IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22663
29 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 22671
29 april 2025
Uitspraak

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen IMPRO B.V. en Impro Techniek B.V.: voldoende onderscheid in werkzaamheden

 
IEF 1870

Gevonden voorwerpen

Gevonden op internet: Een juridische thesaurus onder de naam 'Corpus Doctum'. "Een kleine maar krachtige database met jurisprudentie, die binnen enkele seconden - bijvoorbeeld op de zitting via de laptop - kan worden geraadpleegd."

Deze weblog annex digitale thesaurus geeft aan het volgende te bevatten: Korte extracten uit een selectie van arresten van de Hoge Raad en enige internationale gerechten m.b.t. burgerlijke zaken en strafzaken “in ruime zin” dus inclusief handelsrecht, faillissementsrecht, EEG-recht, mensenrechtenverdragen en procesrecht. 

Voorbeeld van een lemma: Bewijs inbreuk auteursrecht. "Bewijs inbreuk op auteursrecht: daarvan in beginsel sprake in geval van gebleken overeenstemming tussen twee werken; bewijs dat inbreukmakend werk toch zelfstandige schepping is en niet de vrucht van (onbewuste) ontlening: van toevalligheid kan slechts sprake zijn als door vergelijking van de werken komt vast te staan dat inbreukmakend werk was ontworpen nog voordat eisers werk aan anderen bekend kon zijn. hr 18-2-2000, 309"

Dit alles onder redactie van mr. H.G. Hermans, oud-vice-president gerechtshof Amsterdam. Zie de website hier.

IEF 1869

Implementação

HvJ EG, 4 april 2006, conclusie AG Sharpston, zaken  C-53/05  en C-61/05. Commissie tegen Portugal. Let op met verhuur- leenrecht in Portugal:

Accordingly I suggest that the Court should: In Case C-53/05, declare that Portugal has failed to fulfil its obligations under Article 5, read in conjunction with Article 1, of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property and in Case C-61/05, declare that Portugal has failed to fulfil its obligations under Articles 2 and 4 of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property.

Lees de conclusies hier en hier. (Nederlandse tekst niet beschikbaar).

IEF 1868

Naar behoren

Kamerstuk 29894, nr. 11. Evaluatie Drank- en Horecawet; Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over alcoholzelfregulering + Kamervraag nr. 50610910. Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe slogan tegen alcoholgebruik. (Ingezonden 3 april 2006)

Minister Hoogervorst van VWS concludeert dat de zelfregulering in 2005 naar behoren heeft gefunctioneerd. De minister geeft aan de komende tijd na te gaan of er de facto gesproken kan worden van versoepeling van de Reclamecode. Ook wordt een beroep gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de alcoholproducenten om geen reclames meer te maken waar de randen van het toelaatbare worden opgezocht. Aanleiding hiervoor is de casus "Keep the Can Cool".

"Hoewel was overeengekomen dat reclames zich niet mogen richten op minderjarigen, kwam Heineken kort nadat daarover met mij afspraken waren gemaakt, met een reclamecampagne in de vorm van een computerspelletje, de zogenaamde “Keep the Can Cool” campagne. Volgens de Stichting Alcoholpreventie, een stichting die de marketing van de alcoholindustrie kritisch volgt, was deze reclame in strijd met de artikelen 10 en 24 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken."

De RCC oordeelde, nadat door de Stichting Alcoholpreventie hiertegen een klacht was ingediend, dat deze reclame niet in strijd was met de Reclamecode. De RCC gaf echter wel aan dat “de reclame door haar simpele grafische figuurtjes en geluiden een zekere kinderlijke uitstraling niet kan worden ontzegd”. Desondanks bood dit gegeven volgens de RCC onvoldoende steun voor de conclusie dat de uiting een attractiewaarde voor minderjarigen heeft die aanmerkelijk uitstijgt boven die welke de uiting heeft voor volwassenen. Naar aanleiding van de “Keep the Can Cool”  casus, wees de Stichting Alcoholpreventie mij erop dat artikel 10 van de nieuwe Reclamecode mogelijk heeft geleid tot een versoepeling in plaats van een aanscherping van de reclameregels. Nu is immers een reclame pas in strijd met de Reclamecode als de aantrekkelijkheid voor jongeren “aanmerkelijk uitstijgt” boven die voor volwassenen."

