IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 3199

Port betaald

ep.JPGVoorzieningenrechter Rechtbank Roermond, 3 januari 2007, KG ZA 06/228. Europochette N.V. tegen Driessen. (Met dank aan Diederik Stols, DLA Piper)

Eenvoudige modellenrecht-zaak, maar met een interessante (en wellicht dogmatisch onjuiste?) uitleg van artikel 90 van de Gemeenschapsmodelverordening. Helaas zonder plaatjes (wellicht kunnen de andere gerechten eens op cursus in Den Haag?).

Europochette is een Belgische vennootschap die zich bezighoudt met de productie van horecabenodigdheden. Europochette is houdster van een internationaal model en een gemeenschapsmodel met betrekking tot een bestekpochette (een soort enveloppe die in restaurants wordt gebruikt om een papieren servet, al dan niet tezamen met bestek, op de tafel te presenteren).

Driessen houdt zich bezig met de handel in enveloppen, onder meer voor de gastronomie en levert een bestekpochette met ingevouwen servet aan de horeca. Europochette beticht Driessen van modelrechtinbreuk.


Driessen beroept zich allereerst op de onbevoegdheid van de rechtbank op grond van artikel 81 Gemeenschapmodelverordening.


“Europochette heeft daartegen ingebracht dat de bevoegdheid van de rechtbank in deze zaak is afgeleid van artikel 90 van de Gemeenschapsmodelverordening. De tekst van lid 1 van dit artikel luidt: “aan de rechterlijke instanties van lidstaat, met inbegrip van de rechtbanken voor het gemeenschapsmodel kunnen voor een gemeenschapsmodel dezelfde voorlopige en beschermende maatregelen worden gevraagd als het recht van die staat kent voor nationale modellen (…)”. Onder nationale modellen zijn voor Nederland te verstaan modellen die in het kader van het Benelux verdrag inzake de Intellectuele Eigendom zijn gedeponeerd. Volgens dit verdrag is de rechtbank Roermond bevoegd om kennis te nemen van het geschil met betrekking tot het krachtens dit verdrag gedeponeerde model. Artikel 90 heeft [volgens de Voorzieningenrechter; IEF] de strekking om te voorkomen dat degene die zowel een voorlopige of beschermende maatregel wil aanbrengen ten aanzien van een nationaal model als van een gemeenschapsmodel, voor twee verschillende rechtbanken moet dagvaarden. Dat leidt tot de conclusie dat de voorlopige maatregel met betrekking tot het gemeenschapsmodel voor dezelfde rechtbank kan worden aangebracht als de rechtbank die bevoegd is om over het nationale model te oordelen, zijnde in casu de rechtbank Roermond. Het beroep op onbevoegdheid wordt derhalve verworpen.”


De rechter is voorshands van oordeel dat de onderhavige modellen niet nietig zijn. Daarmee sluit de rechter aan bij de overwegingen van de rechtbank Utrecht in haar vonnis van 3 juni 2004 (BIE 2005/43). Hiermee wordt het beroep van Driessen op gebrek aan nieuwheid, gemis aan eigen karakter en technische bepaaldheid gepasseerd. Daarbij merkt de rechter op dat in kort geding in beginsel moet worden uitgegaan van de geldigheid van het model. Dat betekent dat alleen bij evidente ongeldigheid daarop vooruitlopende bescherming kan worden ontzegd. Van dergelijke evidente ongeldigheid is niet gebleken.


De rechter gaat eveneens voorbij aan het verweer van Driessen dat zijn enveloppen een andere indruk wekken dan de bestelenveloppen van Europochette. Ook het verweer dat aan de modellen slechts een geringe beschermingsomvang toekomt omdat het model weinig variaties biedt legt de rechter naast zich neer.


De vorderingen (waaronder de proceskostenveroordeling overeenkomstig de Handhavingsrichtlijn) van Europochette komen voor toewijzing in aanmerking.


