijk voor leden van de VIEPA. U kunt zich nog aanmelden als lid (slechts € 30,00 voor aspirant leden en € 50,00 voor gewone leden). Bent u al lid en heeft u zich nog niet aangemeld, dan kunt u zich nog aanmelden via het emailadres info@viepa.nl.
Uitspraak ingezonden door Gregor Vos, Brinkhof
Ex parte bevel tegen Aldi vernietigd wegens onvoldoende onderbouwing en verzwijging van informatie

Rb. Den Haag 28 februari 2025, IEF 22596 (Aldi c.s. tegen World Branding Mark S.A.). De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in het kort geding tussen Aldi c.s. en World Branding. Aldi verzoekt om vernietiging van een ex parte bevel dat op 18 december 2024 op verzoek van World Branding is opgelegd. Dit bevel, dat zonder Aldi te horen is toegewezen, verbood de verkoop van parfumflessen waarvan World Branding stelde dat deze inbreuk maakten op haar model- en merkrechten. World Branding baseerde haar verzoek op een vermeende inbreuk door Aldi op haar Gemeenschapsmodel en Vormmerk 1 door het parfum Monte Carlo Musky Rose EDT te verhandelen. De voorzieningenrechter wees dit verzoek toe, waarna Aldi in verzet kwam en herziening en vernietiging met terugwerkende kracht verzocht. Volgens Aldi is het ex parte verzoek ingediend door een entiteit die niet de houder is van het Gemeenschapsmodel en Vormmerk 1. Daarnaast stelt zij dat de juridische onderbouwing van World Branding tekortschiet en grotendeels bestaat uit niet-relevante argumenten. Ook wijst zij erop dat in het verzoekschrift slechts een afbeelding van de Monte Carlo-fles is overgelegd, waarbij alleen de voorzijde zichtbaar is en de bovenzijde van de clip/pin niet in beeld komt. Volgens Aldi zijn deze kenmerken relevant voor de beoordeling van een mogelijke inbreuk, met name in het geval van een 3D-vormmerk. Verder voert zij aan dat in de ex parte procedure geen fysiek product is overgelegd en dat World Branding een Zwitserse rechterlijke uitspraak uit 2017, waarin negatief is geoordeeld over de geldigheid van Vormmerk 1, niet heeft overgelegd. Volgens haar had dit wél gemoeten, omdat een verzoekende partij in een ex parte procedure verplicht is om volledig en naar waarheid alle relevante feiten aan te voeren, zoals voorgeschreven in artikel 21 Rv.
Ernst Numann onderscheiden met Prof. Telderspenning voor verdiensten in het IE-recht

Op 12 maart 2025 heeft Mr. Ernst Numann de Prof. Telderspenning in ontvangst mogen nemen tijdens het jaarlijkse AIPPI IE congres in Zeist. De Telderspenning wordt maximaal eens per drie jaar uitgereikt aan een persoon of organisatie die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de beoefening van het recht van intellectuele eigendom in Nederland. Het bestuur van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE) roemt Numann om zijn grote bijdrage aan de ontwikkeling en praktijk van het IE-recht.
De Telderspenning is vernoemd naar de rechtsgeleerde en politicus Prof. Mr. B.M. Telders (1903-1945). Telders, die vlak voor de bevrijding overleed in concentratiekamp Bergen-Belsen, was hoogleraar volkenrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden en mede-auteur van een handboek over het Nederlands octrooirecht. Sinds de eerste uitreiking in 2000 is de penning toegekend aan vooraanstaande figuren binnen het IE-recht, waaronder Feer Verkade (2000), Jan Brinkhof (2003), Toon Huydecoper en Jaap Spoor (2016), en Constant van Nispen (2021).
Gerecht vernietigt EUIPO-besluiten in 4 zaken: "ecovie" toch verwarrend met "ECOVER"

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22595; IEFbe 3888; ECLI:EU:T:2025:211 (People Against Dirty Holdings Ltd tegen, EUIPO, Ningbo Future Houseware Co. Ltd). People Against Dirty Holdings Ltd, de verzoeker, komt in vier afzonderlijke zaken op tegen beslissingen van het EUIPO. De vier zaken zijn ontstaan doordat Ningbo Future Houseware Co. Ltd meerdere aanvragen heeft ingediend voor het merk "ecovie" in verschillende klassen, waaronder schoonmaakmiddelen en huishoudelijke producten. De verzoeker heeft hiertegen vier opposities ingediend, gebaseerd op verschillende oudere EU-woord- en beeldmerken van "ECOVER". De Kamer heeft in elk van deze zaken de oppositie verworpen, wat heeft geleid tot vier afzonderlijke beroepen bij het Gerecht. De merkenkwestie draait telkens om verwarringsgevaar tussen het aangevraagde merk "ecovie” en het oudere merk van de verzoeker: "ECOVER". De Kamer had eerder in alle gevallen beslist dat er geen verwarringsgevaar bestond, omdat de tekens slechts in beperkte mate visueel, fonetisch en conceptueel overeenstemmen. Volgens de Kamer omvat het relevante publiek naast consumenten ook professionals, met een aandachtsniveau dat varieert van gemiddeld tot hoog.
Peter Teunissen wint VIE Prijs 2025 tijdens AIPPI IE Symposium