Verder vermeldt de minister kort weergegeven dat in 2005 35 klachten zijn behandeld bij RCC, waarvan 19 toegewezen en 16 afgewezen. Met betrekking tot de van 1 mei 2005 vooraf verplichte reclametoetsing, zijn er 37 adviesaanvragen ingediend tussen 1 mei en 31 december, waarvan er in eerste instantie 16 een negatief advies kregen. Binnenkort wordt er een slogan gelanceerd om de norm "niet drinken onder 16" uit te dragen.

-Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over alcoholzelfregulering hier

Bijlage 1: Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken Klachten in 2004  hier
  
Bijlage 2: Vergelijking alcoholreclame 2004 / 2005  hier

Bijlage 3: Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken Klachten in 2005  hier


De kamervragen van het lid Van der Vlies (SGP) betreffen deze slogan 'Alcohol onder de 16 nog even niet':

"1 Is het waar dat u heeft ingestemd met de slogan 'Alcohol onder de 16 nog even niet'?

2 Kent u de kritiek van de Stichting Alcoholpreventie (STAP) dat deze slogan eerder te beschouwen is als een verkapte reclame om toch te gaan drinken? In hoeverre is deze stichting betrokken geweest bij de keuze voor een nieuwe slogan?

3 Kunt u aangeven hoe tot de keuze voor deze slogan is gekomen, en welke organisaties, stichtingen en eventuele anderen daarbij zijn betrokken?

4 Bent u bereid, als mocht blijken dat deze slogan bij nader inzien toch niet geschikt is, deze zo snel mogelijk te doen vervangen door een betere?"

IEF 1867

In actie

Persbericht Thuiskopie: "Dit weekend is Stichting de Thuiskopie in actie gekomen tegen een winkel in Rotterdam waar blanco informatiedragers (met name DVD’s en CD-r’s) werden aangeboden. Hierover was geen thuiskopievergoeding afgedragen. Onder toezicht van een deurwaarder werden in totaal ruim 32.000 illegale schijfjes uit de schappen gehaald.  In december 2005 is de betreffende winkelier al met Stichting de Thuiskopie overeengekomen dat hij zijn handel zou staken en achterstallige thuiskopievergoedingen zou betalen. Opsporingsmedewerkers van Stichting de Thuiskopie constateerden echter dat de illegale handel werd voortgezet." Lees hier iets meer.

IEF 1865

Illustratief

Rechtbank ’s-Gravenhage, 29 maart 2006, 211014/ HA ZA 03-3410. Winston Delano Citroen tegen Rebo Productions B.V. (Met dank aan Bjorn Schipper, Van der Steenhoven Advocaten).

Vonnis in de door illustrator Winston Citroen aangespannen bodemprocedure tegen uitgeverij Rebo Productions over de in of omstreeks 1984 verschenen uitgave “Jan Brusse’s Frankrijk Omnibus”. In de uitgave zijn zonder voorafgaande toestemming illustraties van Citroen opgenomen. Ook zijn enkele illustraties van Citroen gewijzigd en is de copyright notice verwijderd. De oorspronkelijke illustraties van Citroen zijn in 1979 met zijn toestemming voor het eerst gepubliceerd in het boek “Vrijheid, gelijkheid en wat broederschap” van Jan Brusse.

Gesteggel over al dan niet tussen partijen getroffen minnelijke regeling gaat vooraf aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak. Achteraf voorgestelde wijzigingen in een al eerder voorgelegde onthoudingsverklaring worden niet geaccepteerd. De Rechtbank overweegt dat reeds daarom tussen partijen géén overeenstemming is bereikt over de inhoud van een minnelijke regeling.

De Rechtbank overweegt vervolgens dat als gevolg van de verspreiding van de gewraakte omnibus sprake is van inbreuk op de auteursrechten van Citroen, in het bijzonder het openbaarmakingsrecht. Tevens is sprake van schending van de persoonlijkheidsrechten van Citroen. Géén uitputting van de auteursrechten van Citroen.

De Rechtbank rekent de gepleegde inbreuk aan Rebo Productions toe, en overweegt dat van een professionele exploitant van auteursrechtelijk beschermd materiaal verwacht mag worden dat zij enig onderzoek zou verrichten naar het gevaar van mogelijke inbreuk op een auteursrecht op de illustraties alvorens de omnibus in het verkeer te brengen.