Lees het vonnis hier.

IEF 7722

Brein vs. KPN: Telecom carrier ordered tot disconnect bittorrent infringer

Court Of The Hague, 5 January 2007, Judgment in the summary proceedings, in the case between Stichting Brein and KPN Telecom B.V.

Torrent files of e.g. films, music and software were being offered on a bit torrent website. The website owner has a contract with KPN. Stichting Brein requested the Court to order KPN to disclose the name and address details of the website owner and to disconnect the current ADSL connection of the contracting party in question and any other Internet connection to be used by that party for that website or for a similar website.

In the opinion of the Summary Proceedings Judge, the actions of the website owner are wrongful, not because the website owner is infringing the copyrights or neighbouring rights vested in the rightful owners, but because its actions conflict with the due care to be observed towards the rightful owners. It is facilitating structural infringement of copyrights and neighbouring rights. The Summary Proceedings Judge orders KPN to provide Stichting Brein with the name and address details of the website owner and to disconnect the ADSL connection of that contracting party if it again places the website in question or a similar website on the Internet via that Internet connection.

Read the entire judgment here (judgment made available by Bas Vissers, Stichting Brein).

 

IEFenglish

IEF 3198

Algemeen bekend

camp.gifBBIE, Beslissing inzake oppositie,  6 december 2006, Nº 2000061. Opposant: Campina Nederland Holding BV tegen Verweerder: Merkgevers B.V.

Vrij uitgebreide theoretische analyse door het BBIE van het begrip “(algemeen) bekend merk”, inclusief territorium, publiek en bewijsmateriaal.

 “Het Bureau is van mening dat uit de bewijsstukken blijkt dat het merk in Nederland als algemeen bekend mag worden verondersteld voor het relevante deel van het publiek voor melk- en melkproducten en dat het merk in België bekendheid geniet. Er is geen materiaal overgelegd waaruit bekendheid van het merk in Luxemburg zou blijken. Voor een Beneluxmerk kan echter niet worden verlangd, dat het in het gehele Beneluxgebied bekend is. Het is voldoende, dat het merk bekend is in een aanmerkelijk gedeelte van dat gebied, hetgeen in voorkomend geval een gedeelte van één van de Beneluxlanden kan zijn. Het Bureau past dit ook toe voor het beoordelen van de algemene bekendheid van een merk .”

(…) Het Bureau is van oordeel dat uit het geheel van voorgelegde stukken blijkt dat het logo van Campina een algemeen bekend merk is in de Benelux. Aangezien zowel de tekens als de waren identiek zijn is voldaan aan de voorwaarden van Artikel 2.3, sub a BVIE (voorheen artikel 3, lid 2 onder a BMW) en hoeft er geen beoordeling gemaakt te worden van het gevaar voor verwarring.” Het bureau wijst de oppositie toe.

Lees de beslissing hier.

IEF 3197

Afsluiten

Rechtbank 's-Gravenhage 5 januari 2007, KG ZA 06-1417, Stichting Brein tegen KPN Telecom.

Stichting Brein vordert van KPN verstrekking van de NAW gegevens van de websitehouder van de torrent website www.dutchtorrent.org. Zowel deze vordering, als Brein's vordering tot afsluiting van de ADSL verbinding van de websitehouder worden door de rechter gehonoreerd. Eerst geeft de rechter kort weer wat een torrent site nu eigenlijk is:

"Op de website worden torrentbestanden aangeboden van onder andere films, muziek en software (deze films, muziek en software verder te noemen: de werken). Door deze torrentbestanden te downloaden wordt het voor de gebruiker van de website mogelijk verbinding te maken met de computers van andere gebruikers. De werken (of delen daarvan) worden vervolgens vanaf de computers van die andere gebruikers gedownload en terstond vanaf de computer van de gebruiker weer geüpload, zodat zij ter beschikking komen van weer andere gebruikers die de bestanden willen downloaden."
 
