Octooirechten op sleepboot wel verkocht in IPS-overeenkomst
Rb. Rotterdam 4 oktober 2023, IEF 21728; ECLI:NL:RBROT:2023:9285 (NVS tegen IMC) NVS Maritime Consultancy (hierna: NVS) is een onderneming die zich bezighoudt met advisering in het kader van het ontwerpen van schepen. IMC Corporate Licensing (hierna: IMC) is een onderneming die zich bezighoudt met het ontwikkelen van maritieme technologie. In 2018 hebben partijen een overeenkomst gesloten over de verkoop van intellectuele eigendomsrechten op een sleepboot. IMC werkte aan het ontwerp van een 24 meter lange sleepboot met QR-systeem (2409-model) en later aan een groter model met een lier (2410-model). NVS was in de veronderstelling dat zij ook de rechten op het 2410-model had gekregen die IMC verder aan het ontwikkelen was, niet alleen het 2409-model. NVS vordert een verklaring voor recht dat zij de intellectuele eigendomsrechten overgedragen heeft gekregen van de 2410 en de 2409 in de overeenkomst van 2018. IMC stelt dat NVS niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. In reconventie vordert IMC te verklaren dat alleen de auteursrechten van het 2409-model zijn overgedragen. Daarnaast vordert IMC te verklaren dat NVS te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Ook voert IMC in reconventie aan dat de gesloten overeenkomst niet de auteursrechten dekt, zodat zij eigenaar blijft van het auteursrecht op het 2409-model.
Beantwoording prejudiciële vragen over strafrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties IE-inbreuk
HvJ 19 oktober 2023, IEF 21730; C‑655/21 (Bulgarije tegen G. ST. T.). G. ST. T. is eigenaar van een kledingwinkel in Bulgarije, waar imitatie-merkkleding werd verkocht. In de Republiek Bulgarije wordt de schending van intellectuele eigendomsrechten met strafrechtelijke sancties bedreigd. Verdachte is toen merkinbreuk met verzwarende omstandigheden ten laste gelegd, omdat de merkinbreuk aanzienlijke schadelijke gevolgen heeft. De straf die hem opgelegd zou worden kon minimaal vijf jaar bedragen, maar omdat sprake was van verzwarende omstandigheden zou dit zelfs zeven jaar kunnen worden. Daarnaast kunnen ook andere maatregelen opgelegd worden aan gedaagde, zoals een geldboete die hoog kan oplopen en met de bijkomende maatregel van verbeurdverklaring en vernietiging van de inbreukmakende goederen en van materialen en werktuigen die voornamelijk zijn gebruikt bij het plegen van het strafbare feit. De verwijzende rechter heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof prejudiciële vragen gesteld.
IP-kantoor Arnold & Siedsma versterkt European Patent Litigators Network
Intellectueel Eigendom (IE) kantoor Arnold & Siedsma versterkt European Patent Litigators Network (EPLN). Met EPLN bundelt een aantal toonaangevende, Europese IE-kantoren de krachten om hun cliënten zo goed mogelijk te adviseren over het nieuwe Unitary Patent (UP) en het Unified Patent Court (UPC) en ze bij te staan als het gaat om UPC- procedures.
Gedaagde beschikte nog steeds niet over muzieklicentie
Rb. Zeeland-West-Brabant 11 oktober 2023, IEF 21727; ECLI:NL:RBZWB:2023:7105 (Buma/Sena tegen gedaagde). Buma is een belangenbehartigingsorganisatie voor muziek-auteursrecht. Sena is belast met de inning en verdeling van billijke vergoedingen voor de artiesten die hun auteursrechten hebben overgedragen aan Buma. Buma en Sena sluiten tevens licentiecontracten af met openbaarmakers van muziek. Gedaagde is een onderneming die een brasserie exploiteert. Gedaagde heeft muziek ten gehore gebracht die behoort tot het Buma-repertoire, waarvoor geen licentie met Buma en Sena is afgesloten. Bij vonnis in kort geding is aan gedaagde een verbod opgelegd om muziekwerken ten gehore te brengen behorende tot het repertoire van Buma op straffe van een dwangsom. Hierna zijn wederom overtredingen geconstateerd, waarvan de dwangsommen niet betaald zijn. Buma heeft later beslag gelegd bij gedaagde wegens de proces- en executiekosten van het vonnis in kort geding. Gedaagde heeft in 2022 via Buma en Sena muzieklicenties aangevraagd. Buma en Sena eisen schadevergoeding wegens inbreukmakend handelen van gedaagde van 2019 tot 2021. Gedaagde voert aan dat door het beslag deze vergoeding al is voldaan voor de jaren 2020 en 2021. Daarnaast is volgens gedaagde geen sprake van het openbaar maken van muziek op bepaalde momenten, omdat toen alleen medewerkers van de brasserie aanwezig waren.