Niettemin oordeelt de Rechtbank dat de gevorderde verklaring voor recht en het verbod moeten worden afgewezen. Het feit dat Rebo Productions geen exemplaren van de gewraakte omnibus (meer) in haar bezit heeft alsmede het ontbreken van een dreiging van inbreuk staan aan toewijzing hiervan in de weg. Nu boekhouding uit 1984 niet (meer)voorhanden is, wordt gevorderde opgave eveneens afgewezen.

Gevorderde afdracht van de door Rebo Productions op onrechtmatige wijze genoten winst wordt toegewezen. De Rechtbank begroot deze winst onder toepassing van artikel 6:97 BW en artikel 27a lid 1 Aw naar billijkheid op 10% van de inkoopprijs van de gewraakte omnibus.

Lees vonnis hier.

IEF 1864

Onder het mom van archief

Rechtbank Haarlem, 22 maart 2006, HA ZA 04-844, PETER MOM tegen VNU Business Publications B.V. (Met dank aan Elsbeth Polak, Stibbe)

Interessante uitspraak over auteursrecht en het digitale archief. De VNU publiceert artikelen van een freelance journalist op internet ten behoeve van een weekbladarchief. Voor zover in de licentie duidelijk afgesproken, is dit de uitgever toegestaan. Het aanbieden van de publicaties op andere websites is echter een afzonderlijke openbaarmaking waarvoor ook toestemming verkregen dient te worden. Dit is ook het geval wanneer de databank met het weekbladarchief integraal onderdeel uitmaakt van een andere (meeromvattende) databank.

"De omstandigheid dat het weekbladarchief van Computable deel uitmaakt van het archief van VNU maakt dit niet anders, nu niet gesteld of gebleken is dat Mom hiervan op de hoogte was. De technische inrichting van haar databank is voorts een omstandigheid die in de invloedsfeer van VNU ligt en derhalve voor haar rekening komt."

Peter Mom is freelance journalist en heeft vele artikelen geschreven voor het blad 'Computable'. De VNU is uitgever van het blad 'Computable'. De VNU heeft de artikelen van Mom tevens gepubliceerd op haar website, ten behoeve van een online archief. Daarnaast zijn een aantal artikelen ook op andere websites beschikbaar gesteld door de VNU.

Mom heeft een schadevergoeding gevraagd voor de ongeauthoriseerde publicaties op internet. Mom stelt verder dat iedere publicatie op een website een nieuwe openbaarmaking oplevert en de VNU met iedere publicatie van hetzelfde artikel op een andere website inbreuk op zijn auteursrecht oplevert. De VNU beroept zich in eerste instantie op een licentie-overeenkomst. In deze licentie-overeenkomst geeft Mom toestemming om vanaf 1 januari 2002 de in het weekblad afgedrukte bijdragen tegen een extra vergoeding van 10 procent in het online weekbladarchief op te nemen en als online nieuwsitem te publiceren. Verder betoogt de VNU dat de artikelen in één databank zijn opgenomen en dat het raadplegen van één en dezelfde databank via verschillende internetadressen geen relevante auteursrechtelijke handeling oplevert. De rechtbank komt tot een ander oordeel.

4.4 "(…) De publicatie van artikelen van Mom op een andere zelfstandige website dan de website computable.nl levert in beginsel een afzonderlijke openbaarmaking op."

Met betrekking tot de licentie komt de rechtbank tot het oordeel dat de VNU in ieder geval inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Mom m.b.t. de artikelen die voor 1 januari 2002 in Computable zijn gepubliceerd. M.b.t. de artikelen die na 1 januari 2002 zijn gepubliceerd overweegt de rechtbank:

4.5 "(…) Gelet op de tekst en de context van de afspraak en het feit dat licenties beperkt moeten worden uitgelegd, is de rechtbank evenwel van oordeel dat Mom uitsluitend toestemming heeft gegeven de artikelen op te nemen in het weekbladarchief van Computable en heeft ingestemd met publicatie via de Computable website."

Mom krijgt schadevergoeding toegewezen. Het toegewezen bedrag is echter een fractie van het gevorderderde daar Mom niet alle verweren van VNU had betwist. Hierdoor bleef het verweer van VNU overeind dat de andere websites die toegang tot de artikelen van Mom boden geen zelfstandige websites zijn, maar slechts doorlinken naar de website van Computable. Een reden voor de rechtbank om het toegekende bedrag aan schadevergoeding fors te beperken.