Het is voldoende aannemelijk dat het merendeel, zo niet alle, van de aangeboden torrents betrekking hebben op beschermde werken van rechthebbenden die bij Brein aangesloten zijn (genoemde voorbeelden zijn de films "The Devil Wears Prada" en "The Da Vinci Code"). Er is geen sprake van een zelfstandige openbaarmaking van de websitehouder omdat de werken rechtstreeks van gebruiker naar gebruiker worden gekopieerd en de rol van de server zich in dit opzicht beperkt tot het regelen van het proces van uploaden en downloaden. Er is desondanks sprake van onrechtmatig handelen omdat de websitehouder structureel inbreuken op auteursrechten en naburige rechten faciliteert en zijn handelen hierdoor in strijd is met de jegens de rechthebbenden in acht te nemen zorgvuldigheid. 


Lycos/Pessers in aanmerking nemend,oordeelt de rechter dat KPN gehouden is de NAW gegevens te verstrekken. De inspanningen van Brein om de gegevens te achterhalen worden voldoende geacht.


Met betrekking tot de vraag of KPN gehouden is de verbinding af te sluiten, overweegt de rechter:


"Indien KPN echter gewezen wordt op kennelijk (onmiskenbaar) onrechtmatige gedragingen van haar abonnees op het internet, kan zij niet volstaan met het verstrekken van de NAW-gegevens, maar is zij daarnaast gehouden de betreffende verbinding af te sluiten. Nalaten daarvan zou in strijd zijn met de zorgvuldigheid die zij jegens degenen, van wie de belangen door de onrechtmatige gedragingen worden geschonden, in acht moet nemen en dus onrechtmatig (verwezen wordt naar de door partijen besproken beslissing van deze rechtbank van 9 juni 1999 LJN AA1030 (Church of Scientology) en Gerechtshof Amsterdam 7 november 2002 LJN AF0091 (XS4ALL/Deutsche Bahn)). Hiervoor zijn de gedragingen van de websitehouder voorshands als kennelijk onrechtmatig aangemerkt, zodat ook de vordering tot afsluiting in beginsel moet worden toegewezen."


Lees het vonnis hier.

IEF 3196

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank Roermond 3 januari 2007, KG ZA 06-228, Europochette tegen DSBD Enveloppen

Modellenrecht. "Nu in dit kort geding ervan wordt uitgegaan dat aan de modellen van Europochette bescherming toekomt, is het de vraag of de door Driessen in het verkeer gebrachte bestekenveloppen zodanige overeenkomst vertonen met de door Europochette gedeponeerde modellen, dat de daarop betrekking hebbende vorderingen sub 1 en 2 voor toewijzing in aanmerking komen." Lees hier het vonnis.

- Rechtbank 's-Gravenhage 5 januari 2007, KG ZA 06-1417, Stichting Brein tegen KPN Telecom

De voorzieningenrechter gebiedt KPN aan Stichting Brein te verstrekken de NAW-gegevens van de abonnee van Stichting Brein die via de Direct-ADSL-aansluiting van KPN de website www.dutchtorrent.org op het internet plaatste en gebiedt KPN de toegang tot het internet van de abonnee van KPN, die via de Direct-ADSL-aansluiting van KPN de website www.dutchtorrent.org op het internet plaatste, af te sluiten indien mocht blijken dat genoemde abonnee via die / een
internetaansluiting van KPN opnieuw de website www.dutchtorrent.org op het internet plaatst.
Lees hier het vonnis.

IEF 3195

Gestanste spijkerknoopjes (Hoger Beroep)

th.bmpGerechtshof Amsterdam, 4 januari 2007, LJN: AZ5613. Tommy Hilfiger Licensing, Inc tegen Basilicum B.V.& Mills Brothers B.V. (The Sting). (Eveneens met dank aan Martin Hemmer, AKD Prinsen Van Wijmen).  