Instellen van twee vertrouwelijkheidsregimes bij geschil over bedrijfsgeheimen
Rb. Rotterdam 2 augustus 2023, IEF 21726; ECLI:NL:RBROT:2023:9012 (Organik Kimya tegen Argon). Organik Kimya (hierna: Organik) vordert een wereldwijd verbod voor Argon op inbreukmakend handelen. Organik legt hieraan ten grondslag dat Argon bedrijfsgeheimen van Organik openbaar maakt en gebruikt. Organik heeft de rechtbank verzocht om twee vertrouwelijkheidsregimes toe te passen. Het eerste vertrouwelijkheidsregime betreft maatregelen omtrent stukken die zijn gevonden op de computers van Argon, welke volgens Organik onrechtmatig zijn verkregen. Organik wenst een behandeling achter gesloten deuren en wil dat alleen een geredigeerd vonnis openbaar gemaakt wordt, waarin details zijn gecensureerd. Argon verzet zich hiertegen en stelt hiertoe dat de informatie niet geheim is en dat in Turkije (bij een lopende procedure) geen vertrouwelijkheidsregime is opgelegd. Daarnaast stelt Argon dat dit verzoek te laat is ingediend. Het tweede vertrouwelijkheidsregime dat Organik toegepast wil zien heeft betrekking op vertrouwelijke stukken die Argon niet kent. Dit betreft volgens Organik vertrouwelijk en bedrijfsgeheime informatie. Organik wil dat Argon verboden wordt deze informatie die op de zitting wordt gedeeld te gebruiken of openbaar te maken. Daarnaast wil Organik dat slechts een paar personen van Argon het proces bijwonen. Ook hier verzet Argon zich tegen, omdat Organik de relevante delen al van haar vertrouwelijke karakter heeft ontdaan door delen onleesbaar te maken. Argon vindt een vertrouwelijkheidsregime niet nodig of passend. Ook geeft Argon aan dat het voor een eerlijk proces voor Argon nodig is dat de informatie met meerderde advocaten gedeeld wordt.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek om de instelling van de vertrouwelijkheidsregimes niet te laat is ingediend. Argon voert volgens de rechtbank terecht aan dat in de procedure beantwoord zal moeten worden of wat Organik vertrouwelijke bedrijfsgeheimen noemt, dat ook daadwerkelijk zijn. De rechtbank ziet echter genoeg reden om aan te nemen dat het hier om vertrouwelijke bedrijfsgeheimen gaat. Bepaalde producties bevatten namelijk werkwijzen, codenamen van tussenproducten en de naam van een leverancier. Het valt niet uit te sluiten dat Organik schade zal kunnen lijden bij openbaarmaking van deze producties. Dat in Turkije geen vertrouwelijkheid is opgelegd, staat daar niet aan in de weg. Ook heeft Argon van enkele producties niet betwist dat deze bedrijfsgeheimen bevatten. De rechtbank zal in het dictum de (vermeende) bedrijfsgeheimen als vertrouwelijk aanmerken. Daarnaast mag Argon haar confidentiality club aanwijzen die kennis mogen nemen van de als vertrouwelijk aangemerkte bedrijfsgeheimen. De deelnemers van de confidentiality club mogen alleen kennisnemen van de informatie in het kader van het geschil. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het partijen verboden is mededelingen te doen van hetgeen tijdens zitting achter gesloten deuren is behandeld. De rechtbank legt daarnaast een mededelingenverbod aan Argon op ten aanzien van producties, maar maakt een uitzondering voor informatie die Argon reeds bekend is. Argon mag deze informatie gebruiken in de gerechtelijke procedures die nu reeds lopen ter zake van het onderwerp van dit geschil, en in daaruit voortvloeiende gerechtelijke procedures.