Zie het vonnis hier

IEF 1863

Derden

Geographical indications registration opened for direct applications & objections from groups and individuals in third countries.  The European Commission has today made available on the internet a guide and forms to enable direct applications to register Geographical Indications by producer groups in third countries.

In addition, individuals and groups in third countries may lodge objections to proposed registrations directly to the Commission. Lees hier meer.

IEF 1862

De weg kwijt

Voorzieningenrechter Amsterdam 30 maart 2006, KG 06-641, TomTom International B.V. / Sailtron B.V. h.o.d.n. Garmin Nederland.

TomTom en Garmin handelen beide in autonavigatiesystemen. In februari 2006 heeft de consumentenbond een onderzoek naar autonavigatiesystemen gepubliceerd in de Consumentengids. Aan de hand van verscheidene kwalitatieve parameters hebben de onderzochte producten een score gekregen uit 100 punten.

In de categorie systemen met kaarten voor de Benelux scoorden de partijen als volgt: 1. Garmin Nüvi 300: 70 punten,  2. TomTom GO 300: 68 punten, 3. Garmin C320: 68 punten, 4. Garmin C310: 66 punten. In de categorie systemen met kaarten voor heel Europa, zag de top vier er als volgt uit: 1. Garmin C330: 67 punten, 2. TomTom GO 700: 67 punten, 3. Mio Digiwalker 269+: 61 punten,  4. Navman iCN 550: 57 punten

De consumentengids oordeelde dat de Mio Digiwalker systemen als ‘beste koop’ (d.w.z. beste prijs/kwaliteit verhouding) bestempeld. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Garmin een radioreclame laten uitzenden met de volgende tekst: “Er zijn zoveel autonavigatiesystemen, dat je er haast door zou verdwalen. Gelukkig heeft de Consumentenbond al deze systemen getest en Garmin staat overal op nummer één. Ga dus nu naar de winkel en vraag om Garmin autonavigatie of ga naar Garmin.nl. Een echte Garmin koop je al vanaf 299 Euro.” Ook heeft Garmin een enorme banner laten ophangen( afbeelding).

TomTom maakte bezwaar tegen deze reclame-uitingen uit hoofde van artikel 6:194 (misleidende reclame) en artikel 6:194a BW (ontoelaatbare vergelijkende reclame).

De voorzieningenrechter achtte de radioreclame misleidend op de volgende feitelijke gronden:

- De mededeling dat alle systemen waren getest is feitelijk onjuist. In het artikel in de Consumentengids staat vermeld: “Er zijn [navigatiesystemen] van minder dan €300, maar ook voor meer dan €4.000. Onze test gaat tot €800” en verder “Niet getest zijn apparaten van winkels als de Aldi, Lidl en Blokker […]”.

- Uit het onderzoek blijkt niet dat Garmin overal op nummer één staat. Het Mio systeem werd als beste koop bestempeld. Voorts scoorde niet ieder Garmin product het hoogst.

- Voorts was de radioreclame misleidend omdat er in het onderzoek geen Garmin product is betrokken dat verkrijgbaar is voor €299.

Volgens de voorzieningenrechter is het gebruik van resultaten van het onderzoek van de Consumentenbond geoorloofd maar heeft Garmin onvoldoende nauwkeurigheid en zorgvuldigheid in acht genomen met betrekking tot de essentiële onderdelen van de uitkomst van het onderzoek.

De banner was eveneens onrechtmatig (“misleidende vergelijkende reclame”) volgens de rechter. Daartoe was redengevend dat de tekst “4 x als beste getest door de Consumentenbond” geen recht doet aan de voornoemde vereiste nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.

De voorzieningenrechter verbiedt de betreffende reclame-uitingen, beveelt een rectificatie op de website van Garmin en beveelt opgave van de locaties waarop andere banners zijn opgehangen alsmede de zendschema’s van de radioreclame.

Lees het vonnis hier.

IEF 1861

Terug in Den Haag (2)

Rechtbank ´s-Gravenhage, 31 maart 2006 (bij vervroeging), KG ZA 06-356. Cordis Europa B.V. tegen Schneider GmbH. 

Schneider heeft een bepaalde binnenbuis uitgevonden die toegepast wordt in ingreepkatheters. Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 8 juni 2005 is Cordis onder meer veroordeeld wegens octrooi-inbreuk en in dit verband tot het afleggen van rekening en verantwoording. Ook moet er een verklaring komen van een onafhankelijke register-accountant die ertoe strekt dat hij aan de hand van de boeken van Cordis heeft vastgesteld dat deze opgave juist is.