Werk, merken, modellen en spijkerbroeken. De bekendheid van het merk leidt tot een zorgvuldiger afweging bij het goed geïnformeerde koperspubliek. Het Hof deelt de mening van de Rechtbank Amsterdam (lees dat vonnis hier) dat de litigieuze spijkerbroeken onvoldoende overeenstemmen. 

Het Hof stelt dat er geen auteursrecht rust op Hilfigers GAGE-broek en somt daarbij zelf de basiskenmerken van een spijkerbroek op: “Ten aanzien van de hiervoor geformuleerde vraag geldt allereerst dat een spijkerbroek een algemeen gangbaar kledingstuk is dat al jarenlang het straatbeeld bepaalt met, al naar gelang de mode van het moment, bepaalde karakteristieken. Voorts leent een spijkerbroek zich in het bijzonder voor intensief gebruik hetgeen meebrengt dat een aantal elementen, zoals dubbele stiksels op de gulp en in het kruis, alsmede de plaatselijke verdikking van het stiksel op de gulp functioneel zijn bepaald en in (vrijwel) alle spijkerbroeken voorkomen.


De hiervoor opgesomde elementen (de vormgeving van de gulp; de vormgeving van het kruis; het stiksel aan de voor/zijkant van de broek op heuphoogte; de vormgeving van de broekzakken en het kleingeldzakje aan de voorzijde van de GAGE broek; de vormgeving van de achterzakken en de dubbele stiksellijn in het midden daarvan; de vorm van de hogere tailleband aan de achterzijde van de broek; het bleekleren label op de achterzijde van de broek – IEF) die volgens Tommy Hilfiger tezamen het eigen, oorspronkelijk karakter aan de GAGE spijkerbroek geven leveren niet een kenmerkende en/of opvallend creatieve combinatie op, zodat de spijkerbroek naar het voorlopig oordeel van het hof niet is aan te merken als een werk dat oorspronkelijk is en het persoonlijk stempel van de maker draagt.”


Van (onrechtmatige) nabootsing is ook geen sprake. The Sting heeft met de met de Hallinger spijkerbroek voldoende afstand genomen van de GAGE spijkerbroek. De totaalindrukken verschillen. “Het mag zo zijn dat eerder naar de overeenkomsten tussen beide broeken dan naar de verschillen moet worden gekeken, het zijn evenwel met name elementen van de Hallinger spijkerbroek als de drie parallelle stiksels aan de binnenzijde van de pijpen, de ‘washing’ aan de onderzijde van de pijpen, de drie parallelle stiksels met daarin een ‘H’ op de achterzakken en de riemlussen aan de achterzijde in de vorm van een H, die niet voorkomen in de GAGE spijkerbroek en die meebrengen dat de totaalindruk van de Hallinger spijker-broek afwijkt van die van de GAGE spijkerbroek.”


Het beroep op modellenrecht wordt afgewezen, omdat het de broek, om de eerder genoemde redenen, niet nieuw is en geen eigen karakter bezit.


Ook van merkinbreuk is geen sprake. De door The Sting gebruikt tekens - Hallinger, al dan niet in combinatie met een kapitale H, Hallinger Denim en HLGR leiden niet tot verwarring. Met betrekking het teken HLGR merkt het hof nog op dat “het voorshands niet aannemelijk acht geworden dat het in aanmerking komende publiek kan menen dat van dit teken voorziene kledingstukken van Tommy Hilfiger afkomstig zijn; indien van de door Tommy Hilfiger gebruikte merken de klinkers worden weggelaten verkrijgt men andere combinaties van medeklinkers.”