Gewijzigde verpakkingen doen afbreuk aan luxe uitstraling van merken van CLD
Rb. Den Haag 23 augustus 2023, IEF 21717; ECLI:NL:RBDHA:2023:12493 (Creation luxe Design tegen Notino). Creation Luxe Design (Hierna: CLD) en Inter Development Diffusion (Hierna: IDD) gebruiken het Mancera-merk en het Montale-merk om onder andere parfums op de markt te brengen. Zij hebben daartoe exclusieve licenties verkregen. CLD en IDD hebben per geografisch gebied exclusieve licentienemers aangesteld, waarvan Silk Cosmetics een is. Notino, een parfumverkoper, heeft proefaankopen op haar website aangeboden die voorzien waren van het Mancera en Montale merk, waar geen toestemming voor is verkregen van de merkhouder. De verpakkingen en de parfumfles van de verkochte producten waren ernstig bekrast, waardoor de herkomst van de parfum niet meer te herleiden was. In het verleden heeft Silk Cosmetics reeds geprocedeerd tegen Notino, waarin is geoordeeld dat sprake was van uitputting.
Eiseres had psychische belasting door gebruik van haar portret beter moeten onderbouwen
Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 27 september 2023, IT 4402; ECLI:NL:RBZWB:2023:6767 (Eiseres tegen gedaagden). Eiseres en gedaagde 2 zijn in 2009 gehuwd en hebben tijdens hun huwelijk een box en een online platform ontwikkeld met een zindelijkheidstraining. Deze training wordt aangeboden via gedaagde 1 BV waarvan gedaagde 2 enig aandeelhouder en bestuurder is. De marketing vindt vooral plaats via de website en sociale media. Hiervoor worden foto’s van eiser en gedaagde samen gebruikt of van eiseres alleen. In 2022 zijn eiseres en gedaagde 2 gescheiden en hebben de huwelijksgoederengemeenschap verdeeld.
EFTA verwijzingsuitspraak
EFTA 12 oktober 2023, IEF 21724; E-11/23 (Lassenteret AS tegen Assa Abloy Opening Solutions Norway). Verzoekster, Låssenteret, houdt zich bezig met de verkoop, installatie en onderhoud van sloten en beveiligingssystemen. Verweerster, Assa Abloy Opening Solutions Norway (hierna: AAOS), produceert en verkoopt producten en diensten op het gebied van toegangscontrole voor particulieren en professionals. In de periode 2017 tot 2019 had Låssenteret verschillende overeenkomsten met AAOS. In 2019 heeft AAOS een van de overeenkomsten met Låssenteret opgezegd. Eind september 2020 heeft AAOS de andere overeenkomsten met Låssenteret opgezegd. Låssenteret betwist de rechtmatigheid van deze opzeggingen.
Zweden vraagt om uitleg 'eigen intellectuele schepping'
Het Zweedse octrooi- en markthof van beroep heeft naar het Hof verwezen in een zaak tussen Zweeds meubelbedrijf Asplund (eiser) en de Zweedse winkelketen voor meubels en wooninrichting MIO. Zowel eiser als verweerder verkochten eettafels. In 2020 begon verweerder met de verkoop van tafels die grote gelijkenis vertoonden met de tafel van eiser. Hierop volgde een inbreukprocedure, waarbij verweerder stelde dat de tafel niet auteursrechtelijk beschermd is wegens gebrek aan originaliteit. Het ontwerp was namelijk grotendeels toe te schrijven aan de functionaliteit van de tafel. De Zweedse octrooi- en marktrechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de tafel auteursrechtelijk beschermd is, omdat de tafel het resultaat is van de eigen intellectuele schepping van de maker. Hierdoor kende de rechtbank het verbod aan verweerder toe. Verweerder is vervolgens tegen deze beslissing in beroep gegaan bij het Zweedse Hof, welke heeft besloten de procedure te schorsen in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen aan het Hof. De Zweedse uitspraak is hier te lezen, de vertalingen ervan moeten nog verschijnen.
Toezichtsrapport 2022 collectief beheer
Het College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) heeft een positief jaarrapport gepubliceerd over de 21 collectieve beheersorganisaties (cbo's) die in 2022 onder hun toezicht vielen. Ze informeerden rechthebbenden tijdig en de meeste cbo's keerden ruim binnen de gestelde termijnen uit. Het aantal klachten bleef zeer beperkt. De CvTA-voorzitter kondigt aan dat het tijd is voor een herijking van het toezichtsbeleid in overleg met stakeholders. De herijking zal zich richten op verlicht en meer risicogericht toezicht, met de resultaten van de verwachte wettelijke evaluatie in 2023 als leidraad. Hoewel er altijd ruimte is voor verbetering, zijn de huidige verbeterpunten voornamelijk details en interpretatiekwesties van de wet. Lees het volledige rapport hier.