Tijdens het jaarlijkse AIPPI IE Symposium in Zeist is de prestigieuze VIE Prijs uitgereikt aan Peter Teunissen. De VIE Prijs, die met een knipoog wordt omschreven als de "Nobelprijs voor jonge auteurs binnen het IE-recht", bekroont het beste IE-juridische artikel van een jonge auteur. Peter Teunissen ontving de prijs voor zijn artikel Auteursrecht in omloop: Bespiegelingen op het werk van prof. mr. Antoon Quaedvlieg, gepubliceerd in Auteursrecht.
Naast Peter Teunissen waren ook Roma Leuyerink en Jorn Torenbosch genomineerd. Roma Leuyerink werd erkend voor haar artikel Wetsvoorstel versterking auteurscontractenrecht: opnieuw een horde voor verplichte aansluiting bij de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht, eveneens gepubliceerd in Auteursrecht. Jorn Torenbosch werd genomineerd voor zijn artikel De status van het Unieverdrag van Parijs in de EU-rechtsorde, dat verscheen in Berichten Industriële Eigendom.
Geschil tussen opdrachtgevers en een interieurstyliste over de inrichting van een appartement in Spanje
Rb. Zeeland-West-Brabant 26 februari 2025, IEF 22594; ECLI:NL:RBZWB:2025:1244 (Opdrachtegevers tegen de opdrachtnemer). Deze zaak draait om een geschil tussen opdrachtgevers en een interieurstyliste over de inrichting van een appartement in Spanje. De opdrachtgevers wilden de overeenkomst vernietigen wegens dwaling, omdat de styliste voornamelijk producten van de discounter SKLUM had geleverd, terwijl zij hoogwaardige en exclusieve meubels hadden verwacht. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende grond was voor dwaling, maar wel voor gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst. In reconventie vordert de opdrachtnemer een boete dan wel schadevergoeding voor inbreuk op het auteursrecht op de renderbeelden van de opdrachtnemer. De styliste dat de opdrachtgevers onrechtmatig renderbeelden hadden gebruikt zonder toestemming. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen boetebeding was overeengekomen en dat de styliste onvoldoende had aangetoond dat zij auteursrecht op de beelden had. De vordering voor schadevergoeding wegens inbreuk op het auteursrecht werd daarom afgewezen.
Bevoegdheidskwestie rondom auteursrechtinbreuk op camouflagedessin, hof buigt zich over rechtsmacht Nederlandse rechter
Hof Arnhem-Leeuwarden 25 februari 2025, IEF 22593; ECLI:NL:GHARL:2025:1067 (Crye Precision en Lineweight tegen Uni&Forma). Crye Precision c.s. claimen auteursrecht op het MultiCam-camouflagedessin en stellen dat UF PRO dit recht schendt door kleding met een vergelijkbaar patroon, SloCam, te vervaardigen en te verhandelen. Daarnaast beschuldigen zij GFP, Utexbel en Holtex van auteursrechtinbreuk; GFP door het verkopen van UF PRO-producten met het SloCam-dessin en Utexbel en Holtex door de stoffen voor deze kleding te bedrukken. Mocht hun beroep op auteursrecht niet slagen, dan voeren zij subsidiair slaafse nabootsing aan. Bij de rechtbank hebben Crye Precision c.s. verklaringen voor recht, verboden en schadevergoeding geëist om de gestelde auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing te beëindigen. Voor de rechtsmacht beroepen zij zich op artikel 8 lid 1 van de Brussel I-bis Verordening, omdat de zaken tegen GFP, UF PRO, Utexbel en Holtex volgens hen nauw samenhangen en gezamenlijke behandeling voorkomt dat tegenstrijdige beslissingen worden genomen. Omdat GFP in Nederland gevestigd is, zou de Nederlandse rechter volgens hen ook bevoegd zijn voor de andere drie gedaagden. UF PRO heeft echter een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen en betwist dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft over haar. De rechtbank heeft het verweer van UF PRO gehonoreerd en zich onbevoegd verklaard ten aanzien van de vorderingen tegen haar.
Uitspraak ingezonden door Noa Naaman, DLA Piper.
Hof wijst inzageverzoek toe in auteursrechtzaak over software tussen WFC c.s. en ECA c.s.

Hof Amsterdam 18 februari 2025, IEF 22592, IT 4807; ECLI:NL:GHAMS:2025:447 (WFC c.s. tegen ECA c.s.). World Freight Company, appellant 2 en appellant 3 (hierna samen: WFC c.s.) vorderen in dit kort geding op grond van art. 843a Rv inzage in en/of afgifte van in beslag genomen bescheiden. Zij willen hiermee onderbouwen dat Euro Cargo Aviation (hierna: ECA) en Take Off Aviation (hierna: TOA), met medewerking van Aviation IT Systems (hierna: AITS, hierna samen: ECA c.s.), auteursrechtinbreuk plegen door software te exploiteren die een bewerking is van software waarop WFC c.s. exclusieve rechten bezitten. De feiten zijn in het bestreden vonnis correct weergegeven [zie IEF 21494]. De voorzieningenrechter concludeerde in dit vonnis dat er geen grond was die het beslag rechtvaardigde en heeft het beslag daarom opgeheven. WFC c.s. hebben in principaal hoger beroep zes grieven aangevoerd en concluderen tot vernietiging van het bestreden vonnis. ECA c.s. hebben incidenteel hoger beroep ingesteld, onder de voorwaarde dat het hof een of meer grieven van WFC c.s. gegrond zal bevinden.