Opmerkelijk is wellicht het oordeel van het hof over de bescherming van bekende kledingmerken: “Dat zich niet licht gevaar van verwarring met dit teken, noch met de andere door The Sting gebruikte tekens zal voordoen geldt te meer nu algemeen bekend is dat kopers van kledingstukken die ‘gevoelig’ zijn voor merknamen, in het algemeen meer dan gemiddeld geïnformeerd zijn over de gebruikte tekens van de diverse merken, met name die van de bekendere merken (zoals bij Tommy Hilfiger het bekende smalle rood-wit embleempje). De consumenten die hiervoor niet, althans minder, gevoelig zijn zullen zich bij de aanschaf van een spijkerbroek eerder laten leiden door het model, de (kleur van) stof, de op het moment van aankoop in de mode zijnde kenmerken, alsmede de prijs.”


De gebruikte tekens stemmen bovendien niet op verwarringwekkende wijze overeen en het hof volgt daarin de motivering van de voorzieningenrechter, net als bij het afwijzen van het beroep op art. 2.20 lid 1 sub c BVIE.


De incidentele grief van The Sting dat het Amsterdamse Hof niet bevoegd is faalt. De Voorzieningenrechter in Den Haag is slechts bij uitsluiting bevoegd om (voorlopige en beschermende) maatregelen te bevelen indien het gaat om maatregelen die van kracht zijn op het grondgebied van elke Lid-Staat. Hieraan doet het bepaalde in art. 3 van de Uitvoeringswet E.G. Verordening inzake het Gemeenschapsmerk, waarop The Sting zich beroept, niet af, nu, indien laatstgenoemd artikel al in strijd mocht zijn met art. 99 lid 1, respectievelijk 2, van de Verordening inzake het Gemeenschapsmerk, die Verordening rechtstreekse werking heeft en daarmee strijdige nationale wetgeving buiten toepassing moet blijven.


Lees het arrest hier.

IEF 3194

Kunst, omdat het mag

Nog een leuke traditie: Kunst omdat het mag. Voor veel uitgevers, (muziek)producenten, drukkers van ansichtkaarten en andere verveelvoudigers is de 1ste januari een vrolijke dag, voor veel erven en nabestaanden niet. Werk van kunstenaars en andere makers die in 1936 zijn overleden, is in Nederland en andere '70-jaren landen' sinds maandag niet langer auteursrechtelijk beschermd.

 

WONINGLOOZE

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de' eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat voor den nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee ‘k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.


Jan Jacob Slauerhoff (15 september 1898 – 5 oktober 1936). Lees hier (biografie) en hier (bibliografie) meer over J.J. Slauerhoff. Andere bekende doden uit 1936 ( o.a. Rudyard Kipling (Jungle Book) en Maxim Gorki) hier, hier en hier.

IEF 3193

Niet content

Diverse media berichten dat YouTube er niet in geslaagd is om de beloofde anti-inbreukbeveiliging tijdig te implementeren. O.a. Tweakers.net bericht dat YouTube in september software aankondigde die de geüploade content onder de loep zou nemen om auteursrechtelijk beschermd materiaal te kunnen weren, en gaf daarbij aan dat dat eind 2006 klaar zou zijn. Die deadline is echter niet gehaald, en verschillende mediabedrijven hebben al aangegeven dergelijke software als voorwaarde voor samenwerking met de site te zien - waarbij juridische stappen het logische gevolg zouden zijn van het uitblijven ervan.”

Lees hier meer. Eerdere berichten over Nederlandse claims hier en hier.

IEF 3192

Vreter & Opnemer

bison-rubsongif.gifRechtbank Utrecht, 3 januari 2007, LJN: AZ5424. Perfecta Chemie B.V. h.o.d.n. Bison International tegen Henkel Nederland B.V.

Kort geding over gestelde merkinbreuk, kleurcombinaties en misleidende of ongeoorloofde vergelijkende reclame. 40% proceskostenveroordeling.

Bison is houder van het woordmerk VOCHTVRETER en een beeldmerk dat bestaat uit de wikkelverpakking van het product (afbeelding). Henkel brengt onder het merk Rubson de VOCHTOPNEMER op de markt, die vanaf 2006 ook in een kartonnen wikkelverpakking wordt verkocht.