Cordis heeft bedoeld aan dit vonnis te voldoen door aan Schneider een rapport met een verklaring van haar accountant te verstrekken. Schneider heeft aan Cordis te kennen gegeven dat deze rapportage niet kan worden beschouwd als een juiste rekening en verantwoording, aangezien het een berekening van de winst van de binnenbuis en niet van de ingreepkatheter betreft. Cordis heeft vervolgens een executiegeding tegen Schneider aanhangig gemaakt.

Bij vonnis van 23 februari 2006 ontwijkt de voorzieningenrechter de rechtsvraag, te weten welk uitgangspunt (winst van de binnenbuis of winst van de ingreepkatheters als geheel) juist is, door te oordelen dat op deze vraag niet behoeft te worden beslist. De rechtbank is van oordeel dat Cordis niet (naar behoren) aan het bevel tot het afleggen van rekening en verantwoording heeft voldaan omdat zij niet voldoende "verifieerbaar inzicht" heeft verschaft in de berekeningen van de met de octrooi-inbreuk genoten winst.  

Op basis van het vonnis van 23 februari 2006 heeft Cordis op 14 maart 2006 een nieuw rapport met een verklaring van haar accountant aan Schneider verstrekt. Een krappe week later wordt Cordis door Schneider gewaarschuwd dat haar eigen accountant niet als onafhankelijke accountant kan fungeren in de zin van het bevel.

In het onderhavige executiegeschil vordert Cordis onder meer dat het Schneider verboden wordt om opnieuw executiemaatregelen te treffen onder meer omdat haar accountant aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot onafhankelijkheid voldoet. Voorts vordert Cordis terugbetaling van de tot het vonnis van 23 februari 2006 verbeurde dwangsommen.  

Nu Cordis hoger beroep tegen het vonnis van 23 februari 2006 heeft ingesteld en het nieuwe rapport gevoelige informatie zou bevatten, vordert Cordis voorts opschorting van het bevel tot rekening en verantwoording van het vonnis van 23 februari 2006. De voorzieningenrechter oordeelt dat de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts kan worden geschorst, indien hij van oordeel is dat de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard. 

De rechtbank is van mening dat dit zich niet voordoet. De mogelijkheid dat bij het doen van rekening en verantwoording vertrouwelijke gegevens aan Schneider bekend kunnen worden, wordt als onvoldoende beschouwd om daaruit op voorhand te concluderen dat Cordis in enige noodtoestand zal geraken.

De vordering tot terugbetaling van de betaalde dwangsommen werd afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang. Ten slotte komt aan de orde de vraag wat moet worden verstaan onder het begrip “onafhankelijke accountant”. Schneider heeft zich beroepen op een tweetal vonnissen (Vzr Rb.´s-Gravenhage, 15 feb. 2006 (HBM/Novacap) en Rb.´s-Gravenhage 20 maart 2002; BIE 2002/82). Op basis van die rechtspraak legt de rechtbank het zonder nadere invulling geformuleerde begrip “onafhankelijke registeraccountant”, indien naderhand een geschil ontstaat, als volgt uit: een registeraccountant die geen eerdere bemoeiingen heeft gehad met de partij van wie die accountant de gegevens dient te controleren. Dit betekent echter volgens de voorzieningenrechter nog niet dat Cordis bedacht had moeten zijn op het ontstaan van een geschil op dit punt, totdat haar dat door Schneider duidelijk was gemaakt. De termijn om aan het vonnis te voldoen wordt dan ook verlengd met vier weken.

Lees het vonnis hier. Eerdere uitspraken en berichten hier.

 

IEF 1860

De banden vol met wind

Het ANP komt met het feitelijke nieuwbericht dat Biretco, eigenaar van fietsspeciaalketens als Fietswereld en Profile de Fietsspecialist, in een kort geding eist dat Halfords de campagne staakt en rectificaties plaatst. Halfords begon onlangs met de verkoop van Union-fietsen voor 499 euro. Het dochterbedrijf van Macintosh Retail Group beweerde daarbij dat de fietsen van dezelfde kwaliteit zouden zijn als die van Batavus en Gazelle in de prijsklasse van 750 euro. Het kort geding dient op 6 april. Eerder Profile-bericht hier.