In het kader van de vraag of sprake overeenstemmende tekens in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b en c BVIE wordt door Bison als overeenkomend bestanddeel gewezen op de kleurcombinatie blauw en wit. De voorzieningenrechter wijst erop dat er vele waren en diensten bestaan waarvoor geldt dat in ieder geval bepaalde kleuren of een deel van het kleurenspectrum niet als merkteken gepercipieerd zullen worden, omdat die waren doorgaans in die kleuren op de markt worden gebracht. Henkel heeft slechts gebruik gemaakt van een gangbare combinatie voor huishoudelijke en hygiënische artikelen, namelijk blauw en wit.


Voor het overige oordeelt de Voorzieningenrechter dat onvoldoende overeenstemming is om van merkinbreuk te spreken. De verschillen zijn meer bepalend dan de overeenkomsten, en er is geen verwarring bij het publiek te duchten.


Ook heeft Bison bezwaren geuit tegen een reclamespotje van Henkel dat betrekking heeft op montagekit. Aangezien in dit spotje op geen enkele wijze wordt verwezen naar Bison, kan niet worden ingezien waarom deze als vergelijkende reclame onrechtmatig zou zijn. Ook is geen sprake van misleidende reclame. Naast het feit dat de consument zich van enige overdrijving wel bewust zal zijn, zal de consument de reclame uiting ook wel enigszins sceptisch of met humor beoordelen.


Hierbij houdt het nog niet op. Bison maakt verder bezwaar tegen de tekst op de verpakking van de secondelijm van Henkel. Hierop staat onder meer “the strongest ever”, “vijftig procent krachtiger dan voorheen” en “weerstaat mechanische trekkracht tot 270 kg/cm2”. Henkel heeft ter staving van deze claims een testrapport overgelegd. Bison slaagt er niet in om Henkel’s beweringen voldoende te betwisten. Deze claims zijn dan ook niet onjuist of misleidend. Ten aanzien van de superioriteitsclaim “the strongest ever” voegt de Voorzieningenrechter nog toe dat bovendien moet worden bedacht dat het gebruik van dergelijke superlatieven in de reclame zodanig is uitgehold, dat het publiek niet snel meer geneigd is deze mededeling als een superioriteitsclaim op te vatten.


Als laatste buigt de Voorzieningenrechter zich over proceskostenvordering. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen het merkengeschil en de vergelijkende / misleidende reclame vorderingen. Aangezien het door Henkel overgelegde kostenoverzicht hier geen onderscheid in maakt, gaat de Rechtbank met Bison mee in het betoog dat ongeveer 40 % van de kosten in deze procedure betrekking heeft op het merkengeschil. De Voorzieningenrechter beschouwt een bedrag van 20.000 EUR door Henkel als voldoende onderbouwd en veroordeelt Bison in de kosten van het geschil, begroot op 21.064 EUR.


Lees het vonnis hier.

IEF 3191

Vooraankondiging

vva.bmpOp 26 januari 2007 zal er (al)weer een vergadering van de Vereniging voor Auteursrecht  plaatsvinden (KNAW, Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam). Het thema van de vergadering is "Alternatieve exploitatievormen: Creative Commons en Open Source". Het programma:

14:00-14:30 - Bernt Hugenholtz (UvA):Creative Commons
14:30-15:00 - Bart Knubben (OSOSS):Open Source Software
15:00-15:15 -  Kamiel Koelman (VU):Hoe zo Commons?
15:15-15:30  - Paul Keller (CC NL):Creative Commons in Nederland
Pauze
16:00-16:15 - Michel Frequin (NUV):Alternatieve exploitatievormen en de informatie intermediair
16:15-17:00 - Discussie o.l.v. Madeleine de Cock Buning (UU)
17:00 - Afsluiting en borrel

Website VVA hier.